Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Littenseradiel

Treasurystatuut

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Littenseradiel
Officiële naam regelingTreasurystatuut
CiteertitelTreasurystatuut
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpadministratieve organisatie, gemeentefinanciering, interne controle, kasbeheer, risicobeheer, treasuryfunctie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is deze regeling per 1 januari 2020 vervallen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 212
  2. Wet financiering decentrale overheden

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-12-200901-01-200901-01-2020Nieuwe regeling

10-11-2009

Op 'e Skille, 17-12-2009

Collegebesluit, 10-11-2009, nr. 7

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut

Burgemeester en wethouders van de gemeente Littenseradiel;

besluiten:

het Treasurystatuut vast te stellen.

Algemeen

Artikel 1 Begrippenkader

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • -

    Derivaten: Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren;

  • -

    Financiering: Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;

  • -

    Geldstromenbeheer: Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);

  • -

    Intern liquiditeitsrisico: De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

  • -

    Kasgeldlimiet: Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar;

  • -

    Koersrisico: Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

  • -

    Kredietrisico: De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit;

  • -

    Liquiditeitenbeheer: Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;

  • -

    Liquiditeitenplanning: Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid;

  • -

    Rating: De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier;

  • -

    Renterisico: Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen;

  • -

    Renterisiconorm: Een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet fido gefixeerd percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente die bij de realisatie niet mag worden overschreden;

  • -

    Rentetypische looptijd: Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;

  • -

    Saldobeheer: Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;

  • -

    Rentevisie: Toekomstverwachting over de renteontwikkeling;

  • -

    Solvabiliteitsratio van 0%: Status die door een bancaire toezichthouder in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (lidstaten van de Europese Unie uitgebreid met Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend;

  • -

    Treasuryfunctie: De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;

  • -

    Uitzetting: Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.

  • -

    Wet Fido: De Wet financiering decentrale overheden.

Artikel 2 Doelstellingen van de treasuryfunctie

De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

  • 1.

    Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • 2.

    Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;

  • 3.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • 4.

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut.

Risicobeheer

Artikel 3 Uitgangspunten risicobeheer

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    De gemeente mag leningen of garanties uitsluitend uit hoofde van de “publieke taak” verstrekken. De Gemeenteraad bepaalt de publieke taak;

  • 2.

    De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut;

  • 3.

    Het gebruik van derivaten is niet toegestaan.

Artikel 4 Renterisicobeheer

  • 1. De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet fido;

  • 2. De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet fido;

  • 3. Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning;

  • 4. De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;

  • 5. Binnen de kaders gesteld onder lid 3 en lid 4, streeft de gemeente tevens naar spreiding in de rentetypische looptijden van leningen/uitzettingen.

Artikel 5 Koersrisicobeheer

  • 1. De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren: producten met hoofdsomgarantie en vastrentende waarden.

  • 2. Tevens beperkt de gemeente de koersrisico’s door conform artikel 7 de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitenplanning.

Artikel 6 Kredietrisicobeheer

  • 1. Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende uitgangspunten:

    Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij:

    • -

      Instellingen, voor wiens waardepapier een solvabiliteitsratio van 0% geldt;

    • -

      Financiële instellingen binnen het EMU-gebied met minimaal een AA-rating van één van de volgende erkende rating-bureau’s: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA;

  • 2. Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden indien mogelijk zekerheden of garanties geëist.

Artikel 7 Intern liquiditeitsrisicobeheer

De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar), alsmede een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van minimaal 3 jaar.

Artikel 8 Valutarisicobeheer

Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.

Gemeentefinanciering

Artikel 9 Financiering

  • Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

    • 1.

      Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;

    • 2.

      Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken teneinde de renterisico’s te minimaliseren en het renteresultaat te optimaliseren;

    • 3.

      Financiering vindt plaats door het aantrekken van onderhandse leningen;

    • 4.

      De gemeente vraagt offertes op bij minimaal 2 instellingen alvorens een financiering wordt aangetrokken. Deze offertes worden door de gemeente schriftelijk vastgelegd.

Artikel 10 Langlopende uitzettingen

  • Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

    • 1.

      Uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 4, 5 en 6 genoemde voorwaarden;

    • 2.

      De gemeente vraagt bij minimaal 2 instellingen offertes op alvorens een langlopende uitzetting wordt gedaan. Deze offertes worden door de gemeente schriftelijk vastgelegd.

Artikel 11 Relatiebeheer

  • De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

    • 1.

      Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 6;

    • 2.

      Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht (Europese Economische Ruimte) te vallen.

    • 3.

      Bankrelaties en hun bancaire condities worden ten minste eens in de 4 jaar beoordeeld.

Kasbeheer

Artikel 12 Geldstromenbeheer

  • Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:

    • 1.

      Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

    • 2.

      Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

Artikel 13 Saldo- en liquiditeitenbeheer

  • Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

    • 1.

      De gemeente streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities;

    • 2.

      Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt – conform artikel 4 lid 1 - de kasgeldlimiet niet overschreden;

    • 3.

      Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening-courant;

    • 4.

      Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn rekening-courant, daggeld en deposito’s;

    • 5.

      Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn alleen de in artikel 6 genoemde tegenpartijen toegestaan.

Administratieve organisatie en interne controle

Artikel 14 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

  • In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle.

    • 1.

      De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;

    • 2.

      Bevoegdheden zijn via mandaat nader schriftelijk vastgelegd;

    • 3.

      Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

      • a.

        iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe);

      • b.

        de uitvoering en de controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

      • c.

        de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

    • 4.

      Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties;

    • 5.

      Een transactie wordt onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten;

    • 6.

      Na ontvangst van de transactiebevestiging wordt de transactie direct gecontroleerd door de functionaris belast met de interne controle.

Artikel 15 Verantwoordelijkheden

  • De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.

    FunctieVerantwoordelijkheden
    De gemeenteraad· Het vaststellen van treasurydoelstellingen, het treasurybeleid, beleidskaders en limieten, middels de financiële verordening ex art 212; · Het vaststellen van de treasuryparagraaf in de begroting en de jaarrekening; · Het houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan; · Het evalueren en als gevolg daarvan (eventueel) bijstellen van het treasurybeleid;
    Het college van B&W· Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid); · Het rapporteren aan de Gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid. · Het vaststellen van het treasurystatuut. · Het achteraf bekrachtigen van afgesloten transacties
    De portefeuillehouder Financiën· Het uitvoeren van het treasurybeleid (politieke verantwoordelijkheid).
    Hoofd afdeling Financiën· Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury; · Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen; · Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie; · Het uitvoeren van de aan haar/hem gemandateerde treasuryactiviteiten conform het treasurystatuut en de treasuryparagraaf; · Het zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de door hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten; · Het rapporteren aan B&W over de uitvoering van het treasurybeheer; · Het afleggen van verantwoording aan het college van B&W.
    De comptabele belast met de treasury· Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot het risicobeheer, gemeentefinanciering (financiering, uitzetting en relatiebeheer) en kasbeheer. Deze activiteiten moeten conform dit treasurystatuut en de treasuryparagraaf worden uitgevoerd; · Het opstellen van de rentevisie; · Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer; · Het beheren van de geldstromen; · Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen; · Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties; · Het schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties en het doorgeven hiervan aan de kassier; · Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied; · Het adviseren van de afdelingen/sectoren over de financiële gevolgen van hun activiteiten en projecten; · Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie; · Het afleggen van verantwoording aan het hoofd afdeling Financiën over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.
    De Kassier·Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer; ·Het aanleveren van tijdige, volledige en juiste gegevens aan de gemeentelijke administratie.
    Financiële administratie· Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie.
    De medewerker van het bureau Financiën belast met de controle· Het ontvangen van de orderbevestiging van derden en het controleren of deze overeenkomt met de transactie-informatie zoals verstrekt door de comptabele; · En bij afwijking hierover rapporteren aan het hoofd van de afdeling Financiën.
    De afdelingshoofden en budgethouders· Het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen aan de afdeling Financiën; · Het fiatteren van betalingen en ontvangsten, ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten.
    De externe accountant· Het in het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren omtrent de feitelijke naleving van het treasurystatuut.

Artikel 16 Bevoegdheden

  • In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.

       Bevoegd functionaris (eerste handtekening)Autorisatie door (tweede handtekening)
    Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer
    1.Het uitzetten van middelen via callgeld en deposito Comptabele Hoofd Financiën
    2.Het aantrekken van middelen via callgeld of kasgeldComptabeleHoofd Financiën
    3.Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen KassierComptabele
    Bankrelatiebeheer
    4.Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigenComptabeleHoofd Financiën
    5.Bankcondities en tarieven afsprekenComptabeleHoofd Financiën
    Financiering en uitzetting
    6.Het vaststellen van kredietfaciliteitenComptabeleHoofd Financiën
    7.Het aantrekken van middelen zoals vastgelegd in de treasuryparagraafComptabeleHoofd Financiën
    8.Het uitzetten van middelen zoals vastgelegd in de treasuryparagraafComptabeleHoofd Financiën
    9.Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taakHoofd FinanciënCollege van B&W
    10.Het garanderen van middelen uit hoofd van de publieke taakHoofd FinanciënCollege van B&W

Artikel 17 Informatievoorziening

  • Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

    InformatieFrequentieInformatie-verstrekkerInformatie-ontvanger
    1.Gegevens m.b.t. toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeitenplanningIncidenteel LeidinggevendenComptabele
    2.Beleidsplannen treasury in treasuryparagraaf van begrotingJaarlijksComptabeleGemeenteraad
    3.Evaluatie treasuryactiviteiten in treasuryparagraaf van de jaarrekeningJaarlijksComptabeleGemeenteraad
    4.Voortgang onderdelen treasuryparagraaf via de voor- en najaarsrapportageHalfjaarlijksComptabeleGemeenteraad
    5.Verantwoording n.a.v. treasuryparagraaf via het jaarverslagJaarlijksComptabeleGemeenteraad
    6.Informatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in art. 8 Wet fidoJaarlijksComptabeleProvincie en CBS
    7.Lenings- / uitzettings-/ garantiebesluitenbinnen 14 dagen na besluitCollege van B&WProvincie

Artikel 18 Inwerkingtreding

Dit treasurystatuut treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Ondertekening

Wommels, 10 november 2009.

Burgemeester en wethouders van Littenseradiel,

, burgemeester.

, secretaris.