Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Schoonhoven

Verordening op de raadscommissies van Schoonhoven 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Schoonhoven
Officiële naam regelingVerordening op de raadscommissies van Schoonhoven 2013
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. bronvermelding
  2. bronvermelding

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-201322-01-2015Actualisatie

28-03-2013

Het Kontakt

Verordening op de raadscommissies van Schoonhoven 2013

Tekst van de regeling

Artikel 1

De raad van gemeente Schoonhoven

gelezen het voorstel van  28 februari 2013

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet

BESLUIT:

vast te stellen de

Verordening op de raadscommissies van Schoonhoven 2013

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

lid: lid of buitengewoon lid van een raadscommissie;

a. voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

b. commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

c. griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

d. vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2.Instelling raadscommissies

1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

Commissies I Samenleving en Financiën en Commissie II Ruimte Sport en Cultuur

2. De raadscommissie (I) Samenleving en Financiën adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

a. Algemene en bestuurlijke zaken;

b. informatie en automatisering

c. personeel en organisatie

d. openbare orde en veiligheid

e. buurtpreventie

f. politie en brandweer

g. intergemeentelijke zaken

h. voorlichting

i. financiën

j. economische zaken

k. toerisme en recreatie

l. welzijn

m. sociale zaken

n. maatschappelijke zorg en dienstverlening

o. minderheden

p. vluchtelingenwerk

q. jeugd- en jongerenwerk

r. onderwijs en kinderopvang (beleid)

s. ouderenbeleid

t. vrijwilligersbeleid

 

 

3. De raadscommissie (II) Ruimte Sport en Cultuur adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

a. ruimtelijke ordening;

b. grondbedrijf

c. bouwprojecten

d. stedenbouw

e. volkshuisvesting

f. monumentenzorg

g. stadsvernieuwing

h. accommodatiebeheer

i. riolering

j. afvalstoffeninzameling

k. onderhoud groen

l. openbare werken

m. wegen en water

n. bruggen en gemeentelijke gebouwen

o. verkeer en vervoer

p. onderwijs en kinderopvang (gebouwen)

q. sport, cultuur (inclusief zwembad, bibliotheek en musea)

4. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat overleggen de voorzitters of een gezamenlijke vergadering wordt belegd, of dat de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat het onderwerp behandelt.

5. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

a. het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking

      heeft op de in artikel 2 genoemde onderwerpen;

b.   het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

c.   voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het

      college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten

      aanzien van de in artikel 2 genoemde onderwerpen.

Artikel 4 Samenstelling

1. Een raadscommissie bestaat uit ten minste één en maximaal drie twee leden per fractie naar evenredigheid van het aantal zetels in de raad.

2. De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

3. De raad kan daarnaast buitengewone leden benoemen per fractie maximaal drie personen van buiten de raad benoemen tot lid van de commissie

4. Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie. De in het eerste lid genoemde leden dienen daarnaast tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van de betreffende fractie.

5. De raad benoemt op voordracht van een fractie voor iedere raadscommissie ten minste een plaatsvervangend lid per fractie, die zitting in een raadscommissie heeft bij verhindering of ontstentenis van een lid als bedoeld in het eerste lid. Het plaatsvervangend lid voldoet aan de in het vierde lid, genoemde vereisten.

 

Artikel 5 Voorzitter

1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

3. De voorzitter is belast met:

a. het leiden van de vergadering;

b. het handhaven van de orde;

c. het doen naleven van deze verordening;

d. hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

2. Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, vierde lid, gestelde eisen.

3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

4. De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

5. Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

1. De raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een medewerker van de griffie als commissiegriffier.

2. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

3. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door daartoe door de raad aangewezen medewerker van de griffie.

4. De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

1. De voorzitter kan de burgemeester, één of meer wethouders en de secretaris uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

2. Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter.

3. De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9 Vergaderfrequentie

1. In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie plaats twee weken voorafgaand aan een vergadering van de gemeenteraad:

2. In de regel vinden de vergaderingen van commissie I plaats op maandag en commissie II op dinsdag;

3. De woensdagavond volgend op de voor de commissievergaderingen geplande maandag en dinsdag, wordt gereserveerd voor:

a. informatiebijeenkomsten, presentaties, werkbezoeken;

b. onderwerpen waarbij bij de agendavoorbereiding al kan worden ingeschat dat behandeling ervan veel tijd behoeft;

c. onderwerpen die de taakvelden van de twee commissies overstijgen;

d. eventuele uitloop van een commissievergadering.

4. De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 20.00 uur en vinden plaats in de raadzaal van het stadhuis.

5. Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

6. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10 Agendacommissie

1. Het presidium vervult de rol van agendacommissie.

2. Het presidium stelt de concept agenda's van de raadscommissies vast.

Artikel 11 Oproep

1. De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 13, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 12 De agenda

1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

2. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

3. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

4. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproepvoor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd.. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kunnen stukken ook op elektronische wijze aan een ieder ter beschikking worden gesteld.

3. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

4. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

1. De vergadering wordt door aankondiging in de gemeentepublicatie in een huis-aan-huisblad en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

2. De openbare kennisgeving vermeldt:

a. de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

c. de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

3. Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Opening vergadering en quorum

1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

 

Artikel 17 Rondvraag

1. Tijdens de rondvraag kunnen commissieleden vragen stellen aan het college en/of aan mede commissieleden. De vragen dienen kort geformuleerd en van spoedeisende aard te zijn. De voorzitter bepaalt de volgorde, waarin aangemelde onderwerpen tijdens het vragenuur aan de orde worden gesteld.          

2. Na de beantwoording krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende

      vragen te stellen.

3. Vervolgens kan de voorzitter aan andere leden van de commissie het woord verlenen

      om hetzij aan de vragensteller, hetzij een het college hetzij aan andere

      commissieleden vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

Artikel 18 Spreekrecht burgers

1. Het woord kan niet gevoerd worden over:

a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

b. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

c. een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend

2. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

3. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

4. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

 

Artikel 19 Verslag

1. Het conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. Het conceptverslag wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

2. Bij het begin van de vergadering wordt, het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

3. De leden, de voorzitter, de burgemeester, de wethouders en de (commissie)griffier hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het verslag aan de raadscommissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier te worden ingediend.

4. Het verslag moet inhouden:

a. de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester en de wethouders, de secretaris en de ter vergadering aanwezige leden, allen voorzover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben, afzonderlijk wordt vermeld

b. welke leden afwezig waren;

c. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

d. een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord voerden;

e. een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de leden die zich niet uitgelaten hebben;

f. bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 26 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

5. Het verslag wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de griffier.

6. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 20 Mededelingen

Gelegenheid voor collegeleden en commissieleden voor het doen van korte mededelingen.

Artikel 21 Aantal spreektermijnen

1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

3. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

4. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

 

Artikel 22 Spreektijd

De voorzitter en een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 23 Voorstellen van orde

1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

4. Bij het staken der stemmen is het ordevoorstel afgewezen.

 

Artikel 24 Handhaving orde; schorsing

1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

b. een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

5. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

6. De raad stelt een gedragscode politieke ambtsdragers vast.

Artikel 25 Beraadslaging

1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 26 Deelname aan de beraadslaging door anderen

1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 27 Advies

1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

3. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

4. In het advies worden de standpunten van alle fracties en buitengewone leden opgenomen.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 28 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 29. Procedure

De deuren worden gesloten, wanneer ten minste een vijfde van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. (Gemeentewet art 23) Nadat de deuren gesloten zijn, beslist de raadscommissie/raad vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

Procedure:

1. De vergadering wordt in openbaarheid geopend.

2. De voorzitter deelt mee dat verzocht is in beslotenheid te vergaderen.

3. De voorzitter verzoekt belangstellenden en anderen die niet bij de vergadering aanwezig hoeven te zijn, de zaal te verlaten en sluit daarna de deuren.

4. Na het sluiten van de deuren vergewist de voorzitter zich ervan, dat de discussie in de zaal niet buiten de zaal te volgen is.

5. Na het sluiten van de deuren stelt de voorzitter voor te beslissen dat met gesloten deuren wordt vergaderd.

6. Op de agenda voor een besloten vergadering wordt daarom als tweede punt (na de opening) opgenomen: Vaststellen van de beslotenheid van de vergadering.

7. Tijdens een besloten vergadering wordt als laatste punt voor de sluiting de oplegging van de geheimhouding geagendeerd. De raadscommissie beslist overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.

8. Daarom wordt op de agenda voor een besloten vergadering als laatste punt voor de sluiting opgenomen: Opleggen geheimhouding.

De geheimhouding dient in acht te worden genomen door een ieder die bij de

 vergadering aanwezig is en door een ieder die op een andere wijze kennis heeft

 van de stukken.

9. Hiervan wordt expliciet melding gemaakt in het verslag. Dit verslag van het besloten deel is niet openbaar.

Wanneer sluiting van de deuren voorzienbaar is, dat kan op de agenda van de vergadering worden aangegeven wordt dat bij een bepaald agendapunt de deuren worden gesloten en dat ‘naar verwachting’ daarover in beslotenheid zal worden vergaderd. Het onderwerp wordt in die gevallen in algemene termen aangegeven, omwille van de openheid.

Artikel 30 Verslag

1. Het verslag van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

2. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 31 Opheffing geheimhouding

1. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen. Tenzij

      doorgeleiding van de stukken naar de raad plaatsvindt, dan is het aan de 

       raad om de geheimhouding op te heffen.

2.   Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet

      voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de

      raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een

      besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 32 Toehoorders en pers

1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 33 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 34 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering gebruik, alsmede het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen toegestaan, mits deze geen inbreuk maken op de orde van de vergadering.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 35 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 36 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2013.

Op dat tijdstip vervalt de verordening op de raadscommissies vastgesteld bij raadsbesluit van 1 maart 2012.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Schoonhoven

van 28 maart 2013.

de griffier,                     de voorzitter,

P.A.M. Goedvolk           A.F. Bonthuis