Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Noord

Bevoegdhedenregeling Stadsdeel Noord 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Noord
Officiële naam regelingBevoegdhedenregeling Stadsdeel Noord 2013
CiteertitelBevoegdhedenregeling Stadsdeel Noord 2013
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerp
Eigen onderwerpAmbtelijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 29-1-2013

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Noord-Amsterdams Nieuwsblad, 5-2-2013

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, afdeling 10.1.1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-02-201301-01-2015nieuwe regeling

29-01-2013

Noord-Amsterdams Nieuwsblad, 5-2-2013

5784-A

Tekst van de regeling

Inhoud

Artikel 1                Begripsbepalingen

  • a. Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • b. Onder ondermandaat wordt verstaan: een door een gemandateerde verleend mandaat van een aan hem gemandateerde bevoegdheid;

  • c. Onder ondertekeningmandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan een besluit te ondertekenen;

  • d. Onder machtiging wordt verstaan: de overdracht van een bevoegdheid die noch als een besluit, noch als privaatrechtelijke rechtshandeling kan worden aangemerkt;

  • e. Onder volmacht wordt verstaan: de bevoegdheid in naam van een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • f. Onder mandaatregister wordt verstaan: het register behorende bij dit besluit waarin ten aanzien van het uitoefenen van bevoegdheden vermeld wordt aan welke functionarissen mandaat, machtiging of volmacht wordt verleend.

Artikel 2               Verlening (onder)mandaat, (substitutie)volmacht, (onder)machtiging 

  • 1. Het mandaat, het volmacht en de machtiging wordt verleend volgens de bij dit besluit behorende genummerde tabellen, hierna te noemen: het Mandaatregister, aan de Stadsdeelsecretaris, de Directeuren, de Directeur Concerncontroller, de directeur Projectbureau Noordwaarts, de Directeur, Adjunct-Directeur en Inspecteurs van de Dienst Gemeentebelastingen, de Directeur van de GGD, de Directeur van de Dienst Milieu- en Bouwtoezicht, de Directeur van de Dienst Wonen, de Directeur van de Dienst Stadstoezicht, de Directeur van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en de Commandant van de Brandweer Amsterdam, de directeur Cition B.V.,de directeur van het Servicehuis Personeel, de stadsdeelsecretaris van stadsdeel Zuid, het hoofd van de Sector Maatschappelijke Ontwikkeling van het stadsdeel Zuid-Oost, de directeur van Doras, de afdelingsmanager juridische zaken van stadsdeel West, de coördinator en juridisch medewerkers van de unit bezwaar en beroep schuldhulpverlening, de directeur van de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied;

  • 2. Schriftelijk ondermandaat, met inachtneming van het bepaalde in artikel 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht is toegestaan, tenzij in het register is aangegeven dat ondermandaat niet is toegestaan;

  • 3. Schriftelijk substitutie alsmede ondermachting is toegestaan.

Artikel 3                Reikwijdte mandaat

  • 1. Het mandaat houdt de bevoegdheid in om namens het dagelijks bestuur dan wel de burgemeester besluiten te nemen.

  • 2. De mandaatverlening houdt tevens in de bevoegdheid om terzake van de bevoegdheden, opgenomen in het bij dit Mandaatbesluit behorende Mandaatregister, te verlenen, te ontheffen, te weigeren, in te trekken, te wijzigen, voorschriften of voorwaarden te stellen, niet in behandeling te nemen, te verzoeken om aanvullende gegevens, beslistermijnen te verdagen, aanvraagformulieren vast te stellen alsmede het voeren van correspondentie terzake, voor zover dit in het register al niet uitdrukkelijk is aangegeven.

  • 3. De uitoefening van de in het Mandaatregister genoemde bevoegdheden omvat tevens -voor zover dit in het register al niet uitdrukkelijk is aangegeven- de behandeling en afdoening van correspondentie, alsmede ondertekening en feitelijke handelingen ter voorbereiding of uitvoering van die stukken die betrekking hebben op aangelegenheden die op het werkterrein van de afdeling liggen, waaronder mede te verstaan de bekendmaking - zowel elektronisch als op papier - van de genoemde besluiten en voorts uitoefenen van taken en bevoegdheden ingevolge de Algemene wet bestuursrecht voor wat betreft het werkterrein van de afdeling of de (omgevings)dienst, met uitzondering van het beslissen op bezwaarschriften (tenzij uitdrukkelijk in het register anders is bepaald)

  • 4. De mandaatverlening omvat tevens het aanwijzen van toezichthouders als bedoeld in artikel 5.11 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover de afdeling is belast met de uitvoering van een wettelijke regeling op grond waarvan toezichthouders kunnen worden aangewezen.

  • 5. De mandaatverlening omvat tevens de bevoegdheid ter zake van alle op grond van de Wet openbaarheid van bestuur te nemen besluiten, voor zover deze betrekking hebben op aangelegenheden die op het werkterrein van de afdeling of de (omgevings)dienst liggen.

  • 6. De mandaatverlening omvat tevens de bevoegdheid om te beslissen ter zake besluiten inzake inning en/of betaling van bestuurlijke geldschulden, voor zover deze betrekking hebben op het werkterrein van de afdeling of de (omgevings)dienst.

  • 7. De mandaatverlening omvat tevens de bevoegdheid tot het toekennen van een dwangsom in het kader van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen, voor zover deze betrekking heeft op het werkterrein van de afdeling of de (omgevings)dienst.

  • 8. dat de mandaatverlening tevens omvat de bevoegdheid om te beslissen omtrent het aanzeggen en toepassen van bestuursdwang en het opleggen van een dwangsom.

Artikel 4                Grenzen aan het mandaat

  • 1. De mandaatverlening omvat niet de bevoegdheid beleidsregels vast te stellen ten aanzien van de genoemde bevoegdheden;

  • 2. Bij het uitoefenen van het mandaat neemt de gemandateerde de algemene instructies en de instructies per geval als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter in acht.

  • 3. Het mandaat is niet van toepassing op gevallen waarvoor geen sprake is van een vastgesteld beleidskader en evenmin sprake is van een vaste beleidslijn voortvloeiend uit eerder genomen beslissingen in vergelijkbare gevallen, behoudens de gevallen dat er sprake is van een gebonden beschikking;

  • 4. Van het mandaat mag geen gebruik worden gemaakt indien kennelijk bijzondere omstandigheden aanleiding geven te overwegen van de gebruikelijke toepassing van de bevoegdheid af te wijken dan wel buiten het ter zake vastgestelde beleidskader of de vaste beleidslijn wordt getreden ;

  • 5. Een mandataris kan de aan hem toekomende bevoegdheid niet uitoefenen indien hij tevens belanghebbende is;

  • 6. Ten aanzien van de gemandateerde bevoegdheden die financiële gevolgen hebben, geldt dat hiervoor in de lopende begroting sluitend voorzien dient te zijn.

Artikel 5                Wijze van ondertekening

  • In de ondertekening wordt tot uitdrukking gebracht dat de bevoegdheid namens het dagelijks bestuur dan wel de burgemeester wordt uitgeoefend.

Artikel 6                Plaatsvervanging

  • Voor de uitoefening van de in dit Mandaatbesluit opgenomen bevoegdheden kan de Directeur een plaatsvervanger kan aanwijzen voor de afdelingsmanager aan wie hij ondermandaatheeft verleend

Artikel 7                Wijzigingen

  • 1. Bij wijzigingen in de in dit Mandaatregister genoemde wetten en verordeningen treden de dan vigerende desbetreffende wetten en verordeningen daarvoor in de plaats.

  • 2. Wijzigingen in de mandaatverhoudingen en verleende ondermandaten worden opgenomen in het Mandaatregister

Artikel 8                Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit Mandaatbesluit treedt in werking één dag na publicatie;

  • 2. Met de inwerkingtreding van dit "Mandaatbesluit 2013", komt het "mandaatbesluit 2012" te vervallen.

  • 3. Dit besluit kan worden aangehaald als "Mandaatbesluit 2013" of als "bevoegdhedenregeling Stadsdeel Noord 2013"