Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - West

Nadere regels subsidie voor- en vroegschoolste educatie en ouderbetrokkendheid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - West
Officiële naam regelingNadere regels subsidie voor- en vroegschoolste educatie en ouderbetrokkendheid
CiteertitelNadere regels subsidie voor- en vroegschoolse educatie en ouderbetrokkenheid
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerp
Eigen onderwerpOnderwijs

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-07-201301-10-2016nieuwe regeling

02-07-2013

Stadsblad de Echo, 10 juli 2013

2013/6157

Tekst van de regeling

Nadere regels subsidie voor- en vroegschoolse educatie en ouderbetrokkenheid

Artikel 1.         Begripsomschrijvingen

  • In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      ASAW 2012;  de Algemene Subsidie Verordening Amsterdam West 2012;

    • b.

      Awb; de Algemene wet bestuursrecht;

    • c.

      DB; het dagelijks bestuur van stadsdeel West;

    • d.

      DMO; Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling;

    • e.

      Houder; degene die een kindercentrum of peuterspeelzaal exploiteert;

    • f.

      Kind met een indicatie: een kind in de leeftijd van 30 tot en met 48 maanden, met een (dreigende) taal- en ontwikkelingsachterstand en waarvoor een indicatie van het OKC is afgegeven;

    • g.

      Kindercentrum: kindercentrum als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

    • h.

      OKC: Ouder Kindcentrum;

    • i.

      Peuterspeelzaalwerk: peuterspeelzaalwerk als bedoeld in artikel 2.1 van de wet;

    • j.

      VVE; voor- en vroegschoolse educatie als bedoeld in artikel 1.1 en artikel 2.1 van de wet;

    • k.

      VVE-programma; programma dat erkend is in het Amsterdamse Kwaliteitskader voor- en vroegschoolse Educatie;

    • l.

      Verordening; Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en voorschoolse educatie 2013;

    • m.

      WABO; Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

    • n.

      Wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

Artikel 2.         Doel subsidieregeling

  • Deze subsidieregeling is van toepassing op de subsidieverlening voor de Voor- en Vroegschoolse educatie (VVE)  en ouderbetrokkenheid in de VVE.

  • Het doel van deze subsidieregeling is:

  • 1. het bieden van vier dagdelen voorschoolse educatie aan kinderen met een indicatie, om een onderwijsachterstand te voorkomen en twee dagdelen voorschoolse educatie aan kinderen zonder een indicatie,

  • 2. het bevorderen van een doorgaande leerlijn en de samenwerking tussen voor- en vroegschool,

  • 3. het stimuleren van ouderbetrokkenheid bij de VVE,

  • 4. het ondersteunen van een basisschool met de start van een VVE-programma.

Artikel 3.         Subsidiabele activiteiten

  • Het DB kan subsidie verlenen aan:

    • a.

      een houder van een peuterspeelzaal die gevestigd is in het Stadsdeel West voor het aanbieden van voorschoolse educatie,

    • b.

      een houder van een kindercentrum dat gevestigd is in het Stadsdeel West voor het aanbieden van voorschoolse educatie,

    • c.

      aan een houder van een kindercentrum met voorschoolse educatie, dat gevestigd is in het Stadsdeel West, voor het aanbieden van opvangplekken met voorschoolse educatie voor kinderen met een indicatie,

    • d.

      een schoolbestuur voor de coördinatie van de VVE op locatieniveau,

    • e.

      een schoolbestuur voor de training van leerkrachten bij een basisschool die start met het VVE-programma.

    • f.

      een houder van een peuterspeelzaal of een kindercentrum met voorschoolse educatie die gevestigd is in het Stadsdeel West voor het inzet van een medewerker ouderbetrokkenheid ten behoeve van het VVE-programma op de eigen voorschool en de vroegschool waarmee samengewerkt wordt,

    • g.

      een houder van een peuterspeelzaal die gevestigd is in het Stadsdeel West voor het organiseren van het VVE overleg  op wijkniveau.

Artikel 4.         De aanvrager

  • De houder van een kindercentrum kan alleen een subsidie voor voorschoolse educatie aanvragen  voor een locatie die in het Landelijk Register Kinderdagverblijven en Peuterspeelzalen is opgenomen.

Artikel 5.         Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

  • In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

    • voor de houders van een peuterspeelzaal of kindercentrum; een gedetailleerde kostprijsberekening volgens het format dat stedelijk ontwikkeld wordt,

    • voor de houders van een peuterspeelzaal of kindercentrum die een aanvraag voor een nieuwe locatie indienen moeten ook een erkenningsaanvraag voor voorschoolse educatie volgens het format van DMO voor de schoolbesturen indienen,

    • een overzicht van de scholen waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 6.         Verlening van de subsidie

  • a. De subsidie voor voorschoolse educatie in een peuterspeelzaal en kindercentrum zal alleen verleend worden als voor de locatie en de uitvoering voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en voorschoolse educatie 2013.

  • b. De subsidie voor voorschoolse educatie in een peuterspeelzaal en kindercentrum zal alleen verleend worden als een locatie als voldoet aan de brandveiligheidseisen die voortvloeien uit de Wabo ten aanzien van kinderen < 4 jaar.

  • c. De subsidie voor voorschoolse educatie in een kindercentrum zal alleen verleend worden als er per voorschoolgroep ten minste 3 kinderen met een indicatie geplaatst zijn en er bij plaatsing voorrang verleend wordt aan kinderen met een indicatie.

  • d. De subsidie voor voorschoolse educatie in een peuterspeelzaal zal alleen verleend worden als ten minste 60% van de kinderen in het bezit is van een indicatie en kinderen met een indicatie worden met voorrang geplaatst.

  • e. De subsidie voor het aanbieden van opvangplekken voor kinderen met een indicatie op een kindercentrum met voorschoolse educatie wordt alleen verleend aan kinderen met een indicatie waarvoor een peuterspeelzaal geen passende voorziening is vanwege scholing of werk van zijn ouder(s), of aan kinderen met een indicatie waarvoor op de peuterspeelzaal is in de buurt van het woonadres of scholings- /werkadres van de verzorgende ouder(s) geen plaats is.

Artikel 7.         Aanvullende verplichtingen

  • Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2012, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

    • a.

      Organisaties die op grond van deze regeling subsidie ontvangen moeten voldoen aan het Amsterdamse Kwaliteitskader Voor- en Vroegschoolse Educatie 2010-2014,

    • b.

      De medewerkers die worden ingezet voor het bevorderen van de ouderbetrokkenheid  moeten voldoen aan het functieprofiel dat het stadsdeel in samenspraak met IJsterk, Akros, Combiwel en Impuls heeft opgesteld. De medewerker die ingezet wordt voor het bevorderen vann de ouderbetrokkenheid wordt, voor de uren waarvoor subsidie is aangevraagd, alleen ingezet voor werkzaamheden ten behoeve van ouders met een kind in de voor- en/of  vroegschool,

    • c.

      Houders van peuterspeelzalen die op grond van deze regeling subsidie ontvangen moeten het protocol huiselijk geweld en kindermishandeling toepassen, het personeel scholen en  faciliteren het personeel in het gebruik van het protocol.

    • d.

      Organisaties die op grond van deze regeling subsidie ontvangen moeten de pedagogische aanpak 'Jong in West' onderschrijven en deze waar mogelijk voor kinderen en jongeren zichtbaar te maken.

Artikel 8.         Verantwoording subsidies vanaf € 5.000 tot en met € 50.000

  • In aanvulling op artikel 14, derde lid, van de ASA 2012 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling ten behoeve van de subsidie voor;

    • Coördinatie VVE, een jaarplan en verantwoording volgens het format dat door het stadsdeel versterkt is.

    • Inzet medewerker ouderbetrokkenheid, een verantwoording volgens het format verantwoording oudercomponent stadsdeel West,

    • Training leerkrachten in VVE-programma, per deelgenomen school de namen van de deelgenomen leerkrachten en de datum waarop zij een certificaat voor het VVE-programma behaald hebben.

Artikel 9.         Verantwoording subsidies vanaf € 50.000

  • In aanvulling op artikel 15, vierde lid, van de ASA 2012 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling ten behoeve van de subsidie voor;

    • Coördinatie VVE, een jaarplan en verantwoording volgens het format dat door het stadsdeel versterkt is.

    • Inzet medewerker ouderbetrokkenheid, een verantwoording volgens het format verantwoording oudercomponent stadsdeel West.

    • Training leerkrachten in VVE-programma, de namen van de deelgenomen leerkrachten en de datum waarop zij een certificaat voor het VVE-programma behaald hebben.

Artikel 10.       Citeertitel

  • Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels subsidie voor- en vroegschoolse educatie en ouderbetrokkenheid.

Toelichting

Zoals de toelichting op de ASVW2012 aangeeft, biedt de ASAW2012 een algemeen kader in aanvulling op titel 4.2 Awb dat het wettelijke kader voor subsidies geeft. Deze titel geeft dwingende en facultatieve regels voor subsidieverstrekking. Dit verklaart waarom de toelichting op de ASAW2012 er uitdrukkelijk op wijst dat de gebruiker van de ASAW2012 zich er van bewust moet zijn dat ook algemene bepalingen uit titel 4.2 Awb van toepassing kunnen zijn.

Artikel 4:23 Awb eist in beginsel een wettelijke grondslag voor subsidies. Zoals de toelichting op artikel 2 ASAW2012 bevestigt biedt deze verordening onvoldoende wettelijke grondslag zoals de Awb voorschrijft. In de Awb is bepaald dat een beleidsregel een algemene regel is omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften. Een beleidsregel kan niet dienen als wettelijke grondslag als bedoeld in artikel 4:23 Awb. Artikel 3 ASAW2012 voorziet hierin: Het DB is bevoegd nadere regels vast te stellen. Deze hebben de status van algemeen verbindende voorschriften en treden pas in werking na bekendmaking op de in de Gemeentewet voorgeschreven wijze. Artikel 139 Gemeentewet geeft de regels voor deze bekendmaking.

De gemeente Amsterdam/Stadsdeel West heeft als opgave om zoveel mogelijk kinderen met een indicatie voorschoolse educatie aan te bieden. Hiervoor moeten voldoende voorzieningen beschikbaar zijn. Daarbij stelt de gemeente Amsterdam/Stadsdeel West hoge kwaliteitseisen aan de uitvoering van voorschoolse educatie en hecht zij belang aan de samenwerking en doorlopende leerlijn met het basisonderwijs (de vroegschool).

Betrokkenheid van ouders bij de hun kind en zijn(voor)schoolloopbaan bevordert de effectiviteit van het programma. Vandaar dat de inzet van een medewerker ouderbetrokkenheid onderdeel is van de VVE.

Aan deze subsidieregeling liggen de volgende documenten ten grondslag;

a. Meerjarenplan VVE stadsdeel West 2010-2014

b. het Amsterdamse Kwaliteitskader Voor- en Vroegschoolse Educatie 2010-2014,

c. de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

d. de Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en voorschoolse educatie 2013

e. Effectief benutten van VVE en extra leertijd jonge kind; Bijlage Amsterdam bij bestuursafspraken G4-Rijk

Het aanvraagformulier van DMO zoals vermeld in artikel 5 is te vinden op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie-diensten/dmo/onderwijs-jeugd/vroegschoolse/professionals/erkenning-vve/erkenning-vve/.