Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bussum

Verordening op het beheer en het gebruik van de Oude Begraafplaats van de gemeente Naarden 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bussum
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en het gebruik van de Oude Begraafplaats van de gemeente Naarden 2013
CiteertitelVerordening op het beheer en het gebruik van de Oude Begraafplaats van de gemeente Naarden 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op de Lijkbezorging, artikel 36, tweede lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-06-2013nieuwe versie van de regeling

16-05-2013

Bussums Nieuws, 12 juni 2013

RV2013-019

Tekst van de regeling

HOOFDSTUK I

Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: Oude Begraafplaats, Amersfoortsestraatweg

    te Bussum;

  • b.

    gemeente: de gemeente Naarden als eigenaar van de

    begraafplaats;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders

    van de gemeente Naarden;

  • d.

    gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Bussum;

  • e.

    graf: een ruimte bestemd voor het begraven van

    lijken, het bijzetten van asbussen en/of het

    verstrooien van as;

  • f.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie

    waarin een of meerdere lijken worden

    begraven of asbussen worden bijgezet;

  • g.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of

    rechtspersoon het uitsluitend recht is

    verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • h.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken

  • i.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het

    uitsluitend recht is verleend tot:

    • i.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • ii.

      het doen verstrooien van as;

  • j.

    particulier urnennis: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het

    uitsluitend recht is verleend tot:

    i.het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • k.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • l.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • m.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of verstrooiingsplaats;

  • n.

    reservering: termijn waarbinnen de aanvrager als eerste in aanmerking komt voor verkrijging van het grafrecht van het betreffende particuliere graf;

  • o.

    grafrecht: het recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf;

  • p.

    grafrusttermijn: de termijn die in de Wet op de Lijkbezorging is opgenomen, als minimale termijn waarin een lijk begraven; dient te blijven

  • q.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • r.

    aanvrager: degene die – al dan niet door tussenkomst van een uitvaartverzorger – opdracht geeft voor een begrafenis, of die de uitgifte van een graf of urnenruimte vraagt;

  • s.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, dan wel degene die redelijkerwijs geacht kan worden in diens plaats te zijn; getreden

  • t.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of algemeen kindergraf is verleend, danwel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier graf

1.Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier urnengraf en/of particulier urnennis.

HOOFDSTUK II

Beheer, openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Beheer begraafplaats
  • 1. Het beheer van de begraafplaats berust bij het college. Het beheer omvat het onderhouden en exploiteren van het terrein en de gebouwen en het bieden van faciliteiten voor lijkbezorging en herdenking van overledenen.

  • 2. Onder toezicht van het college worden een beheerder en zonodig een of meer daartoe hem vervangende personen belast met:

    • -

      De administratie van de begraafplaats;

    • -

      Het beheer en onderhoud van de begraafplaats;

    • -

      Het openen en sluiten van de graven voor een begraving, bijzetting, opgraving of ruiming;

    • -

      De verstrooiing van as.

Artikel 4 Administratie
  • 1. Het college is verantwoordelijk voor de administratie van de begraafplaats;

  • 2. De administratie bevat een register van alle op de begraafplaatsen begraven lijken, bijgezette asbussen c.q. uitgevoerde asverstrooingen met een nauwkeurige aanduiding van de plaats waar zij begraven zijn. De in dit register opgenomen gegevens zijn openbaar en worden op verzoek verstrekt;

  • 3. De administratie bevat een register van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven, met hun namen en adressen en zo mogelijk aantekening van hun relatie tot de overledene. Dit register is niet openbaar. Alleen rechthebbenden en gebruikers of hun rechtsopvolgers kunnen hiervan een uittreksel verkrijgen;

  • 4. De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven.

Artikel 5 Openstelling begraafplaats
  • 1. De begraafplaats is voor eenieder dagelijks toegankelijk van 0:00 tot 24:00 uur.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 6 Ordemaatregelen
  • 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. Het is verboden op de begraafplaats:

  • a. Nodeloos rumoer te maken of zich anderszins onbetamelijk te gedragen;

  • b. Rijwielen mede te nemen;

  • c. Onaangelijnde honden mee te nemen;

  • d. Op de graven te lopen of, de begraafplaats te verontreinigen;

  • e. Beplantingen of materialen te beschadigen of te vernielen;

  • f. Gereedschappen, kledingstukken, potten of andere niet tot de graven behorende voorwerpen neer te leggen of te laten liggen op of achter de graven en de grafbedekking.

  • 3. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing of de in het tweede lid bedoelde voorschrift houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 4. Het is verboden met motorrijtuigen met uitzondering van invalidenwagens/scootmobielen op de begraafplaats te rijden:

  • a. zonder toestemming van de beheerder;

  • b. elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

  • c. sneller dan 10 km per uur.

  • 5. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid.

Artikel 7 Plechtigheden
  • 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze tenminste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 8 Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK III

Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 9 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
  • 1. Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12:00 uur van de werkdag voorafgaand aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 10 Over te leggen stukken
  • 1. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 11 Tijden van begraven en asbezorging
  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as is:

  • a.

    op werkdagen tussen 09:00 en 15:00 uur;

  • b.

    op zaterdag tussen 09:00 en 12:00 uur;

voor zover de werkdagen en zaterdagen niet vallen op algemeen erkende feestdagen. Onder feestdag wordt verstaan:

Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, tweede Paasdag, de dag waarop de verjaardag van de koning wordt gevierd, 5 mei, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag.

  • 2.

    Als gewone uren van begraving worden aangemerkt de uren tussen 09:00 en 15:00 uur op de dagen, bedoeld in het eerste lid onder a. De tijden genoemd onder lid 1 onder b worden aangemerkt als buitengewone uren van begraving.

  • 3.

    De begraving of bezorging van as dient geheel binnen de onder lid 1 genoemde tijdsvensters te vallen.

  • 4.

    Het college kan in bijzondere gevallen van de tijden genoemd in lid 1 afwijken. In die gevallen worden de uren aangemerkt als zon- en feestdagen.

HOOFDSTUK IV

Indeling en uitgifte der graven

Artikel 12 Soorten graven
  • 1. Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

  • a. particuliere graven;

  • b. particuliere urnengraven;

  • c. particuliere urnennissen.

  • 2. Het college bepaalt bij nadere vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen kunnen worden bijgezet in een particulier graf en hoeveel verstrooiingen van as op een particulier graf kunnen plaatshebben.

  • 3. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging.

  • 4. Sommige typen graven of bepaalde diensten zijn soms niet, niet meer of nog niet, en niet voor alle termijnen, beschikbaar. Een aanvrager heeft geen recht op uitgifte of levering.

Artikel 13 Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 14 Volgorde van uitgifte
  • 1. Particuliere graven kunnen, met uitzondering van urnennissen, zowel voor directe begraving als op voorhand worden uitgegeven.

  • 2. De particuliere graven, met uitzondering van urnennissen, worden door of namens het college uitgegeven op de daarvoor bestemde gedeelten van de begraafplaats waarbij een keuze kan worden gemaakt. Deze keuze wordt direct omgezet in een reservering.

  • 3. Particuliere urnennissen kunnen alleen voor direct gebruik en op volgorde van ligging worden uitgegeven;

  • 4. Het college kan afwijken in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in lid 3.

  • 5. Het college kan een particulier graf toewijzen buiten de volgorde van uitgifte en de bepaalde categorieën, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 15 Reserveren van particuliere graven
  • 1. Een reservering geldt voor een termijn van vijf jaar;

  • 2. Na het afsluiten van een reservering heeft de aanvrager een bedenktijd van drie maanden op de gereserveerde locatie. Binnen deze termijn kan kosteloos de gereserveerde locatie worden gewijzigd in een andere op dat moment beschikbare locatie van hetzelfde graftype;

  • 3. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde reservering kan op aanvraag van de aanvrager worden verlengd telkens met een termijn van 5 jaren, mits de aanvraag maximaal 1 halfjaar voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 4. De reservering vervalt door:

    • a.

      de uitgifte van het graf;

    • b.

      het verlopen van de termijn waarvoor de reservering is verleend;

    • c.

      schriftelijke opzegging van de aanvrager;

  • 5. In de gevallen als bedoeld in het vierde lid vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde reservering.

  • 6. Particuliere urnennissen kunnen niet worden gereserveerd;

Artikel 16 Termijnen particuliere graven
  • 1. Het college verleent, voorzover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht geldt voor een particuliere urnennis voor tien jaar. De termijn begint te lopen op de datum waarop de particuliere urnennis is uitgegeven.

  • 3. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht kan op aanvraag van de rechthebbende worden verlengd telkens met een termijn van 10 jaren, mits de aanvraag maximaal 1 jaar voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 4. Het in het tweede lid van dit artikel bedoelde recht kan op aanvraag van de rechthebbende worden verlengd telkens met een termijn van 5 jaren, mits de aanvraag maximaal 1 halfjaar voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 5. De rechthebbende is verplicht ervoor zorg te dragen dat zijn adres of verblijfplaats te allen tijde bij het college bekend is.

  • 6. Indien de rechthebbende niet aan de verplichting uit het vijfde lid van dit artikel voldoet, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.

Artikel 17 Grafkelder
  • 1. Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.

  • 2. Een aanvraag hiertoe dient minimaal 3 werkdagen, voorafgaand aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kenbaar te zijn gemaakt aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

Artikel 18 Overschrijving van verleende rechten
  • 1. Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particulier graf te doen vervallen.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

  • 5. Indien het recht op een particulier graf in het verleden al op naam van de gemeente is geplaatst kan het college het particuliere graf op schriftelijk verzoek, indien het graf nog niet geruimd is, alsnog op naam stellen van verwanten van de begravenen. Dit wordt gezien als heruitgifte van het graf, waarbij aangepaste uitgiftetermijnen gelden.

  • 6. In een geval zoals beschreven onder lid 5 geldt een uitgiftetermijn van veertig jaar indien het grafrecht op naam komt te staan van 1e of 2e graadsfamilieleden van de begravenen.

  • 7. In een geval zoals beschreven onder lid 5 geldt een uitgiftetermijn van twintig jaar indien het grafrecht op naam komt te staan van 3e of 4e graadsfamilieleden van de begravenen of een ander rechtspersoon.

Artikel 19 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 20 Vervallen grafrechten
  • 1. De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2. Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

  • a. indien de betaling van het onderhoudsrecht ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

  • b. indien de rechthebbende of de gebruiker -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

  • c. indien de rechthebbende van een eigen graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 19, lid 2, gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

  • 4. Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken en/ of beplanting kan gedurende één maand voor het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden. Het op het graf aanwezige gedenkteken en de beplanting kan na het vervallen van het grafrecht door of namens het college worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

Artikel 21 Sluiting van graven
  • 1. Op verzoek van de rechthebbende kan het college in bijzondere gevallen een particulier graf voor gesloten verklaren. In dit geval blijft het particuliere graf tot diens overlijden ten name van de rechthebbende staan. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere begraving, bijzetting asbus of asverstrooiing plaatsvinden dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn verzoek met name heeft genoemd.

  • 2. Het college bepaalt in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Het college kan overigens bijzondere voorwaarden vaststellen, waaraan moet zijn voldaan alvorens tot sluiting kan worden overgegaan.

HOOFDSTUK V

Grafbedekkingen

Artikel 22 Vergunning grafbedekking
  • 1. Voor het hebben, wijzigen, restaureren en/of verwijderen van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2. De vergunning dient te zijn verkregen voordat de grafbedekking wordt geplaatst, gewijzigd, gerestaureerd of verwijderd. De rechthebbende/gebruiker vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan;

  • 3. Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 4. Het college kan de vergunning weigeren indien:

  • a. niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;

  • b. de grafbedekking niet passend is binnen de status van de begraafplaats als Rijksmonument;

  • c. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

  • d. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

  • e. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is;

  • f. geen monumentenvergunning als bedoeld in de Monumentenwet 1988 aanwezig is;

  • 5. Geen vergunning als bedoeld in het eerste lid is nodig indien een wijziging van het gedenkteken beperkt blijft tot het toevoegen van tekst op het bestaande monument als gevolg van een volgende bijzetting van een lijk in een particulier graf tenzij de toevoeging betrekking heeft op een Rijksmonument.

Artikel 23 Onderhoud door de gemeente

1.Het college voorziet in het algemeen onderhoud van de begraafplaats met uitzondering van de grafoppervlakken.

Artikel 24 Onderhoud door de rechthebbende of gebruiker
  • 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 2. De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3. Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is, maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 5. Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.

  • 6. Indien door een ondeugdelijk geworden constructie naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, kan de beheerder direct maatregelen treffen.

Artikel 25 Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert, kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of de gebruiker indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 26 Tijdelijke verwijdering grafbedekking

1.Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve

van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een eigen graf geschiedt namens de rechthebbende en is voor rekening en risico van de rechthebbende.

2.Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige

gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op kosten van de gemeente

tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving

of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden noodzakelijk is.

Artikel 27 Verwijdering grafbedekking
  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of de gebruiker bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaand aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 3. Indien de grafbedekking niet binnen dertien weken na de verwijdering is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4. De grafbedekking kan door de rechthebbende alleen met een vergunning worden verwijderd, conform artikel 22 lid 1 van deze verordening.

HOOFDSTUK VI

Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 28 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
  • 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of de gebruiker bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot ruiming gedurende ten minste een jaar voorafgaan aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 2. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats.

  • 4. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor een crematie of een herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 5. De rechthebbende van een particulier grafkan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven.

  • 6. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Artikel 29 Schudden van graven

De rechthebbende van een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen. Dit wordt gezien als nieuwe uitgifte van het graf, waarbij een aangepaste uitgiftetermijn van veertig jaar geldt.

HOOFDSTUK VII

Instandhouden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 30 Lijst
  • 1. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven. Het beheerplan graven en opstallen van de Oude Begraafplaats vormt hiervoor de leidraad.

  • 3. De gemeenteraad van Naarden beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Artikel 31 Behoud monumentale waarden Oude Begraafplaats
  • 1. Bij deze verordening hoort ‘Deelplan Graven en Opstallen Oude Begraafplaats’, vastgesteld d.d. 11 april 2012. Dit deelplan vormt de grondslag voor het beleid ten aanzien van de (her-)uitgifte van graven.

  • 2. Tevens hoort bij deze verordening een grafkaart met legenda, gebaseerd op het deelplan genoemd in lid 1 van dit artikel, welke geacht wordt integraal onderdeel uit te maken van deze verordening.

  • 3. Op de in het tweede lid genoemde grafkaart met legenda, zijn de graven voorzien van een nummer en een kleur. De nummers en de kleuren hebben de volgende betekenis:

    • a.

      De graven voorzien van nummer 1 in de legenda worden niet opgevuld:

      • i.

        Roze/oranje/ paars/grijs: behouden, geen (her-) uitgifte van graven of wijziging van de grafbedekking mogelijk;

      • ii.

        Donkerblauw: behouden, geen (her-) uitgifte van graven of grafbedekking mogelijk, wel behoud van grafbedekking en mogelijk restauratie van grafbedekking uitvoeren. Bij restauratie de richtlijnen uit deelplan ‘Graven en opstallen’ volgen;

      • iii.

        Rood: behouden (=graf met rechthebbende), bij het vrijkomen van graven dient het graf door de werkgroep grijs beoordeeld te worden conform de richtlijnen uit deelplan ‘Graven en opstallen’;

    • b.

      De graven voorzien van nummer 2 in de legenda kunnen opnieuw worden uitgegeven:

      • i.

        Groen: respecteren, (her-)uitgifte bestaande graven en grafbedekkingen met behoud van de bestaande grafbedekking. Bij restauratie dient aanvullende grafbedekking onder hoge kwaliteitseisen conform artikel 22 en de richtlijnen uit deelplan ‘Graven en opstallen te worden gerealiseerd’. Het graf dient nog wel geruimd te worden (zie artikel 15 lid 4);

      • ii.

        Bruin: inspireren, (her-)uitgifte van bestaande graven mogelijk, nieuwe grafbedekking onder hoge kwaliteitseisen conform artikel 22 en de richtlijnen uit deelplan ‘Graven en opstallen’. Het graf dient nog wel geruimd te worden (zie artikel 15 lid 4);

      • iii.

        Lichtblauw: inspireren, (her-)uitgifte van bestaande graven mogelijk, nieuwe grafbedekking onder hoge kwaliteitseisen conform artikel 22 en de richtlijnen uit deelplan ‘Graven en opstallen’. Het graf dient nog wel geruimd te worden (zie artikel 15 lid 4);

      • iv.

        Geel: inspireren, (her-)uitgifte van bestaande graven mogelijk, nieuwe grafbedekking onder hoge kwaliteitseisen conform artikel 22 en de richtlijnen uit deelplan ‘Graven en opstallen’;

    • c.

      Graven voorzien van een arcering op de kaart zijn ten behoeve van de niet Israëlische partner/echtgeno(o)t(e)

    • d.

      Graven voorzien van een “R” op de kaart zijn rijksmonumenten. Deze graven kunnen niet worden gewijzigd zonder monumentenvergunning.

    • e.

      Graven voorzien van een kruis zijn in onderhoud bij de gemeente.

  • 4. De afdelingen ROBM en CWG en de beheerder worden geacht deze grafkaart met legenda, het deelplan graven en opstallen en de richtlijnen voor monumenten te hanteren als grondslag voor hun beslissingen.

HOOFDSTUK VIII

Slotbepalingen

Artikel 32 Overgangsbepaling
  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de ingevolge artikel 34 ingetrokken verordening gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Oude Begraafplaats van de gemeente Naarden 2010’ is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 33 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 5 lid 3 en artikel 6 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 34 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van de openbare bekendmaking in het BussumsNieuws.

Op dat tijdstip vervalt de ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Oude Begraafplaats van de gemeente Naarden 2010’.

Artikel 35 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op het beheer en het gebruik van de Oude Begraafplaats van de gemeente Naarden 2013.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bussum, gehouden op 16 mei 2013.

de griffier, de voorzitter,