Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Subsidieregeling Jeugd en veiligheid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingSubsidieregeling Jeugd en veiligheid
CiteertitelSubsidieregeling Jeugd en veiligheid
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerp
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg, ondersteuning en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Stadsdeelkrant Zuid, jaargang 4, nummer 12, 13 juni 2013

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-06-201301-10-2016nieuwe regeling

28-05-2013

Stadsdeelkrant Zuid, jaargang 4, nummer 12, 13 juni 2013

-

Tekst van de regeling

Verordening

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    beleid Jeugd en Veiligheid: het beleid gericht op de aanpak van jeugdoverlast door middel van inzet van preventieve maatregelen gericht op het ondersteunen van (overlastgevende) risicojeugd richting zinvolle vrijetijdsbesteding, zorg, onderwijs of werk en daarnaast op de aanpak van jeugdoverlast in de openbare ruimte door middel van toezicht en repressieve maatregelen;

  • b.

    dagelijks bestuur (DB): het dagelijks bestuur van Stadsdeel Zuid;

  • c.

    doelgroep Jeugd en Veiligheid: (overlastgevende) risicojeugd, en voor wat betreft de groepsaanpak: (leden van) hinderlijke, overlastgevende of criminele jeugdgroepen;

  • d.

    groepsaanpak: de methodiek voor de integrale aanpak van door de subdriehoek vastgestelde hinderlijke, overlastgevende of criminele jeugdgroepen, onder regie van het stadsdeel en in samenwerking met het Openbaar Ministerie, Veiligheidshuis, politie en diverse zorg- en welzijnspartners.

Artikel 2. Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op de beleidsterreinen openbare orde en veiligheid en educatie en jeugd,. Het doel van deze subsidieregeling is dat de jeugd de kans krijgt om mee te doen in de maatschappij en wordt gecorrigeerd op onacceptabel gedag.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van projecten en/of activiteiten met betrekking tot de doelgroep Jeugd en Veiligheid, gericht op preventie, toezicht en repressie, passend binnen het beleid Jeugd en Veiligheid, waaronder de groepsaanpak.

Hoofdstuk 2 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 4. Verlening van de subsidie
  • 1. Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden door het DB gerangschikt op een prioriteitenlijst.

  • 2. De rangschikking wordt bepaald door:

    • a.

      De mate waarin deze voldoen aan het doel van de regeling.

    • b.

      De mate waarin deze voldoen aan de subsidiecriteria.

    • c.

      De verhouding tussen de prijs en de kwaliteit.

    • d.

      De aansluiting bij de beleidsuitgangspunten zoals vastgelegd in het Beleidskader Sociaal Domein 2010 - 2014.

    • e.

      De mate waarin naar de mening van het DB kan worden voldaan aan de verplichtingen gesteld onder hoofdstuk 3.

    • f.

      De spreiding van het aanbod en de mate waarin door bestaand aanbod reeds in de behoefte wordt voorzien, waarbij ook rekening wordt gehouden met het lokale ongesubsidieerde aanbod.

    • g.

      De mate waarin waarborgen worden geschapen voor continuïteit en kwaliteit van de activiteiten.

    • h.

      De mate waarin het aanbod aansluit bij de vraag van inwoners van Stadsdeel Zuid.

    • i.

      De mate waarin wordt afgestemd en samengewerkt met andere organisaties in het sociaal domein.

    • j.

      De mate waarin wordt gewerkt met gekwalificeerd personeel en bewezen effectieve methoden.

    • k.

      De mate waarin het aanbod aansluit bij de specifieke situatie van de doelgroep.

    • l.

      De mate waarin het aanbod aantoonbaar een aanvulling is op het reeds bestaande aanbod binnen de aanpak van overlastgevende jeugd.

    • m.

      De mate waarin tijdelijke inloopactiviteiten toeleiden naar deelname aan activiteiten of participatietrajecten.

    • n.

      De mate waarin de organisatie in staat en bereid is te participeren in de methodiek van de groepsaanpak.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 5. Aanvullende verplichtingen
  • Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2012, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • 1. Personen verantwoordelijk voor uitvoering van activiteiten voor jeugdigen dienen in bezit te zijn van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG).

  • 2. De ontvanger is verplicht gebruik te maken van en deel te nemen aan het Jeugdnetwerk 12+ en te werken volgens signalerings- en doorverwijsprotocollen. Het kan zijn dat het Jeugdnetwerk 12+ een andere vorm krijgt in de toekomst (door stedelijke programma's zoals 'Om het kind').

  • 3. De ontvanger beschikt over een adequaat risico- en veiligheidsprotocol.

  • 4. De ontvanger hanteert effectieve werkwijzen rond klanttevredenheidsonderzoek.

  • 5. De ontvanger is verplicht mee te werken aan verzoeken van het stadsdeel, meerdere stadsdelen en/of de gemeente Amsterdam om deel te nemen aan effectonderzoek en monitoring ten behoeve van doelmatigheid.

  • 6. De ontvanger is verplicht informatie over de doelgroep en de voortgang van het betreffende individu of de betreffende groep te allen tijde te delen met en te rapporteren aan de projectleider Jeugd en Veiligheid en de betreffende partners binnen Jeugd en Veiligheid. De ontvanger is verplicht vooraf aan te geven welke grenzen zij eventueel hanteert in het verstrekken van de informatie.

  • 7. De ontvanger is verplicht te registreren op een door het dagelijks bestuur te bepalen wijze.

  • 8. De ontvanger is verplicht vooraf bij de projectleider Jeugd en Veiligheid toestemming te vragen voor de start van individuele zorgprojecten/trajecten bij jongeren. Deze toestemming is afhankelijk van noodzaak en van de onmogelijkheid dat zorgprojecten/trajecten geleverd kunnen worden door bestaande netwerkpartners.

  • 9. De ontvanger is verplicht om voor de start van activiteiten, in overleg met de projectleider Jeugd en Veiligheid van het stadsdeel, te bepalen welke specifiek omschreven groep jeugdigen met de activiteiten dient te worden bereikt.

  • 10. De ontvanger is verplicht deelnemers bij onacceptabel gedrag het recht op deelname aan activiteiten (al of niet tijdelijk) te ontzeggen.

  • 11. De aanvrager moet in de aanvraag duidelijk maken hoe zij met eventuele klachten van deelnemers omgaat.

  • 12. Het DB kan de subsidieontvanger verplichten tot het maken van samenwerkingsafspraken met het Breed sociaal loket.

  • 13. Het DB kan de subsidieontvanger verplichten tot het vaststellen van een stagebeleid.

Artikel 6. Overgangsbepaling
  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Op het ogenblik van inwerkingtreding van deze regeling, komt te vervallen: de subsidieregeling Jeugd en Veiligheid jaarlijks.

Artikel 7. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling Jeugd en veiligheid.