Subsdieregeling inpandige fietsenstallingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen.

In de regeling wordt verstaan onder

• a.

  Het Dagelijks Bestuur        : Het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel West;

• b.

  Het stadsdeel                      : stadsdeel West;

• c.

  Awb                                        : Algemene wet bestuursrecht;

• d.

  ASV                                        : Algemene Subsidieverordening stadsdeel West;

• e.

  Fietsplaats                           : de plek waar één fiets kan worden gestald;

• f.

  Inpandige Fietsenstalling  : een inpandige buurtfietsenstalling bestemd voor het stallen van de fiets in de eigen woonomgeving;

• g.

  Subsidie                               : een eenmalige activiteitensubsidie conform ASV;

• h.

  Exploitant                              : de huurder of eigenaar (natuurlijk persoon of rechtspersoon) van een fietsenstalling, die belast is met het beheer en ander exploitatiewerkzaamheden ervan.

Artikel 2. Doel van de subsidie en subsidiabele activiteiten.

• a. Met de regeling wordt beoogd het stimuleren van de aanleg en exploitatie van veilige en goed toegankelijke fietsenstallingen en het veilig, goed toegankelijk, gebruiksvriendelijk maken en behouden van bestaande  fietsenstallingen.

• b. Voor subsidie komen de volgende activiteiten (geen limitatieve opsomming) in aanmerking:

  *het installeren van een (geautomatiseerd) slot en toebehoren;  

  *het installeren van een inbraakbestendige deur;

  *het installeren van camerabeveiliging;

  *het plaatsen van fietsenrekken;

  *het aanbrengen van adequate verlichting;

  *het schilderen en betegelen van de binnenruimte van de fietsenstalling;

  *het maken en verspreiden van reclamemateriaal ten behoeve van promotie van de fietsenstalling.

• c. Het dagelijks bestuur kan andere activiteiten of werkzaamheden aanwijzen die voor subsidie in aanmerking komen, voor zover deze naar zijn oordeel bijdragen aan het realiseren van het in lid a vermelde oogmerk.

Artikel 3. Hoogte van het subsidiebedrag.

• a. De subsidie bedraagt maximaal € 400,- per fietsplaats.

• b. Indien voor een van de in artikel 2 lid b vermelde activiteiten subsidie wordt verkregen via andere wegen dan het stadsdeel, wordt het bedrag in mindering gebracht op de door het dagelijks bestuur te verstrekken subsidie.

Artikel 4. De aanvraag tot subsidieverlening.

• a. De aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend door gebruikmaking van het door het dagelijks bestuur

      vastgesteld aanvraagformulier.

• b. Bij de aanvraag om subsidie worden, naast het bepaalde in artikel 2.1. ASV, de volgende stukken overlegd:

  •     * een afschrift van een huurcontract of eigendomsbewijs;

  •     * een verklaring waaruit blijkt dat de verhuurder instemt met de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt

           aangevraagd:

  •     * een tekening van de fietsenstalling met de maatvoering (lengte, breedte en hoogte);

  •     * een afschrift van een uittreksel uit de Kamer van Koophandel en een kopie van de statuten;

  •     * een exploitatieoverzicht van het voorgaande jaar;

  •     * een exploitatieprognose voor het jaar volgend op de aanvraag;

  •     * een begroting die betrekking heeft op de te subsidiëren activiteiten;

  •     * een gespecificeerde offerte van de te subsidiëren werkzaamheden;

  •    * een kopie van een recent bankafschrift van de zakelijke en de particuliere rekening van de aanvrager.

• c. Indien de aanvrager zakelijk gerechtigde is met betrekking tot de ruimte waarin de fietsenstalling wordt

     geëxploiteerd, is het gestelde onder de eerste twee bolletjes van het vorige lid niet van toepassing met dien

     verstande dat hij in dat geval een akte overlegt waaruit zulks ten genoegen van het dagelijks bestuur blijkt.

Artikel 5. Verleningvoorwaarden.

• a. Aan de subsidieverlening worden de volgende voorwaarden gesteld:

  •     * de fietsenstalling wordt, na verlening van de subsidie, tenminste gedurende zeven jaar geëxploiteerd;

  •     * de abonnementhouder heeft door middel van een sleutel of tag permanent toegang tot de fietsenstalling;

  •     * de fietsenstalling wordt geregeld schoongemaakt en verkeert in een goede staat van onderhoud;

  •     * de exploitant van de fietsenstalling levert jaarlijks voor 1 maart een overzicht van de bezetting van het

           voorgaande jaar;

  •     * de werkzaamheden in het kader van de subsidieaanvraag worden binnen een jaar na de datum van de

  •       subsidieverlening afgerond;

  •   * de subsidie wordt conform de ingediende begroting besteed.

• b. Indien de subsidieontvanger de subsidie wil besteden voor andere activiteiten of werkzaamheden dan die

      genoemd in artikel 2 lid b, heeft hij hiervoor vooraf toestemming van het dagelijks bestuur nodig.

• c. Indien de exploitant van de fietsenstalling binnen zeven jaar na verlening van de subsidie besluit te stoppen met

•     het exploiteren van de fietsenstalling, dient hij de mogelijkheid tot de exploitatie ervan aan te bieden aan het

• stadsdeel.

Artikel 6. Weigeringgronden.

• Het dagelijks bestuur kan de subsidie, naast de weigeringgronden van artikel 1:8 ASV, geheel of gedeeltelijk weigeren, indien er binnen 7 jaar voor de datum van de aanvraag om subsidie, al subsidie is verstrekt voor

  hetzelfde doel door een van de voormalige stadsdelen die gefuseerd zijn tot stadsdeel West.   

Artikel 7. De aanvraag tot subsidievaststelling

• a. De subsidieontvanger dient bij het dagelijks bestuur een aanvraag tot subsidievaststelling in uiterlijk drie maanden na voltooiing van de werkzaamheden.

• b. Bij de aanvraag worden, naast de in artikel 4.2. ASV genoemde gegevens, overlegd kopieën van de facturen van de uitgevoerde werkzaamheden en de betalingen.

• c. Het dagelijks bestuur stelt de subsidie vast ter hoogte van het netto bedrag van de verrichtte werkzaamheden. Indien de subsidieontvanger door middel van een verklaring van de Belastingsdienst aantoont dat hij geen recht heeft op restitutie van de BTW, wordt de subsidie vastgesteld ter hoogte van het bruto bedrag van de verrichtte werkzaamheden.

• d. De subsidie kan per fietsplaats nooit meer bedragen dan het in artikel 4 lid a genoemde bedrag van € 400,-..

Artikel 8. Toezicht

• Het dagelijks bestuur kan toezichthouders aanwijzen, die belast zullen worden met het toezicht op de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 9. Inwerkingtreding.

• a. De regeling treedt in werking op 1 augustus 2011.

• b. Per die datum vervallen de "Verordening subsidie buurtfietsenstallingen 2010" van 18 februari 2010 van het voormalig stadsdeel Oud West en de "Subsidieregeling Buurtfietsenstallingen" van 21 september 2009 van het voormalig stadsdeel Westerpark.

• c. De regeling vervalt als het subsidieplafond zoals bedoeld in artikel 4 is bereikt.

• d. De regeling wordt aangehaald als ""de Subsidieregeling Inpandige Fietsenstallingen".