Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Littenseradiel

Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Littenseradiel
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van brandweerrechten
CiteertitelDe Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbrandweer, brandpreventie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is deze verordening per 1 januari 2020 vervallen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-200501-01-2020Nieuwe regeling

12-12-2005

Op 'e Skille, 15-12-2005

Collegevoorstel, 22-11-2005,nr. 17

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten

De raad van de gemeente Littenseradiel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2005;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam “brandweerrechten” worden geheven:

    • a.

      rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van de voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn;

    • b.

      rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.

  • 2. Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven terzake van:

    • a.

      het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;

    • b.

      het beperken van brandgevaar;

    • c.

      het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;

    • d.

      al hetgeen met de onderdelen a., b. en c. verband houdt;

    • e.

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    • f.

      het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet (Stb. 1985, 88).

Artikel 2 Belastingplicht

  • Belastingplichtig is:

    • 1.

      degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a;

    • 2.

      degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 4 Belastingjaar

Voorzover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Ontstaan belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar, of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd bij de aanvang van de belastingplicht en worden zij, in zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, geheven over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het belastingjaar overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelte van het voor dat jaar verschuldigde recht als er na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het belastingjaar overblijven.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 5 worden niet geheven.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • 2. Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten terzake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 7 Tijdstip van betaling

De rechten moeten worden betaald binnen veertien dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving als bedoeld in artikel 6.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 10 Omzetbelasting

De in artikel 3 genoemde tarieven worden, in gevallen dat de wet dit voorschrijft, verhoogd met de ingevolge de Wet op de omzetbelasting 1968 verschuldigde omzetbelasting.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten” met de daarbij behorende tarieventabel, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 1 november 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing.

    Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan, met uitzondering van de artikelen 8, en 11.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als “De Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten”.

Ondertekening

Wommels, 12 december 2005

De raad voornoemd,

, voorzitter

, griffier