Overheidsorganisatie | Gemeente Hoogezand-Sappemeer |
---|---|
Officiële naam regeling | Kader mandaatbesluit omgevingsdienst Groningen |
Citeertitel | Kader mandaatbesuit omgevingsdienst Groningen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Afdeling 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2013 | Nieuwe regeling | 17-10-2013 Regiokrant, 30 oktober 2013 | Kader Mandaatbesluit ODG |
Burgemeester en wethouders van Hoogezand- Sappemeer, onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogezand- Sappemeer, ieder voor zover het de uitvoering van zijn bevoegdheden betreft;
OVERWEGENDE,
dat door het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen en de colleges van Burgemeester en Wethouders van de Groninger gemeenten op 11 juni 2013 een Gemeenschappelijke regeling - de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen - is getroffen waarbij een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8 van de Wet Gemeenschappelijke regelingen (de Wgr) is ingesteld, welk openbaar lichaam - de Omgevingsdienst Groningen - rechtspersoonlijkheid bezit;
dat de Omgevingsdienst Groningen namens de provincie Groningen en de deelnemende gemeenten vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavingstaken gaat uitvoeren op het gebied van het omgevingsdomein;
dat de Omgevingsdienst Groningen is aangewezen als Regionale uitvoeringsdienst voor de zogenaamde BRZO- en RIE4-inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1990, gelegen in de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe;
dat de Omgevingsdienst Groningen vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavingstaken gaat uitvoeren en coördineren in het omgevingsdomein voor BRZO- en RIE4-inrichtingen gelegen in de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe;
dat het daarom gewenst is de uitoefening van de toekomende bevoegdheden middels mandaat, volmacht, machtiging te verlenen aan de Omgevingsdienst Groningen;
dat er in het Kader mandaatbesluit instructies zijn gegeven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden en de verleende volmachten en machtigingen.
gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht (de Awb) en artikel 10 van de Gemeenschappelijke regeling;
BESLUITEN:
De bij dit besluit behorende bijlage III.1, waarin een algemene instructie (het Kader mandaatbesluit) is neergelegd ten aanzien van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, vast te stellen;
aan de Omgevingsdienst Groningen een mandaat, volmacht en machtiging te verlenen voor de uitvoering: van het basistakenpakket genoemd in artikel 4 van de Gemeenschappelijke Regeling en daarnaast of daar bovenop voor de uitvoering van:
het takenpakket genoemd in artikel 6 van de Gemeenschappelijke regeling, het Wabo-takenpakket;
het takenpakket genoemd in artikel 7 van de Gemeenschappelijke regeling, voor de BRZO- en RIE4-inrichtingen die zijn gevestigd of zich zullen vestigen binnen de gebiedsgrenzen van de gemeente Hoogezand-Sappemeer dan wel diens rechtsopvolger. De bestaande BRZO- en RIE4-inrichtingen betreffen:
C.G. Holthausen B.V., gevestigd te Hoogezand;
Koopman Warehousing B.V., gevestigd te Hoogezand;
het takenpakket genoemd in artikel 8 van de Gemeenschappelijke regeling: overige taken; zoals vermeld in de bij dit besluit behorende bijlage III.2;
te bepalen, dat dit besluit in werking treedt op de dag volgende op die waarop het is bekendgemaakt.
Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koning van de provincie Groningen (voor al haar inrichtingen) en de provincies Fryslân en Drenthe voor zover het de BRZO- en RIE4-inrichtingen betreft;
De colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de deelnemende gemeenten Appingedam, Bedum, Bellingwedde, De Marne, Delfzijl, Eemsmond, Groningen, Grootegast, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Leek, Loppersum, Marum, Menterwolde, Oldambt, Pekela, Slochteren, Stadskanaal, Ten Boer, Veendam, Vlagtwedde, Winsum, Zuidhorn;
en de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeenten Assen, Emmen, Hoogeveen, Meppel, Midden-Drenthe, Harlingen, Heerenveen, Sûdwest Fryslân, Leeuwarden, Boarnsterhim, Achtkarspelen, Smallingerland, Weststellingwerf voor zover het de BRZO/RIE4-inrichtingen betreft
Overwegende dat:
per 1 november 2013 de organisatieontwikkeling van de Omgevingsdienst Groningen op hoofdzaken is afgerond en zij start met haar taakuitvoering;
met ingang van mei 2013 de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen in werking is getreden met daarin de grondslag voor nadere regelgeving in het kader van mandaat, volmacht en machtiging;
de Omgevingsdienst Groningen is aangewezen als Regionale uitvoeringsdienst voor BRZO- en RIE4-inrichtingen gelegen in de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe;
dit Kader mandaatbesluit van toepassing is op de door de deelnemers van de Omgevingsdienst Groningen verleende mandaten;
dit Kader mandaatbesluit van toepassing is op de provincies Fryslân en Drenthe en de in hun provincies gelegen gemeenten met verleende mandaten voor de werkzaamheden voor zover het BRZO- en RIE4-inrichtingen betreft;
Gelet op:
de Provinciewet;
de Gemeentewet;
de Algemene wet bestuursrecht;
Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen;
Besluiten:
vast te stellen het Kader mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen
In dit besluit wordt verstaan onder
a. mandaat: de bevoegdheid om namens Gedeputeerde Staten, de Commissaris van de Koning, Burgemeester en Wethouders of Burgemeesters van de gemeenten besluiten te nemen als bedoeld in artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht (de Awb);
b. ondermandaat: de opdracht om de in mandaat aan de Omgevingsdienst Groningen verleende bevoegdheden uit te oefenen;
c. volmacht: bevoegdheid om namens Gedeputeerde Staten, Burgemeester en Wethouders of de Burgemeesters van de gemeenten privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;
d. machtiging: bevoegdheid om namens Gedeputeerde Staten, Burgemeester en Wethouders of de Burgemeesters van de gemeenten feitelijke handelingen te verrichten.
e. Directeur Omgevingsdienst: de directeur tevens secretaris van de omgevingsdienst, bedoeld in artikel 27 van de Gemeenschappelijke regeling.
1. Iedere deelnemer verleent mandaat, volmacht en machtiging (afdoening en ondertekening) als bedoeld in afdeling 10.1.1. Awb voor de uitoefening van de bevoegdheden die verband houden met het aan de Omgevingsdienst Groningen opgedragen takenpakket(ten) zoals neergelegd in de artikel 4, 5, 6, en 7 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen.
2. De in het mandaatbesluit van iedere deelnemer opgenomen lijst van mandaten wordt verleend aan de Omgevingsdienst Groningen, waarbij de mandaatgever toestaat dat ondermandaat wordt verleend.
1. Conform artikel 27 lid 2 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen voert de Directeur van de Omgevingsdienst Groningen de aan deze in mandaat verleende bevoegdheden uit.
2. De Directeur van de Omgevingsdienst Groningen is bevoegd de onder hem ressorterende medewerkers ondermandaat te verlenen.
3. Op ondermandaat zijn de bepalingen van dit Kader mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen onverkort van toepassing.
1. Bij de uitoefening van de mandaten wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wettelijke regelingen, besluiten, verordeningen, circulaires, aanwijzingen, richtlijnen, beleidsregels van het Rijk en de deelnemers in acht genomen.
2. De mandaten omvatten niet alleen de bevoegdheid om te besluiten, maar tevens:
a. de bevoegdheid tot het voeren van correspondentie in het kader van de voorbereiding van krachtens mandaat te nemen besluiten;
b. de correspondentie over de krachtens mandaat genomen besluiten;
c. besluiten betreffende de toepassing van een openbare voorbereidingsprocedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht.
3. Bij afwezigheid van de Directeur van de Omgevingsdienst Groningen is zijn plaatsvervanger bevoegd.
Aan Gedeputeerde Staten, de Commissaris van de Koning, Burgemeester en Wethouders en de Burgemeesters van de gemeenten blijft voorbehouden de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen die zijn neergelegd in een document, gericht tot:
a. de raad;
b. de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis;
c. bestuurs)organen van waterschap, provincie of rijk.
1. Indien een krachtens mandaat te nemen besluit voorzienbaar belangrijke politieke, beleidsmatige of financiële gevolgen heeft of zou kunnen hebben, wordt de onderhavige zaak voorgelegd aan de ter zake verantwoordelijke mandaatgever.
2. Een krachtens mandaat te nemen besluit wordt in ieder geval aan de ter zake verantwoordelijke mandaatgever voorgelegd, indien:
a. het betreffende besluit afwijkt van, strijdt met, dan wel een aanvulling vormt op het tot dan toe gevoerde beleid, een richtlijn of wettelijk voorschrift;
b. andere dan standaardvoorwaarden worden gesteld;
c. het betreffende besluit afwijkt van een ingewonnen advies.
3. Indien sprake is van het tweede lid, koppelt de directeur van de Omgevingsdienst Groningen het te nemen besluit terug aan de ter zake verantwoordelijke mandaatgever en indien de mandaatgever zulks nodig oordeelt, wordt het te nemen besluit genomen door de mandaatgever zelf.
De Directeur van de Omgevingsdienst Groningen draagt zorg voor een periodieke verslaglegging van de door hem krachtens (onder)mandaat genomen besluiten via de reguliere planning- en controlcyclus, een en ander na en in overleg met de mandaatgevers, welke verslaglegging ter kennisneming aan het ter zake bevoegd bestuursorgaan wordt gebracht
Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen worden met (onder)mandaat gelijk gesteld de verlening van:
a. Volmacht om in naam van Gedeputeerde Staten, de Commissaris van de Koning, Burgemeester en Wethouders van de gemeenten privaatrechtelijke handelingen te verrichten;
b. Machtiging om in naam van Gedeputeerde Staten, de Commissaris van de Koning, Burgemeester en Wethouders en/of de Burgemeesters van de gemeenten handelingen te verrichten die een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
1. De bevoegdheid om in (onder)mandaat beslissingen te nemen impliceert de bevoegdheid tot ondertekening namens de mandaatgever.
2. De stukken in mandaat genomen wordt door de Omgevingsdienst Groningen als volgt ondertekend:
Gedeputeerde Staten van <Groningen>,
Namens dezen,
<naam>
Directeur Omgevingsdienst Groningen
Burgemeester en Wethouders van <plaatsnaam>
Namens dezen,
<naam>
Directeur Omgevingsdienst Groningen
OF
De Commissaris van de Koning van Groningen,
Namens deze,
<naam>
Directeur Omgevingsdienst Groningen
De burgemeester van <plaatsnaam>
Namens deze,
<naam>
Directeur van de Omgevingsdienst Groningen
3. Ingeval van uitoefening van ondermandaat worden uitgaande stukken overeenkomstig het bepaalde in lid 1 ondertekend, met dien verstande dat de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de gemandateerde medewerker in de plaats van de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de eerst gemandateerde, wordt geplaatst.
Alle deelnemers dragen op de gebruikelijke wijze zorg voor de bekendmaking van deze regeling, alsmede de registratie van deze regeling.
Dit besluit wordt aangehaald als: Kader mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen
Overzicht mandaten [Klik hier om het document te downloaden]