Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Lemsterland

Verordening minima 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Lemsterland
Officiële naam regelingVerordening minima 2013
CiteertitelVerordening minima 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-201301-01-2014Nieuwe regeling

29-05-2013

Gemeentepagina De Friese Meren, 3 juli 2013

Onbekend

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

De raad van de gemeente Lemsterland;

gelezen het voorstel van het gezamenlijk college van burgemeester en wethouders van De Friese Meren in oprichting,

dat de gemeente:

invulling wil geven aan een inclusieve samenleving;

in dat kader het belangrijk vindt om inwoners die als gevolg van het ontbreken van voldoende financiële middelen belemmeringen ondervinden in hun maatschappelijke participatie te ondersteunen en te stimuleren;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening minima 2013

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze Verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

College:Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lemsterland;
De aanvrager: De inwoner van de gemeente van 18 jaar en ouder die als gevolg van het ontbreken van voldoende financiële middelen belemmeringen ondervindt in de maatschappelijke participatie;
De belanghebbende:De aanvrager en diens inwonende kinderen tot 18 jaar;
Maatschappelijke participatie:Deelname aan het maatschappelijke verkeer, door het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven;
Tegemoetkoming:Een financiële bijdrage in de in verband met de maatschappelijke participatie gemaakte kosten;
Het “IK DOE MEE -plan”:Het “IK DOE MEE-plan” is het door belanghebbende opgesteld voorstel hoe deze gedurende de periode van augustus tot augustus invulling wil geven aan de maatschappelijke participatie. In het plan wordt in ieder geval aangegeven voor welke vorm(en) van maatschappelijke participatie een aanspraak om een tegemoetkoming wordt gedaan en of de belanghebbende van 16 jaar en ouder een bijdrage levert aan de maatschappelijke participatie van andere inwoners;
Participatiejaar :De periode van 1 augustus tot 1 augustus;
Aanvraag:Het verzoek van de belanghebbende om op basis van een “IK DOE MEE-plan” in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in het kader van deze Verordening;

Hoofdstuk 2. De aanspraak op een tegemoetkoming

Artikel 2. De aanspraak

De aanvrager kan aanspraak maken op ondersteuning op het gebied van maatschappelijke participatie in de vorm van een tegemoetkoming voor zichzelf en zijn kind(eren) tot 18 jaar indien:

het inkomen van de aanvrager ten tijde van de aanvraag netto niet meer bedraagt dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm en deze geen studiefinanciering ontvangt op grond van de Wet op de studiefinanciering 2000;

het vermogen niet meer bedraagt dan het vermogen, zoals bedoeld in artikel 34 van de Wet werk en bijstand; en

bij het bepalen van het vermogen, als bedoeld onder b, wordt het vermogen uit de eigen woning buiten beschouwing gelaten.

Artikel 3. Het aanvraag

De aanvraag wordt ingediend via het “IK DOE MEE-plan” voor het aankomende participatiejaar.

In de aanvraag wordt in ieder geval gemeld: a. voor welke vorm van maatschappelijke participatie een aanspraak om een tegemoetkoming wordt gedaan; en b. of en op welke wijze de aanvrager en zijn kind(eren) van 16 en 17 jaar een bijdrage levert aan de maatschappelijke participatie van andere inwoners.

Artikel 4. Wijze van aanvraag

De aanvraag van een individuele voorziening moet schriftelijk of elektronisch worden gedaan via het indienen middels het door het college ter beschikking gesteld aanvraagformulier.

Aanvragen ingediend voor 1 oktober geven recht op de maximale tegemoetkoming voor het aankomend participatiejaar.

Aanvragen ingediend na 1 oktober geven recht op een tegemoetkoming naar rato van het aantal maanden, gerekend vanaf de eerste van de maand van aanvraag tot einde participatiejaar.

Hoofdstuk 3. De beoordeling

Artikel 5. Toekenningsgronden

Een tegemoetkoming kan worden toegekend voor zover deze:

  • a.

    niet op grond van een andere (wettelijke) voorliggende voorziening kan worden ontvangen; en

  • b.

    bedoeld is om de beperkingen op het gebied van maatschappelijke participatie op te heffen; en

  • c.

    op het individu is gericht.

Artikel 6. Inlichtingen, onderzoek, advies

  • 1. Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op een tegemoetkoming, degene door wie een aanvraag is ingediend: a. op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te horen; en/of b. zich te identificeren middels een (geldig) identiteitsbewijs.

  • 2. De aanvrager is verplicht aan het college die gegevens te verschaffen noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

Hoofdstuk 4. De verstrekking

Artikel 7. De tegemoetkoming en kosten

De belanghebbende kan voor de volgende kosten een tegemoetkoming ontvangen:

Sportactiviteiten

  • a.

    De tegemoetkoming voor sportactiviteiten bedraagt 80% van de kosten van de sportactiviteit;

  • b.

    De jaarlijkse tegemoetkoming voor sportkleding, sportschoeisel en sportattributen bedraagt 50% van de kosten.

Sociaal-culturele activiteiten

  • a.

    De tegemoetkoming voor sociaal-culturele activiteiten bedraagt 80% van de kosten van de activiteit;

  • b.

    De jaarlijkse tegemoetkoming voor lesgeld voor het volgen van muziekonderwijs bedraagt 80% van de kosten van de activiteit; en

  • c.

    Een tegemoetkoming van 50% voor de huur van het hiervoor benodigde muziekinstrument.

Schoolactiviteiten

De tegemoetkoming in de kosten van schoolactiviteiten bedraagt 80% van de kosten van de activiteit.

Internetvergoeding

De tegemoetkoming voor de kosten van een internetaansluiting bedraagt per huishouding 80% van de kosten.

Artikel 8 De hoogte van de tegemoetkoming

Het maximaal te verstrekken totaal aan tegemoetkomingen bedraagt per periode van augustus tot augustus:

  • ·

    voor de belanghebbende van 2 tot 16 jaar: € 300,00;

  • ·

    voor de belanghebbende van 16 en 17 jaar die een bijdrage levert in de maatschappelijke participatie van andere inwoners: € 300.00;

  • ·

    voor de belanghebbende van 16 en 17 jaar die geen bijdrage levert in de maatschappelijke participatie van andere inwoners € 150,00;

  • ·

    voor de belanghebbende van 16 en17 jaar met een laag inkomen en zonder in aanmerking te nemen vermogen die ten gevolge van persoonlijke omstandigheden en/of beperkingen aantoonbare belemmeringen ondervindt in de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie € 300,00;

  • ·

    voor de belanghebbende van 18 jaar en ouder die een bijdrage levert in de maatschappelijke participatie van andere inwoners: € 200,00;

  • ·

    voor de belanghebbende van 18 jaar en ouder die geen bijdrage levert in de maatschappelijke participatie van andere inwoners € 100.00;

  • ·

    voor de belanghebbende van 18 jaar en ouder met een laag inkomen en zonder in aanmerking te nemen vermogen die ten gevolge van persoonlijke omstandigheden en/of beperkingen aantoonbare belemmeringen ondervindt in de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie € 200,00.

Artikel 9 Ondervinden van belemmeringen

Van het ondervinden van aantoonbare belemmeringen in de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie in verband met persoonlijke omstandigheden en/of beperkingen is sprake indien de belanghebbende of het kind:

  • ·

    een voorziening ontvangt op grond van de Wetmaatschappelijke ondersteuning (WMO)of;

  • ·

    langer dan 6 maanden gebruik maakt van een voorziening op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) of;

  • ·

    een persoonsgebonden budget ontvangt in verband met een handicap;

  • ·

    een chronische ziekte heeft

  • ·

    een fysieke, verstandelijke of psychische handicap hebben.

Artikel 10. Financiële tegemoetkoming

Bij verstrekking van de financiële tegemoetkoming worden de toepasselijke voorwaarden in de beschikking opgenomen.

Hoofdstuk 5. De beschikking

Artikel 11. Motiveringsplicht

In de beschikking wordt vermeld op welke wijze wordt bijgedragen aan de maatschappelijke participatie van de belanghebbende.

Artikel 12. Wijzigingen in de situatie

Degene aan wie krachtens deze Verordening een tegemoetkoming is verstrekt, is verplicht aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op de tegemoetkoming .

Artikel 13. Intrekking van een beschikking

Het college kan een beschikking, opgesteld op grond van deze Verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

a niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze Verordening;

b.op grond van gegevens beschikt is en gebleken is dat de gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

Een beschikking tot verlening van een financiële tegemoetkoming kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming niet is aangewend voor de bekostiging van de in het plan genoemde invulling van de maatschappelijke participatie.

Artikel 14. Terugvordering

Ingeval een tegemoetkoming is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming (geheel of gedeeltelijk) worden teruggevorderd.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 15.

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen bij of krachtens deze Verordening, indien toepassing van de Verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 16. Inwerkingtreding

Deze Verordening treedt in werking met ingang van 1 juni 2013 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Bijdrageregeling Minima 2009.

Artikel 17. Citeertitel

Deze Verordening wordt aangehaald als: Verordening Minima 2013.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lemsterland d.d. 29 mei 2013.

De griffier, De voorzitter,