Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menterwolde

Regeling kwijtschelding belastingen Menterwolde

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menterwolde
Officiële naam regelingRegeling kwijtschelding belastingen Menterwolde
CiteertitelRegeling kwijtschelding belastingen Menterwolde 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 255 van de Gemeentewet;
  2. de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990
  3. de nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201229-03-2018nieuwe regeling

24-05-2012

Tussenklappen

No: 11/5

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Menterwolde;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders.

gelet op:

a. artikel 255 van de Gemeentewet;

b. de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;

c. de nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen

overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen;

BESLUIT:

vast te stellen de:

REGELING KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN MENTERWOLDE

Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding

Bij de invordering van de volgende belastingen wordt geen kwijtschelding verleend van:

a. Leges;

b. Lesgeld muziekschool;

c. Lijkbezorgingsrechten;

d. Reinigingsheffingen, Hoofdstuk Reinigingsrechten;

e. Marktgelden;

f. Brandweerrechten;

g. Toeristenbelasting;

h. Liggelden.

Artikel 2 Verzoek om kwijtschelding

  • 1 Een verzoek om kwijtschelding kan worden ingediend uiterlijk tot drie maanden na de dagtekening van het gemeentelijke aanslagbiljet. 

  • 2 Een verzoek om kwijtschelding dient te worden ingediend door gebruik van het hiertoe bestemde formulier.

  • 3 Indien een aanvraagformulier onvolledig wordt ingediend of de bij te voegen bescheiden niet door de aanvrager zijn bijgevoegd, wordt de aanvrager éénmaal in de gelegenheid gesteld de stukken alsnog te complementeren binnen twee weken. Wordt hieraan niet voldaan, dan wordt het verzoek zonder verdere beoordeling afgewezen.

  • 4 De belastingschuldige die een verzoek om kwijtschelding heeft ingediend geniet uitstel van betaling voor het belastingbedrag waarvoor kwijtschelding wordt verzocht, totdat op het verzoekschrift is beslist.

Artikel 3 Automatische kwijtschelding

  • 1 De belastingschuldige aan wie het voorgaande jaar volledige kwijtschelding is verleend kan in aanmerking komen voor automatische  kwijtschelding.

  • 2 Degene die in aanmerking komt voor automatische kwijtschelding, zoals genoemd in het eerste lid, dient voorafgaande aan de toetsing schriftelijk toestemming te verlenen om het recht op kwijtschelding geautomatiseerd vast te (laten) leggen

  • 3 Over de toewijzing of afwijzing van de automatische kwijtschelding wordt betrokkene schriftelijk door de invorderingsambtenaar geïnformeerd.

  • 4 Bij afwijzing van de automatische kwijtschelding kan betrokkene alsnog een schriftelijk kwijtscheldingsverzoek doen.

Artikel 4 Kwijtschelding in geval van een natuurlijk persoon die een bedrijf of die zelfstandig een beroep uitoefent

Met betrekking tot een natuurlijk persoon, die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, die een verzoek om kwijtschelding indient, is, in plaats van de afdelingen 3 en 4 van hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, van overeenkomstige toepassing de afdeling 2 van hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, ten aanzien van de belastingen die geen (geheel of gedeeltelijk) verband houden met de uitoefening van dat bedrijf of beroep.

Artikel 5 Kosten Kinderopvang

Als uitgaven, bedoeld in artikel 15, eerste lid, worden mede in aanmerking genomen de overeenkomstig artikel 1.7, eerste en tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen bepaalde kosten van kinderopvang verminderd met de kinderopvangtoeslag of met de tegemoetkoming van de gemeente of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de te betalen kosten van kinderopvang, bedoeld in hoofdstuk 1, afdeling 2 van die wet.

Artikel 6 Normering

  • 1 Bij de invordering van de hondenbelasting, de onroerende-zaakbelastingen, de reinigingsheffingen (Hoofdstuk Afvalstoffenheffing), het rioolrecht wordt in afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100 percent van de genormeerde uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand.

  • 2 In afwijking van artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, worden de kosten van bestaan voor een echtpaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet werk en bijstand, voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 4 van de Wet werk en bijstand, die de pensioengerechtigde leeftijd, als bedoeld in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene ouderdomswet heeft bereikt, gesteld op ten hoogste 100 procent van het toepasselijke bruto-ouderdomspensioen, bedoeld in artikel 9, zesde lid, van die wet, verminderd met de verschuldigde loonbelasting, de premies voor de volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet, en verhoogd met het eerste bedrag, genoemd in artikel 16, tweede lid, onderdeel a, voor een echtpaar waarvan beide echtgenoten de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, of het bedrag, genoemd in artikel 16, tweede lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder, of voor een echtpaar waarvan een van de echtgenoten de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. De kosten van bestaan van genoemde personen worden niet lager vastgesteld dan op 90% van de norm, bedoeld in artikel 22 van de Wet werk en bijstand, verhoogd met de toepasselijke bedragen bedoeld in de eerste volzin.

Artikel 7 Slotbepaling

  • 1 Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2012

  • 2 Met ingang van deze datum vervalt de “regeling kwijtschelding belastingen Menterwolde 2007”, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2007.

  • 3 Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling kwijtschelding belastingen Menterwolde 2012”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Menterwolde in de raadsvergadering van; 

Muntendam, 24 mei 2012.

   

De raad voornoemd,

De voorzitter,

E.A. van Zuijlen

De griffier, 

F.A.P. Grit