Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - West

Nader regels subsidie stimulering verbetering winkelpanden West

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - West
Officiële naam regelingNader regels subsidie stimulering verbetering winkelpanden West
CiteertitelNadere regels subsidie stimulering verbetering winkelpanden West
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpEconomische zaken

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-09-201103-04-2013nieuwe regeling

29-09-2011

Westkrant, 21 september 2011

-

Tekst van de regeling

Nadere Regels subsidie stimulering verbetering winkelpanden West

HOOFDSTUK 1  ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1: Begripsbepalingen
  • Voor de toepassing van deze nadere regels wordt verstaan onder:

    • a.

      Aard -en nagelvast: de manier waarop roerende goederen aan een onroerend goed zijn verbonden en die van zodanige aard is dat deze goederen niet zonder beschadiging of verbreking, hetzij van de goederen zelf hetzij van het deel van het onroerend goed waaraan zij zijn verbonden, kunnen worden losgemaakt;

    • b.

      Bedrijfsruimte: een ruimte die is bestemd tot of geschikt voor de uitoefening van een bedrijf of beroep en in het bestemmingsplan als bedrijfsruimte is aangemerkt;

    • c.

      Belwinkel: gelegenheid waar een van de voornaamste activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken waaronder mede begrepen het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet;

    • d.

      Coffeeshop: alcoholvrij horecabedrijf waarin de verkoop van softdrugs wordt gedoogd;

    • e.

      Dagelijks Bestuur: dagelijks bestuur van stadsdeel West;

    • f.

      Detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van goederen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker alsmede andere op het publiek gerichte bedrijvigheid;

    • g.

      Duur van het project: door het Dagelijks Bestuur vastgestelde termijn gedurende welke de regeling van toepassing is;

    • h.

      Eigenaar: de institutionele belegger, woningcorporatie of particuliere eigenaar die een bedrijfsruimte in eigendom heeft;

    • i.

      Funderingsherstel: het vernieuwen van de fundering onder een gebouw of het aanbrengen van aanvullend draagvermogen van een gebouw.

    • j.

      Gevelreclame: de reclame op of aan een gebouw;

    • k.

      Headwinkel: winkel waar in hoofdzaak artikel worden verkocht die worden aangewend bij het gebruik van (soft)drugs;

    • l.

      Herinrichtingskosten: kosten voor het gebruiksklaar maken van een bedrijfspand na een verhuizing;

    • m.

      Ondernemer: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die rechtmatig een onderneming drijft en die ingeschreven is bij de Kamer van Koophandel dan wel beschikt over een fiscale zelfstandigheidsverklaring;

    • n.

      Plint: de bouwlaag op straatniveau in een bouwblok;

    • o.

      Projectgebied: door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen gebied, waar de regeling van kracht is;

    • p.

      Pui: de voorgevel van een winkel - of bedrijfsruimte;

    • q.

      Reclame: handelsreclame, te weten het in het openbaar aanprijzen van of de aandacht vestigen op diensten, goederen, activiteiten of namen, met het doel een commercieel belang te dienen;

    • r.

      Renovatie: herstelwerkzaamheden aan een pand die noodzakelijk zijn voor de instandhouding en die ingrijpender zijn dan het normale onderhoud;

    • s.

      Rolluik: een constructie ter afsluiting van een etalagevenster en/of deuropening van een bedrijf, aangebracht in de onderpui en die kan worden neergelaten om diefstal na braak of molest te voorkomen;

    • t.

      Sloop: het afbreken van een bouwwerk of een gedeelte daarvan;

    • u.

      Smartshop: winkel waar in hoofdzaak psychotrope stoffen worden verkocht.

    • v.

      Stagnatieschade: derving van inkomsten ten gevolge van het stilleggen van een bedrijf als gevolg van het uitvoeren van maatregelen;

    • w.

      Subsidieverordening: Algemene Subsidieverordening West 2010;

    • x.

      Veiligheidsglas: glas dat beschermende eigenschappen bezit tegen inbraak en vandalisme;

    • y.

      Verhuurder: institutionele belegger, woningcorporatie of particuliere verhuurder, die een bedrijfspand aan een derde verhuurt;

    • z.

      Vervangende nieuwbouw: het geheel of gedeeltelijk oprichten van een bouwwerk wanneer de bouwkundige afschrijvingsperiode is overschreden of als de opstal in zodanige staat verkeert dat renovatie geen reële optie is;

    • aa.

      Winst: de winst die ten grondslag ligt aan de berekening van de inkomstenbelasting of de vennootschapsbelasting, met dien verstande dat indien de ondernemer een rechtspersoon is, daaronder mede wordt verstaan de beloning van de bestuurder(s) van de onderneming en de daaraan verbonden ten laste van de rechtspersoon komende sociale lasten;

Artikel 1.2  Doel van de regeling
  • Deze regeling betreft een nadere regeling op grond van de Algemene Subsidie Verordening West 2010 en heeft als doel het stimuleren van economische activiteiten in de winkelgebieden en de verbetering van de uitstraling van de winkelpanden in stadsdeel West.

Artikel 1.3  Werkingsgebied   
  • 1. Deze nadere regels hebben betrekking op de door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen winkelgebieden van het stadsdeel West als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de Stadsdelen.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan gebieden aanwijzen, uitgezonderd gebieden waar al andere subsidieregelingen gelden voor dezelfde subsidiabele activiteiten, waar deze subsidieregeling, al dan niet tijdelijk, van toepassing is;

HOOFDSTUK 2 DIVERSE SUBSIDIES

PARAGRAAF 2.1 VERBETERING UITSTRALING PUIEN EN GEVELS

Artikel 2.1.1
  • 1. Aan een ondernemer of eigenaar-verhuurder van een winkelpand of bedrijfspand in de plint kan een subsidie worden verleend in d kosten van:

    • a.

      Het verbeteren van de voor- en zijgevels van de bedrijfsruimte met uitzondering van het dak;

    • b.

      Het behouden, herstellen en/of terugbrengen van de (winkel)pui in de oorspronkelijke staat.

  • 2. De subsidie wordt alleen verleend als de aanvrager in het bezit is van vergunningen voor zover dit voor de uitvoering van de werkzaamheden is vereist en, voor zover van toepassing, de voorgenomen activiteit in overeenstemming is met het welstandsbeleid;

  • 3. De subsidie wordt uitsluitend toegekend voor de bedrijfs -, horeca - of winkelruimte in de plint;

  • 4. De subsidie is eenmalig en bedraagt 50% van de kosten met een maximum van € 5.000,-.

PARAGRAAF 2.2 VERVANGING DICHTE AFSLUITING VAN WINKELPANDEN

Artikel 2.2.1. Algemeen
  • Aan een ondernemer of eigenaar-verhuurder kan een subsidie worden verleend in de kosten van:

    • a.

      het vervangen van een dicht rolluik door slagbestendig glas;

    • b.

      het vervangen van een dicht rolluik, rol- of schuifhek door een doorzichtig rol- of schuifhek aan de binnenzijde van het pand;

    • c.

      het verwijderen van een bestaand dicht rolluik, rol -of schuifhek.

Artikel 2.2.2. Vervanging door slagbestendig glas
  • 1. Een subsidie in de kosten voor het aanbrengen van slagbestendig glas kan worden verleend indien de aanvrager een gesloten rolluik, rolhek of schuifhek aangebracht aan de buitenzijde of binnenzijde van de winkelpui vervangt door slagbestendig glas;

  • 2. De subsidie is eenmalig en bedraagt 50% van de kosten met een maximum van € 5.000,-;

  • 3. Kleurafwerking en eventuele optionele accessoires anders dan standaard toebehoren komen niet voor een subsidie in aanmerking; 

Artikel 2.2.3. Vervanging door een doorzichtig rolluik, rol- of schuifhek aan de binnenzijde van het pand
  • 1. Een subsidie in de kosten kan worden verleend indien een gesloten rolluik, rol- of schuifhek aangebracht aan de buitenzijde of binnenzijde van de winkelpui wordt vervangen door een doorzichtig rol -of schuifhek en deze aan de binnenzijde van het pand wordt geplaatst;

  • 2. De subsidie is eenmalig en bedraagt 50% van de kosten met een maximum van € 5.000,-;

  • 3. Kleurafwerking en eventuele optionele accessoires anders dan standaard toebehoren komen niet voor een subsidie in aanmerking; 

Artikel 2.2.4. Verwijderen van een dicht rolluik, rolhek of schuifhek
  • 1. Aan een ondernemer of eigenaar-verhuurder die een dicht rolluik, rolhek of schuifhek verwijdert, kan een subsidie worden verleend in de verwijderingskosten indien er geen rolluik, rolhek of schuifhek wordt teruggeplaatst;

  • 2. Onder verwijderingskosten wordt verstaan de kosten die gemaakt worden om het rolluik, rolhek of schuifhek te verwijderen en af te voeren;

  • 3. De subsidie is eenmalig en bedraagt 50% van de kosten met een maximum van € 500,-.

Artikel 2.2.5. Aanvullende voorwaarden
  • 1. Subsidie wordt bij hoekpanden alleen verstrekt als alle doorzichtige rolluiken, rol- of schuifhekken aan de voor -en/of zijgevel worden vervangen;

  • 2. Vervanging van rolluiken, rol- of schuifhekken aan de achterzijde van het pand komen niet voor subsidie in aanmerking;

  • 3. Indien het pand reeds is voorzien van een gesloten rolluik wordt de subsidie voor het vervangen van een rolluik voor een doorzichtig rol -of schuifhek slechts verleend indien de aanvrager tevens het gesloten rolluik voor het winkelpand verwijdert.

PARAGRAAF 2.3 VERBETERING GEVELRECLAME

Artikel 2.3.1
  • 1. Aan een ondernemer kan een subsidie worden verleend voor de verbetering van gevelreclame in de kosten van:

    • a.

      Het vervangen van reclame die in strijd is met de in het betreffende winkelgebied geldende welstandsbeleid of reclamerichtlijnen door nieuw te plaatsen reclame;

    • b.

      Het aanbrengen van nieuwe gevelreclame indien er nog geen gevelreclame is aangebracht;

    • c.

      Het verwijderen van gevelreclame die in strijd is met de in het betreffende winkelgebied geldende welstandsbeleid of reclamerichtlijnen indien er geen nieuwe gevelreclame wordt teruggebracht.

  • 2. Aanvrager dient bij het vervangen of aanbrengen van de gevelreclame bij het daartoe bestemd aanvraagformulier een impressietekening van de aan te brengen reclame bij te voegen waarbij tevens de maatvoering en hoogte staat aangegeven;

  • 3. De subsidie wordt alleen verleend als de aanvrager in het bezit is van vergunningen voor zover dit voor de uitvoering van de werkzaamheden is vereist;

  • 4. De subsidie is eenmalig en bedraagt 50% van de kosten met een maximum van € 1.000,-.

PARAGRAAF 2.4 SUBSIDIE IN DE KOSTEN TEN GEVOLGE VAN SLOOP/NIEUWBOUW, RENOVATIE OF FUNDERINGSHERSTEL

Artikel 2.4.1. Algemeen
  • Aan de ondernemer kan een subsidie worden verleend in de kosten ten gevolge van sloop/nieuwbouw, renovatie of funderingsherstel voor:

    • a.

      tijdelijke verplaatsingskosten;

    • b.

      hogere huisvestingskosten van de tijdelijke vestiging;

    • c.

      winstdaling ten gevolge van bedrijfsstagnatie;

    • d.

      herinrichtingskosten van het bedrijfspand.

Artikel 2.4.2 Nadere voorwaarden voor het verlenen van de subsidie
  • De subsidie wordt niet verleend als de aanvrager voor dezelfde activiteiten reeds een tegemoetkoming ontvangt van de eigenaar van het desbetreffende pand of een andere partij.

Artikel 2.4.3 Subsidie in de tijdelijke verplaatsingskosten
  • 1. De subsidie in de tijdelijke verplaatsingskosten bestaat uit een tegemoetkoming van de aanvaardbaar te achten kosten van het demonteren, verpakken, transporteren en herplaatsen van de bedrijfsmiddelen en voorraden naar en van de tijdelijke huisvesting;

  • 2. De subsidie is eenmalig en bedraagt maximaal € 3.000,-.

Artikel 2.4.4 Subsidie in de hogere huisvestingskosten van de tijdelijke vestiging
  • 1. Een subsidie in de hogere huisvestingskosten kan slechts worden verleend, indien de ondernemer in verband met verbouwingen als genoemd bij artikel 3.1 of het betrekken van een tijdelijke huisvesting hogere huisvestingskosten heeft, welke niet het gevolg zijn van wezenlijke veranderingen in de aard en omvang van de bedrijfsactiviteiten;

  • 2. De subsidie is eenmalig;

  • 3. De subsidie bestaat uit een tegemoetkoming in het verschil tussen de oude en de tijdelijk hogere huisvestingskosten met een maximale subsidie van € 3.000,-.

Artikel 2.4.5 Subsidie in de winstdaling ten gevolge van bedrijfsstagnatie (stagnatieschade)
  • 1. Een subsidie ter tegemoetkoming in de winstdaling ten gevolge van bedrijfsstagnatie kan slechts worden verleend, indien en voor zover het bedrijf ten gevolge van een sloop /nieuwbouwplannen, funderingsherstel dan wel de uitvoering van renovatieplannen zoals bedoeld in respectievelijk de artikelen 2.4.1, 2.4.2, 2.4.3 en 2.4.5 moet worden stilgelegd;

  • 2. De subsidie is eenmalig en is een tegemoetkoming in de door de aanvrager aan te tonen reële inkomensschade;

  • 3. De aanvrager dient aan te tonen dat de bedrijfsstagnatie een direct en noodzakelijk gevolg is van de werkzaamheden aan het bedrijfspand

  • 4. Tot het verstrekken van een subsidie zal alleen worden overgegaan wanneer de bedrijfsactiviteiten gedurende een periode langer dan één week stil moeten worden gelegd;

  • 5. De subsidie bedraagt ten hoogste € 500,- per week over de periode dat het bedrijf stilligt, tot een maximum van € 3.000,-.

Artikel 2.4.6  Subsidie in de herinrichtingskosten
  • 1. De subsidie in de herinrichtingskosten is eenmalig en bedraagt een tegemoetkoming in de volgende kosten:

    • a.

      kosten van voorzieningen welke aard- of nagelvast dienen te worden aangebracht;

    • b.

      kosten wegens het vervangen van onderdelen van de inrichting van het bedrijf welke niet passend zijn te maken voor het verbouwde, het gerenoveerde respectievelijk het nieuwe bedrijfspand.

  • 2. De subsidie is alleen van toepassing op de herinrichting van het verbouwde, gerenoveerde respectievelijk het nieuwe bedrijfspand;

  • 3. Indien voor de herinrichting een vergunning is vereist, wordt de subsidie alleen verleend als de aanvrager een kopie van de vergunning kan overleggen.

  • 4. De subsidie wordt uitsluitend toegekend voor de bedrijfsruimte in de plint;

  • 5. De subsidie is eenmalig en bedraagt 50% van de herinrichtingskosten met een maximum van €10.000,-

HOOFDSTUK 3  WEIGERINGSGRONDEN

Artikel 3.1 Algemene Weigeringsgronden
  • De subsidie kan in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      met de uitvoering van de betreffende activiteit begonnen is voor de bekendmaking van het verleningsbesluit van het Dagelijks Bestuur op de aanvraag om een subsidie;

    • b.

      eerder subsidie is verleend voor dezelfde activiteiten voor dezelfde bedrijfsruimte;

    • c.

      de aanvrager meer dan 25 fulltime werknemers in dienst heeft;

    • d.

      naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur twijfels bestaan over de levensvatbaarheid of de kredietwaardigheid van de aanvrager;

    • e.

      de aanvrager door het verlenen van de subsidie over drie belastingjaren € 200.000,- of meer aan subsidie zou ontvangen;

    • f.

      de ondernemer niet rechtmatig is gevestigd conform het bestemmingsplan, niet in het bezit is van een geldige huurovereenkomst of niet in het bezit is van de benodigde vergunningen die vereist zijn voor de bedrijfsactiviteiten;

    • g.

      de ondernemer het pand in onderhuur heeft;

    • h.

      de gehuurde ruimte niet als bedrijfsruimte verhuurd is en ook niet als zodanig bestemd is;

    • i.

      de bedrijfsruimte waarvoor de subsidie wordt aangevraagd zal worden gebruikt voor een belwinkel, coffeeshop, geldwisselkantoor, headwinkel, massagesalon, prostitutie-inrichting, seksinrichting, smartshop, of speelautomatenhal;

    • j.

      de subsidiabele activiteit niet past in of geen bijdrage levert aan het beleid zoals dit voor het betreffende winkelgebied is vastgesteld;

    • k.

      de aanvrager niet in het bezit is van vergunningen voor zover dit voor de uitvoering van de werkzaamheden en/of de bedrijfsactiviteiten is vereist.

Artikel 3.2 Weigeringsgronden subsidie verbetering uitstraling puien en gevels
  • De subsidie voor de activiteiten zoals bedoeld in paragraaf 2.1 wordt in ieder geval geweigerd indien de betreffende activiteit in strijd is met:

    • a.

      Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008;

    • b.

      Woningwet;

    • c.

      Wet ruimtelijke ordening (Wro);

    • d.

      Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

    • e.

      Monumentenwet 1988;

    • f.

      Richtlijnen gevelreclame Bos en Lommer 1997;

    • g.

      Reclamerichtlijnen winkelstraten stadsdeel Oud-West 2004;

    • h.

      Beeldkwaliteitplan winkelstraten Oud-West 2003;

    • i.

      Richtlijnen reclame winkelcentrum winkelcentrum Mercatorplein/ Jan Evertsenstraat e.o. 2002;

    • j.

      Nota Gevels Winkel -en Bedrijfsruimte, stadsdeel De Baarsjes, 1993;

    • k.

      Richtlijnen voor gevelreclame in Westerpark 2007.

Artikel 3.3 Weigeringsgronden subsidie vervanging dichte afsluiting van winkelpanden
  • De subsidie voor de activiteiten zoals bedoeld in paragraaf 2.2 wordt in ieder geval geweigerd indien de betreffende activiteit in strijd is met de regelgeving benoemd in artikel 3.2.

Artikel 3.4 Weigeringsgronden subsidie verbetering gevelreclame
  • De subsidie voor de activiteiten zoals bedoeld in paragraaf 2.3 wordt in ieder geval geweigerd indien de betreffende activiteit in strijd is met de regelgeving benoemd in artikel 3.2.

HOOFDSTUK 4  PROCEDURE

Artikel 4.1 Subsidieaanvraag
  • 1. De aanvraag wordt schriftelijk ingediend bij het Dagelijks Bestuur met gebruikmaking van een daartoe bestemd aanvraagformulier;

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan verplichtingen opleggen met betrekking tot het overleggen van afschriften, bewijsstukken en andere documenten ter ondersteuning van de aanvraag;

  • 3. Alvorens op de aanvraag te beslissen kan het Dagelijks Bestuur binnen een maand nadat de aanvraag is ingediend nadere gegevens van de aanvrager verlangen;

  • 4. Het Dagelijks Bestuur beslist omtrent de aanvraag binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag inclusief de in lid 2 en 3 bedoelde gegevens zijn ontvangen;

  • 5. Het Dagelijks Bestuur kan zijn beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen; hiervoor doet het voor afloop van de in lid 5 vermelde termijn mededeling aan de aanvrager;

Artikel 4.2  Voorschotten
  • Indien een subsidie wordt verleend, kan aan de aanvrager in daartoe aanleiding gevende gevallen een voorschot worden verstrekt.

Artikel 4.3 Subsidievaststelling
  • 1. Het Dagelijks Bestuur neemt binnen acht weken na ontvangst van de gereedmelding als bedoeld in artikel 5.3 een besluit tot vaststelling en uitbetaling van de subsidie;

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan zijn beslissing voor ten hoogste met acht weken verdagen; hiervoor doet het voor afloop van de in lid 1 vermelde termijn mededeling aan de aanvrager;

  • 3. Subsidievaststelling vindt plaats op basis van de door het Dagelijks Bestuur goedgekeurde werkelijke kosten met als maximum het bedrag dat bij de subsidieverlening is toegekend;

  • 4. De subsidievaststelling vindt niet eerder plaats dan nadat de aanvrager heeft aangetoond, dat hetgeen waarvoor subsidie is verleend, overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening is uitgevoerd en aan de daarbij gestelde verplichtingen is voldaan.

HOOFDSTUK 5  VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER

Artikel 5.1 Subsidieverplichtingen
  • 1. De subsidieontvanger is verplicht:

    • a.

      tot uitvoering van de gesubsidieerde activiteit over te gaan binnen 12 maanden na de subsidieverlening;

    • b.

      een administratie te voeren die zodanig is ingericht dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze de kosten van de subsidiabele activiteiten kunnen worden afgelezen;

    • c.

      het Dagelijks Bestuur onverwijld mededeling te doen van:

      - een ingediend verzoek tot het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen; of

      - een ingediend verzoek tot verlening van surseance van betaling of faillietverklaring bij de rechtbank;

    • d.

      het Dagelijks Bestuur onverwijld mededeling te doen van vervreemding van zijn bedrijf of de bedrijfsruimte waarin hij zijn bedrijf uitoefent;

    • e.

      de bedrijfsruimte waaraan de bouwkundige voorzieningen zijn getroffen niet onder bijzondere titel in eigendom over te dragen binnen vijf jaar na het gereedkomen van de werkzaamheden.

Artikel 5.2. Terugvordering
  • 1. Bij het niet naleven van de meldingsplicht zoals bedoeld in artikel 5.1, eerste lid onder c en d, zal het Dagelijks Bestuur 75% van de verstrekte subsidie terugvorderen;

  • 2. Bij overtreding van de verplichting van artikel 5.1, eerste lid onder e, zal het Dagelijks Bestuur de subsidie terugvorderen overeenkomstig de onderstaande tabel:

    • binnen een jaar na gereedmelding van de werkzaamheden: 90% restitutie;

    • in het tweede jaar na gereedmelding van de werkzaamheden: 80% restitutie;

    • in het derde jaar na gereedmelding van de werkzaamheden: 60% restitutie;

    • in het vierde jaar na gereedmelding van de werkzaamheden: 40% restitutie;

    • in het vijfde jaar na gereedmelding van de werkzaamheden: 20% restitutie.

Artikel 5.3 Gereedmelding
  • 1. De subsidieontvanger meldt de gesubsidieerde activiteit binnen zes weken na voltooiing van de werkzaamheden;

  • 2. De gereedmelding is tevens de aanvraag tot vaststelling van de subsidie en geschiedt op een daartoe bestemd gereedmeldingsformulier;

  • 3. Het Dagelijks Bestuur kan nadere eisen stellen met betrekking tot het overleggen van afschriften, bewijsstukken en andere documenten ter ondersteuning van de aanvraag tot subsidievaststelling;

  • 4. Indien de gereedmelding niet compleet en binnen de fatale termijn is aangeleverd, kan de subsidie ambtshalve worden vastgesteld en, voor zover van toepassing, terugvordering plaatsvinden;

HOOFDSTUK 6  SLOTBEPALINGEN

Artikel 6.1 Hardheidsclausule
  • Indien stricte toepassing van deze nadere regels leidt tot onbillijkheid van overwegende aard dan wel afbreuk doet aan het belang dat deze nadere regels beogen te beschermen, kan het Dagelijks Bestuur afwijken van deze nadere regels.

Artikel 6.2 Intrekking
  • De volgende verordeningen en regelingen worden ingetrokken bij inwerkingtreding van deze nadere regels:

    • a.

      Subsidieverordening Bijdragen aan Ondernemers in Stedelijke vernieuwingsgebieden 2003 (BOS-regeling);

    • b.

      Subsidie rolluiken en veiligheidsglas Stadsdeel Westerpark 2007;

    • c.

      Subsidieregeling rolluiken kernwinkelgebied Bos en Lommerweg 2009;

    • d.

      Subsidieregeling rolluiken stadsdeel De Baarsjes 2004;

    • e.

      Subsidieregeling Reclamevoering De Baarsjes 2008;

    • f.

      Subsidieregeling Aanpak winkelpuien Chassebuurt Stadsdeel De Baarsjes 2007;

    • g.

      Subsidieregeling Herinrichting Etalage Jan Evertsenstraat 2009;

    • h.

      Subsidieregeling Beheergebied Mercatorplein/ Jan Evertsenstraat e.o. stadsdeel De Baarsjes 2004;

Artikel 6.3 Overgangsbepaling
  • Op subsidies die zijn verleend of vastgesteld op basis van een verordening of regeling als genoemd in artikel 6.2 blijven de bepalingen van die betreffende verordening van toepassing.

Artikel 6.4 Inwerkingtreding
  • Deze nadere regels treden in werking een week na bekendmaking door plaatsing in de Westkrant van Stadsdeel West.

Artikel 6.5 Citeertitel
  • Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere Regels Subsidie Stimulering Verbetering Winkelpanden West afgekort als Nadere Regels Subsidie SVW West.

Toelichting bij Nadere regels subsidie stimulering verbetering winkelpanden West

ALGEMEEN

De Algemene Subsidieverordening stadsdeel West 2010 (ASVSW 2010) heeft betrekking op de door stadsdeel West te verstrekken subsidies op haar grondgebied die in het belang zijn van het stadsdeel en haar ingezetenen. In de verordening worden de beleidsterreinen opgesomd waarvoor subsidies kunnen worden verstrekt. Daartoe behoort onder meer het bevorderen van de economische activiteiten in de winkelstraten van het stadsdeel. In artikel 1.3. van deze verordening is bepaald dat het Dagelijks Bestuur daarvoor nadere regels kan vaststellen. Met het vaststellen van deze nadere regels waaraan de subsidieverlening dient te voldoen maakt het Dagelijks Bestuur van deze mogelijkheid gebruik. Op subsidie ter stimulering van de verbetering van de winkelpanden in West is behalve de ASVSW 2010 tevens de Algemene wet bestuursrecht 2010 (Awb 2010) van toepassing.

Stadsdeel West wil de uitstraling van de winkelstraten verbeteren door in daarvoor jaarlijks aan te wijzen winkelgebieden middels een eenmalige subsidie een bijdrage te leveren aan een investering in de uitstraling van bedrijfspanden. Het gaat dan om investeringen van ondernemers of vastgoedeigenaren waarvan de verwachting is dat deze zonder ondersteuning niet door de ondernemer gedaan zouden worden en die een bijdrage leveren aan de verbetering van de winkelpanden en de leefbaarheid in de buurt. Het primaire doel van de regeling is het stimuleren van investeringen. Daarnaast heeft de regeling tot doel versterking van de economische structuur van de buurt en het stimuleren van ondernemerschap.

De doelgroep van de subsidieregeling bestaat uit ondernemers uit het midden -en kleinbedrijf die gevestigd zijn dan wel zich gaan vestigen in de aangewezen gebieden en de eigenaren van bedrijfspanden in de aangewezen winkelgebieden.

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Hoofdstuk 1:  Algemene Bepalingen

Artikel 1.1: Begripsbepalingen
  • Hierin zijn de definities opgenomen zoals die in deze nadere regels worden gehanteerd.

  • De definitie van subsidie is gegeven in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht. Enkele andere specifieke termen die in deze nadere regels worden gehanteerd, zoals beschikking, subsidieplafond, subsidieverlening en subsidievaststelling zijn eveneens in die wet nader gegeven. Enkele termen die een specifieke strekking hebben zijn opgenomen in het desbetreffende onderdeel.

Artikel 1.2: Doel van de regeling
  • Dit artikel omschrijft het doel van de subsidieregeling.

Artikel 1.3: Werkingsgebied
  • Dit artikel geeft het werkingsgebied van de subsidieregeling aan. Het Dagelijks Bestuur legt jaarlijks middels een besluit vast in welke winkelgebieden deze subsidieregeling van toepassing is. Winkelgebieden waar op dat moment reeds andere subsidieregelingen voor dezelfde activiteiten gelden, worden uitgesloten voor de subsidie Stimulering Verbetering Winkelpanden West. Dit betreft in ieder geval de winkelstraten gelegen in de economische Kansenzones Mercatorbuurt en Landlust gedurende de looptijd van de investeringsregeling. Daarnaast worden de winkelpanden die vallen onder Uitvoeringsregeling ondernemersvergoedingen Particuliere Woningverbetering Oud-West uitgesloten voor de periode dat de regeling loopt.

Hoofdstuk 2: Diverse subsidies

Paragraaf 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4: Subsidiabele activiteiten
  • De paragrafen 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4 geven aan voor welke activiteiten een subsidie kan worden verleend. De subsidieregeling biedt de mogelijkheid om subsidie te verstrekken ten behoeve van de verbetering van de  uitstraling puien en gevels, vervanging van dichte afsluitingen van winkelpanden en verbetering van gevelreclame. Per subsidieonderdeel zijn nadere voorwaarden omschreven.

  • Daarnaast kan er onder voorwaarden een eenmalige subsidie worden verstrekt aan ondernemers in de kosten ten gevolge van sloop/nieuwbouw, renovatie of funderingsherstel, zoals omschreven in paragraaf 2.4. Het betreft hier kosten die de ondernemer heeft als hij vanwege bouwkundige werkzaamheden in opdracht van de vastgoedeigenaar tijdelijk het bedrijfspand moet verlaten. Op dit subsidieonderdeel kan alleen in speciale gevallen aanspraak worden gemaakt en vormt daarmee een uitzonderingspositie. In artikel 2.4.2. is vastgelegd dat een subsidie in dit kader alleen wordt verstrekt in door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen projectgebieden. Het gaat hierbij om gebieden waarbij een versnelling van de werkzaamheden wordt nagestreefd. Daarnaast wordt er alleen subsidie beschikbaar gesteld als de ondernemer nog geen andere tegemoetkoming ontvangt voor dezelfde activiteiten of er andere financiële afspraken zijn gemaakt met de vastgoedeigenaar.

  • De subsidie voor de verbetering van de uitstraling puien en gevels (2.1) en de vervanging van dichte afsluitingen van winkelpanden (2.2) kan zowel aan een ondernemer als aan een eigenaar van een bedrijfsruimte worden verstrekt. De subsidie voor gevelreclame (2.3) en de subsidie in de kosten ten gevolge van sloop/nieuwbouw, renovatie of funderingsherstel (2.4) kan alleen aan ondernemers worden gestrekt. Subsidie wordt niet verstrekt aan eigenaren met een grootschalig bezit zoals woningcorporaties en pensioenfondsen. Daarbij wordt verwezen naar artikel 1:8, lid 2 onderdeel e, van de ASVSW 2010 waarin wordt bepaald dat een subsidie kan worden geweigerd, indien er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de aanvrager ook zonder subsidietoekenning over voldoende gelden kan beschikken om  de kosten van de activiteit te dekken.

  • De hoogte van de te verlenen subsidie wordt vastgesteld op basis van door de aanvrager verstrekte gegevens en offertes, en op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten. Indien de aanvrager de bouwkundige verbeteringen of werkzaamheden die samenhangen met de verbetering in eigen beheer uitvoert en niet door een bedrijf wordt de hoogte van de subsidie bepaald op basis van de materiaalkosten. De aanvrager dient dit van te voren tijdig schriftelijk te melden zodat daarmee later bij de berekening van de subsidie en het vaststellen van de uitgevoerde werkzaamheden rekening kan worden gehouden.

  • Het maximale subsidiebedrag per subsidieonderdeel geldt per ondernemer of eigenaar (rechtspersoon dan wel natuurlijk persoon). Wanneer de aanvrager over meerdere bedrijfsruimten beschikt en daaraan verbeteringen aanbrengt, geldt dit maximum per bedrijfsruimte.

Hoofdstuk 3: Weigeringsgronden

Artikel 3.1: Algemene weigeringsgronden
  • In dit artikel zijn de algemene weigeringsgronden opgesomd op basis waarvan een subsidieaanvraag kan worden afgewezen. Indien de aanvraag valt onder een van de van toepassing zijnde weigeringsgronden, tevens de weigeringsgronden ex ASVSW 2010, wordt de subsidie niet toegekend.

  • Onder lid b wordt bepaald dat de aanvrager wordt geweigerd als eerder voor dezelfde activiteit in dezelfde bedrijfsruimte subsidie hebben ontvangen. Op basis van de subsidiabele activiteiten bedraagt de maximaal te verlenen subsidie per bedrijfsruimte € 15.000,-. De bepaling in lid e is opgenomen in verband met de Europese voorschriften (de-minimis-regel). In verband daarmee wordt de subsidie geweigerd indien de aanvrager daardoor over drie belastingjaren meer dan € 200.000,- subsidie zou ontvangen.

  • De subsidieaanvraag wordt afgewezen, indien de subsidiabele activiteit niet past in of geen bijdrage levert aan het beleid zoals dit voor het betreffende winkelgebied is vastgesteld. Daarbij kan worden gedacht aan het vastgestelde detailhandelsbeleid, horecabeleid of horecavisies, brancheringsplannen of ruimtelijk-economisch beleid voor een winkelgebied.

Artikel 3.2, 3.3 en 3.4: Bijzondere weigeringsgronden
  • Deze artikelen zijn bedoeld om oneigenlijk gebruik van deze subsidieregeling te voorkomen.

Hoofdstuk 4: Procedure

Artikel 4.1: Subsidieaanvraag
  • Voor de procedure van de subsidieaanvraag wordt tevens verwezen naar het bepaalde in de ASVSW 2010 en de Awb 2010.

  • Voor de subsidieregeling is een speciaal aanvraagformulier beschikbaar. Aanvraagformulieren die waarheidsgetrouw en volledig zijn ingevuld worden in behandeling genomen door het Dagelijks Bestuur. Bij de aanvraag van de subsidie zal tevens om extra bescheiden worden verzocht ter onderbouwing van de aanvraag. De subsidieverlening zal mede worden gebaseerd op deze bescheiden. Indien de aanvraag niet volledig is, neemt het Dagelijks Bestuur de aanvraag niet in behandeling. Aanvrager wordt hiervan binnen 4 weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken in kennis gesteld. Daarbij wordt verwezen naar artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Naar aanleiding van de subsidieaanvraag zal ter plaatse een bezoek worden afgelegd in verband met een nulmeting om de situatie voor de investering in kaart te brengen.

Artikel 4.2: Voorschotten
  • Voor dit artikel wordt tevens verwezen naar het bepaalde in de ASVSW 2010 en de Awb 2010.

  • Aan ondernemers die een subsidie verleend hebben gekregen, kan een voorschot worden verstrekt als de situatie daar aanleiding toe geeft. Voorschotten zullen daarmee alleen worden verstrekt in daartoe aanleiding gevende gevallen. Hierover zullen aparte afspraken worden gemaakt met aanvrager. Deze afspraken worden vastgelegd in de beschikking tot verlening.

Artikel 4.3: Subsidievaststelling
  • Voor de procedure van de subsidievaststelling wordt tevens verwezen naar het bepaalde in de ASVSW 2010 en de Awb 2010.

  • Subsidievaststelling geschiedt na gereedmelding door aanvrager middels een apart formulier 'verzoek tot vaststelling'. De gereedmelding is omschreven in artikel 5.3. In het geval niet alle gesubsidieerde activiteiten zijn uitgevoerd, kan de subsidie lager worden vastgesteld dan verleend in de verleningsbeschikking. Het bedrag van de subsidievaststelling zal niet hoger zijn dan het bedrag van de subsidieverlening. Een en ander is nader vastgelegd in afdeling 4.2.5. van de Algemene wet Bestuursrecht.

Hoofdstuk 5: Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 5.1: Subsidieverplichtingen
  • Voor dit artikel wordt tevens verwezen naar het bepaalde in de ASVSW 2010 en de Awb 2010.

  • Dit artikel is bedoeld om oneigenlijk gebruik van de subsidieregeling te voorkomen. Daarom mag de subsidieontvanger het onroerend goed waaraan bouwkundige voorzieningen zijn getroffen niet vervreemden binnen vijf jaar na vaststelling van de subsidie. De subsidieontvanger zal daarom ook de meldingsplicht moeten naleven. De meldingsplicht geldt ook indien er sprake is van vervreemding van zijn bedrijf, of indien aanvrager verzoek heeft ingediend voor het verlenen van surseance van betaling, faillietverklaring of het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

Artikel 5.2: Terugvordering
  • Voor dit artikel wordt tevens verwezen naar het bepaalde in de ASVSW 2010 en de Awb 2010.

  • Indien sprake is van de in dit artikel genoemde overtredingen zal de subsidievaststelling ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd conform de schaal als omschreven in dit artikel en kan terugvordering geschieden.

Artikel 5.3: Gereedmelding
  • Na uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten verzoekt de aanvrager tot vaststelling en betaling van de subsidie middels een apart formulier. Aanvrager meldt daartoe de uitvoering gereed en overlegt hiervoor afschriften van facturen en kwitanties die in beginsel dezelfde bedragen aangeven als de offertes waarop het bedrag van de subsidieverlening is gebaseerd. Op basis van het verzoek tot vaststelling en de extra bescheiden zal tevens een eindmeting ter plaatse worden verricht. Na controle van de facturen en betalingen, de eindmeting en de eventueel opgelegde verplichtingen zal tot vaststelling en afrekening van de subsidie worden overgegaan.

Hoofdstuk 6: Slotbepalingen

Artikel 6.1: Hardheidsclausule
  • In dit artikel wordt beschreven in welke gevallen het Dagelijks Bestuur mag afwijken van deze nadere regels. Het betreft hierbij enkel gevallen met een uitzonderlijk karakter.

Artikel 6.2 en 6.3: Intrekking en Overgangsbepaling
  • Hierin zijn de verordeningen en regelingen aangeven die met het inwerktreden van de subsidie Stimulering Verbetering Winkelpanden West 2011 komen te vervallen. De bepalingen in deze verordeningen en regelingen blijven wel van kracht op de subsidies die op basis van de betreffende verordeningen en regelingen zijn verleend en/of vastgesteld.

Artikel 6.4: Inwerkingtreding
  • Hier is aangegeven wanneer deze nadere regels gaan gelden.

Artikel 6.5: Citeertitel
  • Dit artikel legt de naam van deze nadere regels vast waaronder deze kunnen worden aangehaald.