Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Subsidieregeling Continuering gesubsidieerde functies

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingSubsidieregeling Continuering gesubsidieerde functies
CiteertitelSubsidieregeling Continuering gesubsidieerde functies
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerp
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg, ondersteuning en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Stadsdeelkrant Zuid, jaargang 4, nummer 12, 13 juni 2013

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-06-201301-10-2016nieuwe regeling

28-05-2013

Stadsdeelkrant Zuid, jaargang 4, nummer 12, 13 juni 2013

-

Tekst van de regeling

Verordening

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    dagelijks bestuur (DB): het dagelijks bestuur van Stadsdeel Zuid;

  • b.

    functie: de functie die op het moment van aanvragen van subsidie wordt uitgeoefend door een persoon in een gesubsidieerde baan;

  • c.

    gesubsidieerde functie: een vorm van werk waarbij de loonkosten (deels) zijn gesubsidieerd vanwege de gemeente Amsterdam en waarbij de subsidie door de gemeente wordt afgebouwd op basis van het Meerjarenbeleidsplan participatie van 2011-2014 (2011);

  • d.

    inleenvergoeding: de vergoeding die de werkgever betaalt voor de inzet van de gesubsidieerde medewerker na aftrek van de loonkostensubsidie;

  • e.

    loonkostensubsidie: subsidie voor een (deel) van de loonkosten voor de onder (a) bedoelde vorm van werk;

  • f.

    Pantar: organisatie die in opdracht van de Gemeente Amsterdam loonkostensubsidies betaalt;

  • g.

    werkgever: de organisatie waarbij de gesubsidieerde baan wordt uitgeoefend.

Artikel 2. Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op de beleidsterreinen zorg, maatschappelijke dienstverlening en sociale voorzieningen en haven en werkgelegenheid. Het doel van deze subsidieregeling is cruciale functies in stand houden die als gevolg van de bezuiniging op de loonkostensubsidies voor gesubsidieerde arbeid dreigen weg te vallen. Het stadsdeel wil de dienstverlening aan burgers in het stadsdeel in stand houden en tevens zorg dragen voor een adequate bijdrage aan haar beleidsdoelstellingen zoals geformuleerd in het stadsdeelbeleid.

Artikel 3. Subsidiabele activiteit

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van het uitoefenen van een functie door middel van een vorm van gesubsidieerde arbeid.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4. Subsidieplafond

Het DB stelt voor de activiteiten die op grond van deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen, jaarlijks het subsidieplafond vast.

Hoofdstuk 3 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 5.         Verlening van de subsidie
  • 1. Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden door het DB gerangschikt op een prioriteitenlijst.

  • 2. De rangschikking wordt bepaald door:

    • a.

      De mate waarin deze voldoen aan het doel van de regeling.

    • b.

      De mate waarin deze voldoen aan de subsidiecriteria.

    • c.

      De verhouding tussen de prijs en de kwaliteit.

    • d.

      De aansluiting bij de beleidsuitgangspunten zoals vastgelegd in het Beleidskader Sociaal Domein 2010 - 2014.

    • e.

      De mate waarin naar de mening van het DB kan worden voldaan aan de verplichtingen gesteld onder hoofdstuk 4.

  • 3. Het DB verleent slechts subsidie:

    • a.

      Voor het verschil tussen loonkostensubsidie en inleenvergoeding.

    • b.

      Als de loonkostensubsidie vanwege de gemeente en/of Pantar is of wordt verlaagd.

    • c.

      Als de functie wordt uitgeoefend in een organisatie waarmee het DB een subsidierelatie van meer dan drie jaar heeft, of in een sportvereniging die in Stadsdeel Zuid gevestigd is en de afgelopen drie jaar gebruik heeft gemaakt van gesubsidieerde arbeid.

    • d.

      Als de functie wordt uitgeoefend in een organisatie die naar oordeel van het DB aantoonbaar over onvoldoende eigen middelen beschikt ter compensatie van de afbouw van gesubsidieerde arbeid.

Artikel 6. Weigeringsgronden
  • In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de ASA 2012 weigert het DB een subsidie te verlenen als:

  • 1. De aanvraag betrekking heeft op functies binnen het openbaar en bijzonder basisonderwijs.

  • 2. De aanvrager een culturele organisatie is, waaraan geen subsidie wordt verleend in het kader van de ‘Subsidieregeling meerjarige ondersteuning culturele instellingen'.

  • 3. De betreffende gesubsidieerde functie aantoonbaar vóór 31 december 2011 is aangegaan.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 7. Aanvullende verplichtingen
  • Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2012, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • 1. De aanvrager van subsidie moet aantonen dat er een gesubsidieerde functie in de organisatie aanwezig is middels een arbeids- of inleenovereenkomst.

  • 2. De aanvrager van subsidie moet aantonen dat de organisatie een inleenvergoeding betaalt aan de gemeente Amsterdam of Pantar middels facturen of inzage in de financiële administratie.

  • 3. De aanvrager van subsidie moet aantonen dat deze inleenvergoeding verlaagd is doormiddel van een aanzegging door de Gemeente Amsterdam of Pantar vanwege een vermindering van de loonkostensubsidie.

  • 4. Het DB kan inzage vragen in alle naar het oordeel van het dagelijks bestuur noodzakelijke bewijsstukken om aan te tonen dat de aanvrager de kosten voor de verhoogde inleenvergoeding niet zelfstandig kan dragen.

  • 5. Het DB kan de subsidieontvanger verplichten tot het maken van samenwerkingsafspraken met het Breed sociaal loket.

  • 6. De aanvrager moet in de aanvraag duidelijk maken hoe zij met eventuele klachten van deelnemers omgaat.

  • 7. Het DB kan de subsidieontvanger verplichten tot het vaststellen van een stagebeleid.

Artikel 8. Overgangsbepaling
  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Op het ogenblik van inwerkingtreding van deze regeling, komt te vervallen: de subsidieregeling continuering gesubsidieerde functies jaarlijks als vastgesteld in 2013.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling Continuering gesubsidieerde functies.