| Overheidsorganisatie | Gemeente Littenseradiel |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie Wet Sociale Werkvoorziening gemeente Littenseradiel |
| Citeertitel | verordening Cliëntenparticipatie Wet Sociale Werkvoorziening gemeente Littenseradiel |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp |
Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is deze verordening per 1 januari 2020 vervallen, tenzij de hierna genoemde bestuursorganen de betreffende verordening al eerder vervallen hebben verklaard.
- De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân heeft op 2 januari 2018 besloten deze verordening vervallen te verklaren voor zover deze van kracht is voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Súdwest-Fryslân zoals dat per 1 januari 2018, op grond van de Wet van 8 maart 2017 tot herindeling van de gemeenten Franekeradeel, het Bildt, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel en Súdwest-Fryslân, is ontstaan.
Wet sociale werkvoorziening, art. 2, lid 3
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 10-10-2008 | 01-07-2008 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 29-09-2008 Op 'e Skille, 09-10-2008 | Collegevoorstel, 02-06-2008, nr. 9 |
De raad van de gemeente Littenseradiel;
gelet op het artikel 2, derde lid van de Wet sociale werkvoorziening;
overwegende dat het noodzakelijk is dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt over de wijze waarop inwoners die geïndiceerd zijn of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING CLIENTENPARTICIPATIE WET SOCIALE WERKVOORZIENING GEMEENTE
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;
de Wet: de Wet sociale werkvoorziening;
Sw-werknemer: persoon met een indicatie voor de Wet die werkzaam is binnen de Sw-uitvoeringsorganisatie of in dienst is van een reguliere werkgever;
Sw-geïndiceerde: persoon met een indicatie voor de Wet die nog niet Sw-werknemer is;
Sw-er: Sw-geïndiceerden die op de wachtlijst als bedoeld in artikel 12 van de Wet staan en Sw-werknemers;
Wsw-raad: de cliëntenparticipatie raad als bedoeld in artikel 2
2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet sociale werkvoorziening en de Algemene wet bestuursrecht.
1. Het college stelt een adviescommissie in onder de naam Wsw-raad.
2. Het college kan de bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid overdragen aan het algemeen bestuur van een openbaar lichaam dat is ingesteld krachtens artikel 8, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
3. De bepalingen uit deze verordening zijn van toepassing met dien verstande dat voor “college” wordt gelezen “algemeen bestuur van het openbaar lichaam” en voor “gemeente” wordt gelezen “het openbaar lichaam”.
De Wsw-raad adviseert over alle aangelegenheden van beleidsvoorbereiding tot beleidsuitvoering die betrekking hebben op het terrein van de Wet en van invloed zijn op de algemene belangen van de Sw-ers binnen de gemeente.
1. De Wsw-raad is samengesteld uit Sw-ers en vertegenwoordigers van de belangenorganisaties, waarbij de meerderheid wordt gevormd door Sw-ers.
2. De samenstelling van de Wsw-raad vormt zoveel mogelijk een afspiegeling van alle Sw-ers.
3. De leden van de cliëntenraad worden door het college op voordracht van de cliëntenraad benoemd.
1. Het college voorziet de Wsw-raad van alle informatie die nodig is voor het vervullen van zijn taak op een zodanig tijdstip dat er daadwerkelijk invloed mogelijk is op de beleidsvorming en besluitvorming.
2. Het college zorgt ervoor dat onderwerpen die de algemene belangen van de Sw-ers raken voor advies worden voorgelegd aan de Wsw-raad alvorens een besluit wordt genomen.
3. Het college kan bij uitzondering afzien van advisering door de Wsw-raad als naar het oordeel van het college advisering door de Wsw-raad vooraf zal leiden tot een ongewenste vertraging in de besluitvorming of informatieverstrekking aan de Sw-er.
4. Het college brengt het afzien van advisering als bedoeld in het derde lid voorafgaand aan besluitvorming ter kennisname aan de voorzitter van de Wsw-raad.
5. Wanneer het college een besluit neemt, dat afwijkt van het advies van de Wsw-raad dan brengt het college dit gemotiveerd ter kennis aan de voorzitter Wsw-raad.
1. De Wsw-raad vergadert vier keer per jaar of zo vaak als de voorzitter en de secretaris samen nodig achten of de Wsw-raad bij meerderheid van stemmen besluit.
2. De Wsw-raad kan door of namens het college in vergadering bijeen worden geroepen.
3. De voorzitter en secretaris nodigen de leden van de Wsw-raad tenminste tien werkdagen voor een vergadering uit en verzenden dan tevens de schriftelijke stukken.
4. Tijdens de vergadering kunnen in overleg afspraken worden gemaakt over de onderwerpen op de agenda voor een volgende vergadering.
5. De vergaderingen van de Wsw-raad zijn openbaar, tenzij het belang zich tegen openbaarheid verzet.
6. De Wsw-raad beslist omtrent het sluiten van deuren wanneer het belang zich tegen openbaarheid verzet.
1. De leden van de Wsw-raad, derden die een vergadering bijwonen en derden die geraadpleegd worden, zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen zij in die hoedanigheid vernemen voor zover de Wsw-raad hen dit oplegt.
2. De Wsw-raad deelt voorafgaand aan het bijwonen van een vergadering of de raadpleging als bedoeld in het eerste lid aan deze derde de geheimhoudingsplicht mede, en vermeldt daarbij de duur en de omvang van deze geheimhoudingsplicht.
3. Het college kan de Wsw-raad of leden van de Wsw-raad verplichten tot geheimhouding van stukken die het overlegt.
4. Het college maakt van de in het derde lid bedoelde geheimhoudingsplicht melding op de stukken.
5. De geheimhoudingsplicht als bedoeld in het derde lid vervalt niet door beëindiging van het lidmaatschap van de Wsw-raad.
1. Het college stelt per jaar een budget, alsmede de ten dienste staande faciliteiten, beschikbaar zodat de Wsw-raad goed kan functioneren.
2. De leden van de Wsw-raad ontvangen voor het bijwonen van een vergadering van de Wsw-raad een vergoeding.
3. Het college stelt de hoogte van de in het tweede lid bedoelde vergoeding vast.
4. De Wsw-raad stelt jaarlijks een begroting vast.
5. Na afloop van het jaar stelt de Wsw-raad een jaarverslag op.
1. Deze verordening kan aangehaald worden als de verordening Cliëntenparticipatie Wet Sociale Werkvoorziening gemeente Littenseradiel.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2008.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29/9/08.
De griffier, De voorzitter,