Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bussum

Nadere regeling Doe-budget

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bussum
Officiële naam regelingNadere regeling Doe-budget
CiteertitelNadere regeling Doe-budget 2013
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Participatiewet, art. 35, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

n.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201301-07-201317-11-2015Geen

27-08-2013

BussumsNieuws, overheid.nl

Geen

Tekst van de regeling

Begrippen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Bussum;

overwegende, dat

  • ·

    het Doe-budget een nadere uitwerking is van de nota Evaluatie Minimabeleid in Balans;

  • ·

    het Doe-budget ten doel heeft om maatschappelijke participatie van burgers te activeren;

  • ·

    de Raad van Bussum heeft ingestemd met de kaders van het Doe-budget in de Verordening Doe-budget op 16 mei 2013;

  • ·

    de Individuele Subsidie Regeling (ISR) en de Schoolkostenregeling zijn ingetrokken, maar inhoudelijk grotendeels ondergebracht in het Doe-budget;

gelet op de artikelen 3 sub g en 4:1 Algemene Subsidie Verordening 2012

b e s l u i t e n:

tot het vaststellen van de NADERE REGELING DOE-BUDGET 2013, luidende als volgt:

ARTIKEL 1

  • a.

    Jaar: een jaar loopt van 1 juli tot en met 30 juni.

  • b.

    Co-ouderschap: een ouder die aantoonbaar minimaal 3 dagen per week de zorg voor een kind heeft.

  • c.

    Bewijsstukken: bewijs van daadwerkelijke zorg voor het kind in het kader van co-ouderschap, betaalbewijzen, bankafschriften, bon van leverancier of dienstverlener waarop de kosten duidelijk staan omschreven.

  • d.

    Meerderjarig ten

laste komend kind: een inwonend kind tot 21 jaar, dat aanspraak kan

maken op de tegemoetkoming scholieren op basis van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage.

  • e.

    Aanvrager burger van de gemeente Bussum, niet zijnde een inwonend kind ouder dan 21 jaar, met een inkomen tot maximaal 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm en geen recht op studiefinanciering heeft met een vermogen lager dan de van toepassing zijnde vermogensgrens zoals bedoeld in artikel 34, lid 3, Wet werk en bijstand en in het bezit is van (on)zelfstandige woonruimte. Dit geldt ook voor AMA’s en bewoners van verzorgingstehuizen en AWBZ instellingen, niet zijnde verpleegtehuizen.

  • f.

    Zelfstandige

woonruimte een zelfstandige woning met een eigen voordeur/opgang, eigen keuken en sanitaire voorzieningen, woonwagen of woonschip.

g.Onzelfstandige

woonruimte woonruimte die geen eigen toegang heeft en/of die niet kan worden bewoond door een huishouden, zonder afhankelijkheid van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;

  • g.

    AMA Alleenstaande minderjarige asielzoeker.

  • h.

    AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

Aanvraag en toekenning Doe-budget

ARTIKEL 2

  • 1.

    Het Doe-budget wordt schriftelijk aangevraagd door middel van een daartoe vastgesteld formulier voor de duur van één jaar.

  • 2.

    Aanvrager is verplicht om inlichtingen en wijzigingen in persoonlijke en financiële omstandigheden te verstrekken om het recht op Doe-budget te kunnen vaststellen. De gegevens op de dag van de aanvraag zijn bepalend voor het toekennen van het recht op Doe-budget.

  • 3.

    De aanvraag wordt toegekend, indien de aanvrager voldoet aan de definitie van aanvrager van deze regeling èn de aanvraag een activiteit behelst die binnen de genoemde doelen valt van het Doe-budget. Indien een aanvraag onder de categorie “open” valt, wordt voorafgaande aan de toekenning overleg gepleegd met de afdeling Sociale Zaken.

  • 4.

    Indien er sprake is van onzelfstandige woonruimte, wordt de woonsituatie en het kosten aspect van de bewoning betrokken bij de beoordeling van de aanvraag voor Doe-budget door Sociale Zaken.

  • 5.

    Indien de aanvraag uiterlijk op 31 augustus van ieder jaar wordt ingediend, kan de aanvrager in aanmerking komen voor een volledig Doe-budget. Aanvragen voor Doe-budget na 31 augustus worden naar evenredigheid toegekend.

  • 6.

    (Alleenstaande) ouders die inwonen bij bloed- of aanverwanten en die voldoen aan de inkomens- en vermogenseis, kunnen enkel aanspraak maken op het deel Doe-budget van hun kinderen, zoals bedoeld in deze regeling.

  • 7.

    In geval van co-ouderschap kan voor het kind aanspraak worden gemaakt

op de helft van het budget voor een kind.

Declaraties

ARTIKEL 3

  • 1.

    Declaraties kunnen worden ingediend door middel van het hiervoor vastgestelde declaratieformulier tezamen met de bewijsstukken van de gemaakte kosten en dienen overeen te komen met de doelen voor participatie in de maatschappij waarvoor het Doe-budget is ingesteld.

  • 2.

    Declaraties kunnen worden ingediend vanaf het moment dat de beschikking is afgegeven tot en met één maand na afloop van het Doe-budget jaar.

  • 3.

    Declaraties onder de categorie “open” moeten worden afgestemd en

akkoord zijn bevonden door de afdeling Sociale Zaken, tenzij het akkoord

hiervoor in de toekenningsbeschikking reeds gemotiveerd is gegeven. De

keuze van de aanvrager wordt geregistreerd.

Budget per doelgroep

ARTIKEL 4

1.Voor 1 juni van ieder jaar stelt het college het maximale Doe-budget per doelgroep vast. Voor het jaar 2013/2014 bedraagt het maximale Doe-budget per doelgroep:

Alleenstaande € 265,-

Gehuwden/samenwonenden € 525,-

Alleenstaande ouder € 395,-

Kind jonger dan 12 Jaar € 130,-

Schoolgaand kind jonger dan 21 jaar € 350,- (130+ 220 schoolkosten) AMA € 350,- (130+220 Schoolkosten)

  • 2.

    Het inkomen van zelfstandig ondernemers wordt vastgesteld met de meest recente (maximaal twee jaar oude) voorlopige aanslag inkomstenbelasting in combinatie met de bijbehorende ingevulde aangifte.

  • 3.

    AMA’s kunnen aanspraak maken op hetzelfde budget als een schoolgaand kind ouder dan 12 jaar, indien zij voldoen aan de gestelde voorwaarden die ook gelden voor een schoolgaand kind ouder dan 12 jaar.

Zaken waarin de regeling niet voorziet

ARTIKEL 5

In bijzondere gevallen waarin deze regeling niet voorziet, kan het college een afwijkende regeling treffen.

Citeertitel en inwerkingtreding

ARTIKEL 6

Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere regeling Doe-budget 2013” en treedt in werking op de dag van publicatie van de regeling. De regeling werkt terug tot 1 juli 2013.

Bussum,      .

Burgemeester en wethouders van Bussum

de secretaris, de burgemeester,

D.J. van Huizen mr. drs. H.W.M. Heijman

de secretaris, de burgemeester,

Toelichting op de nadere regeling Doe budget 2013

Artikel 1

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 2, lid 3

In lid 3 wordt verwezen naar activiteiten waar het Doe-budget voor is ingesteld. Het doel van het Doe-budget is het subsidiëren van activiteiten met een sportief, educatief, sociaal dan wel cultureel karakter. Er kan ook budget worden gevraagd voor activiteit in een open categorie die een belanghebbende zelf kan invullen. Een activiteit in de open categorie dient wel met Sociale Zaken te worden besproken.

Artikel 2 lid 4

Het kostenaspect bij onzelfstandige woonruimte is van belang om te bepalen of iemand recht heeft op het Doe-budget. Iemand die geen huur betaalt of met weinig kosten voor de huur van onzelfstandige woonruimte heeft meer te besteden dan iemand die eigen woonruimte heeft of een commerciële huurprijs betaalt. Doordat deze burger al wordt bevoorrecht door geen of weinig huur te betalen, kan die burger het geld dat niet voor huur wordt besteed, gebruiken voor activiteiten waarvoor het Doe-budget wordt verstrekt. De grens wordt getrokken bij € 152,- per maand als minimaal te betalen huur voor de huur van onzelfstandige woonruimte. Dit bedrag is gerelateerd aan de lage bijdrage in het kader van de AWBZ. Wanneer de AWBZ bijdrage wijzigt, wijzigt ook dit bedrag.

Artikel 2 lid 6

In lid 6 wordt verwezen naar bloed - en of aanverwanten. Zie het schema wat onder bloed- en aanverwanten wordt verstaan.

Artikel 3, lid 3

In lid 3 wordt onder “open” declaratie het volgende verstaan: Een declaratie voor een activiteit die niet onder de doelen sportief, educatief, sociaal, dan wel cultureel karakter past. De activiteit die in aanmerking kan komen voor een vergoeding, dient wel in overleg met de afdeling Sociale Zaken te worden gekozen.

Artikel 4 lid 3

In lid 3 van dit artikel wordt gesproken over AMA’s. De voorwaarden waaronder deze groep in aanmerking kan komen voor Doe-budget zijn dezelfde als die van schoolgaande kinderen ouder dan 12 jaar of ouder .

AMA’s jonger dan 12 jaar komen niet voor en worden daarom niet geregeld in deze nadere regeling Doe budget.