Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Subsidieregeling peuterspeelzaalwerk en voorschoolse educatie jaarlijks

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingSubsidieregeling peuterspeelzaalwerk en voorschoolse educatie jaarlijks
CiteertitelSubsidieregeling peuterspeelzaalwerk en voorschoolse educatie jaarlijks
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerp
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg, ondersteuning en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Stadsdeelkrant, jaargang 2, nummer 6, 24 maart 2011

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-03-201114-06-2013nieuwe regeling

15-03-2011

Stadsdeelkrant, jaargang 2, nummer 6, 24 maart 2011

-

Tekst van de regeling

Verordening

Artikel 1 Begripsbepalingen
  • a.

    Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van Stadsdeel Zuid;

  • b.

    Doelgroepkind: een kind in de leeftijd van 30 tot en met 48 maanden waarvoor door het Ouder en Kindcentrum (OKC) een voorschool-indicatie is afgegeven;

  • c.

    Houder: de instelling verantwoordelijk voor exploitatie van het kindercentrum of de peuterspeelzaal;

  • d.

    Kindercentrum: kindercentrum als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • e.

    Ouder en Kindcentrum: centrum rond opvoeden, opgroeien en preventieve gezondheidszorg voor alle ouders en jeugdigen instadsdeel Zuid;

  • f.

    Peuterspeelzaal: peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 1.1 en artikel 2.1 van de wet;

  • g.

    Peuterspeelzaalwerk: peuterspeelzaalwerk als bedoeld in artikel 2.1 van de wet;

  • h.

    Voorschoolse educatie: voorschoolse educatie als bedoeld in artikel 2.1 van de wet;

  • i.

    De wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

  • j.

    Oudercomponent voorschool: activiteiten in het kader van de voorschoolse educatie, gericht op ouders zodat deze hun kinderen optimaal kunnen ondersteunen bij het succesvol doorlopen en afronden van de schoolloopbaan.

Artikel 2 Doel van de regeling

Met deze subsidieregeling wil het dagelijks bestuur bereiken dat kinderen een goede start maken op school. Om dit mogelijk te maken dienen voldoende peuterspeelzaalplaatsen beschikbaar te zijn en doelgroepkinderen in het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang te worden bereikt met voorschoolse educatie.

Artikel 3 a Subsidiabele activiteit peuterspeelzaalwerk

Het dagelijks bestuur kan aan een houder van een peuterspeelzaal die gevestigd is in stadsdeel Zuid subsidie verlenen voor het exploiteren van een peuterspeelzaal.   

Artikel 3 b Hoogte van de subsidie

De subsidie bestaat uit een jaarlijks door het dagelijks bestuur vast te stellen bedrag per gerealiseerde kindplaats, gebaseerd op de kosten van exploitatie.

Artikel 4 a Subsidiabele activiteit voorschoolse educatie peuterspeelzaalwerk

Het dagelijks bestuur kan aan een houder van een peuterspeelzaal die gevestigd is in stadsdeel Zuid subsidie verlenen voor het aanbieden van voorschoolse educatie.

Artikel 4 b Hoogte van de subsidie

De subsidie bestaat uit een uit een jaarlijks door het dagelijks bestuur vast te stellen bedrag per gerealiseerde kindplaats, gebaseerd op het van toepassing zijnde model peuterspeelzaal en de daaraan verbonden kosten van exploitatie en uitvoering van het voorschool-programma.

Artikel 5 a Subsidiabele activiteit voorschoolse educatie kindercentra

Het dagelijks bestuur kan aan een houder van een kindercentrum dat gevestigd is in stadsdeel Zuid subsidie verlenen voor het aanbieden van voorschoolse educatie.           

Artikel 5 b Hoogte van de subsidie

De subsidie bestaat uit een jaarlijks door het dagelijks bestuur vast te stellen bedrag per gerealiseerde kindplaats, gebaseerd op de kosten van uitvoering van het voorschool-programma.

Artikel 6 Subsidiabele activiteit voorschoolse educatie oudercomponent en overige activiteiten

Het dagelijks bestuur kan subsidie verlenen voor uitvoering van de Oudercomponent voorschool en voor overige activiteiten welke bijdragen aan ontwikkeling, uitbreiding en kwaliteitsverbetering van de voorschoolse educatie.

Artikel 7 Subsidiecriteria
  • Bij beoordeling van subsidieaanvragen houdt het dagelijks bestuur rekening met:

  • 1. de mate waarin wordt aangesloten bij de beleidsuitgangspunten zoals  vastgelegd in het Beleidskader Sociaal Domein 2010 - 2014 en het Kwaliteitskader VVE Amsterdam 2010 - 2014;

  • 2. de mate waarin met het aanbod wordt aangesloten bij het doel van de regeling;

  • 3. de spreiding van het aanbod, zowel geografisch als over peuterspeelzalen dan wel kindercentra, en de mate waarin door bestaand aanbod reeds in de behoefte wordt voorzien, waarbij ook rekening wordt gehouden met het lokale ongesubsidieerde aanbod;

  • 4. de mate waarin waarborgen worden geschapen voor continuïteit en kwaliteit van de activiteiten;

  • 5. de mate waarin het aanbod aansluit bij de vraag van inwoners van stadsdeel Zuid;

  • 6. de mate waarin wordt afgestemd en samengewerkt met andere organisaties in het sociaal domein;

  • 7. de mate waarin wordt gewerkt met gekwalificeerd personeel en bewezen effectieve methoden;

  • 8. de mate waarin subsidiering van een instelling bijdraagt aan realisatie van het stedelijk bepaald aantal te bereiken doelgroepkinderen in stadsdeel Zuid.

Artikel 8 Wijze van beoordelen

Het dagelijks bestuur beoordeelt aanvragen op grond van de mate waarin deze   voldoen aan het doel en de subsidiecriteria van deze regeling en op grond van de beste verhouding tussen kwaliteit en prijs van de te organiseren activiteiten.

Artikel 9 Verplichtingen van de ontvanger
  • 1. Activiteiten dienen in beginsel open te staan voor iedere deelnemer ongeacht etniciteit, afkomst, sekse, geloof, geaardheid, politieke voorkeur of levensbeschouwing.

  • 2. Personen verantwoordelijk voor uitvoering van activiteiten voor jeugdigen dienen in bezit te zijn van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG).

  • 3. De ontvanger beschikt over een adequaat signalerings- en doorverwijsprotocol.

  • 4. De ontvanger beschikt over een adequaat risico- en veiligheidsprotocol.

  • 5. De ontvanger hanteert effectieve werkwijzen rond klanttevredenheids onderzoek.

  • 6. De ontvanger is verplicht mee te werken aan verzoeken van het stadsdeel, meerdere stadsdelen en/of de gemeente Amsterdam om deel te nemen aan effectonderzoek en monitoring ten behoeve van doelmatigheid.

  • 7. Bij subsidies van € 50.000 of meer kan de ontvanger worden verplicht halfjaarrapportages te leveren die gegevens omvatten over geleverde eenheden, inhoudelijk advies en prognoses.

  • 8. De ontvanger werkt mee aan het ontwikkelen, registreren, meten en leveren van informatie voor indicatoren ten behoeve van beleid en verantwoording.

  • 9. De ontvanger geeft informatie ten behoeve van communicatie-middelen van het stadsdeel of de gemeente Amsterdam.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 11 Citeerartikel

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling peuterspeelzaalwerk en voorschoolse educatie jaarlijks'.