| Overheidsorganisatie | Gemeente Spijkenisse |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Reglement Geschillencommissie Woonruimteverdeling inzake de ingebruikgeving van woonruimten |
| Citeertitel | Reglement Geschillencommissie Woonruimteverdeling inzake de ingebruikgeving van woonruimten |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
| Eigen onderwerp |
1. Deze regeling volgt op het Reglement Geschillencommissie Woonruimteverdeling, vastgesteld bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van 12-07-1994
2. Deze regeling is niet ondertekend. De datum van ondertekening is overgenomen van het verslag van de vergadering van het college van burgemeester en wethouders
2. Deze regeling wordt ingetrokken door het Reglement Geschillencommissie Woonruimteverdeling 2012
N.v.t.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 21-03-2006 | 05-12-2012 | nieuwe regeling | 14-02-2006 Gemeentelijke voorlichtingskrant, 20-03-2006 | ROB/OenO/wonen |
Burgemeester en wethouders van Spijkenisse;
gelezen de Overeenkomst Woonruimteverdeling Stadsregio Rotterdam 2005 [Red: 2006] over het in gebruik geven van woonruimten;
gelet op artikel 4, tweede lid, van de Huisvestingswet, op artikel 84 van de Gemeentewet en op de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden;
besluiten:
vast te stellen het navolgende Reglement Geschillencommissie Woonruimteverdeling inzake de ingebruikgeving van woonruimten
In dit reglement wordt verstaan onder:
| a.commissie | : | de onafhankelijke geschillencommissie inzake de ingebruikgeving van woonruimten als bedoeld in artikel 4, tweede lid van de Huisvestingswet; |
| b.overeenkomst | : | Overeenkomst Woonruimteverdeling Stadsregio Rotterdam als bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Huisvestingswet; |
| c.corporaties | : | eigenaren van woonruimten waarmee de bij h. benoemde overeenkomst is gesloten; |
| d.gemeente | : | gemeente Spijkenisse; |
| e.urgentieverlener | : | de urgentieverlener als bedoeld in artikel 1 sub j van de overeenkomst |
| f.uitvoeringsorganisaties | : | de organisaties die het regionale aanbodmodel als bedoeld in artikel 3 van de overeenkomst uitvoeren; |
| g.beklaagde | : | de organisatie of instantie die het besluit heeft genomen dan wel de handeling heeft verricht waartegen de klacht is gericht; |
| h.klager | : | een ieder die schriftelijk een klacht ingevolge dit reglement heeft ingediend; |
| i.persoonsgegevens | : | gegevens die herleidbaar zijn tot een individuele natuurlijke persoon. |
1. Een ieder die door een besluit ter uitvoering van de overeenkomst rechtstreeks in zijn belang is getroffen kan een klacht indienen bij de commissie. Daarvan is in ieder geval sprake bij besluiten inzake:
de weigering tot inschrijving;
de doorhaling van de inschrijving;
de toekenning van de urgentieverklaring;
het niet toewijzen van een passende woning.
2. Een klacht dient binnen zes weken na dagtekening van het betreffende besluit te worden ingediend.
De commissie behandelt en beslist op ingekomen klachten van klagers. De commissie geeft haar beslissing in de vorm van een bindend advies aan de beklaagde die het besluit waartegen de klacht is gericht, heeft genomen.
1. De commissie bevestigt de ontvangst van de klacht schriftelijk.
2. Klager krijgt binnen twee weken na ontvangst van de klacht van of namens de commissie, een schriftelijke bevestiging dat de klacht is ontvangen en/of in behandeling is genomen.
3. De commissie informeert klager en beklaagde over de wijze waarop en binnen welke termijn de klacht zal worden behandeld.
1. De beklaagde wordt door de commissie zo spoedig mogelijk doch uiterlijk acht weken na ontvangst van de klacht in de gelegenheid gesteld schriftelijk op de klacht te reageren en wel binnen een door de commissie te bepalen termijn.
2. De commissie deelt klager en beklaagde ten minste twee weken voor de vergadering, schriftelijk mede dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens deze vergadering.
3. Klager en beklaagde kunnen zich door een gemachtigde laten vertegenwoordigen, danwel zich door een deskundige laten bijstaan. Partijen dragen zelf zorg voor de oproeping van zijn gemachtigde/deskundige.
4. Indien partijen zich willen laten vertegenwoordigen door een gemachtigde dienen zij dit vóór de vergadering via het klachtenformulier als bedoeld in artikel 2, lid 2 aan de commissie kenbaar te maken.
1. De vergadering waarin de commissie de klacht behandelt, is niet openbaar. Toegang tot de vergadering hebben in elk geval:
de klager;
zijn of haar deskundige;
zijn of haar gemachtigde;
indien de klacht betrekking heeft op een corporatie: de corporatie en zijn of haar vertegenwoordiger;
indien de klacht betrekking heeft op de gemeente: de gemeente en zijn of haar vertegenwoordiger;
indien de klacht betrekking heeft op de urgentieverlener: de urgentieverlener en haar vertegenwoordiger;
indien de klacht betrekking heeft op een uitvoeringsorganisatie; de uitvoeringsorganisatie en haar vertegenwoordiger.
2. De klager en beklaagde en zijn of haar vertegenwoordigers worden in de gelegenheid gesteld de klacht nader toe te lichten. De ter vergadering aanwezige vertegenwoordiger van de beklaagde wordt eveneens in de gelegenheid gesteld een reactie op de klacht te geven.
3. Partijen hebben de gelegenheid om op alle stukken ter vergadering te reageren.
1. Klager en beklaagde ontvangen ten minste twee weken van tevoren bericht over de datum en het tijdstip van de vergadering, waarin de commissie de klacht zal behandelen.
De op de klacht betrekking hebbende stukken liggen voor partijen die het aangaan vanaf een week voorafgaande aan de vergadering ter inzage bij de commissie.
De commissie nodigt klager ter vergadering aanwezig te zijn om de klacht nader toe te lichten en door de commissie te worden gehoord.
2. Klager heeft geen recht op kopieën of inzage van stukken, indien deze persoonsgegevens van anderen dan hemzelf bevatten tenzij voor het verstrekken van die gegevens schriftelijke toestemming door de betrokkene is verleend. Klager wordt door of namens de commissie op de hoogte gesteld of inzage in de stukken kan worden verleend danwel kopieën kunnen worden verstrekt. Indien de schriftelijke toestemming wel is verleend, dan is klager verplicht tot geheimhouding van die gegevens.
3. De leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van persoonsgegevens, waarvan zij in het kader van de behandeling van de klacht kennis hebben genomen.
4. Alleen leden van de commissie en door de commissie met name aangewezen personen hebben toegang tot de persoonsgegevens in de dossiers van de commissie.
1. De commissie deelt binnen acht weken nadat de klacht is ontvangen haar beslissing schriftelijk mee aan de beklaagde. De klager ontvangt een afschrift van de beslissing. Zij kan deze termijn met vier weken verdagen. Hiervan ontvangen klager en gemeente of verhuurder gemotiveerd bericht.
2. De beraadslagingen van de commissie zijn besloten. De commissie baseert haar beslissing op basis van de ingebrachte stukken en op de tijdens de vergadering naar voren gebrachte informatie.
3. Voor het houden van een vergadering, bedoeld in artikel 5, is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter, aanwezig is.
4. De commissie geeft in haar beslissing aan:
of de klager door een besluit ter uitvoering van de overeenkomst rechtstreeks getroffen is in zijn of haar belang;
of de beklaagde in redelijkheid tot de bestreden beslissing had kunnen komen;
of de bestreden beslissing in stand kan blijven;
en indien de bestreden beslissing niet in stand kan blijven: de wijze waarop de beklaagde een nieuwe beslissing moet nemen.
1. De commissie bestaat uit drie leden.
2. a. Een lid van de commissie wordt op voordracht van de corporaties benoemd door burgemeester en wethouders van de gemeente.
b. Een lid van de commissie wordt op voordracht van de bewonersgeledingen van de corporaties benoemd door burgemeester en wethouders van de gemeente.
c. De voorzitter, zijnde tevens lid van de commissie, wordt benoemd door burgemeester en wethouders van de gemeente.
Tevens benoemen burgemeester en wethouders van de gemeente op voordracht van de corporaties en bewonersgeledingen van de corporaties plaatsvervangers voor de onder a, b genoemde leden.
Indien niet binnen twee maanden na de inwerkingtreding van dit reglement tot een voordracht wordt gekomen kunnen burgemeester en wethouders van de gemeente zonder voordracht tot benoeming overgaan.
De benoemingen gelden voor een termijn van 4 jaar. De leden zijn na afloop van de termijn herbenoembaar.
3. Het lidmaatschap van de commissie eindigt door:
schriftelijke opzegging van een lid;
overlijden van een lid;
na het aflopen van de overeenkomst.
4. Binnen drie maanden dient in een tussentijds opengevallen plaats te worden voorzien. Gedurende die periode wordt de vacante plaats vervuld door de plaatsvervanger.
Voor de voorziening in de vacature doen de corporaties, respectievelijk de bewonersgeledingen van de corporaties binnen twee maanden na het ontstaan van de vacature een voordracht aan burgemeester en wethouders van de gemeente.
Indien deze voordracht niet binnen deze termijn is ingediend kan de gemeente zonder voordracht tot vervulling van de vacature overgaan.
5. Aan de commissie wordt een door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente aangewezen functionaris van de gemeente als ambtelijk secretaris toegevoegd.
6. De gemeente draagt zorg voor de faciliteiten die de commissie nodig heeft om haar werk te kunnen uitvoeren.
7. De zittingsduur van de commissie is verbonden aan de looptijd van de overeenkomst.
1. De commissie vergadert ten minste eenmaal per jaar en voorts zo vaak dit in verband met de afhandeling van klachten noodzakelijk is.
2. De commissie houdt een register bij van ontvangen klachten, waarin tenminste wordt opgenomen:
afhandelingstermijn van de klacht;
niet in behandeling genomen klachten;
genomen beslissingen.
Dit register wordt periodiek op de agenda van de vergadering van de commissie geplaatst.
3. De commissie brengt jaarlijks verslag uit van haar werkzaamheden aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente, waarin tenminste de gegevens worden opgenomen als vermeld in het tweede lid.
Dit reglement treedt in werking op de eerste dag na openbare kennisgeving ervan.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d.
de secretaris, de burgemeester,