Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Maasdonk

Verordening Traditioneel Schieten gemeente Maasdonk 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Maasdonk
Officiële naam regelingVerordening Traditioneel Schieten gemeente Maasdonk 2013
CiteertitelVerordening Traditioneel Schieten gemeente Maasdonk 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpsport en vereniging

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikelen 2.18 lid 1, onderdeel G Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-07-2013Onbekend

25-06-2013

Streekwijzer 5 juli 2013

Raad 13/00099

Tekst van de regeling

Verordening Traditioneel Schieten gemeente Maasdonk 2013

     

De raad van de gemeente Maasdonk;

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 4 juni 2013;

gezien het advies van de opiniërende raad 25 juni 2013;

gelet op het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;

B E S L U I T:

  • 1.

    De Verordening Traditioneel Schieten gemeente Maasdonk 2013, zoals opgenomen in de bijlage van de besluitvormende nota onder nummer 13-00099, vast te stellen;

  • 2.

    De Verordening Traditioneel Schieten gemeente Maasdonk (2010) in te trekken.

Artikel 1Werkingssfeer

Deze verordening is van toepassing op inrichtingen waarin het traditioneel schieten wordt beoefend. Onder traditioneel schieten wordt verstaan: door schutterijen of schuttersgilden schieten met buksen of geweren vanaf een vaste standplaats op een stilstaand doel in de buitenlucht in de verticale richting.

Artikel 2 Kogelvangers

  • 1.

    Er dient een opvangvoorziening voor de kogels (de kogelvanger), zoals bedoeld in de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer genoemd in thans artikel 3.146 van het activiteitenbesluit, op elke schietboom aanwezig te zijn.

  • 2.

    De kogelvangers moeten zijn voorzien van geluiddempend materiaal.

  • 3.

    Jaarlijks moet een visuele inspectie door de inrichtinghouder worden uitgevoerd naar de kwaliteit van de aangebrachte kogelvangers. Als een aangebrachte kogelvanger niet meer van deugdelijke kwaliteit is, moet deze direct worden gerepareerd. In een logboek moet de datum en het resultaat van de inspectie worden opgenomen.

Artikel 3 Tijden

Het schieten mag uitsluitend plaatsvinden in:

  • ·

    schiettijden geweerschieten:

    • o

      Sint Anthonius gilde: zondag van 11.00 uur tot 14.00 uur en op woensdagavond van 19.00 uur tot 20.00 uur

    • o

      Sint Jorisgilde: zaterdag van 16.00 tot 18.00 uur;

  • ·

    de hierboven genoemde tijden gelden niet tijdens een evenement als bedoeld in artikel 8.

Artikel 4 Aantal schoten en registratie

  • 1.

    Er mogen maximaal 140 schoten per uur worden gelost binnen de inrichting; met uitzondering van een evenement als bedoeld in artikel 8.

  • 2.

    Tijdens het schieten moet een veiligheidsfunctionaris aanwezige zijn die duidelijk herkenbaar is.

  • 3.

    In een logboek moeten de volgende gegevens worden bijgehouden:

    • ·

      naam van de schutter;

    • ·

      het tijdstip van starten en eindigen van het schieten;

    • ·

      het aantal kogels dat gedurende die periode is afgeschoten door de schutter;

    • ·

      het totaal aantal schoten.

Artikel 5 Enkelvoudige knal (Lknal)

Het geluidsniveau van een enkelvoudige knal (Lknal) mag op een woning van derden op een waarneemhoogte van 1,5 meter niet meer bedragen dan:

  • ·

    66 dB(A) voor de schietactiviteiten van het Gilde Sint Anthonius (Lr = 54 dB(A));

  • ·

    61 dB(A) voor de schietactiviteiten van het Gilde Sint Joris (Lr = 50 dB(A)).

Artikel 6 Meten en berekenen geluidsniveaus

  • 1.

    Metingen het berekeningen aan schietlawaai moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de Herziene Circulaire Schietlawaai van 2006.

  • 2.

    Het meten van het geluidsniveau van een enkelvoudige knal (Lknal) wordt verricht met een geluidmeter die kan worden gebruikt voor het meten van pulsvormige geluiden zoals knallen van schietwapens en die voldoet aan de norm van het International Electrotechnical Committee IEC 179A: ‘Precision Impulse Soundlevel Meters’, waarin een meterfunctie is gestandaardiseerd met een integratietijd van 35 ms (milliseconden).

  • 3.

    Geluidsoverdrachtsberekeningen moeten plaatsvinden overeenkomstig methode II.8 uit de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, uitgave 1999.

Artikel 7Trommelen en bazuinblazen

  • 1.

    Het trommelen en bazuinblazen moet in het clubgebouw plaatsvinden waarbij ramen en deuren gesloten zijn, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen, waarbij het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, inclusief 10 dB(A) toeslag met muziekgeluid, niet meer bedraagt dan 50 dB(A).

  • 2.

    Het trommelen en bazuinblazen mag 6 keer per jaar op het buitenterrein worden uitgevoerd voor het oefenen met het vendelzwaaien gedurende maximaal 1 uur per keer.

  • 3.

    Het trommelen en bazuinblazen mag uitsluitend binnen de tijden zoals opgenomen in artikel 3 worden uitgevoerd.

Artikel 8 Evenementen

  • 1.

    Een evenement is een activiteit die plaatsvindt buiten de in artikel 3 vermelde tijden en/of waarbij meer schoten per uur worden gelost dan vermeld in artikel 4.

  • 2.

    In een inrichting mogen jaarlijks maximaal 6 evenementen plaatsvinden. Minimaal vijf maanden voordat een evenement plaatsvindt, moet bij de gemeente Maasdonk een evenementenvergunning worden aangevraagd.

  • 3.

    Bij een in lid 1 genoemd evenement mag het aantal schoten niet meer bedragen dan 300 per uur.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De verordening kan worden aangehaald als “Verordening Traditioneel Schieten gemeente Maasdonk 2013”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 23 april 2013

De raad voornoemd,

griffier, voorzitter,

drs. M.J.H.N. Collombon         drs. R.H. Augusteijn

TOELICHTING VERORDENING TRADITIONEEL SCHIETEN GEMEENTE MAASDONK

In de gemeente Maasdonk zijn twee schuttersgilden actief. Dit zijn het Gilde Sint Joris in Geffen en het Gilde Sint Anthonis in Nuland. Beide voeren hun activiteiten uit op een eigen terrein.

Vanaf 1 januari 2010 vallen inrichting voor het traditioneel schieten onder de werkingssfeer van het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (Barim), ook wel het activiteitenbesluit genoemd. Hierin zijn regels opgenomen waaraan inrichtingen moeten voldoen. In artikel 2.18 van het activiteitenbesluit is vermeld dat de in het besluit opgenomen geluidsnormen voor inrichtingen niet gelden voor het traditioneel schieten. Ook gelden de normen niet voor het opvoeren van onversterkte muziek, zoals het trommelen en bazuinblazen. Het activiteitenbesluit geeft aan dat het bevoegd gezag hiervoor aanvullende regels kan stellen in een gemeentelijk verordening.

De gemeente Maasdonk wil met een gemeentelijke verordening regels stellen om de geluidshinder voor de omgeving van de inrichting zo veel als mogelijk wordt voorkomen dan wel te beperkt en een goed woon- en leefklimaat voor omwonenden mogelijk te maken.

Brabants Traditioneel Schieten

De schutterijen vinden hun oorsprong in de Middeleeuwse schuttersgilden, die tot taak hadden hun stad of dorp te verdedigen. Mede gezien de lange en rijke historie vervullen de schutterijen in de provincie Noord-Brabant tot op de dag van vandaag een belangrijke maatschappelijke functie. Zij verzorgen onder meer culturele evenementen zoals verenigingswedstrijden en bondsfeesten. Maar de schutterijen geven ook een bijdrage bij plaatselijke feestelijkheden en huldigingen. De activiteiten van de schutterijen zijn diep geworteld en vormen een belangrijke uiting van de regionale cultuur. Centraal bij de activiteiten van de schutterijen staat het Brabants traditioneel schieten.

Bij het Brabants Tradioneel Schieten wordt geschoten met flobert geweren, kaliber .22. Het Brabants Traditioneel Schieten omvat vijf varianten:

  • 1.

    het opgelegd schieten op de wip, het geweer geschouderd, opgelegd en aangespannen op de oplegsteun.

  • 2.

    het vrije hand schieten op de wip, het geweer geschouderd zonder gebruik te maken van de oplegsteun.

  • 3.

    het vrije hand schieten op de kleppenkast, het geweer geschouderd, zonder gebruik te maken van een oplegsteun.

  • 4.

    het schieten op de gaai, het geweer geschouderd, opgelegd en aangespannen op de oplegsteun.

  • 5.

    Het Koningschieten. De koningsvogel is een als vogel opgetuigde gaai. Deze activiteit vindt jaarlijks of één maal in de twee tot zes jaar plaats.

Het opgelegd schieten op de wip (variant 1) is de meest voorkomende vorm die wordt uitgeoefend door de gilden.

De schietinrichting bestaat uit één of meerdere schietbomen waarop het doel is aangebracht, een oplegsteun (affuit) voor het wapen en een vaste standplaats voor de schutter. De schietboom heeft een hoogte van ongeveer 15-16 meter. Op de schietboom is een kogelvanger geplaatst. Deze vangt de kogels op om bodemverontreiniging te voorkomen en voorkomt dat kogels buiten de inrichting terecht komen. Het geluidsniveau van een kogelvanger is, door de inslag van de kogel, hoger dan van de knal van het geweer.

Naast het schieten wordt ook het vendelzwaaien beoefend. Het vendelzwaaien, ook wel vendelen genoemd, komt voort uit de vlagdragers (vaandrigs) van legers die in veldslagen tegen elkaar ten strijde trokken en herkenbaar waren aan onder andere het vaandel. Vendeliers, zoals de vendelzwaaiers ook wel genoemd worden, zijn een vast onderdeel van de festiviteiten op schuttersfeesten. En zij houden op dezelfde dagen ook onderling wedstrijden. Het doel is het zo goed en mooi mogelijk uitvoeren van de vaste figuren in een uitvoering. Het is een wedstrijdvorm met jurybeoordeling en moeilijkheidsgraden.

Voor de muzikale ondersteuning van het vendelen wordt er getrommeld en bazuingeblazen. Het oefenen van het trommelen en bazuinblazen vindt in een clubgebouw plaats. Het kan voorkomen dat deze activiteit op het buitenterrein worden geoefend samen met het vendelzwaaien.

Wettelijk kader

In het activiteitenbesluit is in bijlage 1 een lijst opgenomen van vergunningplichtige inrichtingen. Inrichtingen, die zijn bedoeld voor Brabants traditioneel schieten, vallen onder categorie bb. Per 1 januari 2010 is categorie bb als volgt gewijzigd:

‘inrichtingen waar met vuurwapens wordt geschoten of met ontvlambare of ontplofbare voorwerpen wordt geworpen, met uitzondering van inrichtingen voor het traditioneel schieten’. Hiermee is de vergunningsplicht voor schutterijen vervallen. De regels van het activiteitenbesluit zijn van toepassing.

De geluidsnormen die van toepassing zijn op inrichtingen die onder de werkingssfeer van het activiteitenbesluit vallen zijn opgenomen artikel 2.17, 2.19 en 2.20 . In artikel 2.18 zijn activiteiten opgenomen die worden uitgezonderd van de geluidsnormen. Voor activiteiten van schutterijen, schietlawaai en trommelen/bazuinblazen is het volgende opgenomen:

Bij het bepalen van de geluidsniveaus, bedoeld in de artikel 2.17, 2.19 en 2.20, blijft buiten beschouwing:

f. het ten gehore brengen van onversterkte muziek tenzij en voor zover daarvoor bij gemeentelijke verordening regels zijn gesteld.

g. het traditioneel schieten, met uitzondering van die gevallen waarvoor bij gemeentelijke verordening regels zijn gesteld.

Om de hinder voor de omgeving zo veel als mogelijk te beperken worden normen en voorwaarden voor de activiteiten van schutterijen vastgelegd in een gemeentelijke verordening. Eventuele overige activiteiten in een inrichting (b.v. de scouting) moeten voldoen aan de standaard geluidsnormen uit het activiteitenbesluit.

Geluidsnormen schietgeluid

Om de geluidsbelasting van de omgeving voor schietgeluid te beoordelen is aangesloten bij de Herziene Circulaire Schietlawaai (in het vervolg: circulaire).

Net zoals ‘normale’ bronnen wordt het schietgeluid beoordeeld op basis van een maximaal geluidsniveau (de geluidspiek) en een gemiddeld geluidsniveau over een beoordelingsperiode. De beoordelingsgrootheden zijn:

  • -

    Lknal - maximaal geluidsniveau van een enkelvoudige knal

  • -

    Lr – gemiddeld geluidsniveau voor herhaald hoorbare knallen

Hieronder is per grootheid een toelichting opgenomen.

Lknal enkelvoudige knal

Bij hoge kortstondige geluidsniveaus kunnen schrikeffecten optreden. Het geluidsniveau van een enkele knal waarbij deze effecten optreden is, zo blijkt uit onderzoek en is gesteld in de circulaire, afhankelijk van het referentieniveau van het omgevingsgeluid ter plaatse. In de circulaire zijn grenswaarden aanbevolen op basis van het omgevingsgeluid zoals gegeven in grafiek 1.

grafiek 1: normen Lknal herziene circulaire schietlawaai.

Uit de grafiek blijkt dat bij een omgevingsgeluid van 50 dB(A) en hoger een maximaal niveau geldt van 75 dB(A). De laagste waarde voor Lknal is 67,5 dB(A) die geldt in zeer stille gebieden.

Lr herhaald hoorbare knallen

Voor de beoordeling van het Lr wordt aangesloten bij de richtwaarden voor de herhaald hoorbare knallen uit de circulaire. De genoemde richtwaarden zijn afhankelijk van de aard van het gebied en het activiteitenniveau in een gebied. De genoemde waarden zijn gebaseerd op ervaringen met het vaststellen van het referentieniveau in een gebied/woonomgeving.

In tabel 1 zijn de gebiedstyperingen met bijbehorende richtwaarden uit de circulaire Schietlawaai weergegeven. Hierbij is eveneens rekening gehouden met de richtwaarden gebiedstypering uit de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening.

Tabel 1: Richtwaarden voor woonomgevingen (Lwoonomg)

Aard van de woonomgevingRichtwaarden in de woonomgeving in dB(A)
dagperiodeavondperiode
Landelijke omgeving/stilte4035
Verspreide woonbebouwing/ weinig verkeer4540
Woongebied (dorp/stad)5045

Opgemerkt wordt dat de standaard geluidsnorm in het activiteitenbesluit voor het gemiddelde geluidsniveau 50 dB(A) bedraagt.

Het is gebleken dat het schietgeluid (in de meeste situaties) niet kan voldoen aan de normen voor Lr. Vaak moet een overschrijding van 15-20 dB(A) worden toegestaan (ook na het treffen van b.v. maatregelen aan een kogelvanger). Het treffen van maatregelen om uiteindelijk toch te voldoen is technische en organisatorisch vaak niet mogelijk. In de paragraaf ‘maatregelen’ wordt hierop nader ingegaan.

De hoogte van Lr wordt bepaald door het aantal schoten (n) en de waarde van Knal (Lr = Lknal + 10 log n – 33). Door het vastleggen van de hoogte van het Lknal en het aantal schoten is de mate van geluidshinder voldoende vastgelegd. Daarom is het niet nodig om een waarde voor Lr vast te leggen als de waarde van Lknal en het aantal schoten wordt vastgelegd. Het Lknal kan ter plaatse worden gemeten en het aantal schoten worden geregistreerd/geteld en daarmee gecontroleerd.

Muziekgeluid trommelen en bazuinblazen

Binnen de schutterijen wordt het trommelen en bazuinblazen beoefend. Deze activiteiten vinden slechts een gering aantal keer plaats. Door het trommelen en bazuinblazen worden hoge geluidsniveaus geproduceerd. Deze activiteit wordt daarom (bij voorkeur) in een clubgebouw uitgevoerd. Dit is voor het oefenen in combinatie met het vendelen niet altijd mogelijk en dus zal deze activiteit ook op het buitenterrein plaatsvinden. In het activiteitenbesluit is het geluid van onversterkte muziek uitgezonderd van de geluidsnormen. Om hinder zo veel als mogelijk te voorkomen zijn in de verordening voorwaarden gesteld aan de duur en de periode waarin mag worden getrommeld en bazuingeblazen. Het aantal keer dat deze activiteit op het buitenterrein mag plaatsvinden is eveneens beperkt.

Schietterreinen Maasdonk

In de gemeente Maasdonk zijn twee gilden actief. Het gaat om het Gilde Sint Anthonius en het Gilde Sint Joris. Voor de inventarisatie van de activiteiten van de gilden zijn geluidsonderzoeken uitgevoerd.

Gilde Sint Anthonius

Het gilde Sint Anthonius is gevestigd aan de IJzerkampen te Nuland. Het gilde heeft de volgende bedrijfssituatie aangeleverd:

  • ·

    6 doelen met kogelvangers, per kogelvanger een schietboom, geluidsgedempte kogelvangers

  • ·

    Maximaal 180 schoten per uur binnen de inrichting, m.u.v. een evenement (30 schoten per schietboom)

  • ·

    De reguliere tijden zijn op zondag van 11.00 uur tot 14.00 uur. Er kan ook geschoten worden op woensdagavond tussen 19.00 uur en 20.00 uur.

  • ·

    Maximaal 12 evenementen per jaar waarbij per evenement maximaal 360 schoten per uur worden gelost.

  • ·

    Gemiddeld 1 keer per week wordt muziek (trommelen en bazuinblazen) uitgeoefend in het clubgebouw of incidenteel bij goed weer op het buitenterrein.

De omgeving van de inrichting sluit het beste aan bij de gebiedstypering ‘gebied met verspreide bebouwing’ uit de circulaire. Voor het Lr wordt een vaste richtwaarde genoemd van 45 dB(A) in de dagperiode en 40 dB(A) in de avondperiode. Bij deze waarde voor Lr geldt een waarde voor Lknal van respectievelijk 72,5 dB(A) en 70 dB(A).

Door het RMB is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (rapport met nummer 75030878 van 4 september 2012). Uit het rapport blijkt dat het knal bij de woningen in de omgeving van deze inrichting maximaal 66 dB(A) bedraagt. Het Lr bedraagt 56 dB(A) bij een aantal schoten van 180 per uur.

Er wordt voldaan aan de grenswaarde voor het Lknal. Er wordt met dit aantal schoten niet voldaan aan de richtwaarde van 45 dB(A) voor het Lr.

Tijdens het trommelen en bazuinblazen op het buitenterrein bedraagt het geluidsniveau maximaal 69 dB(A) in de dagperiode en 71 dB(A) in de avondperiode. Deze niveaus overschrijden de richtwaarden en de standaardnorm uit het activiteitenbesluit. Als in het clubgebouw wordt geoefend kan wel worden voldaan aan de richtwaarden.

Gilde Sint Joris

Het Gilde Sint Joris wordt gevestigd op de locatie aan de Leiweg, nabij de molen. De activiteiten van het Gilde Sint Joris bestaan uit het schieten met kruisboog en geweer en het trommelen en bazuinblazen. Door Geurts Technisch Adviseurs is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (rapport met nummer 8.4740 van 18 december 2008). Dit rapport was onderdeel van de aanvraag voor de milieuvergunning. De vergunning is niet verleend omdat de activiteiten tijdens de procedure onder het activiteitenbesluit zijn komen te vallen. Het rapport is beschouwd als onderdeel van de melding voor het activiteitenbesluit.

In het rapport zijn de uitgangspunten voor activiteiten van het gilde beschreven. Aangegeven dat er drie tijdstippen zijn waarop geschoten kan worden met het geweer, namelijk op donderdag tussen 19.00 uur en 22.00 uur, op zaterdag tussen 16.00 uur en 18.00 uur en op zondagochtend tussen 10.00 uur en 13.00 uur. Uit de aanvulling van 26 mei 2009 met kenmerk 2009/LA42-BR op het rapport blijkt dat het geweerschieten plaatsvindt uitsluitend op zaterdagmiddag van 16.00 uur tot 18.00 uur. De twee andere schietmomenten zijn daarmee vervallen. Het schieten met een kruisboog is akoestisch niet relevant en daarom geen onderdeel van de verordening. Eén maal per week wordt in het clubgebouw geoefend met trommelen en bazuinblazen. Het kan een enkele keer voorkomen dat op het buitenterrein wordt geoefend met de vendelzwaaiers. In de inrichting kunnen evenementen plaatsvinden waarbij meer schoten per uur worden afgevuurd.

Het Gilde Sint Joris gaat haar activiteiten uitvoeren op het nieuwe terrein aan de Leiweg in Geffen.

De omgeving van de inrichting sluit het beste aan bij de gebiedstypering ‘gebied met verspreide bebouwing’ uit de circulaire. Voor het Lr wordt een vaste waarde genoemd van 45 dB(A) in de dagperiode. Bij deze waarde voor Lr geldt een waarde voor Lknal van 72,5 dB(A).

In het akoestisch onderzoek is aangegeven dat alle kogelvangers geluidsgedempt uitgevoerd gaan worden. De toetsing vindt dan ook plaats voor de geluidsbelasting bij geluidsgedempte kogelvangers. Het bronniveau van geluidsgedempte kogelvangers is met metingen vastgesteld.

Uit het rapport van het akoestisch onderzoek blijkt dat de kogelvangers maatgevend zijn voor de geluidsbelasting van de omgeving. Het Lknal ter plaatse van woningen van derden bedraagt maximaal 62 dB(A). Hiermee wordt voldaan aan de grenswaarde voor Lknal.

In het rapport is aangegeven dat in een representatieve situatie maximaal 150 schoten per uur worden gelost, verdeeld over 5 schietbomen. Het Lr bij dit aantal schoten bedraagt 51 dB(A). De richtwaarde voor Lr wordt overschreden met 6 dB(A).

In de inrichting kan een evenement plaatsvinden waarbij het aantal schoten circa 300 per uur bedraagt. Omdat Lknal niet afhankelijk is van het aantal schoten is deze gelijk aan het Lknal in de representatieve situatie. Er wordt tijdens evenement ook voldaan aan de grenswaarde voor Lknal. Het Lr neemt bij verdubbeling van het aantal schoten met 3 dB toe. Het Lr bedraagt daarmee ten hoogste 54 dB(A). Activiteiten waarbij meer wordt geschoten dan in de reguliere situatie worden door het gilde als evenement aangemeld bij de gemeente. Voor een evenement zal de gemeente separate normen en voorwaarden stellen.

Maatregelen

Om de geluidsbelasting van de omgeving te beperken zijn maatregelen nodig. Omdat er reeds wordt geschoten op geluidsgedempte kogelvangers is het niet mogelijk hieraan nog verdergaande maatregelen te treffen. Het beperken van het aantal schoten is een maatregel die kan worden uitgevoerd. Echter, om te voldoen aan de richtwaarde voor Lr geldt voor beide inrichtingen dat het aantal schoten niet meer kan bedragen dan circa 40 per uur. Dit is een aanzienlijk vermindering ten opzichte van de gewenste 180/150 schoten per uur. Dit is geen reële maatregel die voldoet aan het doelmatigheidsprincipe.

Het plaatsen van afschermende voorzieningen is niet reëel omdat de kogelvangers op 15-16 meter hoogte zijn geplaatst. Een scherm zou minimaal deze hoogte moeten hebben, en waarschijnlijk hoger moeten zijn. Bij de indeling van de terreinen en de plaats van de schietbomen (schietrichting) is reeds rekening gehouden met de akoestisch meest gunstigste locatie voor het schieten. Kortom, het treffen van meer maatregelen dan de reeds getroffen maatregelen is in alle redelijkheid niet mogelijk.

Motivering regels verordening

Voor schutterijen is het moeilijk om te voldoen aan de geluidregelgeving, daarom is dit nu ook uitgezonderd in het Barim. Het probleem is dat de activiteiten traditiegetrouw in de open lucht plaatsvinden en de gildeterreinen vaak dicht bij woonbebouwing zijn gelegen.

Vanwege het voorkomen van bodemverontreiniging door lood is men verplicht om kogelvangers aan te brengen. Deze kogelvangers maken meer geluid dan de knal van het geweer zelf. De bronhoogte van een kogelvanger bedraagt ongeveer 15-16 m zodat het geluid zich ook verder verspreidt dan het geluid van het geweer zelf.

Er zijn een aantal redenen waarom de schietactiviteiten toegestaan worden:

  • ·

    De schuttersgilden en hun activiteiten zijn cultuurhistorisch van belang.

  • ·

    De schuttersgilden vervullen een belangrijke rol in het sociale leven van de dorpsgemeenschap.

  • ·

    Er wordt slechts maximaal één of twee keer per week geschoten gedurende een beperkt aantal, vastgestelde uren.

  • ·

    De schietterreinen zijn geen van alle gelegen in of nabij stiltegebieden.

Daar staat tegenover dat in ieder geval moet worden voorkomen dat er bij de omwonenden onacceptabele hinder ontstaat.

De gemeente Maasdonk wil in een verordening regels vastleggen waardoor de geluidhinder ten gevolge van de schietterreinen op de omgeving wordt beperkt. Op basis van de rekenresultaten en de bovenstaande motivering wordt een beoordelingskader gegeven.

Er zijn twee beoordelingsgrootheden waar normen voor gesteld worden: Lknal en aantal schoten per uur.

LKnal

Piekgeluidniveaus, zoals bij een schot en de inslag in de kogelvanger, kunnen schrikreacties teweeg brengen bij mensen. Wanneer deze activiteiten op een onverwacht, vooraf niet aangekondigd moment plaatsvinden, zijn schrikreacties te verwachten. De schuttersgilden schieten op één dag of hoogstens twee dagen in de week op vastgelegde tijdstippen. De omwonende weten dus gedurende welke momenten in een week zij het geluid van schoten kunnen verwachten. Het is aannemelijk dat gedurende die momenten schrikreacties niet (snel) zullen optreden. De momenten waarop mag worden geschoten en de hoogte van het Lknal zijn in de verordening vastgelegd.

Schotfrequentie

De hoogte van het Lr wordt bepaald door het aantal schoten per uur dat die worden afgevuurd. Het aantal schoten per inrichting per uur wordt beperkt tot 140 schoten per uur. De berekende Lr uit de onderzoeken van de inrichtingen worden daarmee lager dan is berekend in de onderzoeken. De waarde van 140 schoten per uur is gebaseerd op een belevingsonderzoek in de provincie Limburg.

In de provincie Limburg is in 2008 een onderzoek uitgevoerd naar de hinderbeleving van het traditioneel schieten. (zie rapport ‘Hinderbelevingsonderzoek Traditioneel Schieten in Limburg’, 18 december 2008, Witteveen en Bos). Op basis van onderzoeksresultaten wordt geadviseerd om het aantal schoten per uur te limiteren. De gevonden correlatie tussen het aantal schoten per uur en de hinderfrequentie kan er op duiden dat de hinder toeneemt naar mate het aantal schoten per uur toeneemt. Bij een schotfrequentie van 70 schoten per uur wordt verwacht dat de hinderfrequentie maximaal circa 2 % zal bedragen en bij 120 schoten circa 4% , hetgeen zeer laag is in relatie tot andere geluidsbronnen. De verwachte mate van (ernstige) hinder daarbij is nihil. Opgemerkt wordt dat de geluidsniveaus van het limburgsschieten hoger zijn dan bij het Brabantsschieten. Het percentage gehinderde bij 120 schoten bij het Brabantsschieten zal daardoor lager zijn dan bij het Limburgsschieten. Een hoger aantal schoten bij het Brabansschieten kan daarom acceptabel zijn. Wij achten 140 schoten per uur als maximum acceptabel. Door het verlagen van het aantal schoten bedraagt het Lr op de woningen veroorzaakt door het schieten van het Sint Anthonis gilde 54 dB(A) en voor het Sint Jorisgilde 50 dB(A).

Met dit aantal schoten is de mogelijk optredende hinder voor de omgeving acceptabel.

Ondanks de overschrijding van de grenswaarde voor het Lr worden de aangevraagde schietactiviteiten acceptabel bevonden, omdat:

  • ·

    het aantal momenten dat de activiteiten plaatsvinden beperkt is tot één keer per week;

  • ·

    er geen maatregelen te treffen zijn, anders dan de reeds getroffen maatregelen aan de kogelvangers;

  • ·

    er wordt bij woningen voldaan aan de grenswaarde voor het Lknal, waardoor het optreden van schrikreacties minimaal zal zijn;

  • ·

    in de regels voorwaarden opgenomen worden waaronder de schietactiviteiten mogen plaatsvinden. Hiermee wordt hinder naar de omgeving tot een aanvaardbaar niveau beperkt.

Naast de regels voor het schieten worden eisen gesteld aan het trommelen en bazuinblazen om de hinder voor de omgeving zo veel als mogelijk te beperken.

Het activiteitenbesluit biedt inrichtingen de mogelijkheid om maximaal 12 keer per jaar activiteiten te organiseren die in duur en omvang zodanig afwijken van de representatieve situatie en meer geluid voor de omgeving veroorzaken. Wij achten het aantal van 12 keer per jaar voor deze inrichtingen te hoog. Dit wordt beperkt tot maximaal 6 keer per jaar. Voor deze evenementen moet een vergunning worden aangevraagd. De aanvraag van deze activiteiten worden separaat beoordeeld. In een evenementen vergunning worden specifieke voorwaarden opgenomen om hinder voor de omgeving zo veel als mogelijk te voorkomen.

Actualisatie geluidsonderzoek gilde Sint Joris

Omdat naast het schieten, trommelen en vendelzwaaien op het terrein van het gilde Sint Joris ook andere activiteiten plaatsvinden, is in mei 2013 een actualisatie uitgevoerd. Hiervoor is ook een aangepast geluidsrapport opgesteld (RMB, 31 mei 2013, kenmerk 75030986). Dit rapport is gebaseerd op de uitgangspunten van de verordening. Deze uitgangspunten zijn voor het schieten en het trommelen:

  • -

    140 schoten per uur;

  • -

    Geluidsgedempte kogelvangers;

  • -

    Bronvermogen schot 111 dB(A) en bronvermogen kogelvanger 115 dB(A).

  • -

    Trommelen in clubgebouw en 6 keer op het buitenterrein

Daarnaast is het rapport (bronlocaties) in overeenstemming gebracht met de tekening van het bestemmingsplan.

Uit de berekeningen blijkt dat het Lknal, in tegenstelling tot het onderzoek van Geurts, niet 63 maar 61 dB(A) bedraagt. Lr blijft afgerond 50 dB(A). Deze waarden zijn in de verordening opgenomen.