Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadsregio Rotterdam

Besluit nadere regels inzake artikel 19 van de Verordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011 voor het beleidsveld revitalisering stedelijk gebied

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieStadsregio Rotterdam
Officiële naam regelingBesluit nadere regels inzake artikel 19 van de Verordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011 voor het beleidsveld revitalisering stedelijk gebied
CiteertitelBesluit nadere regels inzake artikel 19 van de Verordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011 voor het beleidsveld revitalisering stedelijk gebied
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-05-201301-05-2014nieuwe regeling

24-04-2013

De Havenloods, 08-05-2013 e.a.

Documentnummer 126688

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit nadere regels inzake artikel 19 van de Verordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011 voor het beleidsveld revitalisering stedelijk gebied

Overwegende dat:

  • ·

    op 2 februari 2011 de subsidieverordening Investeringsreserve 2011 in werking is getreden;

  • ·

    dat het dagelijks bestuur op grond van artikel 2 lid 1 van deze verordening bevoegd is de verordening uit te voeren;

  • ·

    op grond van artikel 2 van deze verordening het dagelijks bestuur bevoegd i s nadere regels vast te stellen;

  • ·

    dat op grond van artikel 19 lid 1 van de verordening de subsidieontvanger verplicht is het gesubsidieerde project uit te voeren volgens het bij de aanvraag ingediende projectplan;

  • ·

    dat het dagelijks bestuur ontheffing kan verlenen van hetgeen is bepaald in artikel 19 lid 1;

  • ·

    dat het dagelijks bestuur aan deze ontheffing voorschriften kan verbinden.

Besluit:

Ten aanzien van verzoeken ex artikel 19 lid 2 verordening voor projecten die zijn ingediend voor het beleidsveld revitalisering stedelijk gebied en ontwikkeling woonmilieus (hoofdstuk 4 ), de volgende regels op te stellen:

Besluit nadere regels inzake artikel 19 van de Verordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011 voor het beleidsveld revitalisering stedelijk gebied

Voor aanvragen boven de € 50.000 dient een verzoek tot ontheffing ingediend te worden voor alle afwijkingen waarvan op voorhand door de aanvrager wordt vastgesteld dat de accountant een besluit nodig heeft om een verklaring af te kunnen geven voor de definitieve subsidievaststelling (artikel 23 lid 3). Voor subsidiebedragen lager dan € 50.000 is geen accountantsverklaring vereist. De aanvrager dient over afwijkingen van deze projecten met de stadsregio in overleg te treden, waarna de stadsregio zal aangeven of er een noodzaak is tot een verzoek om ontheffing.

De ontheffingsverzoeken worden per brief aan het dagelijks bestuur en ondertekend door of namens het college van B&W (de burgemeester) van de aanvragende gemeente toegezonden.

Het dagelijks bestuur kan ontheffing verlenen als het naar het oordeel van het dagelijks bestuur redelijk is om een afwijking van het bij de aanvraag ingediende projectplan toe te staan. Hiertoe wordt getoetst aan onderstaande punten die minimaal in het ontheffingsverzoek dienen te zijn opgenomen:

  • 1.

    een onderbouwing:

    • a.

      waarom de afwijking noodzakelijk is en niet aan de aanvrager te wijten is;

    • b.

      waarom de subsidie ondanks de afwijking nog steeds bijdraagt aan het bereiken van de doelen waarvoor de subsidie verleend is en derhalve voor het project behouden moet worden;

    • c.

      dat er geen dusdanige afwijking is dat er in de nieuwe situatie sprake is van een totaal ander project dan waarvoor de subsidie is verleend;

  • 2.

    in geval van afwijkingen op de planning, dient met een nieuwe harde planning aangetoond te worden, dat:

    • a.

      in geval van verleende subsidies voor het subsidiejaar 2012; het project alsnog start voor 1 september 2013;

    • b.

      in geval van verleende subsidies voor de subsidiejaren 2013 en 2014; het project alsnog start voor 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar (respectievelijk 1 april 2014 en 1 april 2015);

    • c.

      de oplevering een maximale uitloop van 6 maanden heeft ten opzichte van het oorspronkelijke projectplan;

  • 3.

    in geval van financiële afwijkingen, dient middels een nieuwe harde begroting dat het project, waarvoor de subsidie is aangevraagd, nog steeds tot stand komt.

Ontheffingsverlening kan nooit leiden tot het hoger worden van het oorspronkelijk verleende subsidiebedrag. Wanneer de aanvrager geen ontheffing krijgt kan naar aanleiding van het ontheffingsverzoek het dagelijks bestuur de subsidieverlening verlagen of intrekken.

Een ontheffing wordt verleend onder het aanvullende voorschrift dat er niet nogmaals van het projectplan kan worden afgeweken. Indien na een verleende ontheffing opnieuw afwijkingen worden geconstateerd, dan kan de subsidie direct lager of op nihil worden vastgesteld. De aanvrager kan dus slechts eenmaal per project een verzoek doen voor ontheffing op grond van artikel 19 van de subsidieverordening Investeringsreserve. Hierbij geldt wel de uitzondering waarbij toepassingen van deze regels zouden leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard en waarvoor een beroep kan worden gedaan op de hardheidsclausule (artikel 25)

Deze regels treden in werking op de dag na bekendmaking van dit besluit.

Aldus besloten door het door het bestuur van de stadsregio Rotterdam in de vergadering van 24 april 2013,

de secretaris, de voorzitter,

mr. M.C. Jansen. ing. A. Aboutaleb.