Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menterwolde

Treasurystatuut gemeente Menterwolde 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menterwolde
Officiële naam regelingTreasurystatuut gemeente Menterwolde 2011
CiteertitelTreasurystatuut gemeente Menterwolde 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-2018n.v.t.

31-03-2011

Tussenklappen

No:5g/3.

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Menterwolde;

gelezen op de Gemeentewet;

B E S L U I T :

1. vast te stellen het Treasurystatuut voor de gemeente Menterwolde;

2. in te trekken het bij raadsbesluit van 8 november 2007 vastgestelde Treasurystatuut.

Het Treasurystatuut treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Het Treasurystatuut wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam: ‘Treasurystatuut gemeente Menterwolde 2011’.

           Muntendam, 31 maart 2011.

   

                  De raad voornoemd,

                  De voorzitter,              De griffier,

 

                         (E.A. van Zuijlen)          (F.A.P. Grit)

 

 

Inleiding

Met het Treasurystatuut worden de kaders aangegeven voor het college van burgemeester en wethouders, waarbinnen het college de financiële vermogenswaarden, financiële geldstromen, financiële posities en de hieraan verbonden risico’s kan besturen en beheersen. In het statuut worden de doelstellingen van het treasurybeleid en –beheer en de uitgangspunten die daaraan ten grondslag liggen bepaald.

Het Treasurybeleid dient in overeenstemming te zijn met de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO). In deze wet worden de kaders gesteld voor de inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden. Bij Treasury spreken we over het beheren van de 'treasures', de schatten, het geld van de gemeente. De Wet fido definieert treasury als:

"Het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op: de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's"

In deze definitie vallen vier elementen op; te weten:

Sturen:  het richting geven aan het realiseren van de doelstellingen voor de treasuryfunctie;

Beheersen:  het geheel van maatregelen waarme het college zorg draagt voor het blijvend realiseren van de doelstellingen ;

Verantwoorden:  het rekenschap afleggen over de uitkomsten van de taken en het gebruik van de verkregen bevoegdheden;

Toezicht houden: het door de gemeenteraad beoordelen van de resultaten van het Treasurybeleid

Bij het opstellen van het treasurystatuut is rekening gehouden met de bepalingen van de wettelijke kaders (o.a. Gemeentewet, Wet FIDO, Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (RUDDO), Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden en de Uitvoeringsregeling FIDO).

De Wet FIDO geeft een aantal randvoorwaarden; te weten:

- Niet speculeren;

- Geen handel in vorderingen;

- Geen opnames om vervolgens mee te beleggen met als doel het genereren van inkomsten

- In geval van projectfinanciering voor grote investeringen dienen de tijdelijk overtollige middelen uitgezet te worden bij de financiële onderneming waar ook is geleend

- De richtlijnen m.b.t. het renterisico

Naast het treasurystatuut wordt jaarlijks in de treasuryparagraaf in de begroting en in de jaarrekening de specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury behandeld.

Paragraaf 1 Begrippenkader

In dit statuut wordt verstaan onder:

- Derivaten Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn.;

- Financiering Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar.

- Geldstromenbeheer Alle activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);

- Liquiditeitsrisico De risico's van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

- Kasgeldlimiet Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar;

- Koersrisico Het risico dat de financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

- Kredietrisico De risico's op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit;

- Liquiditeitenbeheer Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;

- Liquiditeitenplanning Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid;

- Rating inschatting van de kredietwaardigheid van een financiële onderneming of een land, bepaald door een ratingbureau;

- Renterisico De mate waarin het saldo van rentelasten en rentebaten van de gemeente verandert door wijzigingen in het rentepercentage van leningen en uitzetttingen (Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen);

- Renterisiconorm Een bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingtotaal van de gemeente bij de aanvang van het jaar ;

- Rentetypische looptijd Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding (de rentevaste periode);

- RUDDO Regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden

- Saldobeheer   Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;

- Rentevisie   Toekomstverwachting over de renteontwikkeling;

- Solvabiliteitsratio  Het in een lidstaat van de Europese Unie voor een financiële onderneming voorgeschreven minimumniveau aansprakelijk vermogen tegenover aangehouden naar risicograad gewogen activum;;

- Treasuryfunctie De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. De treasury-functie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;

- Uitzetting Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.

- Wet FIDO Wet financiering decentrale overheden.

Paragraaf 2 Doelstellingen van de treasuryfunctie

Sub-paragraaf 2.1 Doelstellingen

De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

1. Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden tegen acceptabele condities;

2. Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico's zoals renterisico's, koersrisico's, kredietrisico's en liquiditeitsrisico's;

3. Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

4. Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut.

5. Het realiseren van een flexibel en controleerbaar cashmanagement in de organisatie.

Paragraaf 3 Uitzettingen en garanties

Sub-paragraaf 3.1 Onderscheid uitzettingen en garanties

Bij uitzettingen wordt onderscheid gemaakt te worden in

a. uitzettingen uit hoofde van de publieke taak

b. uitzettingen uit hoofde van treasury.

Sub-paragraaf 3.2 Uitzetttingen en garanties uit hoofde van de publieke taak

1. De gemeente mag leningen of garanties uitsluitend verstrekken uit hoofde van haar publieke taak.

2. Hierbij worden zoveel mogelijk zekerheden gesteld.

Sub-paragraaf 3.3 Uitzettingen uit hoofde van treasury

1. In afwijking van 3.2. kan de gemeente middelen uitzetten uit hoofde van treasury, indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet gericht zijn op het genereren van inkomsten door het lopen van overmatig risico.

2. Voor deze uitzettingen gelden de volgende voorwaarden:

a. De uitzettingen dienen een prudent karakter te hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico;

b. Uitzettingen vinden uitsluitend plaats in euro’s;

c. De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen, door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren:

- vastrentende waarden;

- producten waarbij aan het eind van de looptijd de hoofdsom gegarandeerd is;

d. Uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en een liquiditeitsplanning;

e. De gemeente beperkt de kredietrisico’s op uitzettingen, door haar gelden te beleggen bij financiële instellingen met een AA-rating. Deze rating moet zijn afgegeven door één van de volgende erkende rating-bureau’s: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA;

f. De gemeente mag gelden tijdelijk uitzetten bij Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen met een solvabiliteitsratio van 0%;

 

g. De gemeente vraagt offertes op bij minimaal 2 instellingen, waaronder de huisbankier, alvorens een langlopende belegging wordt gedaan. Dit is ook van toepassing op kortlopende beleggingen met een looptijd langer dan een maand. Deze offertes worden door de gemeente zelf schriftelijk vastgelegd.

Paragraaf 4 Financiering

Sub-paragraaf 4.1 Algemene uitgangspunten

1. Financieringsmiddelen worden uitsluitend aangetrokken voor de uitoefening van de publieke taak;

2. Financieringsmiddelen worden uitsluitend aangetrokken in euro’s;

3. Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne liquiditeiten te gebruiken;

4. Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht  te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer. Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM);

5. Financieringsmiddelen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en een liquiditeitsplanning;

6. De rentetypische looptijd en het renteniveau van de financieringsmiddelen worden zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;

7. De rentevisie van de gemeente in de treasuryparagraaf is gebaseerd op de visie van  de huisbankier;8. Om renterisico op het aantrekken van financieringsmiddelen te beheersen is het gebruik van derivaten onder de volgende voorwaarden toegestaan:

- Derivaten dienen een risicobeheersend karakter te hebben, waarbij ten alle tijden een gesloten positie vereist is;

- Derivaten dienen door de gemeente geadministreerd te kunnen worden;

- Alvorens een derivatentransactie aan te gaan wint de gemeente advies in van een extern terzake kundig adviseur

9. Voor het gebruik van derivaten is een afzonderlijk besluit van de gemeenteraad benodigd;

10. De gemeente vraagt offertes op bij minimaal 2 instellingen, waaronder de huisbankier, alvorens langlopende financieringsmiddelen worden aangetrokken. Dit is ook van toepassing op kortlopende financieringsmiddelen langer dan een maand. Deze offertes worden door de gemeente zelf schriftelijk vastgelegd..

Sub-paragraaf 4.2 Kortlopende financiering (rentetypische looptijd < 1 jaar)

1. Toegestane vormen bij het aantrekken van kortlopende financieringsmiddelen zijn daggeldleningen, kasgeldleningen en kredietfaciliteiten in rekening-courant;

2. De gemeente houdt bij het aantrekken van kortlopende financieringsmiddelen rekening met de wettelijke kasgeldlimiet. Een overschrijding van meer dan twee kwartalen wordt gemeld bij de toezichthouder.

 

Sub-paragraaf 4.3 Langlopende financiering (rentetypische looptijd ≥ 1 jaar)

1. Als financieringsinstrument zijn uitsluitend onderhandse leningen, commercial papers en medium term notes toegestaan;

2. Bij het aantrekken van langlopende financieringsmiddelen wordt gezorgd dat de renterisiconorm niet wordt overschreden.

Paragraaf 5 Kasbeheer

Sub-paragraaf 5.1 Nieuw Sub-paragraaf

1. Voor het kasbeheer gelden de volgende specifieke uitgangspunten en richtlijnen:

a. Het liquiditeitsgebruik wordt beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau waar mogelijk op elkaar af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

b. Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd bij de huisbankier;

c. Tijdelijke financieringstekorten en overschotten kunnen conform de richtlijnen onder 3.2 en 4.2 worden ingevuld;

d. De gemeente streeft naar concentratie van liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij haar huisbank. De huisbank wordt hierbij gezien als een strategische partner. De bancaire condities bij de huisbankier worden periodiek op marktconformiteit beoordeeld.

e. Contante geldstromen worden zoveel mogelijk beperkt;

Paragraaf 6 Administratieve organisatie en interne controle

Sub-paragraaf 6.1 Algemene uitgangspunten

Op het gebied van administratieve organisatie en interne controle gelden de volgende algemene uitgangspunten;

a. Taken en verantwoordelijkheden zijn nader schriftelijk vastgelegd;

b. Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

- Iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe);

- De uitvoering en de autorisatie geschieden door afzonderlijke functionarissen;

- De uitvoering en controle/ administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

c. Bevoegdheden zijn vastgelegd in een mandaatbesluit;

 

Paragraaf 7 Verantwoordelijkheden

Sub-paragraaf 7.1 Verantwoordelijkheden

De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd. 

 

 

De gemeenteraad

- Het vaststellen van treasurydoelstellingen, het treasurybeleid, globale richtlijnen en limieten;

   

 

- Het houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan; 

 

- Het evalueren en als gevolg daarvan (eventueel) bijstellen van het treasurybeleid;  

 

- Het uitvoeren van de niet aan het college van B&W overgedragen treasuryactiviteiten.

 

 

De financiële commissie

- Het uitbrengen van advies over beleidsvoorstellen en rapportages op het gebied van treasury aan de Gemeenteraad.

 

 

 

- Het uitvoeren van het treasury beleid (formele verantwoordelijkheid);

 

- Het achteraf bekrachtigen van de afgesloten transacties (voor zover de Gemeenteraad dit niet aan zich heeft voorbehouden);

 

- Het mandateren van treasury activiteiten aan de comptabele;

 

- Het rapporteren aan de Gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid.

 

 

 

- Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury;

 

- Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen,

 

- Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie en hierover rapporteren aan het college van B&W.

 

 

 

- Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen;

 

- Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer;

 

- Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie;

 

- Het rapporteren aan het Bureauhoofd Middelen belast met de controle over de uitvoering van de aan hem gemandateerde activiteiten.

 

 

De medewerker van de afdeling Financiën belast met de controle 

- Het ontvangen van de orderbevestiging van derden en het controleren of deze overeenkomt met de transactie-informatie zoals verstrekt door de medewerker belast met treasury;

 

- Het voeren van de interne controle op de uitgevoerde treasury transacties en hierover rapporteren aan het bureauhoofd middelen

 

 

De budgethouders

- Het zorgdragen voor een goede kwaliteit van de informatie die hun afdeling aanlevert aan de afdeling Financiën met betrekking tot toekomstige uitgaven en ontvangsten;

 

 

 

- Het fiatteren van betalingen en ontvangsten, ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten.

 

 

 

- Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties: het risicobeheer, gemeentefinanciering (financiering, uitzetting en relatiebeheer) en kasbeheer. Deze activiteiten moeten conform dit treasurystatuut en de treasuryparagraaf worden uitgevoerd en de transacties dienen geautoriseerd te zijn door het afdelingshoofd Financiën c.a.;

 

- Het uitvoeren van de aan hem gemandateerde treasuryactiviteiten conform het treasurystatuut en de treasuryparagraaf;

 

- Het zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de door hem gemandateerde treasuryactiviteiten;

 

- Het rapporteren aan B&W over de uitvoering van het treasury beheer; het afleggen van verantwoording aan het college van B&W. Het opstellen van de rentevisie;

 

- Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer;

 

- Het beheren van de geldstromen;

 

- Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen;

 

- Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties;

 

- Het schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties en het doorgeven hiervan aan de kassier;

 

- Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied;

 

- Het adviseren van de afdelingen over de financiële gevolgen van hun activiteiten en projecten;

 

- Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens  aan de gemeentelijke administratie;

 

- Het afleggen van verantwoording aan het afdelingshoofd Financiën c.a. over de uitvoering van de aan hem gemandateerde activiteiten.

 

 

Financiële administratie 

- Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie; 

 

 

De externe accountant

- Het in het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren omtrent de feitelijke naleving van het treasurystatuut. 

 

Paragraaf 8 Bevoegdheden

Sub-paragraaf 8.1 Bevoegdheden

In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

 

1. Het uitzetten van geld via callgeld, deposito en spaarrekening

De medewerker van de afdeling Financiën belast met de controle

Bureauhoofd Middelen

2. Het aantrekken van geld via callgeld of kasgeld

De medewerker van de afdeling Financiën belast met de controle

Bureauhoofd Middelen

3. Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen

Kassier

Bureauhoofd Middelen

Bankrelatiebeheer

 

4. Bankrekeningen openen, sluiten en wijzigen

Bureauhoofd Middelen

College van B&W

5. Bankcondities en tarieven afspreken

Bureauhoofd Middelen

College van B&W

Risicobeheer

6. Het afsluiten van derivatentransacties

College van B&W

Gemeenteraad

Financiering en uitzetting

7. Het afsluiten van kredietfaciliteiten

Bureauhoofd Middelen

College van B&W

8. Het aantrekken van gelden via (onderhandse) leningen zoals vastgelegd in de treasuryparagraaf

De medewerker van de afdeling Financiën belast met de controle

Bureauhoofd Middelen

9. Het ondertekenen van contracten inzake (onderhandse) geldleningen

Burgemeester

College van B&W

10. Het uitzetten van gelden via (staats)obligaties, (onderhandse) geldleningen zoals vastgelegd in de treasuryparagraaf

De medewerker van de afdeling Financiën belast met de controle

Bureauhoofd Middelen

11. Het beleggen in garantieproducten

n.v.t.

n.v.t.

12. Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak

College van B&W

Gemeenteraad

13. Het garanderen van gelden uit hoofd van de publieke taak

College van B&W

Gemeenteraad

 

Paragraaf 9 lnformatievoorziening

Sub-paragraaf 9.1 Bevoegdheden

Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

 

1.Gegevens m.b.t. toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeiten-planning

Kwartaal / Incidenteel

Managementteam

Bureauhoofd Middelen

2. Liquiditeitenplanning

Kwartaal

Medewerker belast met treasury

Bureauhoofd Middelen

3. Beleidsplannen treasury in treasuryparagraaf van begroting

Jaarlijks

College van B&W

Gemeenteraad

4. Evaluatie treasuryactiviteiten in treasuryparagraaf van jaarrekening

Jaarlijks

College van B&W

Gemeenteraad

5. Voortgang onderdelen treasuryparagraaf via voor- en najaarsrapportage 

Halfjaarlijks

College van B&W

Gemeenteraad

6. Verantwoording n.a.v. treasuryparagraaf via jaarverslag

Jaarlijks

College van B&W

Gemeenteraad

7. Informatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in art. 8 Wet fido

Kwartaal

College van B&W

Derden

8. Lenings-, uitzettings- en garantiebesluiten

binnen 14 dagen na besluit

College van B&W

Provincie