Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Hoogezand-Sappemeer

Verordening maatschappelijke ondersteuning Hoogezand-Sappemeer 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Hoogezand-Sappemeer
Officiële naam regelingVerordening maatschappelijke ondersteuning Hoogezand-Sappemeer 2013
CiteertitelVerordening maatschappelijke ondersteuning 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet maatschappelijke ondersteuning

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-201301-01-2015Nieuwe regeling

17-12-2012

Regiokrant, 27 maart 2013

Rv 066

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • in deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1Wet: wet maatschappelijke ondersteuning;

  • 2College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogezand-Sappemeer;

  • 3Compensatieplicht: de plicht van het College aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.

  • 4Aanmelding: de mededeling van een belanghebbende aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.

  • 5Gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen

  • 6Aanvraag: het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening

  • 7Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen

  • 8Psychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving.

  • 9Algemene voorziening: een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.

  • 10Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk –duurder is dan vergelijkbare producten.

  • 11Collectieve voorziening: een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt, in casu het collectief vraagafhankelijk vervoer.

  • 12Voorliggende voorziening: een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft.

  • 13Wettelijk voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.

  • 14Individuele voorziening: een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt.

  • 15Gebruikelijke zorg: de zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd.

  • 16Voorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.

  • 17Persoonsgebonden budget: een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura.

  • 18Financiële tegemoetkoming: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat.

  • 19Mantelzorger: een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt.

  • 20Hoofdverblijf: de woonruimte waar de persoon met beperkingen zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en in de gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven dan wel zal staan ingeschreven, dan wel het feitelijk woonadres indien de persoon met beperkingen met een briefadres is.

Hoofdstuk 2 Resultaatgerichte compensatie

Artikel 2 De te bereiken resultaten

  • De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn:

  • a. een schoon en leefbaar huis;

  • b. wonen in een geschikt huis;

  • c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

  • d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

  • e. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

  • f. zich verplaatsen in en om de woning;

  • g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

  • h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan regionale recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

Hoofdstuk 3 Hoe te komen tot de te bereiken resultaten

Artikel 3 Scheiding aanmelding en aanvraag

  • 1. Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:

  • a. de aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan;

  • b. de aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten;

  • c. belanghebbende of het college daarom verzoekt.

  • 2. Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen vervalt het gestelde in het eerste lid. Het gesprek wordt in dat geval na de aanvraag gevoerd.

Artikel 4 Aanmelding voor een gesprek

Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.

Artikel 5 Het gesprek

  • 1. Bij het voeren van het gesprek zal de International Classification of Functions, Disabilities and Health als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.

  • 2. Als de belanghebbende een mantelzorger is wordt met de mantelzorger en zo mogelijk met de verzorgde geïnventariseerd welke belemmeringen de belanghebbende ondervindt bij de uitvoering van de mantelzorg.

Artikel 6 Het verslag

  • 1. Het gesprek kan worden afgesloten met een verslag. Opmerkingen van belanghebbende over dit verslag kunnen als bijlage aan het verslag worden toegevoegd.

  • 2. Na het voeren van een gesprek kan een belanghebbende, gebruik makend van het ondertekende verslag van het gesprek, dat in die situatie als aanvraagformulier dient, een aanvraag indienen voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet.

Hoofdstuk 4 De aanvraag van een individuele voorziening

Artikel 7 De aanvraag

  • 1. De aanvraag van een individuele voorziening moet schriftelijk plaatsvinden middels:

  • a. een door het college beschikbaar gesteld en door de belanghebbende ondertekend aanvraagformulier.

  • b. een door belanghebbende ondertekend verslag van het gesprek als bedoeld in artikel 6.

Hoofdstuk 5 Beoordeling van de te bereiken resultaten

Paragraaf 1 Algemene regels

Artikel 8 Het maken van een afweging
  • 1. Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het verslag van het gesprek en de eventuele schriftelijke reactie van belanghebbende hierop, indien aanwezig als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Bij het onderzoek zal gekeken worden naar wat nodig is, wat mogelijk is en hoe maatwerk ten aanzien van de te bereiken resultaten mogelijk is.

  • 2. Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:

  • a. de belanghebbende woonachtig is in de gemeente Hoogezand-Sappemeer;

  • b. de belanghebbende door aantoonbare beperkingen niet of niet voldoende in staat is om op eigen kracht de resultaten zoals genoemd in artikel 2 te bereiken;

  • c. de noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is, tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te bereiken resultaat;

  • d. de belanghebbende geen of niet voldoende beroep kan doen op gebruikelijke zorg, mantelzorg, vrijwillige (thuis)hulp of een sociaal netwerk om de resultaten zoals genoemd in artikel 2 te bereiken.

  • 3. Alle voorliggende, algemene, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn om het gewenste resultaat te bereiken worden geen individuele voorzieningen verstrekt.

Paragraaf 2 De te bereiken resultaten

Artikel 9 Resultaat 1: een schoon en leefbaar huis
  • 1. Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken die als zodanig gebruikt worden, keuken en sanitaire ruimten.

  • 2. Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 10 Resultaat 2: Wonen in een geschikt huis
  • 1. Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken die als zodanig gebruikt worden, keuken, sanitaire ruimten en berging.

  • 2. Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning.

  • 3. Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een goedkoper geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst

    beoordeeld worden.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheid beschikbaar en bruikbaar is, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Een verhuiskostenvergoeding kan dan wel verstrekt worden.

  • 5. De bepalingen van artikel 10 lid 1 en 2 zijn niet van toepassing op:

  • a. het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen, kamerverhuur;

  • b. specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden.

  • 6. 1. Een voorziening wordt slechts verleend indien de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen.

  • 6. 2. In afwijking van het gestelde in het vorige lid kan een voorziening getroffen worden voor het bezoekbaar maken van één woonruimte indien de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-instelling.

  • 6. 3. De bezoekbaar te maken woning moet in de gemeente Hoogezand-Sappemeer staan.

  • 6. 4. De voorziening betreft slechts het bezoekbaar maken van de in het tweede lid bedoelde woonruimte met een door het college in het Besluit maatschappelijke ondersteuning vast te leggen maximumbedrag.

  • 6. 5. Onder bezoekbaar maken wordt uitsluitend verstaan dat de belanghebbende de woonruimte, de woonkamer en een toilet kan bereiken.

  • 7. De aanvraag voor een te bereiken resultaat als bedoeld in artikel 10 lid 1 en 2 wordt geweigerd indien:

  • a. ondervonden problemen bij het normale gebruik van de woning voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen;

  • b. de beperking in de bereikbaarheid, toegankelijkheid en/of bruikbaarheid van de woonruimte het gevolg is van een verhuizing uit een woning waar geen beperkingen werden ondervonden en er geen andere belangrijke reden aanwezig was om te verhuizen;

  • c. belanghebbende niet is verhuisd naar de voor zijn of haar beperkingen op dat moment beschikbare meest geschikte woning, tenzij daarvoor tevoren schriftelijk toestemming is verleend door het college;

  • d. de aanvraag voor een te bereiken resultaat betrekking heeft op beperkingen die worden ondervonden in gemeenschappelijke ruimten, anders te bereiken dan met automatische deuropeners, hellingbanen en extra trapleuningen;

  • e. het te bereiken resultaat als bedoeld in artikel 10 lid 1 en 2 aangevraagd wordt op een moment dat op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat er zich beperkingen zouden voordoen in de bereikbaarheid, toegankelijkheid en de bruikbaarheid van de woning en er geen sprake is van een onverwacht optredende noodzaak;

  • f. belanghebbende voor het eerst zelfstandig gaat wonen;

  • g. belanghebbende verhuisd is vanuit of naar een woonruimte die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden;

  • h. belanghebbende verhuisd is naar een AWBZ-instelling of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg;

  • i. er in de verlaten woonruimte geen problemen met het normale gebruik van de woning zijn ondervonden.

  • 8. De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een voorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient volgens het in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogezand-Sappemeer door het college vastgelegde afschrijvingsschema te worden terugbetaald.

Artikel 11 Resultaat 3: beschikken over goederen voor primaire levensbehoefte
  • 1. Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.

  • 2. Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen en toiletartikelen, alsmede het bereiden en aanreiken van maaltijden.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 12 Resultaat 4: Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding
  • 1. Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van kleding in gewassen en zonodig gestreken, opgevouwen of opgehangen staat.

  • 2. Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten of anderen heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare was- en strijkservice die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 13 Resultaat 5: Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
  • 1. Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor in het huishouden aanwezige kinderen.

  • 2. Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 14 Resultaat 6: Zich verplaatsen in en rondom de woning
  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.

  • 2. Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 15 Resultaat 7: Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon- en leefomgeving.

  • 2. Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen overde langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare scootermobielpool en/of rolstoelpool of van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 16 Resultaat 8: De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten
  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan regionale recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten.

  • 2. Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan regionale recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties of van een aanwezige en bruikbare scootmobielpool en/of rolstoelpool of van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur die in de individuele situatie van belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Hoofdstuk 6 Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel

Paragraaf 1 Verstrekkingen van voorzieningen

Artikel 17 Mogelijke verstrekkingwijzen
  • De te treffen voorzieningen kunnen worden verstrekt als:

  • 1. voorziening in natura;

  • 2. persoonsgebonden budget;

  • 3. financiële tegemoetkoming.

  • De wet verplicht keuzevrijheid tussen een voorziening in natura en een persoonsgebonden budget, tenzij hiertegen overwegende bezwaren bestaan.

Artikel 18 Inhoud beschikking
  • 1. Bij het treffen van een voorziening wordt in de beschikking vastgelegd:

  • a. welke de te treffen voorziening is;

  • b. voor welk te bereiken resultaat de voorziening wordt verstrekt;

  • c. op welke wijze, als bedoeld in artikel 17, de voorziening wordt verstrekt;

  • d. wat de duur is van de verstrekking;

  • e. of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld.

  • 2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage of eigen aandeel wordt dit in de beschikkingopgenomen.

Paragraaf 2 Verstrekking als persoonsgebonden budget en financiële tegemoetkoming

Artikel 19 Overwegende bezwaren

Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogezand-Sappemeer vast in welke overige situaties sprake is van overwegende bezwaren op grond waarvan er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.

Artikel 20 Regels rondom persoonsgebonden budget en financiële tegemoetkoming
  • 1. Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogezand-Sappemeer vast:

  • a. de wijze waarop de omvang van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming wordt vastgesteld;

  • b. welke regels gelden ten aanzien van besteding en verantwoording van het persoonsgebonden budget en de financiële tegemoetkoming;

  • c. welke voorzieningen als financiële tegemoetkoming worden verstrekt;

Artikel 21

Gereserveerd

Paragraaf 3 Eigen bijdrage en eigen aandeel

Artikel 22 Eigen bijdrage en eigen aandeel
  • 1. Bij het verstrekken van een individuele voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:

  • a. een schoon en leefbaar huis;

  • b. wonen in een geschikt huis;

  • c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

  • d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

  • e. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

  • f. zich verplaatsen in, om en nabij de woning;

  • g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

  • h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

  • 2 Het college van burgemeester en wethouders legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogezand-Sappemeer de omvang van de eigen bijdrage en het eigen aandeel vast.

Hoofdstuk 7 Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering

Artikel 23 Beslistermijn

De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt maximaal 8 weken, met uitzondering van een voorziening waarvoor bouwkundige offertes moeten worden opgevraagd, dan bedraagt de termijn maximaal 12 weken.

Artikel 24 Beperkingen

  • 1. Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:

  • a. de te verstrekken voorziening als de goedkoopst-compenserende voorziening aan te merken is;

  • b. de aanvraag geen betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van aanvragen of het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als goedkoopst-compenserend aan te merken valt;

  • c. een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft niet reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen, of tenzij belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten;

  • d. de belanghebbende verantwoord en veilig kan omgaan met de te verstrekken voorziening;

  • e. er aan de zijde van belanghebbende sprake is van aantoonbare meerkosten in vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van de beperkingen waarvoor de voorziening wordt aangevraagd.

  • f. de noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is, tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het gewenste resultaat.

Artikel 25 Onderzoek en advies

  • 1. Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van de aanvraag, belanghebbende of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:

  • a. op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen:

  • b. op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken.

  • 2. Belanghebbende is verplicht aan het college of de door hem aangewezen adviesinstantie die gegevenste verschaffen of te doen verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

  • 3. Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de belanghebbende verricht het college onderzoek naar:

  • a. de beperkingen die de belanghebbende in zijn functioneren ondervindt als gevolg van ziekte of gebrek;

  • b. de woning en de woonomgeving van de belanghebbende;

  • c. het psychisch en sociaal functioneren van de belanghebbende;

  • d. de sociale omstandigheden van de belanghebbende en zijn/haar sociale netwerk;

  • e. de eigen mogelijkheid van belanghebbende om, eventueel zelf (financieel) in maatregelen te voorzien.

  • 4. De ICF classificatie vormt de basis om de behoefte aan voorzieningen in individuele gevallen vast te stellen. Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten, binnen de grenzen van de verordening.

  • 5. Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien:

  • a. het handelt om een aanvraag waarvoor medische gegevens nodig zijn;

  • b. er sprake is van twijfel over de toekenning van een individuele voorziening danwel het soort individuele voorziening(en);

  • c. De indruk bestaat dat de gevraagde individuele voorziening om medische redenen zal moeten worden afgewezen

  • d. het college dat overigens gewenst vindt.

Artikel 26 Wijziging situatie

Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.

Artikel 27 Intrekking

  • 1. Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

  • a. Niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening.

  • b. Beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

  • 2. Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

Artikel 28 Terugvordering

  • 1. Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.

  • 2. Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

  • 3. Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggehaald indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 29 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 30 Onvoorziene omstandigheden

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 31 Indexering

Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende gemeentelijk besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente (gemeentenaam) geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning.

Artikel 32 Nadere uitwerking

  • Deze verordening wordt door het college nader uitgewerkt in:

  • 1. Het Besluit maatschappelijke ondersteuning Hoogezand-Sappemeer waarin onder meer de hoogte van de bedragen, eigen bijdrage/aandeel, verstrekking en verantwoording van een Persoonsgebonden budget worden vastgelegd.

  • 2. De beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Hoogezand-Sappemeer waarin nadere regels worden vastgelegd ten aanzien van de procedure en de afwegingskaders die gelden bij een aanvraag.

Artikel 33 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking per 1 april 2013.

  • 2. Met de inwerkingtreding wordt de Verordening maatschappelijke ondersteuning Hoogezand- Sappemeer 2011 ingetrokken.

Artikel 34 Overgangsbepaling

Aanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening en waarop nog niet is beslist worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van de voorgaande Verordening maatschappelijke ondersteuning Hoogezand-Sappemeer 2011.

Artikel 35 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013”