Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Nadere regels subsidieverlening 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingNadere regels subsidieverlening 2014
CiteertitelNadere regels subsidieverlening 2014
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpFinanciën

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: n.v.t.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-05-201301-10-2016nieuwe regeling

14-05-2013

Officiële digitale bekenmakingen 21 mei 2013

2013/int/671

Tekst van de regeling

Inleiding

Juridisch kader

Voor de subsidieverstrekking 2014 geldt als juridisch kader de Algemene wet bestuursrecht (titel 4.2 en 4.3 Awb) en de Algemene Subsidieverordening Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West. Deze verordening geldt voor alle subsidies die betrekking hebben op het jaar 2014 tenzij sprake is van een bijzondere subsidieregeling.

Artikel 3 lid 2 van deze verordening geeft het dagelijks bestuur de mogelijkheid om jaarlijks nadere regels vast te stellen met daarin:

de inhoud van de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt;

degenen die voor subsidie in aanmerking komen;

de gegevens en stukken die bij de aanvraag moeten worden overgelegd alsmede de termijn waarbinnen de aanvraag moet worden ingediend;

de besluitvorming over de aanvraag alsmede de termijn waarbinnen op de aanvraag wordt beslist;

het bedrag van de subsidie alsmede de verdeelmaatstaf aan de hand waarvan dit bedrag wordt verdeeld;

de criteria voor subsidieverlening en de voorwaarden en verplichtingen die aan de subsidie kunnen worden verbonden;

de vaststelling van de subsidie alsmede de gegevens en stukken die bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie moeten worden overgelegd;

de betaling van de subsidie waaronder het verlenen van voorschotten.

Achtergrond

Met het vaststellen van de nadere regels wil het dagelijks bestuur organisaties die subsidie aanvragen vooraf duidelijkheid geven over de resultaten die gehaald moeten worden en over de criteria waaraan aanvragen getoetst gaan worden. Dit moet leiden tot een effectievere besteding van de subsidiemiddelen die het stadsdeel heeft. De nadere regels 2014 zijn gebaseerd op de begroting 2014 en de beleidsregels 2013. De uitgangspunten van de notitie ‘Inhoudelijk kader herijking subsidies' (2011) blijven onverkort van toepassing; als kader zijn verder het Bestuursakkoord (2010) en de Contourennota sociaal beleid (2011) van belang.

In de nadere regels 2014 wordt over het algemeen gekozen voor continuïteit en verdieping van bestaande subsidierelaties. In 2012 is op veel beleidsterreinen geïnvesteerd in nieuwe structuren. Het tot resultaat brengen van de nieuwe structuren vergt vaak een langere periode. Dat wordt niet goed bereikt wanneer na één of twee jaar van uitvoerende organisatie gewisseld wordt. In die gevallen is het vanwege de continuïteit en de kwaliteit van de uitvoering van de activiteit, alsmede de doelmatigheid van de besteding van overheidsgelden, van belang om bestaande subsidierelaties voort te zetten. Dit laat onverlet dat de subsidierelatie met aanvragers waarvan de aanvraag 2014 niet aan de eisen voldoet of waarvan de resultaten in 2013 achterblijven, niet voor continuering in aanmerking zal komen.

Algemene toetsingscriteria

Belangrijke criteria bij de toetsing van de aanvragen van subsidies voor 2014 zijn:

Wijkgericht werken

Het stadsdeel heeft wijkgericht werken hoog in het vaandel staan. Van subsidiepartijen wordt verwacht dat zij waar mogelijk in hun aanvraag een visie geven op de maatschappelijke opgaven in wijken en buurten en op welke wijze zij daarop inspelen met hun aanbod, alsmede op welke wijze deze interventies worden gemonitord en geëvalueerd.

Resultaatgericht

Activiteiten die een aantoonbare bijdrage leveren bij aan het realiseren van de maatschappelijke opgave in Nieuw-West genieten de voorkeur.

Vraaggestuurd

Subsidie wordt zoveel mogelijk verleend aan organisaties die inspelen op de concrete behoefte van bewoners in wijken en buurten. Bewoners worden zoveel mogelijk betrokken bij het formuleren van het aanbod.

Eigen kracht en ondersteuning op maat

Het versterken van eigen kracht van bewoners en hun netwerken staat centraal. Emancipatie staat hierbij voorop: bewoners worden gestimuleerd om hun eigen leven zelf vorm te geven. Eigen kracht betekent ook, indien nodig, bewoners aanspreken op eigen verantwoordelijkheid voor hun leefomgeving en levensomstandigheden. Naast het versterken van individuele bewoners, is ook de bundeling van eigen kracht in een vrijwilligersgroep belangrijk.

Samenwerking

Het voorzieningenniveau in de wijk en in het stadsdeel wordt niet door de overheid alleen gerealiseerd. Ook andere partijen leveren hun bijdrage zoals vrijwilligersorganisatie, woningbouwcorporaties, ziektekostenverzekeraars en ondernemers. Samenwerking tussen deze partijen en met het stadsdeel is van groot belang.

Social Return

Het stadsdeel hecht waarde aan social return. De instellingen die meer dan een miljoen euro aan subsidies aanvragen, dienen aan te geven welke inspanningen zij leveren om in de ondersteuning of in de uitvoering mensen in te zetten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.

Tegengaan van huiselijk geweld en kindermishandeling

Van organisaties wordt verwacht dat zij vanaf 1 juli 2013 voldoen aan de Wet Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Dit betekent dat zij binnen de eigen organisatie: een meldprotocol vaststellen binnen de kaders van deze wet; een of meer aandachtsfunctionarissen benoemen en zorgen voor de implementatie van het werken met dit meldprotocol. Daarnaast verwachten wij dat alle medewerkers van organisaties weten wat zij moeten doen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling en dat zij over de juiste vaardigheden beschikken om deze zaken aan de orde te stellen in contacten met burgers, cliënten, collega's, vrijwilligers etcetera.

Kwetsbare huishoudens

De gemeente Amsterdam verbetert met een integrale aanpak de dienstverlening aan huishoudens met meervoudige problematiek. Deze aanpak beoogt het effectiever en efficiënter organiseren van de ondersteuning van die huishoudens, die zich kenmerken door problemen op meerdere leefgebieden als wonen, financiën, gezondheid, opvoeding, onderwijs en participatie. Dit vraagt om een gebiedsgerichte aanpak. De aanpak die de gemeente Amsterdam kiest maakt maximaal gebruik van de eigen kracht van de huishoudens en werkt vanuit het principe van 1 huishouden, 1 plan, 1 regisseur, 1 budget. Hierbij is de vraag en niet het (bestaande) aanbod leidend. Dit kan gevolgen hebben voor de invulling van de bestaande subsidierelatie met de organisatie. Het stadsdeel kan organisaties vragen inzet te plegen op de aanpak van kwetsbare huishoudens vanuit het bestaande subsidiebudget.

Pedagogisch partnerschap in de wijk

Subsidieaanvragers zijn bereid om een bijdrage te leveren aan pedagogisch partnerschap in de wijken in Nieuw-West. Daarmee wordt bedoeld dat aanvragers zich er samen met anderen in de wijk voor inzetten dat kinderen en volwassenen op een respectvolle, vreedzame manier met elkaar omgaan. Er kan een beroep worden gedaan op de instelling voor het uitdenken, hanteren en verspreiden van eenduidige simpele positieve omgangsvormen in het stadsdeel.

Naast deze uitgangspunten geldt:

1. dat het stadsdeel wil dat organisaties bij de uitvoering van hun activiteiten expliciet aandacht besteden aan diversiteit;

2. in Nieuw-West speelt het voorkomen en bestrijden van elke vorm van discriminatie een belangrijke rol bij alle handelingen van het stadsdeel;

3. dat het stadsdeel bij een subsidieaanvraag van organisaties de mate van cofinanciering laat meewegen bij de verdeling van schaarse subsidiemiddelen;

4. dat de door het stadsdeel gesubsidieerde activiteiten, naast eigen locaties en de Huizen van de Wijk, ook zoveel mogelijk in de beschikbare ruimtes van de brede scholen moeten plaatsvinden;

5. medewerking moet worden verleend aan het actueel houden van de digitale participatiekaart en de sociale kaart Amsterdam.

Financiële vereisten

Het stadsdeel streeft ernaar om de subsidies zoveel mogelijk op basis van prestaties te verlenen. Van de instellingen wordt verwacht dat zij in hun aanvraag prestatie-eenheden en kostprijs per prestatie opnemen. De opbouw van deze kostprijzen dient inzichtelijk te zijn voor het stadsdeel.

Toetsing

Alle aanvragen worden getoetst aan de hier boven beschreven algemene uitgangspunten en aan de hand van de in dit document opgenomen regels per werkveld.

In de subsidieregelingen is opgenomen:

1. welke doelen en resultaten nagestreefd moeten worden;

2. welke indicatoren daarvoor gelden;

3. welke activiteiten in aanmerking komen voor subsidie;

4. welke organisaties in aanmerking komen voor subsidie

5. op welke wijze de subsidieplafonds worden verdeeld over de aanvragen die voor subsidiëring in aanmerking komen;

6. welke normbedragen, bijzondere criteria en randvoorwaarden gelden .

De nadere regels zijn opgesteld voor de subsidies die vallen onder de programma's cultuur, welzijn en zorg en onderwijs en jeugd die niet zijn geregeld per (bijzondere) subsidieverordening.

Aanvraag- en besluitvormingsprocedure

Aanvragers hebben de gelegenheid een subsidieaanvraag in te dienen op basis van een of meerdere nadere regels tot uiterlijk 1 oktober 2013. Daarvoor moet gebruik worden gemaakt van aanvraagformulieren en kostprijsberekeningformulieren; deze zijn te downloaden van de website van het stadsdeel (www.nieuwwest.amsterdam.nl).

Over de verlening van subsidie wordt besloten nadat de deelraad de stadsdeelbegroting 2014 heeft vastgesteld; de subsidieplafonds voor 2014 maken daar deel van uit en worden op dat moment definitief. Ook kunnen op basis van de begrotingsbehandeling nadere richtlijnen door de deelraad worden gegeven die bij de uiteindelijke beoordeling van de subsidieaanvraag worden toegepast.

Het besluit over de subsidieaanvraag ontvangt de instelling uiterlijk op 31 december 2013. De periode tussen publicatie van deze nadere regels en 1 oktober 2013 is bestemd voor beoordeling van de aanvragen en zo nodig voor nader overleg met de aanvrager. Voor vragen over deze regels en/of de te volgen procedure kunt u contact opnemen met de behandelend ambtenaar.

Plafond

Alle genoemde subsidieplafonds zijn indicatief; bij de vaststelling van de stadsdeelbegroting 2014 door de deelraad (december 2013) worden ze definitief. De bedragen kunnen ondermeer worden aangepast met een positief of negatief accres als gevolg van prijsontwikkelingen 2013 of als gevolg van bezuinigingen.

Plafond

Schoolbegeleiding

€          404.410,-

Schoolmaatschappelijk Werk

€          327.750,-

Mentoraten

€          123.500,-

Voor- en vroegschoolse educatie

€        9.853.755,-

Opvoedondersteuning

€          673.000,-

Extra begeleiding van kinderen in de reguliere kinderopvang

€          135.500,-

Jongerenwerk

€        1.910.000,-

Kinderwerk "Het Landje"

€          184.000,-

Steunpunt Vrijwilligers

€          150.000,-

Huis van de Wijk

€        3.000.000,-

Emancipatie- en participatiecentra

€          330.000,-

Maatschappelijke Dienstverlening

€        3.742.555,-            waarvan

€        1.097.555,- SHV

Sportactiviteiten

€          449.000,-

Talentontwikkeling kinderen en jongeren, kunst en cultuur

€          109.000,-

Meervaart Theater

                Studio

€         1.387.300,-       

€          194.000,-

Kinderboerderijen

€          239.000,-

Natuur- en milieueducatie

€            14.200,-

Wijksteunpunt Wonen

€          631.000,-

WMO

PM

Lokaal onderwijsbeleid

De subsidies die worden verleend aan het onderwijs vallen onder de Verordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Nieuw-West en zijn alleen van toepassing op schoolbesturen voor het primair onderwijs. De subsidies worden per kalenderjaar verleend (schoolbegeleiding, mentoraten, schoolmaatschappelijk werk, VVE).

Subsidie voor incidentele en kortdurende activiteiten

Voor vrijwilligersactiviteiten, sportstimulering en culturele activiteiten heeft het stadsdeel bijzondere subsidieverordeningen opgesteld. Op basis van deze verordeningen kunnen bewoners en organisaties subsidie aanvragen voor activiteiten die voldoen aan de criteria van de bijzondere subsidieverordeningen.

Vervallen regels

De regel Ouderbetrokkenheid is met ingang van 2014 vervallen. De inventarisatie van de plannen en wensen van scholen wordt gedaan tezamen met de inventarisatie van bredeschoolcoördinatie en Schatkamer.

Nader te publiceren regels

De nadere regel WMO-voorzieningen, inclusief mantelzorgondersteuning wordt later in het jaar gepubliceerd, doch uiterlijk voor 1 juli 2013.

Voorbehoud (stedelijke) beleidswijzigingen

De nadere regels zijn opgesteld onder voorbehoud van stedelijke beleidswijzigingen als gevolg van de decentralisatie jeugdzorg, de invoering van de Wet Passend Onderwijs, de decentralisatie van de functie begeleiding uit de AWBZ en de opgave in het kader van één stad één opgave

1 Subsidieregeling Schoolbegeleiding

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

  • e.

    IB-er; intern begeleider

  • f.

    OKC; Ouder en Kind Centrum

Artikel 2.          Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op Schoolbegeleiding in het primair onderwijs. Het doel van deze subsidieregeling is het realiseren van een optimale zorgstructuur binnen scholen voor primair onderwijs, zodat zij voldoende en adequate zorg aan individuele leerlingen kunnen bieden en hen op deze manier steunen bij het behalen van hun leerdoelen, door leerling-leerkrachtbegeleiding, zorgstructuur verbetering en verbetering zorgaanbod, aansluiting van de zorg (de versterking van samenwerking IB-er en OKC en/of jeugdzorg).

Een goed functionerend zorgbreedteoverleg (volgens de stedelijke norm) is onderdeel van deze zorgstructuur.

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van;

  • leerling-leerkrachtbegeleiding;

  • zorgstructuur verbetering en verbetering zorgaanbod;

  • aansluiting van de zorg (de versterking van samenwerking IB-er en OKC en/of jeugdzorg).

Onder de bovengenoemde activiteiten kunnen vallen:

  • leerling-onderzoek, pilotprojecten, uitwisseling van good practices etc.;

  • vernieuwende vormen van zorgcoördinatie vanuit school en het zorgbreedteoverleg;

  • specifieke direct aan het onderwijs gerelateerde zorg (die niet vergoed kan worden door derden of in een co-financieringsconstructie), passend onderwijs, handelingsgericht werken, ontwikkeling schoolteams;

  • het mogelijk maken van specifieke zorgarrangementen en zorgtrajecten waarbij meerdere partners samenwerken om (groepen van) leerlingen zorg op maat te bieden.

Voor alle activiteiten geldt dat waar mogelijk het schoolbestuur aantoont zelf niet over de middelen te beschikken en/of bij derden (met name zorgverzekeraars, maar ook VIA Amsterdam, het Samenwerkingsverband) geen middelen voor deze activiteiten te kunnen ontvangen.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4.          Verdeelsleutel subsidieplafond

Naar rato van het aantal leerlingen op de teldatum van 1 oktober voorafgaande aan het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft wordt per schoolbestuur een bedrag per leerling van € 30,-- beschikbaar gesteld.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 5.          De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door schoolbesturen voor primair onderwijs in stadsdeel Nieuw-West.

Artikel 6.          Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

Indicatoren (algemeen):

  • aantal leerlingen dat passende zorg krijgt;

  • beoordeling door de inspectie op het primair onderwijs op het onderdeel zorg/begeleiding.

  • De 1 oktober telling voorafgaand aan het jaar van verlening.

Artikel 7.          Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling Schoolbegeleiding.

Geldende beleidsdocumenten:

Programma-akkoord

Voorstel werkgroep Schoolbegeleiding

Kaders rijksbeleid met betrekking tot leerlingenzorg en schoolbegeleiding

Jong Amsterdam 2

Lokaal Educatieve Agenda Nieuw-West

Behandelend ambtenaar: Alex den Otter, a.den.otter@nieuwwest.amsterdam.nl, 020-2538147

2. Subsidieregeling Schoolmaatschappelijk werk

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

Artikel 2.          Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op het schoolmaatschappelijk werk. Het doel van deze subsidieregeling is signaleren, voorkomen en bestrijden van psychosociale problematiek van leerlingen in het primair onderwijs door de inzet van gekwalificeerde schoolmaatschappelijk werkers, die doorverwijzen naar meer geëigende hulpverlening wanneer de problematiek daarom vraagt.  

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van schoolmaatschappelijk werk.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4.          Verdeelsleutel subsidieplafond
  • het stadsdeel kent een minimum van 1,5 uur schoolmaatschappelijk werk toe voor scholen die geen inzet via het Samenwerkingsverband krijgen;

  • het stadsdeel verdubbelt de inzet van het Samenwerkingsverband op de overige scholen;

  • de kostprijs per uur schoolmaatschappelijk werk bedraagt € 72,--.

De verdeling van subsidies vindt plaats na overleg met de schoolbesturen in het kader van de Lokale Educatieve Agenda en in overeenstemming met de verordening materiële en financiële gelijkstelling van de voormalige stadsdelen.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 5.          De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door gecertificeerde organisaties die schoolmaatschappelijk werk (SMW) uitvoeren. De scholen in stadsdeel Nieuw-West kunnen zelf de aanbiedende organisatie kiezen die zij op hun school het schoolmaatschappelijk werk willen laten uitvoeren.

Hoofdstuk 4 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 6.          Verlening van de subsidie

Het stadsdeel vraagt van de schoolmaatschappelijk werker dat deze op de hoogte is van activiteiten en werkwijze van het team Samen Doen en hier naar doorverwijst indien de problematiek daarom vraagt.

Hoofdstuk 5 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 7.          Verantwoording subsidies vanaf € 5.000 tot en met € 50.000

In aanvulling op artikel 14, derde lid, van de ASA 2012 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling rapportages op de volgende indicatoren;

  • aantal en percentage gesignaleerde schoolgaande kinderen psychosociale problematiek;

  • aantal en percentage kinderen dat wordt doorgeleid naar jeugdzorg;

  • aantal en percentage MPG-2 en MPG-3 gezinnen.

Artikel 8.          Verantwoording subsidies vanaf € 50.000

In aanvulling op artikel 15, vierde lid, van de ASA 2012 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling rapportages op de volgende indicatoren;

  • aantal en percentage gesignaleerde schoolgaande kinderen psychosociale problematiek;

  • aantal en percentage kinderen dat wordt doorgeleid naar jeugdzorg;

  • aantal en percentage MPG-2 en MPG-3 gezinnen.

Artikel 9.          Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling Schoolmaatschappelijk werk.

Referentiedocumenten:

  • bestuursprogramma Kansen bieden, talenten benutten 2010-2014;

  • programmabegroting stadsdeel Nieuw-West 2014;

  • het inhoudelijk kader herijking subsidies 25 mei 2011.

Behandelend ambtenaar: Alex den Otter, a.den.otter@nieuwwest.amsterdam.nl, 020-2538147

3 Subsidieregeling Mentoraten

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de ASA-NW2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

  • e.

    PO; primair onderwijs

  • f.

    VO; voortgezet onderwijs

  • g.

    ZBO; zorgbreedteoverleg

Artikel 2.          Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op het lokaal onderwijsbeleid. Het doel van deze subsidieregeling is het bevorderen van een succesvolle schoolloopbaan door leerlingen in de leeftijd van tien tot veertien jaar met minder ontwikkelde sociale competenties en/of een instabiele thuissituatie te begeleiden bij de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs.

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van groepsmentoraten voor leerlingen van 10 tot 14 jaar woonachtig in stadsdeel Nieuw-West met minder ontwikkelde sociale competenties en/of een instabiele thuissituatie.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4.          Verdeelsleutel subsidieplafond

Subsidie wordt verleend op basis van een inhoudelijke toets met in achtneming van bestaande subsidierelaties.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 5.          De aanvrager

Vanwege de continuïteit en de kwaliteit van de uitvoering van de activiteiten, alsmede de doelmatigheid van de besteding van de overheidsgelden kan subsidie uitsluitend worden aangevraagd door de Stichting voor Kennis en Sociale Cohesie en de Weekend Academie. Dit laat echter onverlet dat de subsidierelatie met partijen waarvan de aanvraag 2014 niet aan de eisen voldoet, en/of waarvan de resultaten in 2012 en 2013 achterblijven, niet voor continuering in aanmerking komt.

Artikel 6.          Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

  • a.

    het product groepmentoraten wordt uitgedrukt in de prestatie-eenheid ‘traject per leerling'

  • b.

    een voorstel hoe onderstaande indicatoren worden gemonitord en hoe bij de vaststelling van de subsidie hierover wordt gerapporteerd.

Indicatoren:

  • Doorverwijzingen van risicoleerlingen vanuit het het PO: bijvoorbeeld vanuit het ZBO of via schoolmaatschappelijk werk.

  • Overdracht risicoleerlingen naar VO: er is een contactmoment met de school waar de leerling heengaat.

  • Evaluatie bij uitstroom: er vindt een evaluatie plaats op het moment dat de leerling het traject afrondt dan wel beëindigt.

Hoofdstuk 4 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 7.          Verlening van de subsidie

De mentoren zijn volwassen vrijwilligers die minimaal een HBO-opleiding volgen of hebben afgerond.

Hoofdstuk 5 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 8.          Verantwoording subsidies

In aanvulling op artikel 14, 15 en 16 van de ASA 2012 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling van het product groepmentoraten uitdrukkelijk de realisatie uitgedrukt in prestatie-eenheid ‘traject per leerling'. Indien minder is gerealiseerd wordt evenredig lager vastgesteld. 

Artikel 9.          Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling Mentoraten

Referentiedocumenten:

  • bestuursprogramma Kansen bieden, talenten benutten 2010-2014;

  • programmabegroting stadsdeel Nieuw-West 2014;

  • het inhoudelijk kader herijking subsidies 25 mei 2011.

Behandelend ambtenaar:  Liesbeth Steetskamp, l.steetskamp@nieuwwest.amsterdam.nl, 020 2538101

4 Subsidieregeling Voor- en vroegschoolse educatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de Algemene  Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

  • e.

    VVE; Voor- en Vroegschoolse Educatie

Artikel 2.          Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op de Voor- en vroegschoolse educatie. Het doel van deze subsidieregeling is onderwijsachterstanden bij jonge kinderen te voorkomen en waar nodig te bestrijden. De voorschoolse educatie is gericht op peuters van 2,5 tot 4 jaar en vindt plaats in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Betrokkenheid van de ouders bij de ontwikkeling van hun kind is essentieel. De uitvoering van de VVE geschiedt volgens het Kwaliteitskader Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Amsterdam 2010-2014.

Door het stadsdeel beoogde resultaten

  • minimaal 1.319 (85%) doelgroepkinderen* nemen aan de voorschool deel.**

  • alle ouders met een doelgroepkind op een voor- of vroegschool zijn betrokken bij de ontwikkeling van hun kind.

  • elke voorschoolgroep in een peuterspeelzaal telt minimaal 67% doelgroepkinderen.

  • elke voorschoolgroep in een kinderdagverblijf telt minimaal 6 doelgroepkinderen.

*       Doelgroepkind = een kind met een positieve VVE-indicatie en een leeftijd van 30 t/m 47 maanden.

**     Onder voorbehoud van vaststelling van de G4 bestuursafspraken VVE 2012-2015. Het aantal en percentages kunnen op basis hiervan worden bijgesteld.

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van

  • start voorschoolgroep

  • exploitatie voorschoolgroep

  • start vroegschool

  • coördinatie vroegschool

  • oudercontactmedewerker gestationeerd op een vroegschool

  • spelochtenden (t/m week 27 in 2014)

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4.          Verdeelsleutel subsidieplafond

Binnen het subsidieplafond is een bedrag van € 39.440,- geoormerkt voor continuering van de bestaande spelochtenden t/m week 27 van 2014. Voor de verdeling van de overige middelen geldt dat de exploitatie van bestaande voorschoolgroepen, coördinatie vroegschool en de oudercontactmedewerker prioriteit hebben. Het resterende budget is beschikbaar voor de start van vroegscholen en voorschoolgroepen conform het eind 2013 op te stellen Uitvoeringsplan 2014. In dit plan wordt vastgelegd op welke plaats welk type en hoeveel plaatsen nodig zijn. De uitbreiding van voorschoolgroepen wordt bepaald op basis van een gebiedsgerichte en vraaggerichte analyse van de doelgroepkinderen.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 5.          De aanvrager

Het DB kan uitsluitend subsidie verstrekken aan exploitanten van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven en (besturen van) basisscholen met inachtneming van bestaande relaties.

Artikel 6.          Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

voorstellen voor het monitoren van

  • samenwerking tussen voor- en vroegschool inzake de kinderen en de ouderbetrokkenheid;

  • aantal en soort activiteiten om de ouderbetrokkenheid te stimuleren;

  • aantal ouders van een doelgroepkind dat deelneemt aan activiteiten gericht op het stimuleren van ouderbetrokkenheid.

Hoofdstuk 4 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 7.          Verlening van de subsidie

Bijzondere criteria en/of voorwaarden:

Voor de inzet van de middelen gelden de volgende tarieven:

  • exploitatie voorschoolgroep (peuterspeelzaal): zelfde bedragen als in 2013.

  • uitvoering voorschoolgroep in kinderdagverblijf: € 9.000 per groep (indicatief: coördinatie- en taakuren € 7.000, ouderbetrokkenheid/-activiteiten € 1.500, materiaal € 500). Eventueel extra budget voor scholing wordt bepaald op basis van het opleidingsplan, noodzaak en eerdere verleningen.

  • coördinatie vroegschool: maximaal € 6.000,- per basisschool/erkende vroegschool.

  • oudercontactmedewerker: maximaal € 1.984,- per uur op jaarbasis en:

    • bij 1 gekoppelde voorschoolgroep/peuterspeelzaal: 7 uur per week.

    • bij 2 gekoppelde voorschoolgroepen/peuterspeelzaal: 11 uur per week.

    • voor elke volgende extra groep is 4 uur extra per week beschikbaar.

  • start vroegschool regulier: opleiding van maximaal 4 leraren tot een maximum van € 3.000 tot € 6.000 per leraar afhankelijk van het gekozen programma, en maximaal € 5.000 voor programma, materialen en inrichting.

  • start vroegschool -10% variant: scan en opleidingtot een maximum van € 27.500 bij 4 groepen per school.

  • start voorschool (peuterspeelzaal): voorbereiding € 3.120, opleiding van maximaal 2 leidsters tot een maximum van € 3.000 tot € 6.000 per leidster afhankelijk van het gekozen programma, verletkosten € 2.000 per leidster en inrichting/materialen maximaal € 15.000 (1e groep) en € 1.000 (2e groep).

  • start voorschoolgroep in kinderdagverblijf: opleiding van maximaal 3 leidsters tot een maximum van € 3.000 tot € 6.000 per leidster afhankelijk van het gekozen programma, verletkosten € 2.000 per leidster en maximaal € 2.000 voor inrichting/materialen.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 8.          Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2012, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • voorschoolgroep peuterspeelzaal: minimaal 67% doelgroepkinderen.

  • voorschoolgroep kinderdagverblijf: minimaal 6 doelgroepkinderen.

  • coördinatie vroegschool: minimaal 4 uur inzet per week conform het Kwaliteitskader Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Amsterdam 2010-2014.

  • oudercontactmedewerker: aantal gesprekken met ouders per wel/niet doelgroepkind, aantal en inhoud van bijeenkomsten met daarbij het aantal deelnemende ouders van wel/niet doelgroepkinderen, samenwerking met de basisschool, voorschool, OKC en taalaanbod voor ouders op school.

Aanvullende opmerking

Indicatiestelling voor VVE gebeurt door het OKC en is geen taak van de aanbieder(s) van VVE.

Hoofdstuk 6 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 9.          Verantwoording subsidies vanaf € 50.000

In aanvulling op artikel 15, vierde lid, van de ASA 2012 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling een inhoudelijke rapportage op de volgende indicatoren:

  • samenwerking tussen voor- en vroegschool inzake de kinderen en de ouderbetrokkenheid;

  • aantal en soort activiteiten om de ouderbetrokkenheid te stimuleren;

  • aantal ouders van een doelgroepkind dat deelneemt aan activiteiten gericht op het stimuleren van ouderbetrokkenheid.

Artikel 11.         Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling Voor- en vroegschoolse educatie.

Referentiedocumenten

Kwaliteitskader Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Amsterdam 2010-2014.

Behandelend ambtenaar: Wilma Friderichs, w.friderichs@nieuwwest.amsterdam.nl

5 Subsidieregeling Opvoedondersteuning

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

  • e.

    OKC; Ouder en Kind Centrum

Artikel 2.          Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op Opvoedondersteuning. Het doel van deze subsidieregeling is het vergroten van de opvoedvaardigheden van ouders met kinderen in de leeftijd van 0 tot 23 jaar door het bieden van:

  • pedagogische spreekuren

  • informatie en advies over opvoeden en opgroeien

  • toeleiding van ouders /verzorgers naar activiteiten

  • lichte opvoedondersteuning in de thuissituatie

Door het stadsdeel beoogde resultaten:

  • Ouders/verzorgers krijgen informatie en advies over de mogelijkheden aan opvoed- en opgroeiondersteuning binnen stadsdeel Nieuw-West en weten die te benutten.

  • Kinderen krijgen (met hun ouders) mogelijkheden aangereikt om hun ontwikkelingskansen te vergroten.

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van het bieden van:

  • pedagogische spreekuren.

  • informatie en advies over opvoeden en opgroeien.

  • toeleiding van ouders /verzorgers naar activiteiten.

  • lichte opvoedondersteuning in de thuissituatie.

  • het geven van opgroeiondersteuning door het organiseren van drie open-inloopmogelijkheden voor ouders en kinderen in de verzorgingsgebieden van de OKC's.

  • het aanbieden van bijeenkomsten ‘spel en opvoeding' op het OKC, alsmede de mogelijkheid van speluitleen.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4.          Verdeelsleutel subsidieplafond

De subsidieaanvragen worden in samenhang met elkaar beoordeeld, zodanig dat er voldoende kwantitatief en kwalitatief aanbod ontstaat op alle producten die staan opgenomen in het OKC Basispakket.

Daarnaast wordt de afweging mede gemaakt op basis van:

  • De mate waarin het aanbod past binnen de lopende ontwikkelingen rondom de transitie jeugdzorg en transformatie jeugddomein.

  • De mate waarin het aanbod evidence based is (de NJI databank geldt als richtinggevend kader).

  • De mate waarin men moeilijk bereikbare doelgroepen (bijv. laagopgeleide ouders, vaders, minima huishouders etc.) weet te bereiken.

  • De spreiding van de activiteiten over de verzorgingsgebieden van de drie OKC's.

  • De mate van effectieve en/of vernieuwende vormen om de eigen kracht van ouders en netwerken rondom ouders te versterken.

  • De mate van samenwerking binnen de netwerkorganisatie van het OKC.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 5.          De aanvrager

Subsidie wordt verleend met in achtneming van bestaande subsidierelaties.

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door Humanitas en SIPI/Coach je kind (lichte opvoeding in de thuissituatie) en SO&T (overige activiteiten).

Dit feit laat echter onverlet dat de subsidierelatie met partijen waarvan de aanvraag 2014 niet aan de eisen voldoet, en/of waarvan de resultaten in 2012 en 2013 achterblijven, niet voor continuering in aanmerking komt.

Artikel 6.          Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

Een aanvraag op basis van de volgende prestaties;

  • Informatie

  • Bijeenkomsten

  • Signalering

Hoofdstuk 4 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 7.          Verlening van de subsidie
  • Om in aanmerking te komen voor deze subsidie gelden de volgende specifieke voorwaarden:

  • 1. Het opleidingsniveau van de volgende professionals is minimaal HBO:

    • Pedagogische adviseurs (=Triple P niveau 2 en 3);

    • Coaches van Coach je Kind (=Triple P niveau 2);

    • Coördinator Home-Start.

  • 2. Het opleidingsniveau van de volgende professionals is minimaal MBO+:

    • Medewerkers ‘informatie en toeleiding';

    • Medewerkers van de open inloop in de OKC's

  • 3. Alle beroepskrachten beschikken over een goede beheersing van de Nederlandse taal en zijn cultuurgevoelig.

  • 4. Er is een klachtenafhandelingsprocedure.

Hoofdstuk 5 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 9.          Verantwoording subsidies vanaf € 5.000 tot en met € 50.000

In aanvulling op artikel 14, derde lid, van de ASA 2012 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling de volgende indicatoren

  • Tevredenheid van ouders.

  • Bereik (de mate waarin ouders gebruik maken van het aanbod)

Artikel 10.         Verantwoording subsidies vanaf € 50.000

In aanvulling op artikel 15, vierde lid, van de ASA 2012 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling de volgende indicatoren

  • Tevredenheid van ouders.

  • Bereik (de mate waarin ouders gebruik maken van het aanbod)

Artikel 11.         Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling aanbod opvoedondersteuning.

Referentiedocumenten:

  • Bestuursprogramma ‘Kansen bieden, talenten benutten 2010-2014';

  • Inhoudelijk kader herijking subsidies 1 maart 2011;

  • Stedelijk Basispakket OKC en met name de betreffende productbeschrijvingen.

Behandelend ambtenaar: Ritha van Duin, r.van.duin@nieuwwest.amsterdam.nl, 020-2538643.

6 Subsidieregeling extra begeleiding van kinderen in de reguliere kinderopvang

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

Artikel 2.          Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op extra begeleiding van kinderen in de reguliere kinderopvang. Het doel van deze subsidieregeling is de integratie van kinderen met een ontwikkelingsprobleem in de reguliere kinderopvang te bevorderen door het bieden van ondersteuning bij de begeleiding, ontwikkelingsstimulering en de verzorging van deze kinderen conform de stedelijke afspraken van 28 februari 2001, onder de noemer Okido.

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van OKIDO-ondersteuning voor kinderdagverblijf, peuterspeelzaal cq voorschool of naschoolse opvang bij de opvang en begeleiding van een kind met een ontwikkelingsprobleem. Dit kan bestaan uit gerichte, tijdelijke ondersteuning in de vorm van:

  • stimulering en begeleiding van het kind.    

  • een financiële bijdrage voor de inzet van een extra leid(st)er om zo gerichte aandacht aan het kind te kunnen geven.

In de kostprijs per kindplaats is naast deze extra inzet eveneens het centrale meld- en coördinatiepunt opgenomen.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4.          Verdeelsleutel subsidieplafond

Beschikbaar subsidiebedrag;

totaal jaarbedrag per kind € 1.933,77 nader onderverdeeld in:

  • Hulpverlening: het inzetten van extra formatie in de reguliere kinderopvang/ peuterspeelplaatsen cq voorscholen en naschoolse opvang  € 1.500.

  • Het Centrale Meld en Coördinatiepunt  € 433,77

Met een maximum van 72 kinderen.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 5.          De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door Combiwel (Okido), conform de stedelijke afspraken van 28 februari 2001.

Hoofdstuk 4 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 6.          Verantwoording subsidies vanaf € 50.000

In afwijking / aanvulling op artikel 15, vierde lid, van de ASA 2012 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling (... invullen gegevens).

Artikel 7.          Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling extra begeleiding van kinderen in de reguliere kinderopvang 

Referentiebeleidsdocumenten:

  • Bestuursprogramma Kansen bieden, talenten benutten 2010-2014

  • Inhoudelijk kader herijking subsidies 25 mei 2011.

Behandelend ambtenaar: Ritha van Duin, r.van.duin@nieuwwest.amsterdam.nl, 020-2538643.

7 Subsidieregeling Jongerenwerk

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de ASA- Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

Artikel 2.          Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op jongerenwerk. Het doel van deze subsidieregeling is het bieden van een voorziening in de vrije tijd gericht op (talent)ontwikkeling van jongeren tussen de 10 en 24 jaar, in het bijzonder kwetsbare jongeren tussen de 12 en 18 jaar en jongeren met een fysieke dan wel mentale beperking. Het jongerenwerk leidt toe, indien nodig, naar zorg en hulpverlening. Het uitgangspunt is de leefwereld van de jongeren te verbreden. Het jongerenwerk werkt outreachend. Het inpandig jongerenwerk vindt plaats in The Matrixx, The Hood, Multifunctioneelcentrum Slotermeer, scholen en de Huizen van de Wijk.

Het jongerenwerk draagt bij aan:

  • het optimaal ontwikkelen door zorg, vroegtijdige hulp en (financiële) ondersteuning;

  • een succesvolle schoolloopbaan en behalen van een startkwalificatie;

  • het ontwikkelen van talenten en

  • het bevorderen van participatie.

De beoogde resultaten van de inzet van jongerenwerk zijn:

  • minimaal 70% van de basisactiviteiten van het jongerenwerk is gericht op jongeren van 10-18 jaar;

  • minimaal 30% van de bereikte doelgroep zijn meiden;

  • minimaal 50% van het aanbod voor jongeren wordt door jongeren zelf geïnitieerd en/of georganiseerd.

  • 10% van de basisactiviteiten zijn gericht op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten en het behalen van een startkwalificatie.

  • 100% van de jongeren zonder startkwalificatie worden doorverwezen en/of begeleid naar school, werk of DWI;

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van:

  • activiteiten gericht op educatie en/of talentontwikkeling;

  • activiteiten gericht op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten en het behalen van een startkwalificatie;

  • activiteiten gericht op wederkerigheid;

  • activiteiten die jongeren zonder startkwalificatie begeleiden en/of doorverwijzen naar school, werk of DWI;

  • activiteiten die in samenwerking met of in opdracht van het onderwijs integraal georganiseerd worden.

  • activiteiten gericht op het activeren van sociale netwerken.

Hoofdstuk 2 Subsidieaanvraag

Artikel 4.          De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door Stichting Dock, Combiwel en Stichting Streetcornerwork. Vanwege de continuïteit en de kwaliteit van de uitvoering van de activiteiten, alsmede de doelmatigheid van de besteding van de overheidsgelden is het van belang om bestaande subsidierelaties voort te zetten. In dit geval zijn dat Stichting Dock (€ 800.000,-), Combiwel (€ 800.000,-) en Stichting Streetcornerwork (€ 310.000,-). Dit feit laat echter onverlet dat de subsidierelatie met partijen waarvan de aanvraag 2014 niet aan de eisen voldoet, en/of waarvan de resultaten in 2012 en 2013 achterbleven, niet voor continuering in aanmerking komt.

Artikel 5.          Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd: voorstellen voor adequate indicatoren en daarbij aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan. Voorbeelden van indicatoren zijn:

  • bereikpercentage bij de activiteiten naar leeftijd en sekse;

  • activiteiten die door jongeren zelf geïnitieerd/georganiseerd worden;

  • klanttevredenheid naar aanleiding van de uitkomsten van de Jongerenwijzer (ook van de netwerkpartners);

  • gerealiseerde gedragsverandering/resultaten/doorverwijzingen bij kinderen en jongeren (gemeten aan de hand van de ingevulde lijsten ‘Jongerenwijzer').

Op de aanvraag en verlening zijn de volgende prestaties van toepassing:

  • aantal eenheden (uur) bijeenkomsten;

  • aantal eenheden (uur) flexibele begeleiding;

  • aantal eenheden (uur) netwerkdeelname;

  • aantal eenheden (uur) openstelling/faciliteiten.

Hoofdstuk 3 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 6.          Verlening van de subsidie

De aanvraag voldoet aan de richtlijnen zoals verwoord in het basispakket Jongerenwerk Nieuwe Stijl, dat wil zeggen:

  • er is sprake van samenwerking met partners in het werkgebied;

  • de jongerenwerkers zijn op de hoogte van de Meldcode Overlast;

  • de organisaties voldoen aan de voorwaarden zoals vereist in de Wet Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling;

  • er wordt gewerkt met de Jongeren effectwijzer, voor effectmeting van jongerenwerk. Elke organisatie heeft jaarlijks twee meetmomenten op behaalde doelen en resultaten met individuele jongeren en groepen. Resultaten moeten inzichtelijk zijn en vergelijkbaar met andere stadsdelen;

  • minimaal de helft van het aantal locaties waar het jongerenwerk plaatsvindt, is toegankelijk voor jongeren met een fysieke beperking. Daar waar sprake is van nieuwbouw of verbouw, is de toegankelijkheid een vanzelfsprekendheid;

  • er wordt samengewerkt met Bureau Leerplicht en gebruik gemaakt van elkaars expertise en mogelijkheden in de aanpak van voortijdig schoolverlaters;

  • het jongerenwerk participeert in de jeugdketens zoals, Jeugd en Veiligheid, Netwerk 12+, Zorg, VSV etc..

De organisaties worden geacht op basis van wijkanalyses, voor zover mogelijk, de inzet van producten aan te passen of te wijzigen om maatwerk te kunnen leveren, daar waar nodig is. Het stadsdeel gaat ervan uit dat de volgende gegevens bekend zijn bij de organisaties en worden gemonitord, om zo de producten effectief en efficiënt in te kunnen zetten:

- subjectieve veiligheidsindex;

- voortijdige schooluitval, jeugdwerkloosheid;

- inzet maatschappelijke participatie;

- schoolverzuim, voortijdige schooluitval;

- jongeren met/zonder startkwalificatie;

- sociaaleconomische achtergrond jongeren.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 7.          Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2012, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • het profiel jongerenwerker is aangescherpt naar het beroepsprofiel Jongerenwerk van MOVISIE. Alle jongerenwerkers voldoen aan het beroepsprofiel mbo/hbo;

  • er wordt deelgenomen aan het stedelijk expertise netwerk;

  • alle jongerenwerkers zijn getraind om te werken met jongeren met een beperking (inclusief LVB). Per organisatie is er één aandachtsfunctionaris;

  • methodiekontwikkeling en training binnen het jongerenwerk krijgen prioriteit. Het profiel jongerenwerker is aangescherpt naar het beroepsprofiel Jongerenwerk van MOVISIE per 1-1-2013 en alle jongerenwerkers voldoen aan het beroepsprofiel mbo/hbo (2014).

Artikel 8.          Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling Jongerenwerk.

Referentiedocumenten:

  • Beleidskader Jongerenwerk Nieuwe Stijl;

  • Basispakket Jongerenwerk Nieuwe Stijl;

  • Bestuursprogramma Kansen bieden, talenten benutten 2010-2014;

  • Programmabegroting stadsdeel Nieuw-West 2014.

Behandelend ambtenaar: Malika el Bacha, m.elbacha@nieuwwest.amsterdam.nl, 020 25 38117 / Rogier Korterink, r.korterink@nieuwwest.amsterdam.nl, 020 2538140.

8 Subsidieregeling Kinderwerk "Het Landje"

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de ASA- Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

Artikel 2.          Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op kinderwerk "Het Landje". Het doel van deze subsidieregeling is het aanbieden van (talent)ontwikkelingsactiviteiten in de vrije tijd voor kinderen en jongeren van zes tot en met veertien jaar en hun ouders. De activiteiten vinden met name plaats in bouwspeelplaats Het Landje.

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van:

  • activiteiten gericht op het leren samenspelen, delen en respecteren;

  • activiteiten die zelfredzaamheid bevorderen en/of sociale vaardigheden verbeteren;

  • recreatieve activiteiten

  • vernieuwende activiteiten en ideeën.

Hoofdstuk 2 Subsidieaanvraag

Artikel 4.          De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door stichting Impuls. Vanwege de continuïteit en de kwaliteit van de uitvoering van de activiteiten, alsmede de doelmatigheid van de besteding van de overheidsgelden is het van belang om bestaande subsidierelaties voort te zetten. Het stadsdeel realiseert zich dat het beschikbare budget wellicht niet voldoende is om de genoemde openstelling en inzet van de instelling volledig te dekken. Het stadsdeel verwacht van de instelling eigen inzet en initiatief om op alternatieve wijze te zorgen voor de benodigde middelen zonder dat dit ten koste gaat van het doel van het Landje.

Artikel 5.          Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd: voorstellen voor adequate indicatoren en daarbij aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan. Voorbeelden van indicatoren zijn:

  • het gemiddeld aantal bezoekers per dag in reguliere weken;

  • het gemiddelde aantal bezoekers per dag tijdens schoolvakanties;

  • het aantal deelnemers per activiteit;

  • het aantal vrijwilligers/stagiaires dat op reguliere basis actief is bij het Landje;

  • klanttevredenheid.

Op de aanvraag en verlening zijn de volgende prestaties van toepassing:

  • flexibele begeleiding;

  • bijeenkomsten.

  • openstelling

Hoofdstuk 3 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 6.          Verlening van de subsidie

Deze mogelijke voorwaarden worden opgenomen in het besluit tot subsidieverlening:

Door het stadsdeel beoogde resultaten:

  • het gemiddelde aantal bezoekende kinderen in reguliere weken is 80 per dag;

  • het gemiddelde aantal bezoekende kinderen tijdens schoolvakanties zit tussen de 80 en 100 per dag;

  • het gemiddelde aantal deelnemers per activiteit is minimaal 10;

  • minimaal 15 vrijwilligers/stagiaires zijn actief op het Landje per jaar;

  • het Landje is minimaal 5 dagen in de week open voor minimaal 1445 uur, 45 weken per jaar.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 7.          Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2012, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • de organisatie is in het bezit van het keurmerk voor dieren.

  • er zijn regels en voorschriften zoals: Meldcode Huiselijk Geweld en kindermishandeling voor omgang en veiligheid waar alle begeleiders, vrijwilligers en stagiaires van op de hoogte zijn;

  • alle begeleiders, stagiaires en vrijwilligers zijn in het bezit van een VOG en er is altijd één begeleider aanwezig die in het bezit is van een EHBO certificaat eerste hulp voor kinderen;

  • de aanvrager dient in zijn aanvraag ervan uit te gaan dat het stadsdeel voor het gebruik van het land en de gebouwen een huur berekent van ongeveer € 40.000,-. Het huurbedrag is exclusief gas/water/licht en servicekosten.

  • kinderen onder de negen jaar worden ingeschreven, met toestemming van ouders, en geregistreerd. Er is bekend waar het kind woont en contactgegevens van ouders zijn beschikbaar.

Artikel 8.          Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling Kinderwerk "Het Landje".

Referentiedocumenten

Programmabegroting stadsdeel Nieuw-West 2014.

Behandelend ambtenaar:  Malika el Bacha, m.elbacha@nieuwwest.amsterdam.nl, 020 25 38117 / Rogier Korterink, r.korterink@nieuwwest.amsterdam.nl, 020 2538140.

9 Subsidieregeling Steunpunt Vrijwilligers

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de ASA- Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

Artikel 2.          Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op Steunpunt Vrijwilligers. Het doel van deze subsidieregeling is

  • Bevorderen vrijwilligerswerk

  • Begeleiding van (potentiële) vrijwilligers(organisaties)

  • Versterken eigen kracht bewoners van Nieuw-West

Stadsdeel Nieuw-West bevordert actief burgerschap. Het faciliteert bewoners die zich vrijwillig willen inzetten voor het stadsdeel en daarmee een positieve bijdrage willen leveren aan de sociale leefomgeving. De subsidies die het stadsdeel verstrekt moeten vrijwilligerswerk laagdrempelig en aantrekkelijk maken en houden.

Door het stadsdeel beoogde resultaten:

  • participeren in de maatschappij neemt toe via vrijwilligerswerk;

  • meer mensen kennen de mogelijkheden rondom vrijwilligerswerk en maken gebruik van het Steunpunt Vrijwilligers.

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van:

  • Het koppelen van vraag naar en aanbod van vrijwilligers door het uitvoeren, vernieuwen en up to date houden van een vrijwilligersvacaturebank;

  • Aansluiting of contact met de stedelijke vrijwilligersvacaturebank (met een digitaal toegankelijke variant) en als onderdeel van de basisinfrastructuur voor vrijwilligers;

  • Informatie en advies aan en deskundigheidsbevordering van vrijwilligersorganisaties;

  • Ondersteuning van individuele vrijwilligers door het verstrekken van informatie en advies;

  • Bemiddeling naar vrijwilligerswerk en bij persoonlijke en maatschappelijke groei van de vrijwilliger;

  • Activiteiten gericht op de promotie van vrijwilligerswerk in Amsterdam Nieuw-West;

  • Activiteiten gericht op het bevorderen van maatschappelijk betrokken ondernemen;

  • Cursussen, trainingen en deskundigheidsbevordering (deskundigheidsbevordering exclusief informele hulp/steun; dit wordt stedelijk geregeld);

  • Netwerkvorming;

  • Waardering van vrijwilligers.

Hoofdstuk 2 Subsidieaanvraag

Artikel 4.          De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door Vrijwilligers Centrale Amsterdam en Stichting Blik op Talent. Vanwege de continuïteit en de kwaliteit van de uitvoering van de activiteiten, alsmede de doelmatigheid van de besteding van de overheidsgelden is het van belang om bestaande subsidierelaties voort te zetten. Dit betreft respectievelijk de Vrijwilligers Centrale Amsterdam en Stichting Blik op Talent. Dit feit laat echter onverlet dat de subsidierelatie met partijen waarvan de aanvraag 2014 niet aan de eisen voldoet, en/of waarvan de resultaten in 2012 achterbleven, niet voor continuering in aanmerking zal komen.

Artikel 5.          Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

Voorstellen voor adequate indicatoren en daarbij aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan. Voorbeelden van indicatoren zijn:

  • aantal vrijwilligers;

  • percentage vrijwilligers van de totale bevolking van het stadsdeel;

  • tevredenheid onder vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties.

Op de aanvraag en verlening zijn de volgende prestaties van toepassing:

  • Bemiddeling en vacaturebank

  • Informatie en advies:

  • Netwerkvorming en samenwerking

Hoofdstuk 3 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 6.          Verlening van de subsidie

Aanvullende opmerkingen / aandachtspunten:

In het kader van 1 stad 1 opgave wordt toegewerkt naar een stadsbrede infrastructuur met een eenduidig en laagdrempelig ondersteuningsaanbod voor vrijwilligersorganisaties. Met de centrale stad is uitgezocht wat het minimale aanbod op het gebied van vrijwillige inzet moet zijn in de stadsdelen en welke verantwoordelijkheden direct bij de stadsdelen liggen. De ingangsdatum hiervan is januari 2014. Dit kan leiden tot aanpassingen of het anticiperen hierop.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 7.          Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2012, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden. Deze voorwaarden worden opgenomen in het besluit tot subsidieverlening:

  • Het stadsdeel verwacht van het Steunpunt Vrijwilligers een gebiedsgerichte oriëntatie en dat zij per gebied, afhankelijk van de lokale situatie, maatwerk levert.

  • Het stadsdeel verlangt van het Steunpunt Vrijwilligers dat specifiek aandacht wordt besteed aan de werving van kwetsbare groepen en dat hierbij aansluiting wordt gezocht met migrantengroepen.

Referentiedocumenten:

  • Bestuursprogramma Kansen bieden, talenten benutten 2010 - 2014;

  • Programmabegroting Stadsdeel Nieuw-West 2014;

  • Contourenbrief sociaal beleid 2012 - 2014, november 2011;

  • Actualisering vrijwilligersbeleid Amsterdam (Dienst Wonen, Zorg en Samenleven / Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling), december 2009;

  • Uitvoeringsprogramma Vrijwillige Inzet (Dienst Wonen, Zorg en Samenleven), oktober 2010;

  • Stedelijk Meedoen en Meewerken. Meerjarenbeleidsplan Participatie 2011 - 2014 (Dienst Werk & Inkomen), augustus 2010;

  • Uitvoeringsplan gezamenlijke acties WMO basisvoorzieningen stadsdelen.

Behandelend ambtenaar: Marianne Asselbergs, m.asselbergs@nieuwwest.amsterdam.nl,  020 2538319

10 Subsidieregeling Huis van de Wijk

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de ASA- Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

Artikel 2.          Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op Exploitatie en programmering Huis van de Wijk. Het doel van deze subsidieregeling is het faciliteren en aanjagen van de functies: ontmoeten, activeren en participeren in Huizen van de Wijk.

Het Huis van de Wijk:

  • faciliteert de samenwerking tussen en met vrijwilligersorganisaties en professionele (zorg)organisaties en neemt hierin een actieve rol;

  • activeert en stimuleert de bewoners in hun persoonlijke ontwikkeling en zelfredzaamheid;

  • daarmee sluit zij aan bij de eigen kracht van bewoners, bevordert het de zorg voor elkaar van de bewoners en versterkt de sociale samenhang in de wijk;

  • bevordert de participatie van bewoners door hen te stimuleren actief deel te nemen aan de samenleving;

  • draagt bij aan de verbetering van de sociaaleconomische positie van bewoners;

  • faciliteert bewoners om zelf activiteiten te ontwikkelen en uit te voeren;

  • informeert en verwijst bewoners met welzijns-, zorg-, participatie- en leefbaarheidsvragen;

  • ondersteunt en neemt deel in activiteiten die bijdragen aan de objectieve en subjectieve veiligheid;

  • faciliteert in samenwerking de uitvoering van overige nadere regels en nieuw beleid in de wijk;

Het gebruik van het Huis van de Wijk is een afspiegeling van de diversiteit van de inwoners in een wijk.

Door het stadsdeel beoogde resultaten:

  • de verhuurbare ruimtes van de Huis van de Wijk panden zijn 52 weken per jaar 77 uur per week te gebruiken. Tijdens feestdagen kan hier, mits gemotiveerd en in overleg, van worden afgeweken;

  • van de ruimtes en activiteiten worden optimaal gebruik gemaakt;

  • een proactieve houding in de wijk;

  • bewoners- en gebruikersparticipatie;

  • actieve participatie in de doorontwikkeling van het Huis van de Wijk en het inspelen op nieuwe ontwikkelingen;

  • actieve participatie in de kwaliteitsverbetering van het Huis van de Wijk.

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

Het college/DB kan subsidie verlenen ten behoeve van de volgende activiteiten:

  • ruimte bieden voor activiteiten (openstelling, programmering, prioriteitsbewaking, verdeling bewoners en professionals);

  • technisch beheer;

  • faciliteren van vraag gestuurde activiteiten in de buurt met als richtlijn voor verdeling: ontmoeting 20%, vrijetijdsbesteding 30%, emancipatie en ontwikkeling 50%;

  • ondersteuning gebruikers (procesbegeleiding bewonersinitiatieven, deskundigheidsbevordering, individuele of groepsbegeleiding, belangenbehartiging, bewonersparticipatie.);

  • informatie en advies over activiteiten;

  • toeleiding activiteiten;

  • publiciteit en communicatie (onder andere het onderhouden website met vraag en aanbod activiteiten van de hele wijk);

  • het beheren van specifieke budgetten (bewonersinitiatieven).

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4.          Verdeelsleutel subsidieplafond

Bij de verdeling van subsidies binnen het subsidieplafond worden de volgende criteria toegepast:

  • de kosten van de accommodaties van het Huis van de Wijk;

  • de sociaaleconomische problematiek van de wijk.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 5.          De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door Stichting Eigenwijks, Stichting Samenwonen-Samenleven, Stichting Impuls Nieuw-West en Combiwel Welzijn BV (of een van hun aanverwante organisaties en samenwerkingsverbanden).

Vanwege de continuïteit en de kwaliteit van de uitvoering van de activiteiten, alsmede de doelmatigheid van de besteding van de overheidsgelden is het van belang om bestaande subsidierelaties voort te zetten. Dit betreft respectievelijk Stichting Eigenwijks, Stichting Samenwonen-Samenleven, Stichting Impuls Nieuw-West en Combiwel Welzijn BV (of een van hun aanverwante organisaties en samenwerkingsverbanden). Dit feit laat echter onverlet dat de subsidierelatie met partijen waarvan de aanvraag 2014 niet aan de eisen voldoet, en/of waarvan de resultaten in 2012 of 2013 achterbleven, niet voor continuering in aanmerking komen.

Artikel 6.          Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

indicatoren

  • het bereik in de wijk (% van de wijkbevolking);

  • aantal activiteiten in en met de wijk;

  • aantal momenten van bewonersparticipatie;

  • aantal gebruikersgroepen dat gebruik maakt van het Huis van de Wijk;

  • aantal actieve bewoners (inclusief vrijwilligers), betrokken bij activiteiten van het Huis van de Wijk;

  • aantal bewonersinitiatieven en bijeenkomsten regiegroep;

In 2014 maken we ook gebruik van indicatoren gericht op de versterking van het Huis van de Wijk.

  • inbreng in doorontwikkeling en kwaliteitsverbetering Huis van de Wijk;

  • inbreng van indicatoren en bijdrage aan monitoring daarvan.

Op de aanvraag en verlening zijn de volgende prestaties van toepassing:

  • openstelling;

  • activiteiten en programma's (programmering);

  • overige afrekenbare afspraken die in overleg worden bepaald.

Hoofdstuk 4 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 7.          Verlening van de subsidie

Voor 2014 worden de volgende afrekenbare prestaties gesteld aan deze subsidie:

  • minimaal 4000 uur openstelling;

  • minimaal 3000 uur aan activiteiten en programma's (programmering);

  • getekende overeenkomst waarin deze prestaties worden uitgewerkt en tevens actualiteiten worden opgenomen;

  • naast deze outputgerichte prestatienormen zullen in de overeenkomst ook afrekenbare en aanspreekbare afspraken worden opgenomen die in overleg worden bepaald. Deze afspraken zijn onlosmakelijk verbonden met doel en resultaat van deze subsidie.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 8.          Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2012, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

De subsidievrager is bereid om over uitvoering van de subsidiebeschikking een overeenkomst aan te gaan met het stadsdeel Nieuw-West. Deze voorwaarde wordt opgenomen in het besluit tot subsidieverlening. Indien een overeenkomst wordt aangegaan zal het stadsdeel daar ten minste in opnemen:

  • afspraken over het monitoren van de resultaten van de gesubsidieerde activiteiten aan de hand van heldere indicatoren die aansluiten op de door het stadsdeel Nieuw-West beoogde resultaten van beleid;

  • maximale openstelling, ook in avonduren en weekenden;

  • afspraken over beschikbaarheid en sluiting rond feestdagen;

  • de inkomsten uit eventuele commerciële verhuur van de ruimtes van een Huis van de Wijk komen ten goede aan het Huis van de Wijk. De exploitant rapporteert hierover in de jaarrekening;

  • de subsidieontvanger rapporteert over de resultaten van een tevredenheidsonderzoek en afhandeling van klachten;

  • de subsidieontvanger heeft een proactieve rol in de kwaliteitsverbetering van het Huis van de Wijk, inclusief het bijbehorende proces;

  • de subsidieontvanger heeft een proactieve rol in de doorontwikkeling van het Huis van de Wijk;

  • de subsidieontvanger draagt bij aan wijk overstijgende kennisdeling;

  • het verlenen van een bijdrage aan bewonersinitiatieven volgens het beleid van het stadsdeel.

Artikel 9.          Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling Huis van de Wijk.

Referentiedocumenten:

  • inhoudelijk kader herijking subsidies 25 mei 2011;

  • programmabegroting stadsdeel Nieuw-West 2013.

Behandelend ambtenaar: J. Veenstra, j.veenstra@nieuwwest.amsterdam.nl, 020- 253 8509

11 Subsidieregeling Emancipatiecentra

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

Artikel 2.          Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op de Vrouwencentra en het Mannencentrum. Het doel van deze subsidieregeling is mensen met een afstand tot de maatschappij uit hun sociaal isolement te halen en te stimuleren te participeren en uiteindelijk vrijwilligerswerk te vervullen en / of door te stromen naar betaald werk, door de deelname van mensen aan activiteiten en werkzaamheden van de emancipatiecentra die niet via de algemene voorzieningen en activiteiten worden gesubsidieerd.

Met ingang van 2012 is de voorziening samenwerkingsverbanden aangegaan met onder meer de Huizen van de Wijk en de brede scholen. De vrouwencentra hebben ontwikkelplannen ingediend bij het stadsdeel, als onderdeel van de respectievelijke subsidieaanvragen ten behoeve van het subsidiejaar 2013. In deze ontwikkelplannen worden de specifieke methodieken en aandachtsgebieden aangegeven. Het stadsdeel maakt hierover in het subsidiejaar 2013 concrete afspraken met de vrouwencentra, met oog voor de samenhang in het aanbod en de doorlopende leerlijnen.

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van

  • Activiteiten die inwoners van Nieuw-West uit hun isolement halen;

  • Activiteiten gericht op (zelf)ontwikkeling en het vergroten van capaciteiten;

  • Activiteiten die leiden naar maatschappelijke participatie (vrijwilligerswerk) en eventueel economische zelfstandigheid;

  • Activiteiten gericht op netwerkvorming, onderlinge samenwerking en samenwerking met andere (zorg- en welzijns)instellingen.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4.          Verdeelsleutel subsidieplafond

In afwijking van artikel 7 van de ASA is het vanwege de continuïteit en de kwaliteit van de uitvoering van de activiteit, alsmede de doelmatigheid van de besteding van overheidsgelden  van belang om bestaande subsidierelaties voort te zetten.

Bovenstaande overwegingen laten onverlet dat de subsidierelatie met aanvragers waarvan de aanvraag 2014 niet aan de eisen voldoet of waarvan de resultaten in 2013 achterblijven, niet voor continuering in aanmerking komt.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 5.          De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door Stichting De Hippe Heks, Stichting Nisa for Nisa, Sezo / afdeling Vrouw en Vaart en Mannencentrum Daadkr8.

Artikel 6.          Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag van de Vrouwencentra de volgende gegevens en stukken overgelegd:

Voorstellen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan. Voorbeelden van indicatoren zijn

  • Aantal bezoekers;

  • Aantal deelnemende Amsterdamse vrouwen en de herkomst;

  • Aantal vrijwilligers;

  • Aantal actieve vrouwen in de wijk.

Hoofdstuk 4 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 7.          Verlening van de subsidie

Voor 2014 zullen in ieder geval de volgende afrekenbare prestaties worden gesteld aan deze subsidie:

  • Doorgeleiding

  • Ruimtebieding

  • Openstelling

  • Programmering

Met Mannencentrum Daadkr8 zijn afzonderlijk SMART doelstellingen geformuleerd.

Bijzondere criteria en/of voorwaarden

In het besluit tot subsidieverlening zullen nadere criteria en/of voorwaarden met betrekking tot de subsidieverlening worden opgenomen. Het stadsdeel zal tenminste de volgende voorwaarden opnemen:

  • Afspraken over het monitoren van de resultaten van de gesubsidieerde activiteiten aan de hand van heldere indicatoren die aansluiten op de door stadsdeel Nieuw-West beoogde resultaten;

  • De centra werken gezamenlijk en / of met andere organisaties aan een voorstel om activiteiten in te passen in het Huis van de Wijk, de brede school, aanbod maatschappelijke ondersteuning en / of te  koppelen aan speciale geografische aandachtsgebieden;

  • Bij de vrouwenorganisaties is in toenemende mate sprake van sociaal ondernemerschap; zowel op het gebied van het verwerven van financieringsbronnen als op het gebied van samenwerking en publiciteit;

  • De centra registreren het aantal (nieuwe) deelnemers en de voortgang van activiteiten en de doorstroom van deelnemers naar werk of scholing.

Artikel 8.          Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling Emancipatiecentra.

Referentiedocumenten:

  • Bestuursprogramma Kansen bieden, talenten benutten 2010 - 2014;

  • Programmabegroting stadsdeel Nieuw-West 2013;

  • Contourenbrief sociaal beleid 2012 - 2014 (2011);

  • Vrouwenemancipatie in Amsterdam. Naar economische zelfstandigheid en zelfbeschikking. Beleidsnota 2011 - 2014. Gemeente Amsterdam, september 2011.

Behandelend ambtenaar:  Marianne Asselbergs, m.asselbergs@nieuwwest.amsterdam.nl, 020 2538319

12 Subsidieregeling Maatschappelijke Dienstverlening

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de ASA-NW2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

Artikel 2.          Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op Maatschappelijke Dienstverlening. Het doel van deze subsidieregeling is het bieden van een basisvoorziening aan inwoners met specifieke problematiek op vijf domeinen: inkomen, huisvesting, gezinsrelaties, sociaal netwerk en maatschappelijke participatie.

Het betreft snelle, adequate en laagdrempelige ondersteuning voor inwoners die (tijdelijk) regieverlies ervaren en onvoldoende zelfredzaam zijn om de problemen zelf of met hulp van een sociaal netwerk op te lossen. De ondersteuning is in beginsel licht en kortdurend, versterkt of herstelt dezelfredzaamheid zodat mensen problemen zelf weer kunnen hanteren en voorkomt dat mensen in een later stadium zwaardere zorg of begeleiding nodig hebben. Het stadsdeel richt maatschappelijke dienstverlening in zoals is toegelicht in de stedelijke afspraken, tenzij anders is beschreven in deze regeling. Deze regeling behandelt de subsidiemogelijkheden voor activiteiten maatschappelijk werk, sociaal raadsliedenwerk en schulddienstverlening in stadsdeel Nieuw-West. 

Het stadsdeel hecht waarde aan samenwerking van maatschappelijke dienstverlening met andere partijen voor een laagdrempelig en samenhangend dienstverleningspakket. Van de instelling voor maatschappelijke dienstverlening wordt een nauwe samenwerking verwacht met in elk geval de Huizen van de Wijk en tevens doorlopende en actieve participatie in de Nieuw-West teams Samen DOEN. Een laagdrempelig aanbod betekent ook dat de dienstverlening letterlijk dichtbij gevonden moet kunnen worden; er moet dus een goed verdeling zijn van het aanbod over het stadsdeel.

Door het stadsdeel beoogde resultaten:

Stadsdeel Nieuw-West beoogt met deze subsidie de volgende resultaten te bereiken:

  • inwoners - met een functiebeperking - wonen zo lang mogelijk zelfstandig thuis

  • inwoners met diverse achtergronden zijn (financieel, sociaal/emotioneel, juridisch) zelfredzaam en worden waar nodig ondersteund in hun probleemoplossend vermogen

  • bewoners nemen actief deel aan de samenleving, wat minder sociale uitsluiting en sociaal isolement tot gevolg heeft;

  • inwoners in een kwetsbare positie zijn adequaat en tijdig voorzien van ondersteuning, passend bij de eigen kracht en ondersteuningsbehoefte van het individu en gezinssysteem.

  • problematische schulden zijn door preventie voorkomen en anders vroeg gesignaleerd. Door snelle, adequate ondersteuning is erger voorkomen en leren mensen nieuwe vaardigheden.

  • er vinden zo min mogelijk uithuiszettingen plaats;

  • er zijn geen wachtlijsten voor schulddienstverlening;

  • door inzet op korte doorlooptijden en het terugdringen van uitval zijn zoveel mogelijk schuldregelingen succesvol afgerond.

Indicatoren

Algemeen (product AMW, product SDV, product SR)

1. Aantal cliënten dat bereikt wordt per product

2. Rendement (succesvolle afronding min uitval) per productgroep en trajectsoort, inclusief  uitvaloorzaken

3. Klanttevredenheid. Streefcijfer: gemiddeld 7.0

4. Informatie over gemiddelde wachttijd en doorlooptijden per product

5. Percentage cliënten doorverwezen naar andere instanties, met vermelding van percentages naar Sociaal Loket en het succes van de samenwerking binnen Samen DOEN.

Schulddienstverlening

6. Het aantal geslaagde schuldenregelingen : Streefpercentage: 50%

7. Het aantal geslaagde minnelijke trajecten (stabilisatietrajecten)

8. Tijdige informatie over dreigende wachtlijst voor schulddienstverlening.

9. Overige indicatoren zoals opgenomen in de schulddienstverleningmonitor.

Algemeen Maatschappelijk Werk en Sociaal Raadslieden

10. Mate waarin is gewerkt volgens de ‘kanteling'; op eigen kracht, zoals vastgesteld in metingen.

11. Percentage aanmeldingen dat zelfstandig of met hulp van het eigen netwerk verder kan, of waarvan het probleem is opgelost.

Welke prestaties zijn van toepassing op deze subsidie?

Naast de genoemde indicatoren en de realisatie van de opgegeven aantallen gerealiseerde trajecten (het ‘wat') is de manier waarop dit wordt uitgevoerd (het ‘hoe') van groot belang. In 2014 zal meer gekeken worden naar het effect van maatschappelijke dienstverlening op de zelfredzaamheid van bewoners en op de resultaten van schulddienstverlening, maatschappelijk werk en sociaal raadslieden. Effectmeting wordt gedaan op basis van onderzoek onder inwoners en professionals. Medewerking aan een dergelijk onderzoek is een voorwaarde voor subsidie. Daarnaast wordt er verwacht dat de instelling de uitkomsten van dit onderzoek inzet om de dienstverlening waar mogelijk te verbeteren.

Vanwege de bezuinigingsdoelstelling op schulddienstverlening vanuit 1 stad 1 opgave, vraagt het stadsdeel van de aanvrager om efficiëntere en effectievere werkwijzen binnen de beschikbare financiële kaders. Denk hierbij aan het verbeteren van werkprocessen en screeningsinstrumenten. De instelling dient maximaal terughoudend te zijn in het aangaan van financiële verplichtingen.

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

De eenheid van output waarin producten gedeclareerd en verantwoord is conform het productenboek: "één afgesloten dossier of traject". Het gaat om inhoudelijk afgeronde trajecten en niet om systeemtechnische afsluitingen. Een afgesloten dossier omvat het bewijs van een aanmelding, intake of integrale aanmeldgroep, een gestructureerd hulpverleningstraject en een afsluiting.

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van;

Samen DOEN

Het stadsdeel vraagt inzet van generalisten in de teams van Samen DOEN. Samen DOEN richt zich op huishoudens die op meerdere levensdomeinen problemen ervaren (bijvoorbeeld schulden, verslaving, justitie, jeugdzorg) die de reikwijdte van individuele organisaties overstijgen. In de gezamenlijke uitvoeringsagenda van DWI, stadsdeel, WZS en madi-organisaties wordt in 2013 de routing van en naar Samen DOEN geformuleerd. Het stadsdeel gaat uit van 3 x 16 uur per week inzet van een generalist in Samen DOEN. In de loop van 2013 maakt het stadsdeel verdere afspraken met de aanvrager over wat participatie in Samen DOEN inhoudt. Van de aanvrager wordt verwacht mee te gaan in de stedelijke ontwikkelingen en nadere uitwerking van Samen DOEN.

Schulddienstverlening

De normtijden en subsidiabele producten/trajecten zoals omschreven in het Productenboek schuldhulpverlening Amsterdam 2012 zijn van toepassing. Totdat stedelijk wordt besloten om over te gaan naar een ander uurtarief hanteert stadsdeel Nieuw-West € 68,- als maximaal normtarief per uur voor alle producten schulddienstverlening. Het stadsdeel vraagt de subsidieaanvrager om een voorstel voor het aantal te realiseren trajecten. De uitvoering geschiedt op basis van een schriftelijke overeenkomst (beschikkingsbrief), waarin tenminste de aard, de omvang en kwaliteit van de dienst is omschreven.

Algemeen maatschappelijk werk en sociaal raadslieden

In onderstaande tabel zijn de subsidiabele producten opgenomen, inclusief bijbehorende normtijden zoals vermeld in het stedelijke productenboek maatschappelijke dienstverlening Amsterdam 2010. Er wordt verwacht dat de verschillende vormen van maatschappelijke dienstverlening steeds meer geïntegreerd worden vervuld. In de tabel is wel aangegeven of het product thuis hoort bij maatschappelijk werkers (AMW) of sociaal raadslieden (SR). Het maximale normtarief voor maatschappelijk werk en sociaal raadsliedenwerk bedraagt € 74,-.

subsidiabele producten inclusief bijbehorende normtijden
AMW + SR Informatie en advies 0,75
AMW Aanmelding 0,58
AMW Intake3,50
AMW Procesmatige hulpverlening13,50
AMW Langdurige begeleiding18,00
AMW Kortdurende begeleiding2,00
SR Kortdurende dienstverlening2,50
AMW Thuisadministratie18,00
AMW Casemanagement18,00

Het stadsdeel vraagt de subsidieaanvrager om een voorstel voor het aantal te realiseren trajecten voor deze producten. De uitvoering geschiedt op basis van een schriftelijke overeenkomst (beschikkingsbrief), waarin tenminste de aard, de omvang en kwaliteit van de dienst is omschreven.

Inhoudelijke ondersteuning en coördinerende taken voor vrijwilligers (van een Social Helpdesk) kan voor financiering in aanmerking komen. U kunt hiervoor een voorstel indienen, passend binnen het totale subsidiebedrag voor sociaal raadslieden en algemeen maatschappelijk werk. 

Formulieren ondersteuning

De ondersteuning bij het invullen van formulieren is stedelijk in ontwikkeling. De aanvrager zorgt voor opleiding van vrijwilligers, met hulp van de Vrijwilligers Centrale Amsterdam. De subsidieaanvrager levert een voorstel voor de rol die de aanvrager hierin kan vervullen, inclusief resultaatindicatoren om op te sturen. Dit voorstel sluit aan bij de stedelijke plannen voor het vereenvoudigen en digitaliseren van armoedevoorzieningen. 

Loketten

Het product Informatie & Advies van vrijwilligers in Social Helpdesks of van vrijwilligers in een mobiel loket of andersoortige loketfunctie komt niet in aanmerking voor subsidie.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4.          Verdeelsleutel subsidieplafond

Subsidie wordt verleend op basis van een inhoudelijke toets.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 5.          De aanvrager

Er wordt gekozen voor continuïteit en verdieping van bestaande subsidierelaties. Dit laat onverlet dat de subsidierelatie niet voor continuering in aanmerking komt als de aanvraag 2014 niet voldoet aan de eisen van de ASA 2012 of de voorwaarden van deze nadere subsidieregels. Dit geldt eveneens indien de resultaten in 2013 achterblijven bij wat verwacht mag worden.

Artikel 6.          Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

Voorstellen voor verdere adequate indicatoren om op te sturen en aan te geven op welke wijze de aanvrager kan bijdragen aan het monitoren daarvan. Het stadsdeel maakt met de aanvrager afspraken over managementinformatie en de wijze van aanlevering.

Hoofdstuk 4 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 7.          Verlening van de subsidie

Bijzondere criteria en/of voorwaarden:

  • De instelling is bereid om voor de uitvoering van deze subsidie een overeenkomst aan te gaan met het stadsdeel;

  • De instelling is bereid om in het kader van de herijking maatschappelijke dienstverlening, 1 stad 1 opgave, medewerking aan teams van Samen DOEN en de uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (mogelijk) nadere afspraken te maken met het stadsdeel en de centrale stad.

  • De instelling werkt bij schulddienstverlening conform de stedelijke afspraken en voldoet aan de stedelijke prestatie-eisen, zoals onder andere vastgelegd in het Amsterdamse protocol schuldhulpverlening en het stedelijke productenboek schuldhulpverlening 2012.

  • De instelling werkt actief mee aan de aangekondigde en onaangekondigde observaties van de kwaliteitsfunctionaris van DWI.

  • De instelling werkt integraal samen in de productgroepen schuldhulpverlening, sociaal raadslieden en algemeen maatschappelijk werk.

  • De instelling stelt conform de stedelijke afspraken maandelijks databestanden beschikbaar voor de stedelijke Schulddienstverleningsmonitor

  • De instelling legt de resultaten vast in een registratieprogramma dat voldoet aan het Amsterdamse informatiemodel schuldhulpverlening.

  • De instelling neemt de uitgaven en inkomsten voor de schulddienstverlening op als afzonderlijk onderdeel in de financiële jaarrekening.

  • De instelling levert bewijs dat de diensten worden verleend door beroepskrachten die door de instelling competent zijn verklaard.

  • De instelling informeert het stadsdeel schriftelijk over de voortgang, tenminste tweemaal per jaar in een halfjaarverslag en een jaarverslag. De instelling is bereid om maandelijks een voortgangsgesprek te voeren met het stadsdeel.

Artikel 8.          Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling Maatschappelijke Dienstverlening

Referentiedocumenten:

  • Bestuursprogramma Kansen bieden, talenten benutten 2010-2014;

  • Programmabegroting stadsdeel Nieuw-West 2013;

  • Inhoudelijk kader herijking subsidies 25 mei 2011;

  • Contourennota sociaal domein 2012;

  • Wmo Beleidsplan Amsterdam 2012 -2016;

  • Herontwerp, herverdeling Schuldhulpverlening Amsterdam april 2011;

  • Productenboek schuldhulpverlening Amsterdam 2012;

  • Actief Armoedebeleid Amsterdam 2009;

  • Productenboek maatschappelijke dienstverlening Amsterdam 2010;

  • Amsterdams Wmo beleidsplan 2012-2016 Werken het Doel; participeren de norm.

  • Amsterdams Uitvoeringsplan WMO basisvoorzieningen, Uitwerkingsagenda herijking maatschappelijke dienstverlening 2013.

  • Uitwerkingsplan Armoedebestrijding Nieuw-West (2012)

Behandelend ambtenaar:  Mevr. Leonie Hoksbergen / Dhr. Bart Looman / L.hoksbergen@nieuwwest.amsterdam.nl / 020-2538134

13 Subsidieregeling Sportactiviteiten

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de ASA-NW2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

Artikel 2.          Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op Sportactiviteiten. Het doel van deze subsidieregeling is door middel van sport een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke ontwikkeling van de wijken van Nieuw-West. Sport wordt ingezet voor het versterken van de maatschappelijke positie van bewoners. Het moet de eigen kracht van de bewoners versterken, de leefomgeving in de wijk verbeteren en de gezondheid van de bewoners bevorderen.

Beoogd resultaat

  • Minder kinderen met overgewicht / obesitas.

  • Meer jeugd en jongeren van verschillende leeftijdsgroepen en culturele achtergronden spelen en sporten met elkaar.

  • Meer jeugdigen en jongeren stromen via sport door naar school, stage of werk.

  • Meer vrouwen nemen structureel deel aan sociale en sportieve activiteiten.

  • Meer ouderen nemen structureel deel aan sociale en sportieve activiteiten.

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van:

  • activiteiten die (bewustwording over) beweging en gezonde voeding bij ouders en kinderen stimuleren

  • sportactiviteiten die aansluiten bij de leefwereld van jeugdigen en jongeren van verschillende culturele achtergronden en hen op proactieve wijze met elkaar laten sporten

  • sportactiviteiten die gericht inzetten op gedragsverandering bij risicojongeren

  • sportactiviteiten die de eigen kracht van niet-zelfredzame vrouwen aanboren en hen aanzetten tot structureel sporten en bewegen

  • sportactiviteiten die de eigen kracht van eenzame ouderen aanboren en hen aanzetten tot structureel sporten en bewegen

  • sportactiviteiten die de weerbaarheid van kwetsbare individuen en/of groepen versterken

  • activiteiten die gericht zijn op het tegengaan van geweld, discriminatie en uitsluiting binnen de sport

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4.          Verdeelsleutel subsidieplafond

Bij de verdeling van het subsidieplafond én in het geval van meerdere aanvragers voor een soortgelijk initiatief wordt een afweging gemaakt aan de hand van:

  • optimale prijs/kwaliteitverhouding, inclusief groot bereik van de doelgroep.

  • de verdeling van de middelen over de doelgroepen.

  • de mate waarin borging van de positieve resultaten bewerkstelligd wordt

  • aanvragen die voorzien in de behoefte van de wijken met de grootste achterstanden.

  • aanvragers met ervaring met en kennis van stadsdeel Nieuw-West en haar inwoners krijgen voorrang.

  • aanvragen die niet 100% afhankelijk zijn van overheidssubsidies krijgen voorrang.

  • aanvragen die stageplaatsen, opleiding of werk bieden aan jongeren uit Nieuw-West krijgen voorrang.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 5.          De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door organisaties die werken met gekwalificeerde sportkrachten kunnen in aanmerking komen voor deze subsidie. Het stadsdeel heeft voor de activiteiten voor jeugd en jongeren Stichting Sciandri als voorkeurspartner.

Artikel 6.          Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

De aanvraag  dient aan te tonen aan welke indicatoren de te subsidiëren activiteit(en) een bijdrage levert, wat de concrete bijdrage daaraan is en hoe dit gemonitord kan worden.

De indicatoren zijn;

  • Het aantal laagdrempelige sportactiviteiten in elk van de negen wijken

  • Het aantal mensen uit de volgende doelgroepen dat is gaan sporten:

  • Kinderen met overgewicht / obesitas

  • Risicojongeren

  • Weinig of niet-zelfredzame vrouwen

  • Ouderen die in een sociaal isolement leven

Hoofdstuk 4 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 7.          Verlening van de subsidie

Bijzondere criteria en/of voorwaarden:

De subsidievrager is bereid om over een overeenkomst aan te gaan met het stadsdeel Nieuw-West. Deze voorwaarde kan worden geregeld bij de subsidieverlening.

Artikel 8.          Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling Sportactiviteiten

Referentiedocumenten:

  • Bestuursprogramma Kansen bieden, talenten benutten 2010-2014

  • Programmabegroting stadsdeel Nieuw-West 2014

  • Sportplan Amsterdam

  • Bestuursakkoord sport (2003)

  • Visie Sportstimulering 2012 - 2016

  • Visie op de sportparken in Nieuw-West 2012-2025 (Sportparken voor iedereen)

  • Actieplan sport per wijk 2013

Behandelend ambtenaar: Roy Haarms / Nynke Poortinga, r.haarms@nieuwwest.amsterdam.nl / n.poortinga@nieuwwest.amsterdam.nl, 020-2538411

14 Subsidieregeling Talentontwikkeling kinderen en jongeren kunst en cultuur

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de ASA-NW2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

Artikel 2.          Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op Talentontwikkeling kinderen en jongeren kunst en cultuur. Het doel van deze subsidieregeling is kinderen en jongeren uit stadsdeel Nieuw-West de mogelijk te bieden zich in hun vrije tijd te ontwikkelen door activiteiten op het gebied van de podiumkunsten (theater, dans, muziek, circus), beeldende kunst, media, mode en mogelijk andere, -hier niet genoemde,-  kunstdisciplines. Talentontwikkeling wordt beschouwd als een onderdeel van de keten cultuureducatie (binnenschools) - naschoolse programma's - vrije tijdsbesteding.

Door het stadsdeel beoogde resultaten:

  • mogelijkheid bieden aan kinderen en jongeren uit Nieuw-West om op laagdrempelige wijze kennis te maken met diverse kunstdisciplines en hun talenten te ontplooien door actieve kunstbeoefening die, bij voorkeur op meerdere niveaus wordt aangeboden;

  • relatie verstevigen tussen binnen-, naschoolse programma's en vrijetijdsbesteding opdat er doorlopende lijnen ontstaan volgens welke individuen zich kunnen ontwikkelen;

  • toename samenwerking met (culturele) instellingen in de wijken van stadsdeel Nieuw-West met het oog op doorstroom van jongeren naar vervolgactiviteiten zodat een doorgaande leerlijn kan ontstaan voor die jongeren die verder willen;

  • streven naar het weghalen van financiële drempels voor kinderen in achterstandspositie (niet of minder draagkrachtig) door actief aanspraak te maken op het Jeugdcultuurfonds.

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van

  • activiteiten op het gebied van de podiumkunsten (theater, dans, muziek, circus), beeldende kunst, media, mode en mogelijk andere, -hier niet genoemde,-  kunstdisciplines, die op een, liefst op meerdere niveaus van talentontwikkeling (kennismaken, ontwikkelen en/of bekwamen) worden in de vrijetijd aangeboden;

  • advisering en begeleiding van talentvolle jongeren met het oog op doorstroom van talent binnen een keten van op elkaar volgende niveaus van activiteiten, eventueel met het oog op een mogelijke carrière, naar het theatervakonderwijs of semiprofessionele veld.

Welke activiteiten komen niet voor subsidie in aanmerking?

binnenschoolse en naschoolse programma's en projecten

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4.          Verdeelsleutel subsidieplafond

Bij de verdeling van het subsidieplafond en/of in het geval van meerdere aanvragers voor een soortgelijk initiatief wordt een afweging gemaakt aan de hand van:

  • prijs / kwaliteitverhouding: de mate waarin activiteiten voldoen aan de eisen en voorwaarden uit deze regel in verhouding tot de begroting;

  • bereik;

  • variatie (zowel in discipline als in locatie);

  • mate van cofinanciering (dekkingsplan waaruit blijkt dat er meerdere financieringsbronnen zijn dan alleen het stadsdeel);

  • mate van (inhoudelijke) samenwerking met andere partijen / instellingen.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 5.          De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door

  • talentontwikkelingsorganisaties op het gebied van een kunstdiscipline die zich richten op kinderen en/of jongeren (4 - 23 jaar);

  • organisaties die aan voorwaarden voldoen en (enige) ervaring hebben.

Welke organisaties komen niet voor subsidie in aanmerking?

  • schoolbesturen, scholen en welzijnsorganisaties komen niet in aanmerking.

Artikel 6.          Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

Aan subsidieaanvragers wordt verzocht om bij hun aanvraag voorstellen te doen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan.

Indicatoren

  • aantal jongeren dat actief deelneemt aan de projecten / programma's;

  • aantalbezoekers van presentaties van de programma's;

  • inhoudelijke verbindingen tussen (culturele) instellingen en/of programma's (beschrijvend).

Hoofdstuk 4 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 7.          Verlening van de subsidie

Bijzondere criteria en/of voorwaarden:

  • organisaties die hierop aanvragen hebben een duidelijke visie op talentontwikkeling;

  • docenten van trainingen worden geacht een bijdrage te leveren aan de versterking van creatieve competenties en vaardigheden van de deelnemers. Bij hen is het artistiek inhoudelijke, pedagogisch didactische en de maatschappelijke betrokkenheid evenredig vertegenwoordigd;

  • organisaties waarborgen de doorstroom van jongeren door zich in te zetten voor de uitwisseling van expertise of het zoeken van aansluiting op elkaars talentontwikkelingsniveaus, zodat, met het oog op de culturele loopbaan van de talentvolle jongere, een doorgaande leerlijn wordt bevorderd;

  • organisaties die hierop aanvragen, streven ernaar financiële drempels weg te halen voor kinderen in achterstandspositie (niet of minder draagkrachtig) door actief aanspraak te maken op het Jeugdcultuurfonds en ouders en jongeren daarover te informeren, tevens contact te leggen met de professionals uit onderwijs en/of Jeugdzorg die de daadwerkelijke aanvraag bij het Jeugdcultuurfonds kunnen doen;

  • met de organisaties wordt gekeken naar de mogelijkheden en het potentieel in het focusgebied Slotermeer;

  • organisaties zoeken samenwerking met andere instellingen en organisaties in de wijken, bijvoorbeeld met de Huizen van de Wijk.

Artikel 8.          Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling Talentontwikkeling kinderen en jongeren kunst en cultuur

Geldende beleidsdocumenten:

  • Bestuursprogramma Kansen bieden, talenten benutten 2010-2014;

  • Programmabegroting stadsdeel Nieuw-West 2013;

  • Versterken door verbinden - kunst en cultuurbeleid Nieuw-West 2011-2014.

Behandelend Ambtenaar:

Mirry van Doorn, m.m.van.doorn@nieuwwest.amsterdam.nl, 020-2538132

15 Subsidieregeling Meervaart

In deze subsidieregeling worden beleidsprioriteiten en een aantal voorwaarden gesteld waaraan De Meervaart als cultureel knooppunt moet voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie. De subsidie wordt verdeeld over de exploitatie van Meervaart Theater en de activiteiten van Meervaart Studio. Omdat een cultureel knooppunt zich zowel richt op de ontwikkeling, ondersteuning als de presentatie van  amateurkunst als het  professionele kunstenveld, kunnen de activiteiten niet los van elkaar worden gekoppeld. Voor het theater en voor de studioactiviteiten gelden echter wel andere voorwaarden, evenzo verschillen doel, activiteiten en door het stadsdeel beoogde resultaten. Daarom is deze nadere regel uitgesplitst in Meervaart Theater en de activiteiten van Meervaart Studio.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de ASA-NW2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

Artikel 2.          Doel subsidieregeling
  • Deze subsidieregeling is van toepassing op Kunst en Cultuur. Het doel van deze subsidieregeling is tweeledig.

  • 1. Meervaart Theater; Uitvoering van de artistieke kerntaak van de Meervaart door het programmeren van voorstellingen en het bieden van een podium aan professionals.

  • 2. Meervaart Studio; Versterking van de culturele infrastructuur door middel van activiteiten die er op gericht zijn om de positie van het theater als cultureel knooppunt te verstevigen. Als cultureel intendant van Nieuw-West zet De Meervaart zich in om lokale (amateur)initiatieven artistiek, zakelijk en/of productioneel te ondersteunen en nieuw aanbod te ontwikkelen. Daarnaast is de subsidie bedoeld voor (de ontwikkeling van) cultuureducatie en talentontwikkeling op het gebied van de podiumkunsten.

    Door het stadsdeel beoogde resultaten en kwalitatieve prestaties van Meervaart Studio:

    • De Meervaart neemt een stevige positie in op de gebieden educatie, talentontwikkeling, cultureel intendantschap en (in beperkte mate) productiehuis om daarmee de positie als cultureel knooppunt in stadsdeel Nieuw-West te versterken. Dit doet De Meervaart door zich te richten op zowel de ontwikkeling, ondersteuning en presentatie van de amateurkunst als het professionele kunsten veld in Nieuw-West.

    • De Meervaart faciliteert als cultureel knooppunt culturele kennismaking, discussie en reflectie door in te zetten op cultuurparticipatie, cultuureducatie en presentatie.

    • Meervaart Studio biedt gevarieerde programma's en activiteiten aan op het gebied van talentontwikkeling voor kinderen en jongeren uit Nieuw-West en geeft hen de mogelijkheid om op laagdrempelige wijze kennis te maken met de podiumkunsten en hun talenten te ontplooien door actieve kunstbeoefening die op meerdere niveaus wordt aangeboden.

    • Meervaart Studio haalt financiële drempels weg voor kinderen in achterstandspositie (niet of minder draagkrachtig) door actief aanspraak te maken op het Jeugdcultuurfonds en ouders en jongeren daarover te informeren, tevens contact te leggen met de professionals uit onderwijs en/of Jeugdzorg die de daadwerkelijke aanvraag bij het Jeugdcultuurfonds kunnen doen. Tevens kan Meervaart Studio door deelnemers een beroep te laten doen op het Jeugdcultuurfonds, de kosten die minder draagkrachtige jongeren niet kunnen opbrengen, compenseren.

    • Meervaart Studio verzorgt, coördineert en streeft i.s.m. de scholen zo mogelijk naar inhoudelijke verbetering van (binnenschoolse) educatie op het gebied van de podiumkunsten.

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten
  • Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van

  • 1. Meervaart Theater; voor het programmeren van voorstellingen en het bieden van een podium aan professionals.

    Meervaart Theater
    aantal bezoekers voorstellingen Minimaal 80.000
    aantal geprogrammeerde (theater)voorstellingen250 = inclusief presentaties talentontwikkeling, culturele verhuur aan amateurproducties, jeugdtheater en schoolvoorstellingen
    waarvan  
    aantal voorstellingen jeugd20
    aantal schoolvoorstellingen25
  • 2. Meervaart Studio; voor

    • talentontwikkelingsprogramma's op het gebied van de podiumkunsten;

    • alle activiteiten en programma's op het gebied van (binnenschoolse) educatie

    • ondersteunen van artistieke initiatieven en lokale organisaties om deze te professionaliseren (intendantschap).

    Meervaart Studio
    Educatieve programma's  
    aantal bereikte scholen p.o.24
    aantal bereikte scholen v.o.8
    Aantal bereikte scholieren (p.o. en v.o.)5000
    Bereik aantal jongeren totaal10.500
    Aantal ondersteunde prille initiatieven of programma's van jonge makers3

    Hoofdstuk 2 Subsidieaanvraag

Artikel 4.          De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door stichting de Meervaart.

Artikel 5.          Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

Voorstellen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze de aanvrager kan bijdragen aan het monitoren daarvan.

Hoofdstuk 3 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 6.          Verlening van de subsidie

Bijzondere criteria en/of voorwaarden voor Meervaart Studio:

Er worden afspraken gemaakt over het monitoren van de resultaten en prestaties van de gesubsidieerde activiteiten aan de hand van bovengenoemde indicatoren die aansluiten op de door het stadsdeel beoogde resultaten.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 7.          Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2012, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

Bijzondere criteria en/of voorwaarden voor de exploitatie:

Er is een balans tussen de artistieke kerntaak en de commerciële activiteiten. De administratie dient zo danig ingericht te zijn dat aantoonbaar is dat de verleende subsidie niet ten gunste komt van activiteiten met een winstoogmerk.

Artikel 8.          Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling de Meervaart

Toelichting Subsidieplafond

Het plafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de deelraad. Het subsidieplafond wordt uiterlijk december 2013 definitief bij de vaststelling van de stadsdeelbegroting 2014 door de deelraad.

Subsidieplafond Exploitatie Meervaart Theater: € 1.387.300,-      

Subsidieplafond Meervaart Studio:                      € 194.000,-

Referentiedocumenten:

  • bestuursprogramma Kansen bieden, talenten benutten 2010-2014;

  • programmabegroting stadsdeel Nieuw-West 2013;

  • Versterken door verbinden - kunst en cultuurbeleid Nieuw-West 2011-2014.

Behandelend ambtenaar:

Mirry van Doorn, m.m.van.doorn@nieuwwest.amsterdam.nl, 020-2538132

16 Subsidieregeling Kinderboerderijen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de ASA- Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

Artikel 2. Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op Kinderboerderijen. Het doel van deze subsidieregeling is het bieden van een kinderboerderij. Dit is een recreatieve voorziening die voor iedereen toegankelijk is, echter speciaal ingericht voor gezinnen met jonge kinderen. Ze kunnen er kennis maken en in contact komen met verschillende dieren.

Door het stadsdeel beoogde resultaten;

  • de kinderboerderij is een ontmoetingsplek voor jong en oud;

  • bezoekers leren over de relatie tussen dier en voedsel; 

  • groot aantal bezoekers;

  • openstelling voor scholen voor les op locatie;

  • groot aantal vrijwilligers;

  • creëren van stageplaatsen en/of andere leer/werktrajecten /dagbestedingplekken;

  • versterkte relatie met de buurt

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van

  • activiteiten gericht op het verzorgen van dieren en het onderhouden van hun leefruimte binnen en buiten;

  • activiteiten gericht op het kennismaken en in contact komen met (boerderij) dieren;

  • activiteiten gericht op de versterking van de relatie met de buurt;

  • activiteiten gericht op het begeleiden van vrijwilligers, stagiaires en leer/werktrajecten / dagbesteding.

Artikel 4.          Verdeelsleutel subsidieplafond

Het beleid is gericht op het continueren van de reeds bestaande voorzieningen.

Hoofdstuk 2 Subsidieaanvraag

Artikel 5.          De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door Kinderboerderijen in stadsdeel Nieuw-West met aantoonbare ervaring in het exploiteren daarvan. Dit zijn Kinderboerderij De Uylenburg, stichting kinderboerderijen Strohalm en Sloterpark.

Artikel 6.          Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

Voorstellen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan. Voorbeelden van indicatoren zijn

  • aantal bezoekers per leeftijdsgroep;

  • aantal schoolklassen;

  • aantal vrijwilligers;

  • aantal stageplaatsen en/of andere leer/werktrajecten

Aan subsidieaanvragers wordt verzocht om bij hun aanvraag voorstellen te doen op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren van de resultaten.

Hoofdstuk 4 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 7.          Verlening van de subsidie

Deze mogelijke voorwaarden worden opgenomen in het besluit tot subsidieverlening.

  • de kinderboerderij stelt educatieve ruimtes beschikbaar waar groepen / scholen gebruik van kunnen maken voor onderwijsactiviteiten;

  • er worden afspraken gemaakt over het monitoren van de resultaten van de gesubsidieerde activiteiten aan de hand van heldere indicatoren die aansluiten op de door het stadsdeel Nieuw-West beoogde resultaten.

Artikel 8.          Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling Kinderboerderijen.

Referentiedocumenten:

  • bestuursprogramma Kansen bieden, talenten benutten 2010-2014;

  • programmabegroting stadsdeel Nieuw-West 2013.

Behandelend ambtenaar: Mirry van Doorn, m.m.van.doorn@nieuwwest.amsterdam.nl, 020 -2538132

17 Subsidieregeling Natuur- en milieueducatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de ASA-NW2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

Artikel 2.          Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op Natuur- en milieueducatie. Het doel van deze subsidieregeling is het bieden van natuureducatie en educatie op het gebied van milieu om;

  • een bijdrage te leveren aan het natuuronderwijs op de (basis)school door leerlingen uit het stadsdeel rechtstreeks in contact te brengen met de natuur en inzicht te bieden in thema's als groen, energie, klimaat, dieren, afval en voeding;

  • een bijdrage te leveren aan een milieubewuste levensstijl;

  • bewoners te betrekken bij hun groene leefomgeving;

  • en het versterken van de natuurgebieden in Nieuw-West.

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van

  • voorlichtingsactiviteiten;

  • excursies;

  • onderwijsactiviteiten.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4.          Verdeelsleutel subsidieplafond

Bij de verdeling het subsidieplafond en/of in het geval van meerdere aanvragers voor een soortgelijk initiatief wordt een afweging gemaakt aan de hand van:

  • de prijs/kwaliteitverhouding;

  • ervaring met en kennis van stadsdeel Nieuw-West en haar inwoners;

  • de mate waarin de doelgroep bereikt wordt;

  • de mate waarin de te leveren werkwijze vernieuwend is.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 5.          De aanvrager

Het DB kan uitsluitend subsidie verstrekken aan organisaties met aantoonbare ervaring op het gebied van specifieke natuur- en milieuactiviteiten in het stadsdeel Nieuw-West.

Artikel 6.          Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

Voorstellen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan. Voorbeelden van indicatoren zijn

  • aantal bewoners dat deelneemt aan activiteiten;

  • aantal leerlingen dat deelneemt aan activiteiten die op het onderwijs zijn gericht.

Hoofdstuk 4 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 7.          Verlening van de subsidie

Deze voorwaarde wordt opgenomen in het besluit tot subsidieverlening;

Afspraken over het monitoren van de resultaten van de gesubsidieerde activiteiten aan de hand van heldere indicatoren die aansluiten op de door het stadsdeel Nieuw-West beoogde resultaten

Artikel 8.          Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling Natuur- en milieueducatie.

Referentiedocumenten:

  • bestuursprogramma Kansen bieden, talenten benutten 2010-2014;

  • programmabegroting stadsdeel Nieuw-West 2013.

Behandelend ambtenaar: Mirry van Doorn, m.m.van.doorn@nieuwwest.amsterdam.nl, 020-2538132

18 Subsidieregeling Wijksteunpunt Wonen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.          Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    DB; het dagelijks bestuur van het stadsdeel Nieuw-West

  • b.

    De raad; de deelraad van het stadsdeel Nieuw-West

  • c.

    Subsidieregeling; nadere regels als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de ASA-NW2012

  • d.

    ASA; Algemene Subsidieverordening Amsterdam - stadsdeel Nieuw-West 2012

Artikel 2.          Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op WIJKSTEUNPUNT WONEN. Het doel van deze subsidieregeling is het bieden van een laagdrempelige voorziening voor informatie en advies op het gebied van huren en wonen.

Door het stadsdeel beoogde resultaat:

  • Bewoners weten waar zij terecht kunnen bij vragen over hun rechtspositie ten aanzien van wonen en huren.

Artikel 3.          Subsidiabele activiteiten

Het DB kan subsidie verlenen ten behoeve van

  • inloopspreekuren waar bewoners terecht kunnen met vragen over hun rechten en plichten inzake wonen en huren;

  • woningnetspreekuur;

  • informatiebijeenkomsten betreffende rechten en plichten in stedelijke vernieuwing;

  • voorlichtingsbijeenkomsten of cursussen;

  • begeleiding bij de opzet van bewonerscommissies en de bewonersvereniging(en);

  • stimuleren en ondersteunen van huurdersinitiatieven om tot een betere energieprestatie van de woningen te komen;

  • huisbezoeken van het Huurteam: het Huurteam adviseert en ondersteunt bij het laten verhelpen van gebreken aan de huurwoning, het toetst de aanvangshuur en het helpt bij het formuleren van bezwaren tegen huurverhoging;

  • ondersteunen van bewoners in procedures over huur, bijkomende kosten, onderhoud of renovatie

  • of andere zaken die direct het wonen betreffen.

Deze activiteiten samen vormen het totaalpakket van taken van het Wijksteunpunt Wonen. De aanvrager dient alle genoemde taken uit te kunnen voeren.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4.          Verdeelsleutel subsidieplafond

In het Convenant Wijksteunpunten Wonen 2011-2014 staat beschreven dat het stadsdeel ervoor zorg draagt dat er één uitvoerder van het Wijksteunpunt Wonen is.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 5.          De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door Amsterdams Steunpunt Wonen (ASW) namens Netwerk Nieuw-West.

Artikel 6.          Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

Voorstellen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan. Voorbeelden van indicatoren zijn

  • aantal bewonerscommissies;

  • aantal bezoekers woonspreekuur;

  • aantal contacten.

Hoofdstuk 4 Verlening en weigering van de subsidie

Artikel 7.          Verlening van de subsidie

De subsidievrager is bereid om over uitvoering van de subsidiebeschikking een overeenkomst aan te gaan met het stadsdeel Nieuw-West. Deze voorwaarde wordt opgenomen in het besluit tot subsidieverlening.

Artikel 8.          Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling Wijksteunpunt Wonen.

Referentiedocumenten:

  • het Convenant Wijksteunpunten Wonen 2011-2014;

  • bestuursprogramma ‘Kansen bieden, talenten benutten 2010-2014';

  • programmabegroting stadsdeel Nieuw-West 2013.

Behandelend ambtenaar: Paul Heuberger, p.heuberger@nieuwwest.amsterdam.nl, 020-2537473

19 Subsidieregeling WMO

pm