Overheidsorganisatie | Deelgemeente Amsterdam - Zuid |
---|---|
Officiële naam regeling | Marktreglement Albert Cuyp 2009 |
Citeertitel | Marktreglement Albert Cuyp 2009 |
Vastgesteld door | gedelegeerde functionaris |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Economische zaken |
Deze regeling is op 23 maart 2016 herbevestigd door het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Zuid en met ingang van 19 maart 2016 terug te vinden onder de regelingencollectie van de gemeente Amsterdam
Op 4 mei 2010 is deze regeling door het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid bevestigd en vastgesteld.
Op 23 maart 2016 heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Zuid deze regeling opnieuw vastgesteld.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Stadsdeelkrant Jaargang 7, nummer 17, 28 april 2009 Stadsdeel Zuid: Amsterdams stadsblad, jaargang 88, nummer 20, editie 5, 19 mei 2010 Gemeenteblad, jaargang 2016, nummer 49349, 21 april 2016
Onbekend.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2010 | 19-03-2016 | nieuwe regeling | 15-04-2009 Stadsdeelkrant Jaargang 7, nummer 17, 28 april 2009 Stadsdeel Zuid: Amsterdams stadsblad, jaargang 88, nummer 20, editie 5, 19 mei 2010 Gemeenteblad, jaargang 2016, nummer 49349, 21 april 2016 | - |
1. In dit reglement wordt verstaan onder:
de verordening: de Verordening op de straathandel 2008;
het Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Oud-Zuid;
de marktbeheerder: de door het Dagelijks Bestuur voor het beheer van de markt aangestelde persoon; deze is bevoegd om namens het Dagelijks Bestuur te beschikken ter zake van het beheer van de markt voor zover dit reglement daarin niet voorziet, met inachtneming van het aan hem verleende mandaat;
de marktmeester: de door het Dagelijks Bestuur voor het dagelijkse beheer van de markt aangestelde persoon; deze is bevoegd namens het Dagelijks Bestuur te beschikken ter zake van het dagelijkse beheer van de markt voor zover dit reglement daarin niet voorziet, met inachtneming van het aan hem verleende mandaat;
2. Voor het overige zijn op dit reglement van toepassing de in artikel 1.1 van de verordening gegeven begripsomschrijvingen.
1. De Albert Cuypmarkt is een algemene warenmarkt die als dagmarkt van maandag tot en met zaterdag van 9.00 uur tot 18.00 uur, met uitzondering van de erkende feestdagen, wordt gehouden op het daartoe aangewezen marktterrein, het gedeelte van de Albert Cuypstraat tussen de Ferdinand Bolstraat en de Van Woustraat.
2a. Het als marktterrein aangewezen gedeelte van de Albert Cuypstraat tussen de Ferdinand Bolstraat en de Eerste Van der Helststraat is aangewezen als voetgangersgebied van maandag tot en met zaterdag van 6.30 uur tot 20.00 uur, uitgezonderd laden en lossen van 6.30 tot 11.00 uur en van 16.30 uur tot 20.00 uur.
2b. Het als marktterrein aangewezen gedeelte van de Albert Cuypstraat tussen de Eerste Van der Helststraat en de Van Woustraat is aangewezen als voetgangersgebied van maandag tot en met zaterdag van 6.30 uur tot 21.00 uur, uitgezonderd laden en lossen van 6.30 uur tot 11.00 uur en van 16.30 uur – 21.00 uur.
1. De markt is o.g.v. artikel 3.11 van de verordening onderverdeeld, te weten:
1e markt: het gedeelte tussen de Ferdinand Bolstraat en de Eerste Van Helststraat;
2e markt: het gedeelte tussen de Eerste Van der Helststraat en de Eerste Sweelinckstraat;
3e markt: het gedeelte tussen de Eerste Sweelinckstraat en de Van Woustraat.
2. Per aangewezen eenheid zal bij de dagelijkse indeling van plaatsen aan het bepaalde in artikel 3.9 en 3.10 van de verordening toepassing worden gegeven.
3. Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing op maandagen.
1. Vaste plaatsen op de 1e markt die om 9.00 uur niet door de rechthebbende zijn bezet, respectievelijk na afloop daarvan op de 2e markt en na afloop daarvan op de 3e markt, worden die dag als losse plaatsen toegewezen.
2. De dagelijkse toewijzing van de losse plaatsen vangt om ca. 9.00 uur aan op de 1e markt, en vindt na afloop daarvan aansluitend plaats op de 2e markt en na afloop daarvan op de 3e markt. Om in aanmerking te komen voor een losse plaats dient men hierbij persoonlijk aanwezig te zijn.
1. De loting voor een vergunning voor een standwerkersplaats vangt aan om 8.30 uur. Voor het overige gelden voor de standwerkers de tijden als bedoeld in de artikelen 1.2, 3.1 en 4.2 van dit reglement.
2. De verlening van een vergunning voor een standwerkersplaats geschiedt door loting. Voor deze loting zijn 5 plaatsen beschikbaar, voor standwerkers die beschikken over een bewijs van inschrijving in het register voor de ambulante handel met daarop de vermelding ‘STW’.
3. Indien de plaatsen uit het tweede lid niet verloot zijn respectievelijk niet zijn toegewezen, worden die plaatsen die dag als losse plaatsen verdeeld.
4. Standwerkers dienen vóór de loting aan te geven met welk artikel zij als standwerker willen optreden. Daarna is artikelwijziging niet meer toegestaan.
5. Een standwerker aan wie een plaats is toegewezen en die niet aan de volgende vereisten blijkt te voldoen, zulks ter beoordeling van de marktmeesters, kan voor maximaal drie maanden worden uitgesloten van het verkrijgen van een vergunning voor een standwerkersplaats:
als zodanig optreden, dat wil zeggen publiek om zich heen weten te verzamelen, een aansprekende uiteenzetting houden over de door hem te verhandelen waren en tenslotte trachten een aantal personen gelijktijdig tot aankoop daarvan te bewegen;
niet meer dan één soort artikel verkopen;
geen weeg- en meetapparatuur gebruiken;
het artikel niet voorzien van een prijsaanduiding.
6. Twee keer per dag wordt door twee dienstdoende marktmeesters afzonderlijk beoordeeld of een standwerker (nog) voldoet aan de vier in het zesde lid gestelde vereisten. Vóór het sluiten van de markt wordt de beoordeling door de dienstdoende marktmeester schriftelijk vastgelegd in een beoordelingsformulier.
1. De marktplaats dient door de vergunninghouder persoonlijk of zijn/haar levenspartner, mits deze beschikt over een partnerkaart, te zijn ingenomen vanaf 10.00 uur tot 16.30 uur en met voldoende koopwaar te zijn ingericht.
1. Vaste plaatshouders en voorkeurskaarthouders nemen hun plaats op de Albert Cuypmarkt ten minste drie dagen per week in.
2. Ontheffing van de verplichting tot plaatsbezetting kan aan vaste plaatshouders en voorkeurskaarthouders worden verleend:
aan de voorkeurskaarthouder: gedurende de periode, genoemd in artikel 3.14, derde lid, van de verordening;
in geval van ziekte of bijzondere omstandigheden: voor een periode van drie maanden, welke periode maximaal zeven maal voor een periode van drie maanden kan worden verlengd. Dit is ter beoordeling van de marktbeheerder;
in geval van vakantie: voor de duur van maximaal zes weken per kalenderjaar, al dan niet aaneengesloten.
3. Een aanvraag om ontheffing van de verplichting tot plaatsbezetting in geval van vakantie dient te worden aangevraagd met het daartoe door het Dagelijks Bestuur vastgestelde formulier, minimaal een week voor ingangsdatum.
4. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktbeheerder of -meester gemeld.
5. Op de houder van een partnerkaart is het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing.
1. Ontheffing van het verbod zich te doen vervangen kan aan vaste plaatshouders en voorkeurskaarthouders worden verleend:
in geval van ziekte of bijzondere omstandigheden: voor een periode maximaal drie maanden, welke periode maximaal zeven maal voor een periode van drie maanden kan worden verlengd. Dit is ter beoordeling van de marktbeheerder;
in geval van vakantie: voor de duur van maximaal zes weken per kalenderjaar, al dan niet aaneengesloten.
2. Per vergunninghouder kan slechts één persoon als vervanger optreden.
3. De persoon die als vervanger optreedt, kan slechts één vergunninghouder vervangen, en kan gedurende die periode niet van zijn/haar rechten gebruik maken.
4. Een aanvraag om ontheffing van het verbod zich te doen vervangen in geval van vakantie , dient te worden ingediend met het daartoe door het Dagelijks Bestuur vastgestelde formulier, gelijktijdig met de aanvraag als bedoeld in artikel 3.2, derde lid, minimaal een week voor de ingangsdatum.
1. Bij extreme weersomstandigheden of verwachting daarvan, kan de marktbeheerder, in het belang van de veiligheid van personen of zaken op de markt, besluiten de markt die dag geen doorgang te laten vinden, dan wel een ieder te gelasten zich ogenblikkelijk van de markt te verwijderen.
1. De kramen dienen vanaf 10.00 uur te zijn ingericht. De marktplaatshouders dienen hun transportmiddelen daarna zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval uiterlijk om 11.00 uur, van de markt verwijderd te hebben.
2. Het is de marktplaatshouders niet toegestaan hun handel voor 16.30 uur in te pakken.
3. De kramen dienen leeg te zijn en de kooplieden dienen de markt te hebben verlaten vanaf 18.00 uur, tenzij in de vergunning voor een eigen kraam of verkoopinrichting hiervan ontheffing is verleend.
4. Het is de marktplaatshouder verboden vóór 7.00 uur en tussen 11.00 uur en 16.30 uur zaken of waren aan en af te voeren en voertuigen te plaatsen of te hebben. Dit verbod geldt niet ten aanzien van aan- en afvoer met steekwagens e.d.
5. Kramenzetters- en verhuurvergunninghouders dienen zaken die direct of indirect met de markt te maken hebben, zoals onder andere kramen, karren en aanhangers, uiterlijk om 19.30 uur van de markt verwijderd te hebben.
1. Het gebruik van achter- en/of zijzeilen ter afscherming tegen wind en regen is toegestaan. Deze zeilen dienen vanaf 1,50 meter, gemeten vanaf de straat, vervaardigd te zijn van doorzichtig materiaal.
2. Het gebruik van aan- en afvoermateriaal is toegestaan, voor zover dat niet hoger is dan 1,50 meter, gemeten vanaf de straat.
3. Het Dagelijks Bestuur kan ontheffing verlenen van de verplichtingen als bedoeld in het eerste en tweede lid:
in geval normen op grond van de Arbeidsomstandighedenwet of andere wettelijke voorschriften daartoe aanleiding geven;
bij het verlenen van een vergunning voor een eigen kraam of verkoopinrichting.
1. Elektriciteit en water worden door het stadsdeel geleverd.
2. Het beheer over de elektriciteitskasten en de watertappunten wordt gevoerd door het stadsdeel.
3. Het is de koopman verboden de watertappunten te gebruiken bij een temperatuur onder de 0 C°.
4. Bij het gebruik van de watertappunten dienen de hierin aangegeven gebruiksvoorschriften in acht te worden genomen.
5. Het stadsdeel aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid ten gevolge van stroomuitval en van schade door ondeskundig gebruik.
6. Een ontheffing ten aanzien van het eerste lid wordt slechts verleend bij calamiteiten.
1. Door het Dagelijks Bestuur wordt een kramenzet- en verhuurvergunning verleend.
2. De marktplaatshouder dient er zelf voor zorg te dragen dat zijn/haar kraam verankerd is aan de daarvoor bestemde ankerblokken.
3. De vergunning voor een eigen kraam of verkoopinrichting kan alleen onder de volgende voorwaarden worden verleend:
indien er ten aanzien van de bewaring, bereiding, behandeling of verkoop van het gevoerde artikel wettelijke regelgeving geldt;
indien de medische noodzaak daartoe is gebleken;
indien op grond van normen uit de Arbowet de noodzaak daartoe is gebleken;
4. Een aanvraag voor een eigen kraam of verkoopinrichting dient te worden ingediend met het daartoe door het Dagelijks Bestuur vastgestelde formulier.
5. Standwerkers hebben geen verplichting een kraam te gebruiken van het bedrijf aan wie een kramenzet- en verhuurvergunning is verleend.
1. Het is de marktplaatshouder verboden aan de kraam of verkoopinrichting wijzigingen aan te brengen.
2. Van het verbod uit het voorgaande lid kan ontheffing worden verleend. Dit is ter beoordeling van de marktbeheerder.
1. De marktplaatshouder is gehouden het marktafval van zijn kraam af te leveren op een daarvoor door het Dagelijks Bestuur aangegeven:
plaats
wijze, en
scheiding in soorten.
2. Marktplaatshouders die op basis van een aan hen verleende vergunning op hun marktplaats tevens geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed maken, dienen aan de voorzijde van hun marktplaats voor het deponeren van afval een voorziening te hebben.
1. Het is de marktplaatshouder verboden, tijdens de markt gebruik te maken van geluidsversterkende apparatuur.
2. Van het verbod uit het voorgaande lid wordt geen ontheffing verleend.
1. Het is de marktplaatshouder verboden, verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties te gebruiken.
2. Van het voorgaande lid wordt door het Dagelijks Bestuur ontheffing verleend in die zin dat het gebruik van verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties is toegestaan op de bijzondere daarvoor aangewezen bak- en wildplaatsen, en plaatsen voor verkoopwagens.
1. Bij overlijden van de vergunninghouder wordt de intrekking van de vergunning opgeschort indien een aanvraag tot overschrijving van diens vergunning door de levenspartner of kind van de vergunninghouder op grond van artikel 3.13 juncto 3.6 van de verordening is ingediend, tot het moment dat hierop een beslissing is genomen.
2. Indien een aanvraag als in het eerste lid niet is ingediend wordt de vergunning ingetrokken na acht weken, na overlijden van de vergunninghouder.
3. De erven krijgen binnen deze periode de gelegenheid de in voorraad zijnde handelswaar te verkopen door henzelf of door een door hen aan te wijzen zaakwaarnemer.
Het Marktreglement Albert Cuyp 2002, vastgesteld door het Dagelijks Bestuur bij besluit van 7 maart 2002, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van het Dagelijks Bestuur van 29 juli 2002 en 11 april 2003, vervalt met ingang van de dag waarop dit reglement in werking treedt.
Dit reglement treedt in werking op de dag na die van bekendmaking in de Stadsdeelkrant Oud-Zuid.
Dit reglement kan worden aangehaald als “Marktreglement Albert Cuyp 2009”.