Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Subsidieregeling sportstimulering periodiek

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingSubsidieregeling sportstimulering periodiek
CiteertitelSubsidieregeling sportstimulering periodiek
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerp
Eigen onderwerpCultuur, sport en recreatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Stadsdeelkrant Zuid, jaargang 4, nummer 12, 13 juni 2013

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-06-201301-10-2016nieuwe regeling

28-05-2013

Stadsdeelkrant Zuid, jaargang 4, nummer 12, 13 juni 2013

-

Tekst van de regeling

Verordening

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    dagelijks bestuur (DB): het dagelijks bestuur van Stadsdeel Zuid;

  • b.

    Naschoolse Activiteiten (NSA): activiteiten die naschooltijd plaats vinden;

  • c.

    sportaanbieders: organisaties die als doel hebben sportactiviteiten te organiseren, dit kunnen sportverenigingen zijn, maar ook commerciële aanbieders;

  • d.

    commerciële sportaanbieders: sportaanbieders die een rechtsvorm hebben anders dan stichting of vereniging;

  • e.

    Verklaring Omtrent het gedrag (VOG): een verklaring die uitsluit dat mensen in het verleden veroordeeld zijn voor overtredingen die relevant zijn voor de te verrichten werkzaamheden;

  • f.

    inactieven: mensen die op het moment van deelname aan activiteiten nog niet lid zijn bij een sportaanbieder en of zelfstandig voldoende sporten om aan de RSO norm, beweegnorm te voldoen;

  • g.

    RSO norm: meer dan 11 keer sporten per jaar;

  • h.

    beweegnorm: tenminste vijf dagen per week 30 minuten matig intensieve lichaamsbeweging te hebben. Voor kinderen, jongeren en mensen met overgewicht is het gewenste aantal minuten per dag tenminste 60;

  • i.

    ouderen: mensen van 55+;

  • j.

    mensen met een beperking: mensen met een motorische, zintuiglijke, verstandelijke beperking, of een chronische ziekte;

  • k.

    regulier sportaanbod: sportaanbod, dat georganiseerd word zonder directe subsidie.

Artikel 2. Doel subsidieregeling
  • Deze subsidieregeling is van toepassing op het beleidsterrein sport en recreatie. Het doel van deze subsidieregeling is dat alle inwoners van Stadsdeel Zuid een levenlang sportief zijn waarbij er speciale aandacht is voor de jeugd, ouderen en mensen met een beperking. Het DB wil de volgende doelstellingen bereiken:

  • 1. Meer sportende jeugd

  • 2. Meer jeugd die lid is bij een sportvereniging

  • 3. Meer sportende en bewegende ouderen

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten
  • Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van:

  • 1. Kennismakingsactiviteiten voor de jeugd: activiteiten gedurende schooltijd, die als doel hebben om enerzijds de jeugd kennis te laten maken met nieuwe sporten en anderzijds om hen te laten doorstromen naar Naschoolse Sportactiviteiten of direct naar regulier sportaanbod.

    • a.

      Het DB kan activiteiten subsidiëren die ten doel hebben jeugd kennis te laten maken (tijdens schooltijd) met nieuwe sporten.

    • b.

      Het DB kan activiteiten subsidiëren die ten doel hebben toernooien/festijnen te organiseren ter afsluiting van een kennismakingsperiode.

  • 2. Naschoolse sportactiviteiten voor de jeugd: activiteiten die plaatsvinden naschooltijd in de gymzaal van de school of bij een lokale sportaanbieder. Deze activiteiten sluiten aan bij het kennismakingsaanbod of zijn een aanvulling hierop. Deze activiteiten hebben ten doel om de inactieve jeugd door te laten stromen naar regulier sportaanbod (sportvereniging of sportaanbieder).

    • a.

      Het DB kan activiteiten subsidiëren die ten doel naschoolse activiteiten te organiseren en inactieve jeugd te doen doorstromen naar regulier sportaanbod.

  • 3. Sportactiviteiten voor ouderen: activiteiten die ten doel hebben ouderen meer te laten sporten waarbij het doel is om waar mogelijk mensen te laten doorstromen naar regulier sportaanbod.

    • a.

      Het DB kan instuifaanbod subsidiëren dat zich richt op het meer laten bewegen van ouderen.

    • b.

      Het DB kan cursusaanbod subsidiëren dat zich richt op het meer laten bewegen van ouderen.

  • 4. Sportactiviteiten voor mensen met een beperking: activiteiten die ten doel hebben mensen met een beperking meer te laten sporten.

    • a.

      Het DB kan sportaanbod subsidiëren dat er voor zorgt dat er extra sportaanbod ontstaat voor mensen met een beperking.

    • b.

      Het DB kan activiteiten subsidiëren die er toe leiden dat bestaand sportaanbod ook geschikt wordt voor mensen met een beperking.

  • 5. Sportevenementen voor jeugd, ouderen en mensen met een beperking: activiteiten die ten doel hebben middels een jaarlijks evenement mensen kennis te laten maken met sport en of meer te laten bewegen / sporten.

    • a.

      Het DB kan sportactiviteiten subsidiëren die aansluiten bij stedelijke/nationale (top)sportevenementen.

  • 6. Sportactiviteiten in de openbare ruimte: activiteiten die ten doel hebben om mensen te stimuleren (zelfstandig) te sporten in de openbare ruimte.

    • a.

      Het DB kan sportactiviteiten subsidiëren die zich richten op de evenementen in de openbare ruimte.

    • b.

      Het DB kan sportactiviteiten subsidiëren die het gebruik van pleinen, sport- en speelplekken stimuleert, hierbij ligt de nadruk op mensen tussen de 10 en 18 jaar.

Hoofdstuk 2 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 4. Verlening van de subsidie
  • 1. Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden door het DB gerangschikt op een prioriteitenlijst.

  • 2. De rangschikking wordt bepaald door:

    • a.

      De mate waarin deze voldoen aan het doel van de regeling.

    • b.

      De mate waarin deze voldoen aan de subsidiecriteria.

    • c.

      De verhouding tussen de prijs en de kwaliteit.

    • d.

      De aansluiting bij de beleidsuitgangspunten zoals vastgelegd in het Beleidskader Sociaal Domein 2010 - 2014.

  • 3. De mate waarin naar de mening van het DB kan worden voldaan aan de verplichtingen gesteld onder hoofdstuk 3.

  • 4. Kennismakingsactiviteiten: het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van activiteiten die voldoen aan de volgende elementen:

    • a.

      Er dient samengewerkt te worden met SportService Amsterdam, i.v.m. met inzet cofinanciering.

    • b.

      Lessen worden in de regel gegeven door trainers van lokale sportaanbieders of Combinatiefunctionarissen.

    • c.

      Kennismakingsactiviteiten dienen in minimaal 2 blokken van 3 lessen per jaar aangeboden te worden aan de primair onderwijsinstellingen.

    • d.

      De aanbieder toont aan dat er wisselende sporten worden aangeboden waarbij er een goede mix is van populaire en minder populaire sporten.

    • e.

      De aanbieder heeft zicht en inzicht op het lokale reguliere sportaanbod.

  • 5. Naschoolse Sportactiviteiten: het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van activiteiten die voldoen aan de volgende elementen:

    • a.

      Er dient samengewerkt te worden bij SportService Amsterdam, i.v.m. met mogelijke cofinanciering.

    • b.

      Lessen worden gegeven door trainers van lokale sportaanbieders of Combinatiefunctionarissen.

    • c.

      Jeugd met overgewicht heeft voorrang bij deelname aan activiteiten.

    • d.

      De aanbieder toont aan dat er wisselende sporten worden aangeboden waarbij er een goede mix is van populaire en minder populaire sporten.

    • e.

      De aanbieder toont aan dat er inzet is gepleegd om met name inactieve jeugd te bereiken.

    • f.

      De aanbieder toont aan middels een jaarlijks klanttevredenheid onderzoek onder ouders en deelnemers dat de activiteiten van voldoende kwaliteit zijn.

    • g.

      De aanbieder organiseert de activiteiten vraaggericht (scholen en deelnemers) rekening houdend met lokaal sportaanbod.

    • h.

      De aanbieder heeft zicht en inzicht op het lokale reguliere sportaanbod.

    • i.

      Het aanbod mag niet concurrerend zijn met regulier bestaand aanbod. Elementen waar naar gekeken worden zijn, overlap van locatie, type activiteiten, doelgroep en prijs.

    • j.

      Afnemen van een klanttevredenheidsonderzoek onder deelnemers.

  • 6. Activiteiten voor ouderen: deze sportactiviteiten zijn primair bedoelt voor mensen van 55+ en mensen met een beperking. Onder de volgende voorwaarden mogen mensen buiten deze doelgroep ook deelnemen:

    • a.

      Wanneer het percentage deelnemers aan één activiteit dat 55+ of een beperking heeft minimaal 70% bedraagt.

    • b.

      Wanneer deelnemers die geen 55+ zijn of een beperking hebben een hogere eigen bijdrage betalen voor de aangeboden activiteit.

    • c.

      De aanbieder zorgt voor doorstroom van cursusaanbod naar ander aanbod. Deelnemers dien wanneer mogelijk na twee keer deelnemen aan het zelfde type (sport) cursusaanbod door te stromen naar regulier sportaanbod.

    • d.

      De aanbieder heeft zicht en inzicht op het lokale reguliere sportaanbod

    • e.

      Het aanbod mag niet concurrerend zijn met regulier bestaand aanbod. Elementen waar naar gekeken worden zijn, overlap van locatie, type activiteiten, doelgroep en prijs.

    • f.

      Afnemen van een klanttevredenheidsonderzoek onder deelnemers.

  • 7. Sportactiviteiten voor mensen met een beperking: het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van activiteiten die voldoen aan de volgende elementen:

    • a.

      Trainers dienen naast een VOG in bezit te zijn van relevante diploma's om om te gaan met de beperkingen van de mensen aan wie training gegeven wordt.

    • b.

      Lessen worden zoveel mogelijk gegeven door trainers van lokale sportaanbieders of combinatiefunctionarissen.

    • c.

      De aanbieder heeft zicht en inzicht op het lokale reguliere sportaanbod.

    • d.

      De aanbieder toont aan dat er inzet is gepleegd om met name inactieve jeugd te bereiken.

    • e.

      Aanbieder heeft een actieve signalerende rol t.b.v. andere problematiek dan de beperking

    • f.

      Er zijn goede doorverwijsprotocollen en contacten met hulpinstellingen

    • g.

      Er is een eigen bijdrage voor activiteiten

    • h.

      Afnemen van een klanttevredenheidsonderzoek onder deelnemers

    • i.

      Er wordt vraag gericht gewerkt, rekening houdend met lokaal aanbod

    • j.

      Er wordt samengewerkt met andere partners rond deze doelgroep (Prisma, Altra, Meeza)

    • k.

      Aanbieders nemen deel aan het Gecombineerde Leefstijlnetwerk.

  • 8. Sportevenementen voor jeugd, ouderen en mensen met een beperking: het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van activiteiten die voldoen aan de volgende elementen:

    • a.

      Keuzes voor evenementen af te stemmen met SportService Amsterdam.

    • b.

      Samen te werken met lokale sportaanbieders bij de realisatie van evenementen.

  • 9. Sportactiviteiten in de openbare ruimte: het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van activiteiten die voldoen aan de volgende elementen:

    • a.

      Activiteiten richten zich op jeugd 12 - 18 en of ouderen.

    • b.

      Lessen worden zoveel mogelijk gegeven door trainers van lokale sportaanbieders of combinatiefunctionarissen.

    • c.

      Activiteiten richten zich op het met mensen bekwaam maken om zelfstandig te sporten in de openbare ruimte.

    • d.

      Activiteiten richten zich met name op inactieve mensen.

    • e.

      Lokale organisatie worden geïnformeerd van geplande activiteiten.

    • f.

      Aanbieder is verplicht gebreken in de openbare ruimte te melden wanneer zij deze tegenkomt.

    • g.

      Aanbieder heeft contact met buurtregisseur (politie) i.v.m. met mogelijk overlast situaties

    • h.

      Er is een goede spreiding van activiteiten door het stadsdeel.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 5. Aanvullende verplichtingen
  • Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2012, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • 1. Activiteiten richten zich op inwoners van Stadsdeel Zuid en of mensen die in Zuid naar school gaan.

  • 2. Personen verantwoordelijk voor uitvoering van activiteiten voor jeugdigen dienen in bezit te zijn van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG).

  • 3. De organisatie beschikt over een adequaat signalerings- en doorverwijsprotocol.

  • 4. De organisatie beschikt over een adequaat risico- en veiligheidsprotocol.

  • 5. De organisatie hanteert effectieve werkwijzen rond klanttevredenheidsonderzoek.

  • 6. De organisatie is verplicht mee te werken aan verzoeken van het stadsdeel, meerdere stadsdelen en/of de gemeente Amsterdam om deel te nemen aan effectonderzoek en monitoring ten behoeve van doelmatigheid.

  • 7. De organisatie werkt mee aan het ontwikkelen, registreren, meten en leveren van informatie voor indicatoren ten behoeve van beleid en verantwoording.

  • 8. De organisatie geeft informatie en voert informatie in ten behoeve van communicatiemiddelen van het stadsdeel of de gemeente Amsterdam, zoals planningsite en sociale media.

  • 9. Bij organisatie van activiteiten dient optimaal gebruik gemaakt te worden van stedelijke cofinanciering en de inzet van combinatiefunctionarissen.

  • 10. Voor naschoolse activiteiten, activiteiten voor ouderen en sportactiviteiten voor mensen met een beperking dient een eigen bijdrage betaald te worden.

  • 11. Het DB kan de subsidieontvanger verplichten tot het maken van samenwerkingsafspraken met het Breed sociaal loket.

  • 12. De aanvrager moet in de aanvraag duidelijk maken hoe zij met eventuele klachten van deelnemers omgaat.

  • 13. Het DB kan de subsidieontvanger verplichten tot het vaststellen van een stagebeleid.

Artikel 6. Overgangsbepaling
  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Op het ogenblik van inwerkingtreding van deze regeling, komt te vervallen: de subsidieregeling sportstimulering jaarlijks.

Artikel 7. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling Sportstimulering periodiek.