Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bellingwedde

Bellingwedde benut kansen voor werkzoekenden 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bellingwedde
Officiële naam regelingBellingwedde benut kansen voor werkzoekenden 2013
CiteertitelBellingwedde benut kansen voor werkzoekenden 2013
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpBellingwedde benut kansen voor werkzoekenden 2013

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand
  2. Re-integratieverordening 2013
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-05-2013Nieuwe regeling

07-05-2013

Streekblad 15 mei 2013

Bellingwedde benut kansen voor werkzoekenden 2013

Tekst van de regeling

Beleidsnotitie uitvoering Re-integratieverordening 2013

Inleiding

De gemeente voert de Wet werk en bijstand (WWB) uit. Met de vaststelling van de Re-integratieverordening is per 1 september 2005 op hoofdlijnen het re-integratiebeleid door de raad vastgesteld. Bellingwedde moet op een effectieve manier de opdracht vanuit de WWB uitvoeren, namelijk werkzoekende WWB-gerechtigden en andere doelgroepen klaarmaken voor de reguliere arbeidsmarkt. De gemeenteraad heeft aangegeven het tot dusver gevoerde re-integratiebeleid om te vormen tot een effectief instrument dat uitstroom naar regulier werk bevordert. Om de Re-integratieverordening uit te voeren staat het budget van het werkdeel WWB ter beschikking. Er wordt een aantal groepen binnen het uitkeringsbestand onderscheiden. Het palet aan instrumenten is gebaseerd op de te onderscheiden afstand tot de arbeidsmarkt van de groepen. Als de WWB wordt vervangen door de Participatiewet, kan voor ‘WWB’ in deze notitie gelezen worden ‘Participatiewet’.

Re-integratieverordening

De vastgestelde verordening van september 2005 wordt aangepast aan de nieuwe beleidsvoornemens en regelt in het algemeen en op hoofdlijnen de re-integratie van werkzoekenden. Er is sprake van de volgende voorzieningen:

  • -

    Kortdurende ondersteuning bij arbeidsinschakeling.

  • -

    Langdurige ondersteuning bij arbeidsinschakeling.

  • -

    Gesubsidieerde arbeid.

  • -

    Scholing is onderdeel van of aparte voorziening.

  • -

    Sociale activering.

Uitgangspunten re-integratiebeleid

Van belang is om de WWB het instrument te laten zijn waarvoor het is bedoeld, nl. om mensen die tijdelijk geen werk hebben te voorzien van een inkomen en te faciliteren naar regulier werk. Tot dusver zien we ook groepen mensen in de WWB, die feitelijk niet voldoen aan deze uitgangspunten. Het beleid richt zich op:

  • -

    Voorkomen dat mensen in de uitkering komen door het versterken van de Poortwachtersfunctie.

  • -

    Hoogwaardige handhaving leidt tot een effectieve benutting van het inkomensdeel WWB.

  • -

    Bij jongeren tot 27 jaar de focus op duurzame arbeidsparticipatie en voorkomen dat jongeren een beroep doen op een uitkering WWB door voor de uitschrijving te investeren in herplaatsing op een opleiding met als doel de school met een diploma te verlaten. Als de school reeds is verlaten investeren op terugkeer naar school.

  • -

    Van WWB-gerechtigden per individu vaststellen welke re-integratievoorziening nodig is om de afstand tot de arbeidsmarkt te overbruggen.

  • -

    Vaststellen welke WWB-gerechtigden aanspraak kunnen maken op voorliggende voorzieningen in de vorm van Studiefinanciering, Wet sociale werkvoorziening, WIA, WAJONG of Awbz.

Doelgroepen binnen het bestand van de WWB-gerechtigden

  • -

    Alle jongeren tot 27 jaar, zeer hoge prioriteit besteding middelen werkdeel.

  • -

    Kansrijke werkzoekende, hoge prioriteit besteding middelen werkdeel.

  • -

    Alleenstaande werkzoekende ouders, hoge prioriteit besteding middelen werkdeel.

  • -

    Gehandicapte werkzoekende, neutrale prioriteit besteding middelen werkdeel.

  • -

    Kansarme werkzoekende, lage prioriteit besteding middelen werkdeel.

Doelen die gehaald worden met inzet van het werkdeel Wwb

  • -

    Beroepskwalificatie (minimaal op startkwalificatie niveau) in plaats van voortijdig schooluitval.

  • -

    Ken de werkzoekende.

  • -

    Plaats de werkzoekende op werk.

  • -

    Houd de werknemer aan het werk.

  • -

    Sociale activering.

In de WWB staat dat al deze voorzieningen worden ingezet om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen met als doel om de werkzoekende geschikt te maken voor de reguliere arbeidsmarkt. De ene werkzoekende zal langer van de voorziening gebruik moeten maken dan de ander.

Jongeren tot 27 jaar

Vanuit de gedachte dat het onaanvaardbaar is dat een jongere zich eerst meldt bij het gemeenteloket om goed geholpen te kunnen worden, is het uitgangspunt dat als je een opleiding start, je deze ook afmaakt. Leerling en school spannen zich tot het uiterste in om bij dreigende schooluitval c.q. verzuim in gesprekken helder te krijgen wat hiervan de reden is, of er alternatieven zijn met als doel een herplaatsing op een opleiding binnen de school of een andere school. Het streven is om jongeren te kwalificeren voor duurzame arbeidsparticipatie en te voorkomen dat ze (later) een beroep moeten doen op een inkomensvoorziening WWB. Uitschrijving kan pas als bovenstaande niet haalbaar is en dan alleen met warme overdracht. Hiertoe worden contracten c.q. bindende afspraken gemaakt met de desbetreffende Regionale Opleidingen Centra (ROC´s).

De ervaring is dat bij deze aanpak er 20% van de leerlingen het ROC met andere problemen verlaat. In die gevallen is het beleid er op gericht via het Jongerensteunpunt Zorg, opleiding, werk en inkomen de jongere alsnog teruggeleid wordt naar school, waarbij allereerst het reguliere onderwijs in beeld is in de vorm van Beroepsopleidende leerweg (BOL) of Beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Afhankelijk van de individuele mogelijkheden flankerend instrumenten inzetten die de situatie van de jongere verbetert.

Trainingsperiode WWB-gerechtigden

Het succes van een re-integratietraject wordt in hoge mate bepaald door de informatie die er is over de vaardigheden van de werkzoekende en de aansluiting bij de vraag op de arbeidsmarkt. In een arbeidstraining wordt in vrij korte tijd zichtbaar wat de individuele toekomstige werknemer kan en wat hij/zij nodig heeft om aan het werk te kunnen gaan. Van belang is om een accountmanager werkgevers te laten bezoeken en vacatures te acquireren. Dit is een deeltaak van de sociale dienst van Bellingwedde en Vlagtwedde. De accountmanager is nauw betrokken bij de trainingsperiode, omdat hij/zij inzicht heeft in de capaciteiten van de individuele werkzoekende. Individuele werkzoekenden kunnen dan ook specifiek geschikt gemaakt worden voor een vacature. Omdat de WWB-werkzoekenden in het algemeen een wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben, zijn zij voor de invulling van vacatures niet altijd in beeld bij het UWV Werkbedrijf. Daarom is het van belang een ´eigen´ accountmanager te hebben die waar mogelijk ook de samenwerking zoekt met het UWV Werkbedrijf. Tijdens de trainingsperiode, die maximaal zes maanden duurt, worden flankerende instrumenten ingezet om de weg naar regulier werk te plaveien. Hierbij valt denken aan zaken die regulier werk mogelijk maken: cursus, functiegerichte training/scholing, sociale vaardigheden, fiets, kinderopvang, reiskostenvergoeding, kledingvergoeding, een knipbeurt bij de kapper enz. De trainingsperiode kan in voorkomende gevallen eenmalig worden verlengd met maximaal zes maanden. Bij de inzet van de trainingsperiode kan een onderscheid worden gemaakt in twee groepen

  • -

    Nieuwe instroom in de uitkering. Van belang is om deze groep zo snel mogelijk weer uit te laten stromen uit de uitkering. Het is zinvol om deze nieuwe instroom zo snel als mogelijk (bv binnen een week na melding) op de trainingsplek te krijgen.

  • -

    Het zittende bestand. Via de trainingsperiode vaardigheden vaststellen en afhankelijk van de individuele behoefte een re-integratievoorziening inzetten. Blijkt uit arbeids-medisch advies dat re-integratie niet mogelijk is nagaan of er aanspraak kan worden gemaakt op een voorliggende voorziening, zoals bv. WSW, WAJONG enz.

Naar werk

Afhankelijk van de te overbruggen afstand tot de arbeidsmarkt is het mogelijk om loonkostensubsidies aan werkgevers in te zetten om de overgang te versoepelen. Uitgangspunt is hierbij dat de werkzoekende in dienst treedt bij een ´echte´ werkgever. Deze instrumenten vervangen het ´oude´ gesubsidieerde werk .Hierbij behoren de volgende varianten tot de mogelijkheden:

  • -

    In dienst bij werkgever, minimaal 9 maanden, maximaal 1 jaar, met een maximale subsidie waarvan de hoogte wordt vastgesteld door het college.

  • -

    In dienst bij werkgever voor onbepaalde tijd, maximale subsidie 24 maanden, waarvan de hoogte wordt vastgesteld door het college.

  • -

    In dienst bij werkgever, werken en leren (BBL), maximale subsidie 2 jaar tot 130% van het Wettelijk minimum loon (WML).

  • -

    Detachering in de vorm van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij een organisatie op basis van een verloningsconstructie (Pay-roll) en onder voorwaarden van het Burgerlijk Wetboek en salaris op het niveau van het WML. Aan de inleners wordt een inleenvergoeding gevraagd.

Zorg

Van WWB-gerechtigden die zijn aangewezen op zorg wordt nagegaan of zij aanspraak kunnen maken op een voorliggende voorziening. Flankerende instrumenten uit het werkdeel kunnen worden ingezet als er een relatie is met uitstroom naar regulier werk. Is die relatie niet aanwezig kan een voorziening mogelijk uit de bijzondere bijstand worden gefinancierd.

Sociale activering

Als doel past sociale activering niet binnen het werkdeel WWB. Er is immers geen relatie met uitstroom naar regulier werk. WWB-gerechtigden die om te participeren in de samenleving zijn aangewezen op sociale activering kunnen gebruik maken van het vrijwilligerswerk en/of de volwasseneneducatie. Als opstap naar regulier werk kan sociale activering als voorziening uit het werkdeel wel worden ingezet. Is het niet mogelijk om iemand naar werk te begeleiden, maar heeft de persoon in kwestie wel behoefte aan maatschappelijke begeleiding, dan kan zo iemand, net als elke andere burger, een beroep doen op de St. Welzijn Oldambt voor ondersteuning. Heeft men hieraan geen behoefte, dan is er vanuit de sociale dienst altijd minimaal twee keer per jaar contact met de persoon om sociale uitsluiting te voorkomen, maar ook om de rechtmatigheid van de uitkering vast te stellen.

Participatiebanen

De participatiebanen zijn in de WWB geregeld. De participatiebaan houdt in dat een werkzoekende maximaal 2 jaar met behoud van uitkering kan werken. Daarna is eventueel verlenging mogelijk mits goed onderbouwd. De werkzoekende heeft op grond van de WWB recht op een premie na 6 maanden gewerkt te hebben met behoud van uitkering. Dit wordt de wet STAP (Stimulering Arbeidsparticipatie) ook wel STAP-premie genoemd.

Flankerende voorzieningen

Naast de al genoemde voorzieningen, is het mogelijk ´alles wat nodig is´ voor de individuele werkzoekende in te zetten om het uiteindelijke doel te behalen. Hierbij moet worden gedacht aan (functiegerichte) scholing, arbeids-medisch advies, coaching, begeleiding, persoonlijke verzorging, het managen van thuis en werk, het managen van inkomen en uitgaven en het oplossen van praktische problemen, alsmede premies en onkostenvergoedingen. De beleidsregels rondom premies en vrijlating worden door het college vastgesteld.

Overgangstraject huidige werknemers WIW, WWB detachering en ID met een dienstverband voor onbepaalde tidj

Voor de financiering van het beleid is het nodig het huidige gesubsidieerde werk af te bouwen. Voor de werknemers in WWB-detachering met een dienstverband bepaalde tijd verandert er niets. Hun arbeidsovereenkomst eindigt immers van rechtswege. In dit traject wordt de juridische benadering gescheiden van sociale benadering jegens de desbetreffende werknemers.

Juridische benadering:

Uitgangspunt is dat de ID-subsidie aan werkgevers uiterlijk met ingang van 1-1-2014 wordt beëindigd. De arbeidsovereenkomst met de WIW-werknemers en WWB detacheringsbanen onbepaalde tijd worden ook uiterlijk met ingang van 1-1-2014 opgezegd. Vanuit de sociale dienst van Bellingwedde en Vlagtwedde wordt op een zorgvuldige manier sturing gegeven aan het proces rondom de afbouw. Van de WIW-werknemers en de WWB detachering onbepaalde tijd wordt een inventarisatie gemaakt van de activiteiten die tot dusver in het traject zijn ondernomen. Aan de hand van deze gegevens wordt vastgesteld of er nog sprake is van een afstand tot de arbeidsmarkt en wat evt. nog nodig is om die afstand kleiner te maken in de tussenliggende periode tot 1-1-2014. Is er geen afstand, dan kan er meteen worden opgezegd met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn. Voor de beëindiging van de ID-subsidie is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Met inachtneming van een redelijke termijn kan deze subsidie worden beëindigd. Van belang is hier om met de ID-werkgever overeenstemming te hebben over het al dan niet gebruik maken van het recht op bezwaar en beroep. Als hierover geen duidelijkheid bestaat kunnen er (nog) geen instrumenten worden ingezet ten behoeve van de werknemers. Er is immers alleen een relatie met de ID-werkgever. Juridisch gezien is het noodzakelijk om deze zaken los van elkaar te zien.

Sociale benadering:

Het gaat hier over de mogelijkheden die Bellingwedde de huidige medewerkers te bieden heeft om de overgang naar de reguliere arbeidsmarkt te versoepelen.Het instrument van de hierboven omschreven loonkostensubsidie kan worden ingezet bij de werknemers in dienst van de Stichting Welzijn Oldambt als de huidige inlener bereid is om de gedetacheerde werknemer in dienst te nemen. De leren-werken variant blijft buiten beschouwing omdat deze werknemers al langdurig in dienst zijn en in die periode de activiteiten zijn ingezet, die nodig waren voor uitoefening van de functie. Als de werknemer in dienst kan treden bij een andere werkgever (die niet de inlener was), zijn in principe alle varianten mogelijk als dit noodzakelijk is. Als de ID-werkgever bereid is om de werkplek alsnog regulier te maken, dan kan ook het instrument van loonkostensubsidie, indien noodzakelijk, nog worden ingezet bij de huidige werkgever, maar dan in een aangepaste vorm, want deze kan niet hoger komen te liggen, dan de subsidie die tot dusver wordt verstrekt en is afgesproken. Deze subsidie is gekoppeld aan een einddatum. Treedt de werknemer in dienst bij een andere werkgever, kan ook het loonkostensubsidie-instrument worden ingezet als dit noodzakelijk is.Voor oudere werknemers is specifieke aandacht volgens geldende wet- en regelgeving voor de feitelijke omstandigheden en hun mogelijkheden op de reguliere arbeidsmarkt. Voor een deel van de werknemers zal het gevolg zijn dat ze een reguliere baan krijgen, voor een ander deel zal het betekenen dat er een WW-uitkering volgt. Hoeveel er uiteindelijk weer in de WWB terechtkomen, is sterk afhankelijk van de individuele omstandigheden van de werknemer.Immers, in een aantal gevallen is er sprake van een partner met inkomsten en geen recht op WWB-uitkering. In een aantal gevallen zal er sprake zijn van het recht op een voorliggende voorziening vanwege in de persoon gelegen beperkingen. Ook zal veel afhangen van de wijze waarop werknemers gestimuleerd worden en zelf er alles aan zullen doen om een reguliere baan te vinden.

Rol gemeente

De raad van Bellingwedde stelt het re-integratiebeleid vast. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het beleid ligt in handen van het college. In de Re-integratieverordening is opgenomen dat het college jaarlijks de raad informeert over de resultaten over de uitvoering van het vastgestelde beleid. De Wmo/Wwb-raad ontvangt een kopie van deze informatie.De sociale dienst van Bellingwedde en Vlagtwedde vertaalt het vastgestelde beleid naar uitvoerbare plannen, dat vervolgens ter besluitvorming wordt voorgelegd aan het college. De uitvoering wordt gestuurd vanuit de sociale dienst.

Uitvoeringsorganisatie

Vanaf 1-1-2013 heeft Bellingwedde een contract met Vlagtwedde over de uitvoering van Re-integratietaken. Onder aansturing van de sociale dienst van Bellingwedde en Vlagtwedde wordt het huidige gesubsidieerde werk afgebouwd en geeft zij bij ontstane financiële ruimte invulling aan het nieuwe beleid dat is vastgesteld door de gemeenteraad. De focus in het nieuwe beleid ligt op uitstroom naar regulier werk en de actieve begeleiding van de werkzoekende op de weg daar naar toe.