Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Slochteren

Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Slochteren
Officiële naam regelingBeleidsregels verhaal Wet werk en bijstand 2013
CiteertitelBeleidsregels verhaal WWB 2013
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Beleidsregels verhaal WWB 2013, Debiteurennotitie WWB 2013 en de DebiteurennotitieIoaw en Ioaz 2013 vervangen het Beleidsplan debiteuren Backoffice Welzijn en Publiekszaken, vastgesteld 5 juli 2005.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, paragraaf 6.5

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-06-201301-01-2015nieuwe regeling

28-05-2013

't Bokkeblad, 28-05-2013

2013/2763

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Slochteren;

gelet op paragraaf 6.5 van de Wet werk en bijstand;

besluit vast te stellen de

Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand 2013

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1. Algemeen

  • a.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Slochteren (het college) maakt in alle gevallen gebruik van de bevoegdheid om de kosten van bijstand te verhalen overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 61, 62, 62a, 62b, 62c, 62d, 62e, 62f, 62g, 62h en 62i van de Wet werk en bijstand (WWB).

  • b.

    Onder kosten van bijstand wordt verstaan de netto bijstand verhoogd met loonbelasting en de premies volksverzekeringen voor zover deze belasting en premies niet verrekend kunnen worden met de af te dragen loonbelasting en premies volksverzekeringen.

Hoofdstuk 2. Verhaal

Artikel 2. Verhaalssituaties

Het college verhaalt de kosten van bijstand tot de grens van de onderhoudsplicht als bedoeld in Boek I van het Burgerlijk Wetboek tot maximaal de totale kosten van bijstand, als:

  • a.

    bij het ontbreken van een gezinsverband de (ex-)echtgenoot, (ex-)geregistreerde partner of de ouder van een minderjarig kind zijn onderhoudsplicht niet of niet behoorlijk nakomt (artikel 62, aanhef en onderdelen a en b WWB);

  • b.

    de onderhoudsplichtige op grond van artikel 1:395a van het Burgerlijk Wetboek zijn onderhoudsplicht niet of niet behoorlijk nakomt jegens zijn meerderjarige kind aan wie bijzondere bijstand is verleend (artikel 62 aanhef en onderdeel c WWB);

  • c.

    de bijstandsontvanger een schenking heeft gedaan op de ontvanger van die schenking, tenzij de noodzaak van bijstandsverlening ten tijde van de schenking redelijkerwijs niet was te voorzien (artikel 62f, aanhef en onderdeel a WWB);

  • d.

    ten onrechte bijstand is verleend en voor het overlijden van de ontvanger van bijstand nog geen terugvordering heeft plaatsgevonden of bijstand is verleend in de vorm van geldlening of als gevolg van borgtocht op de nalatenschap van de overledene (artikel 62f, aanhef en onderdeel b, WWB).

Artikel 3. Verhaal op basis van rechterlijke uitspraak

Als een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud verschuldigd krachtens Boek I van het Burgerlijk Wetboek die uitvoerbaar is, niet wordt nagekomen, wordt verhaald in overeenstemming met deze uitspraak, tenzij redelijkerwijs vast staat dat de draagkracht van de onderhoudsplichtige dit redelijkerwijs niet toelaat.

Vanaf 1 augustus 2009 int het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) naast de kinderalimentatie ook de partneralimentatie als er een achterstand in betaling is. Soms kan het doelmatiger zijn om de uitkeringsgerechtigde een verplichting op te leggen om het LBIO de alimentatie te laten innen. Dit zou vooral een rol kunnen spelen als door het niet betalen van de alimentatie bijstand wordt aangevraagd, terwijl de onderhoudsplichtige wel voldoende draagkracht heeft. Omdat ook dit bewaakt moet worden kan het in andere gevallen effectiever zijn om te verhalen op basis van een rechterlijke uitspraak.

Artikel 4. Inlichtingenplicht onderhoudsplichtige

De onderhoudsplichtige is verplicht op verzoek en onverwijld uit eigen beweging mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de verhaalsbijdrage.

Artikel 5. Beoordeling van de mate van onderhoudsplicht

  • a.

    Bij de beoordeling van het bestaan van het verhaalsrecht in verband met onderhoudsplicht en de omvang van het verhaalsbedrag, wordt rekening gehouden met de maatstaven die gelden en de omstandigheden die van belang zijn in het geval dat de rechter dient te beslissen over de vraag of, en zo ja, tot welk bedrag een uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed of in verband met onderhoudsplicht jegens minderjarige kinderen zou moeten worden vastgesteld (tremanormen), rekening houdend met hetgeen is gesteld in onderdeel b.

  • b.

    Niet tot de middelen van de onderhoudsplichtige worden gerekend de in de WWB vrijgelaten middelen.

Artikel 6. wijzigen eerder opgelegd verhaalsbedrag en verhalen in afwijking van de beschikking van de rechter

Als uit signalen blijkt dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden kan het college (verzoeken) het eerder (door de rechter) vastgestelde bedrag (te) wijzigen:

  • a.

    als de rechter het bedrag zou kunnen wijzigen op gronden genoemd in artikelen 157 en 401 van Boek 1 Burgerlijk Wetboek;

  • b.

    als de rechter of het college geen rekening heeft kunnen houden met alle voor de betrokkenen beslissing in aanmerking komende gegevens en omstandigheden betreffende de onderhoudsplichtige en/of bijstandsgerechtigde.

Artikel 7. (Tijdelijk) geheel of gedeeltelijk afzien van verhaal

Het college ziet af van verhaal als:

  • a.

    en voorzover het burgemeester en wethouders duidelijk is dat een eerder opgelegde verhaalsbijdrage niet (meer) overeenkomt met de (financiële) omstandigheden van de onderhoudsplichtige;

  • b.

    het te verhalen bedrag minder is dan € 50,00 per maand en/of € 600,00 per jaar (kruimelbedrag);

  • c.

    als daarvoor gelet op de omstandigheden van degene op wie verhaal wordt gezocht of degene die bijstand of inkomensvoorziening ontvangt of heeft ontvangen, dringende redenen aanwezig zijn;

  • d.

    de onderhoudsplichtige uit de bijstand is gestroomd naar betaald werk. Dit afzien van verhaal is beperkt tot twaalf maanden;

  • e.

    de onderhoudsplichtige buiten Nederland woont en een Nederlandse inkomen- en vermogensbron onbekend is.

Artikel 8. Afzien van (verdere) inning van verhaal

In afwijking van artikel 2 besluit het college van (verdere) inning van de verhaalsbijdrage af te zien, als:

  • a.

    er sprake is van een problematische schuldensituatie;

  • b.

    intensief en zonder succes is geprobeerd een verhaalsbijdrage te innen en het niet aannemelijk is dat de onderhoudsplichtige op enig moment gaat betalen;

  • c.

    als daarvoor gelet op de omstandigheden van degene op wie verhaal wordt gezocht of degene die bijstand ontvangt of heeft ontvangen, dringende redenen aanwezig zijn.

Artikel 9. Verhaalsbesluit

  • 1. In het verhaalsbesluit deelt het college aan de onderhoudsplichtige mede:

    • a.

      de reden van verhaal van kosten van bijstand;

    • b.

      het bedrag dat wordt verhaald en met ingang van wanneer;

    • c.

      de termijn of termijnen waarbinnen de onderhoudsplichtige de verhaalsbijdrage dient te betalen.

  • 2. Bij verhaal op de nalatenschap kan de mededeling worden gericht aan de langstlevende echtgenoot of één der erfgenamen die geacht kan worden bij de afwikkeling van de nalatenschap te zijn betrokken.

Artikel 10. Ingangsdatum verhaalsbijdrage

De maandelijkse verhaalsbijdrage in verband met onderhoudsplicht wordt opgelegd met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de datum van de eerste aanschrijving.

Artikel 11. Verhaal in rechte

Het college gaat over tot verhaal in rechte als de onderhoudsplichtige niet uit eigen beweging bereid is de verlangde gelden aan het college te betalen, dan wel niet of niet tijdig tot betaling daarvan overgaat.

Artikel 12. Dwanginvordering

Bij een vereenvoudigd derdenbeslag bedragen de bij de debiteur in rekening gebracht kosten 15% van het nog openstaande bedrag, met een minimum van € 45,00. Als de deurwaarder of een incassobureau wordt ingeschakeld worden de werkelijke kosten hiervan bij de debiteur in rekening gebracht, met een minimum van € 45,00.

Hoofdstuk 3. Slotbepaling

Artikel 13. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels verhaal WWB 2013.

  • 2. Deze beleidsregels treden in werking per 6 juni 2013. Per die datum wordt ingetrokken het Beleidsplan debiteuren Backoffice Welzijn en Publiekszaken gemeente Slochteren, welke in werking is getreden op 5 juli 2005.

Ondertekening

Vastgesteld in de collegevergadering van 28 mei 2013.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Slochteren,

Burgemeester G.J. ten Brink Secretaris C.C.W. van den Akker