Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Slochteren

Beleidsregels opschorting, herziening, intrekking en invordering Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en Wet inkomensvoorziening oudere en ggedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Slochteren
Officiële naam regelingBeleidsregels opschorting, herziening, intrekking en invordering Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en Wet inkomensvoorziening oudere en ggedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) 2013
CiteertitelDebiteurennotitie Ioaw en Ioaz 2013
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Debiteurennotitie Ioaw en Ioaz 2013, Debiteurennotitie WWB 2013 en Beleidsregels verhaal WWB 2013 vervangen het Beleidsplan debiteuren Backoffice Welzijn en Publiekszaken, vastgesteld 5 juli 2005.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, art. 17 en hoofdstuk II, paragraaf 5
  2. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 17 en hoofdstuk II, paragraaf 5

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-06-2013nieuwe regeling

28-05-2013

't Bokkeblad, 05-06-2013

2013/2763

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels opschorting, herziening, intrekking en terugvordering Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikt werkloze werknemers (Ioaw) en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Slochteren;

gelet op artikel 17 en hoofdstuk II, paragraaf 5 van zowel de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers als de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

besluit vast te stellen de

Beleidsregels opschorting, herziening, intrekking en terugvordering

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikt werkloze werknemers (Ioaw) en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) 2013

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1. Algemeen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Slochteren maakt gebruik van de bevoegdheid tot:

  • a.

    het opschorten van het recht op een uitkering krachtens de Ioaw en Ioaz ingevolge artikel 17, eerste lid van de Ioaw en Ioaz;

  • b.

    het herzien of intrekken van het besluit tot toekenning van een Ioaw- of Ioaz-uitkering ingevolge artikel 17, derde en vierde lid van de Ioaw en Ioaz;

  • c.

    terug- en invordering van ten onrechte of teveel verleende uitkering op grond van de Ioaw en Ioaz, overeenkomstig hoofdstuk 2, paragraaf 5 van de Ioaw en Ioaz.

Hoofdstuk 2. Opschorting

Artikel 2. Opschorting recht op uitkering Ioaw of Ioaz
  • 1. Het recht op een uitkering krachtens de Ioaw en Ioaz wordt voor de duur van ten hoogste acht weken opgeschort als:

    • a.

      de belanghebbende de voor de verlening van de uitkering van belang zijnde gegevens of gevorderde bewijsstukken niet, niet tijdig of onvolledig heeft verstrekt en hem dit te verwijten valt;

    • b.

      de belanghebbende anderszins onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek.

  • 2. De opschorting gaat in:

    • a.

      vanaf de eerste dag van de periode waarop het verzuim betrekking heeft, of:

    • b.

      vanaf de dag van het verzuim als niet kan worden bepaald op welke periode dit verzuim betrekking heeft.

  • 3. Als de belanghebbende in het geval bedoeld in het eerste lid het verzuim niet herstelt binnen een daarvoor gestelde termijn, wordt de uitkering ingetrokken met ingang van de eerste dag waarover het recht op een uitkering krachtens de Ioaw of Ioaz is opgeschort.

Hoofdstuk 3. Herziening en intrekking

Artikel 3. Herziening of intrekking van het toekenningsbesluit

Een besluit tot toekenning van een uitkering krachtens de Ioaw of Ioaz wordt herzien of ingetrokken als:

  • a.

    een gedraging als bedoeld in artikel 20, eerste lid van de Ioaw en Ioaz, of het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting als bedoeld in artikel 13 Ioaw of Ioaz, of artikel 30c, tweede of derde lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van een uitkering krachtens de Ioaw of Ioaz;

  • b.

    anderszins de Ioaw- of Ioaz-uitkering ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend.

Hoofdstuk 4. Terugvordering

Artikel 4. Terugvordering
  • 1. Het college vordert de uitkering krachtens de Ioaw of Ioaz terug als:

    • a.

      de uitkering ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend, alsmede anderszins onverschuldigd is betaald;

    • b.

      blijkt dat er over dezelfde periode waarover een uitkering op grond van de Ioaw of Ioaz is verleend, later inkomsten worden ontvangen waarmee bij de vaststelling van de uitkering rekening zou zijn gehouden.

  • 2. Onder kosten van uitkering krachtens de Ioaw of Ioaz wordt verstaan de netto uitkering verhoogd met loonbelasting en de premies volksverzekeringen, voorzover deze belasting en premies niet verrekend kunnen worden met de af te dragen loonbelasting en premies volksverzekeringen.

  • 3. De in de voorafgaande drie maanden ontvangen middelen worden verrekend met de uitkering in plaats van teruggevorderd.

Artikel 5. Terugvordering van gezinsleden
  • 1. Als de uitkering krachtens de Ioaw of Ioaz aan een gezin is verleend, wordt de uitkering van alle gezinsleden teruggevorderd.

  • 2. Als de uitkering krachtens de Ioaw of Ioaz met inachtneming van artikel 3 van de Ioaw of Ioaz had moeten worden verleend, maar dit achterwege is gebleven omdat belanghebbende onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt, dan wel de verplichting, bedoeld in artikel 13 Ioaw of Ioaz, of artikel 30c, tweede lid of derde lid van de Wet uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, niet of niet behoorlijk is nagekomen, wordt de gedurende het betrokken tijdvak ten onrechte verleende uitkering mede teruggevorderd van de persoon met wiens inkomen bij de verlening van de uitkering rekening had moeten worden gehouden.

  • 3. De in het eerste en tweede lid genoemde personen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de terugbetaling van de ten onrechte verleende uitkering.

Artikel 6. Afzien van het nemen van een terugvorderingsbesluit
  • 1. Het college ziet af van terugvordering:

    • a.

      als er sprake is van (zeer) dringende redenen;

    • b.

      als de vordering is vervallen of verjaard;

    • c.

      als belanghebbende geen enkel verwijt kan worden gemaakt en redelijkerwijs niet kon weten dat er teveel of ten onrechte een uitkering Ioaw of Ioaz werd verstrekt;

    • d.

      van loonbelasting en premies volksverzekeringen als de belanghebbende geen enkel verwijt kan worden gemaakt;

    • e.

      als het (nog) terug te vorderen bedrag (na eventuele verrekening) lager is dan € 100,00. Als er een verrekening kan plaatsvinden wordt eerst verrekend.

  • 2. Het eerste lid, onderdeel e, is niet van toepassing op vorderingen ontstaan als gevolg van het verwijtbaar niet (of niet volledig) nakomen van de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 13 Ioaw of Ioaz of artikel 30c, tweede en derde lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

Artikel 7. Afzien van (verdere) inning
  • 1. In afwijking van artikel 4 besluiten burgemeester en wethouders van (verdere) inning af te zien als:

    • a.

      er sprake is van een problematische schuldensituatie;

    • b.

      intensief maar zonder succes (periodiek gedurende 60 maanden) is geprobeerd een vordering te innen en het niet aannemelijk is dat de debiteur op enig moment gaat aflossen;

    • c.

      er sprake is van verjaring;

    • d.

      er sprake is van zeer dringende redenen.

  • 2. Het eerste lid, onderdelen a en b geldt niet als er sprake is van een terugvordering als gevolg van verwijtbaar niet (of niet volledig) nakomen van de inlichtingenplicht op grond van artikel 13 Ioaw of Ioaz of artikel 30c, tweede en derde lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. Het eerste lid, aanhef en onderdeel b is wel van toepassing als gedurende 120 maanden intensief maar zonder succes is geprobeerd te innen.

Artikel 8. Terugvorderingsbesluit

In het terugvorderingsbesluit deelt het college aan de belanghebbende mee:

  • a.

    de reden van de terugvordering;

  • b.

    tot welk bedrag de ten onrechte ontvangen uitkering wordt teruggevorderd;

  • c.

    de termijn of termijnen waarbinnen de belanghebbende de ten onrechte ontvangen uitkering dient terug te betalen;

  • d.

    op welke wijze het besluit, bij gebrekkige betaling, ten uitvoer zal worden gelegd.

Artikel 9. Dwangbevel

Als de debiteur de opgelegde betaalverplichting na een aanmaning niet, of niet op tijd, nakomt, verstuurt het college een dwangbevel. Op grond van het dwangbevel wordt verrekend, vereenvoudigd derdenbeslag gelegd of wordt de vordering (ter executie) in handen van een deurwaarder gesteld.

Artikel 10. Inlichtingenplicht debiteur

De debiteur is verplicht op verzoek mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de hoogte van de aflossingsverplichting.

Artikel 11. Vaststelling aflossingsverplichting
  • 1. De debiteur moet iedere vordering ineens voldoen, tenzij een betalingsregeling is aangeboden of overeengekomen.

  • 2. Als daartoe aanleiding bestaat, wordt de betalingsverplichting gewijzigd en wordt daarvan mededeling gedaan aan de belanghebbende.

  • 3. Bij de bepaling van de aflossingsverplichting wordt rekening gehouden met alle vermogens- en inkomstenbestanddelen waarover de debiteur en zijn gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken.

  • 4. Bij betaling in termijnen blijft de debiteur minimaal beschikken over de beslagvrije voet als bedoeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Artikel 12. Ten uitvoerlegging
  • 1. Als de belanghebbende de opgelegde betalingsverplichting niet nakomt, wordt het dwangbevel of een terugvorderingsbeschikking ten uitvoer gelegd door middel van:

    • a.

      verrekening met de maandelijks te verlenen bijstand of uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand, Ioaw, Ioaz of Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;

    • b.

      vereenvoudigd derdenbeslag;

    • c.

      executoriaal beslag door een deurwaarder;

    • d.

      conservatoir beslag (hiervoor is niet vereist dat eerst een dwangbevel wordt afgegeven).

  • 2. Als de belanghebbende een opgelegde betalingsverplichting niet nakomt, worden invorderingskosten in rekening gebracht bij de belanghebbende.

  • 3. De kosten van het betekenen en uitvoeren van executoriaal beslag en conservatoir beslag worden bij de debiteur in rekening gebracht.

Hoofdstuk 5. Slotbepaling

Artikel 13. Citeertitel en inwerkingtreding
  • 1.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Debiteurennotitie Ioaw en Ioaz 2013.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking per 6 juni 2013. Per die datum wordt ingetrokken het Beleidsplan debiteuren Backoffice Welzijn en Publiekszaken gemeente Slochteren, welke in werking is getreden op 5 juli 2005.

Ondertekening

Vastgesteld in de collegevergadering van 28 mei 2013.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Slochteren,

Burgemeester G.J. ten Brink Secretaris C.C.W. van den Akker