Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Veluwe

Algemene regels op grond van de Keur Waterschap Veluwe 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Veluwe
Officiële naam regelingAlgemene regels op grond van de Keur Waterschap Veluwe 2009
CiteertitelAlgemene regels Waterschap Veluwe
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpmilieu – water

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 20-1-2010

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: De Stentor 24 februari 2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-01-201001-01-2013nieuwe regeling

20-01-2010

De Stentor 24 februari 2010

digitaal

Tekst van de regeling

Inleiding

In de Keur Waterschap Veluwe 2009 is de mogelijkheid gecreëerd om algemene regels te maken. Doel van deze algemene regels is veelzijdig. Primair is het de wens om tot een administratieve lastenverlichting te komen. Door algemene regels op te stellen wordt de vergunningplicht vervangen door een meldingsplicht wat een administratieve lastenverlichting betekent voor burgers, ondernemingen maar ook andere overheden. Maar ook voor het waterschap zelf hebben de algemene regels een gunstige werking. Door minder aanvragen zullen tijd en kosten kunnen worden bespaard. Tegen over een hoeveelheid minder aanvragen staat weliswaar een aantal (nieuwe) meldingen maar de afwikkeling hiervan is veel minder ingrijpend dan de vergunningsprocedure.

Bij de afweging om tot een algemene regel te komen spelen verschillende factoren een rol. Door een afweging tussen risico ( kans op schade aan waterstaatswerk x gevolg ) en omvang ( hoeveelheid aanvragen ) kan de wenselijkheid voor algemene regels worden bepaald. Handelingen die een groot risico met zich mee brengen komen daarom niet in aanmerking voor een algemene regel maar blijven vergunningplichtig.

Daar waar mogelijk zal er voor worden gekozen om tot algemene regels over te gaan.

Op alle handelingen die worden verricht is artikel 4.15 van de Keur van toepassing. Dit artikel betreft de zorgplicht die iedereen moet betrachten als het gaat om handelingen in watersystemen. Dit geldt ook voor handelingen die op grond van deze algemene regels zijn toegestaan. Indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een handeling afbreuk doet aan de doelstelling die het waterstaatswerk heeft dient de betreffende burger of instantie die maatregelen te treffen om deze afbreuk te voorkomen. In het geval er kennis wordt genomen van dergelijk handelen dient dit onverwijld te worden gemeld bij het waterschap. Aanwijzingen door medewerkers van het waterschap met als doel een dergelijke handeling te voorkomen dienen direct te worden opgevolgd.

Voor een handeling die op grond van deze algemene regels wordt uitgevoerd kan toestemming van een derde nodig zijn. Dit kan zijn een toestemming van een grondeigenaar maar ook van een andere (overheids)instantie. Hiervoor dient de gebruiker zelf te zorgen.

Algemene bepalingen

2.1    Nadere eisen
Artikel 1

Indien het bestuur het nodig acht kan het nadere eisen stellen of de handeling verbieden als de waterstaatkundige belangen dit vereisen.

2.2   Schadebepaling
Artikel 2

Stremmingen van de afvoer of schade aan het oppervlaktewaterlichaam die ontstaan door de uitvoering van de handelingen, die op grond van deze algemene regels zijn toegestaan, dienen door degene die de handeling verricht te worden hersteld.

Meldingsprocedure

Meldingsplicht
Artikel 3
  • 1. Indien een melding is voorgeschreven dient de melding twee weken voorafgaand aan de uitvoering schriftelijk worden gedaan aan het bestuur door middel van het meldingsformulier van Waterschap Veluwe.

  • 2. De melding als bedoeld onder 1 omvat minimaal:

    • naam- en adresgegevens;

    • beschrijving van het werk/ de werkzaamheden en de wijze van uitvoering;

    • een situatietekening waarop minimaal vermeld is de locatie van het uit te voeren werk (een herkenbare plaatsaanduiding door middel van straatnamen, huisnummers, kadastrale aanduiding) en -indien bekend- de aanduiding van het betreffende water;

    • het moment van de start van de werkzaamheden.

  • 3. Indien het werk of de werkzaamheden niet binnen een jaar zijn uitgevoerd komt de melding te vervallen.

Hoofdstuk 4 - Algemene regels

Algemene regel voor het kruisen van wateren met een kabel of leiding
Artikel 4
  • 1

  • Voor het aanbrengen van een kabel of drukloze leiding is geen vergunning nodig op grond van artikel 4.1 tweede lid van de Keur Waterschap Veluwe 2009 indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. Ontgravingen binnen de kern- en beschermingszone dienen te worden hersteld met de uitkomende grond en dient het dezelfde draagkracht en samenstelling te hebben als voor de ontgraving.

  • 2. Het waterstaatswerk mag niet worden beschadigd.

  • 3. De kabel of leiding dient het water haaks te kruisen.

  • 4. Tijdens het aanbrengen van de kabel of leiding dienen de onderhoudswerkzaamheden niet te worden belemmerd.

  • 5. Er dient een melding te worden ingediend overeenkomstig art. 3.

  • Bij het kruisen van een kabel of leiding ten opzichte van het water onder een water door dient:

  • 6. De kabel of leiding onder het water te worden gelegd door middel van een gestuurde boring waarbij deze tenminste één meter buiten het theoretisch profiel van het water blijft.

  • 7. De afstand tussen de in- en uittrede putten van de gestuurde boring en het water dient gemeten vanaf de insteek van het water tenminste twee meter te bedragen.

  • Bij het kruisen van een kabel of leiding over een duiker dient:

  • 8. Er tussen de kabel en de duiker een gronddek van tenminste 50 cm te zijn.

  • Bij het kruisen van een kabel onder een duiker door dient:

  • 9. De kabel of leiding door middel van een gestuurde boring één meter onder de onderkant van de duiker te worden gelegd.

Algemene regel voor het aanleggen van een lozingswerk
Artikel 5
  • 2

  • Voor het aanbrengen van een lozingswerk is geen vergunning nodig op grond van artikel 4.1 tweede lid van de Keur Waterschap Veluwe 2009 indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. Het lozingswerk wordt aangebracht in verband met een lozing die onder de algemene regel voor lozingen valt.

  • 2. Afhankelijk van de diameter van de buis dient het lozingswerk overeenkomstig één van de tekeningen van bijlage 1 te worden aangelegd. Daarbij dient een buis met een diameter van    200 mm en meer te worden uitgevoerd overeenkomstig tekening 1. Een buis met een diameter kleiner dan 200 mm dient te worden uitgevoerd volgens tekening 1 of 2.

  • 3. Het lozingswerk dient zodanig in het talud te worden afgewerkt dat er geen belemmeringen ontstaan voor onderhoudswerkzaamheden aan het A-water.

  • 4. Het lozingswerk moet dusdanig worden aangelegd dat beschadigingen aan het talud of de bodem van het water worden voorkomen. Indien nodig dienen hiervoor aanvullende maatregelen getroffen te worden.

  • 5. Indien er een mogelijkheid bestaat dat er oppervlaktewater vanuit het water in het lozingswerk stroomt, dient er een terugslagklep geplaatst te worden.

  • 6. Tijdens het aanleggen van het lozingswerk dienen de onderhoudswerkzaamheden aan het A-water niet te worden belemmerd.

  • 7. De door de kernzone en beschermingszone te graven sleuf dient goed te worden verdicht en de bodem dient dezelfde opbouw en draagkracht te hebben als voor het maken van de sleuf. De beschermingszone van het A-water dient hierbij obstakelvrij te blijven.

  • 8. Het lozingswerk dient in goede staat te worden onderhouden. Dit betekent ten minste dat beschadigingen en/of verzakkingen direct moeten worden hersteld.

  • 9. Indien het lozingswerk geen functie meer vervult, moet dit door de gebruiker worden verwijderd. Na het verwijderen dient het talud weer in de staat van vóór het plaatsen van het lozingswerk te worden hersteld.

  • 10. Er dient een melding te worden ingediend overeenkomstig artikel 3.

Algemene regel voor lozingen van hemelwater vanaf verhard oppervlak
Artikel 6
  • 3

  • Voor het lozen van hemelwater, afkomstig van een verhard terrein- of dakoppervlak op oppervlaktewater is geen vergunning nodig op grond van artikel 4.6 en art. 4.7 van de Keur Waterschap Veluwe 2009 indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. Het ontvangende oppervlaktewaterlichaam mag niet zijn aangemerkt als een water waaraan bijzondere waarden zijn toegekend.

  • 2. Het betreft:

    • a.

      een verhard oppervlak van 250m² of minder of;

    • b.

      b. een verhard oppervlak van meer dan 250 m² en minder dan 1.500 m² waarbij:

      1. Er een voorziening is aangebracht die een bergend vermogen heeft van 0.036m³ per vierkante meter en;

      2. Er tot een maatgevende bui van 36 mm niet meer dan de landelijke afvoernorm wordt geloosd en;

      3. Er een melding wordt ingediend overeenkomstig artikel 3.

    Afvoernormen die Waterschap Veluwe hanteert staan weergegeven in onderstaande tabel.
    Drainagebehoeftige gronden I< 20 < 50 1,67
     II< 40 50-801,33
     III> 40 80-1201,33
    ZandgrondenIV> 40 80-1201,00
     V< 4080-1201,00
     *V4080-1200,67
     VI40-80> 120 0,67
    Bos- en andere gronden zonder zichtbare afvoer VII> 80 > 160 0,10

    Gebruikte afkortingen:

    GT: Grondwatertrap  

    GHG: Gemiddelde Hoogste grondwaterstand

    GLG: Gemiddelde Laagste grondwaterstand

Algemene regel voor steigers en vlonders
Artikel 7
  • 4

  • Voor het aanbrengen van een steiger of vlonder in een water dat is aangegeven op bijlage 2 is geen vergunning nodig op grond van artikel 4.1 van de Keur Waterschap Veluwe 2009 indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. De steiger/vlonder mag maximaal 1,5 meter (gerekend vanaf de insteek) in het water reiken. De steiger/vlonder dient zodanig uitgevoerd te worden, dat geen beschadiging van talud of beschoeiing plaats kan vinden.

  • 2. De hoogte van de onderzijde van de steiger dient minimaal 0,20 meter boven het hoogst gehanteerde streefpeil van het water te liggen.

  • 3. De steiger/vlonder dat reikt in of boven het water dient te bestaan uit niet in water uitloogbare materialen (dus bijvoorbeeld geen gecreosoteerd of gewolmaniseerd hout).

  • 4. De steiger/vlonder mag niet rusten op beschoeiingen en andere oeververdedigingswerken.

  • 5. De onderhoudswerkzaamheden aan het A-water mogen niet negatief worden beïnvloed door:

    • a.

      de uitvoering van de werkzaamheden;

    • b.

      de aanwezigheid van de steiger/vlonder.

  • 6. De steiger/vlonder dient demontabel te zijn, waarbij er bij de aanleg en/of het verwijderen van de steiger/vlonder geen beschadigingen mogen ontstaan aan de bestaande beschoeiing en/of talud.

  • 7. De steiger/vlonder dient in goede staat te worden gehouden.

  • 8. Het onderhoud van het water onder en 1,00 meter rondom de steiger wordt verzorgd door de gebruiker.

  • 9. Bij groot onderhoud in het water dient de gebruiker de steiger/vlonder op eigen kosten en op eerste aanzegging van Waterschap Veluwe tijdelijk te verwijderen.

  • 10. Er dient een melding te worden ingediend overeenkomstig artikel 3.

Algemene regel voor het vervangen van duikers
Artikel 8
  • 5

  • Voor het vervangen van een duiker is geen vergunning nodig op grond van artikel 4.1 van de Keur Waterschap Veluwe 2009 indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. De aan te brengen duiker dient dezelfde ligging, afmeting en constructie te hebben als de te vervangen duiker.

  • 2. De aan te brengen duiker dient op dezelfde locatie als de te vervangen duiker geplaatst te worden.

  • 3. Ter plaatse van de te vervangen duiker dient het water 5 meter bovenstrooms en 10 meter benedenstrooms te worden geschoond. Ter plaatse van de duiker dient het profiel van het water te worden hersteld en moet het vloeiend aansluiten op het bestaande profiel.

  • 4. De duiker dient op de as van de bodem gelegd te worden. De binnen onderkant (BOK) van de buis dient onder de bodem van het water gelegd te worden in het verhang van de boven- en benedenstrooms gelegen duikers.

  • 5. Het talud aan de beide einden van de duiker dient te worden opgezet met stapelzoden.

  • 6. Het terrein dient na afronding van de werkzaamheden te worden hersteld.

  • 7. Er dient een melding te worden ingediend overeenkomstig artikel 3.

tekening 1 voor lozingswerken
tekening 2 voor lozingswerken tot 200 mm

Noot
1[Toelichting: KaderVerbodsbepaling Op grond van artikel 4.1 tweede lid onder a van de Keur Waterschap Veluwe 2009 is het verboden om zonder vergunning van het bestuur gebruik te maken van de kernzone en beschermingszone van een water door, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder werken te plaatsen of te behouden.Begripsbepaling Kabels en leidingen vallen onder de definitie van werken zoals genoemd in de Keur Waterschap Veluwe 2009.Toepassingsgebied De algemene regel geldt voor het leggen van een kabel of drukloze leiding met een diameter kleiner of gelijk aan 200 mm waarbij deze een water kruist.Raakvlakken met ander beleid-Toelichting bij de algemene regelBij het aanleggen van kabels en leidingen wordt regelmatig een water gekruist. Indien het een A-water betreft is artikel 4.1 lid 2 van de Keur van toepassing. Dit betekent dat er een vergunning nodig is. Het belang voor het waterschap bij het kruisen van een water betreft voornamelijk de stabiliteit van de oever en het instandhouden van het desbetreffende water. Daarnaast is het van belang dat bij het onderhoud aan het water geen belemmering wordt ondervonden van de aanwezige kabels en leidingen of dat er schade ontstaat aan de kabels en leidingen. Het leggen van een kabel of leiding gebeurt vaak door middel van een gestuurde boring waardoor de invloed op het water tot een minimum beperkt blijft mits deze op voldoende afstand blijft. De waterstaatkundige belangen kunnen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels. Voor het aanbrengen van kabels en leidingen parallel aan een A-water of onder een A-water anders dan door middel van een gestuurde boring, is een vergunning vereist.Van belang is dat het waterschap op de hoogte is van de werkzaamheden in en nabij het water. Ook is het van belang dat de ligging van de kabel of leiding bij het waterschap bekend is. Er geldt dan ook een meldingsplicht. ]
Noot
2[Toelichting: KaderVerbodsbepaling Op grond van artikel 4.1 tweede lid onder a van de Keur Waterschap Veluwe 2009 is het verboden om zonder vergunning van het bestuur gebruik te maken van de kernzone en beschermingszone van een water door, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder werken te plaatsen of te behouden.Begripsbepaling Lozingswerk valt onder het begrip werken. Een lozingswerk is een constructie om water in oppervlaktewater te laten stromen. Toepassingsgebied De algemene regel geldt voor het aanbrengen van lozingswerken die worden aangelegd voor lozingen die onder de algemene regel voor lozingen van hemelwater vanaf verhard oppervlak vallen.Raakvlakken met ander beleidAlgemene regel voor lozingen van hemelwater vanaf verhard oppervlak (zie artikel 6).Toelichting bij de algemene regelEen deel van de lozingen op oppervlaktewater zijn vrijgesteld van de vergunningplicht. Om deze lijn van deregulering niet te doorbreken is het bijbehorende lozingswerk ook vrijgesteld van de vergunningplicht. Het plaatsen van een lozingswerk voor hemelwater, vindt doorgaans via een leiding in de kernzone van een water plaats. Een lozingswerk betreft een vanuit waterhuishoudkundig oogpunt relatief eenvoudig en veel voorkomend werk in wateren. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels. Met betrekking tot het onderhoud van het water is daarbij van belang dat het lozingswerk zodanig wordt aangebracht dat deze het onderhoud niet belemmert of ten gevolge van dit onderhoud kan worden beschadigd. Ook dient uitspoeling van het talud te worden voorkomen. In relatie tot de omvang van de lozing worden er verschillende eisen gesteld aan het lozingswerk. Daarom zijn er twee verschillende uitvoeringen mogelijk waarbij aan de hand van de diameter van de buis bepaald moet worden voor welke uitvoering gekozen moet worden. Grotere lozingen (buisdiameter van 200mm en meer) moeten worden uitgevoerd overeenkomstig tekening 1. Lozingswerken ten behoeve van kleinere lozingen kunnen ook overeenkomstig tekening 2 worden uitgevoerd.Van belang is dat het waterschap op de hoogte is van de werkzaamheden in en nabij het water. Ook is het van belang dat de ligging van het lozingswerk bij het waterschap bekend is. Er geldt dan ook een meldingsplicht.]
Noot
3[Toelichting: KaderVerbodsbepaling Op grond van artikel 4.6 van de Keur Waterschap Veluwe 2009 is het verboden om zonder vergunning van het bestuur neerslag, afkomstig van een verhard terrein- of dakoppervlak te lozen op oppervlaktewater. Begripsbepaling Lozingen van hemelwater vanaf verhard oppervlak zijn lozingen van water dat vrijkomt bij neerslag en niet in de bodem kan infiltreren.Toepassingsgebied Het betreft lozingen van hemelwater afkomstig van verhard oppervlak op alle oppervlaktewaterlichamen waaraan geen bijzondere waarden zijn toegekend. Verhard oppervlak kan bijvoorbeeld bestaan uit bestrating of dakoppervlak. Dit kan zich voordoen als onverharde bodem wordt bebouwd of als het hemelwater afkomstig van een verhard oppervlak in een eerdere situatie op het gemeentelijk rioolstelsel werd geloosd en in een toekomstige niet meer, het zogenaamde afkoppelen. Het gaat hierbij om de kwantiteit en niet om de kwaliteit van het te lozen hemelwater.Het hemelwater mag niet zonder vergunning worden geloosd op wateren of wateren in een gebied, waaraan bijzondere waarden zijn toegekend. Onder bijzondere waarden wordt verstaan waarden van met name natuur, landschap en cultuurhistorie, zoals Rijk, provincie, waterschap of gemeenten die aan een bepaald water/gebied hebben toegekend. Raakvlakken met ander beleid‘Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer' en beleid van Waterschap Veluwe ten aanzien van postzegelplannen.Toelichting bij de algemene regelDe verbodsbepaling van art. 4.6 betreft lozingen van hemelwater vanaf verhard oppervlak. De bepaling bouwt voort op een van de belangrijkste uitgangspunten in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW): de trits ‘vasthouden - bergen - afvoeren'. De trits is bedoeld om hemelwater vast te houden in het gebied waar het valt en het niet direct af te voeren door het te lozen op oppervlaktewater. Hiermee wordt beoogd het hemelwater ten goede te laten komen aan de grondwatervoorraad, hetgeen gewenst is om o.a. verdroging tegen te gaan. Daarnaast kan het direct lozen en afvoeren van water overlast veroorzaken benedenstrooms van de lozing. Met andere woorden, het waterbezwaar wordt afgewenteld op anderen. Dit is niet wenselijk en om die reden moet de veroorzaker (de lozer van hemelwater) hiervoor maatregelen treffen. De veroorzaker kan een gemeente zijn maar ook een particulier of onderneming.Bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt in het kader van de watertoets invulling gegeven aan deze trits. In de waterparagraaf van een bestemmingsplan wordt aangegeven op welke wijze het hemelwater wordt vastgehouden en/of geborgen en hoeveel water uit betreffende ontwikkelingsgebied wordt afgevoerd. Voor (zeer) kleine ruimtelijke ontwikkelingen is de notitie ‘Watertoetsprocedure voor postzegelplannen' van toepassing. Als een ruimtelijk plan aan een aantal criteria voldoet, dan kan volstaan worden met een standaard waterparagraaf en is intensief overleg met Waterschap Veluwe niet noodzakelijk. Een goede invulling van de trits ‘vasthouden - bergen - afvoeren' blijft ook bij postzegelplannen overigens noodzakelijk. Aangezien het aantal postzegelplannen relatief groot is, levert deze werkwijze een belangrijke bijdrage aan de administratieve lastendruk vermindering.Door aan te sluiten bij de criteria voor postzegelplannen zal een lozing die voortkomt uit een ruimtelijke ontwikkeling die valt onder de categorie ‘postzegelplannen' (zie notitie ‘Watertoetsprocedure voor postzegelplannen') ook niet vergunningplichtig zijn. Omdat een goede invulling van de trits ‘vasthouden - bergen - afvoeren' (ook) bij deze plannen gevraagd wordt, gaat Waterschap Veluwe er vanuit dat hiermee op goede wijze met het hemelwater wordt omgegaan, zonder het waterbezwaar af te wentelen op benedenstrooms van de lozing gelegen gebieden. Van belang is dat het waterschap op de hoogte is van de lozingen op het water. Er is dan ook een meldingsplicht opgenomen. Lozingen van hemelwater afkomstig van verhard oppervlak kleiner dan of gelijk aan 250m² worden helemaal vrijgesteld. Dit zijn voornamelijk de individuele kleine lozingen van particulieren. Het gaat hierbij om kleine lozingen van hemelwater afkomstig van een schuur, woning of perceel. Bij de beoordeling naar de grootte van het verharde oppervlak zal er gekeken worden of er sprake is van een individueel project of van meerdere min of meer aaneengesloten projecten. Bij een maatgevende bui van 36 mm zal er van deze percelen niet meer dan 10 m³ worden geloosd waardoor de invloed op het watersysteem beperkt zal blijven. Hiermee wordt de individuele burger niet belast met extra regelgeving bij initiatieven om het hemelwater zelfstandig af te voeren. Deze lozingen hoeven ook niet gemeld te worden. De afvoernormen die Waterschap Veluwe hanteert staan weergegeven in een tabel. Bron: Cultuurtechnisch Vademecum (2000). Indien binnen het plangebied meerdere grondsoorten worden aangetroffen wordt het gewogen gemiddelde van de afvoernorm berekend. Als basis voor de grondwatertrappen wordt de Bodemkaart Nederland gebruikt. ]
Noot
4[Toelichting: KaderVerbodsbepaling Op grond van artikel 4.1 tweede lid onder a van de Keur Waterschap Veluwe 2009 is het verboden om zonder vergunning van het bestuur gebruik te maken van de kernzone en beschermingszone van een water door, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder werken te plaatsen of te behouden.Begripsbepaling Een duiker valt onder het begrip werken.Toepassingsgebied   Het betreft het aanbrengen van steigers en vlonders in A-wateren die staan vermeld in bijlage 2 (het betreft uitsluitend een aantal vijvers in Harderwijk).Raakvlakken met ander beleid - Toelichting bij de algemene regelDe Algemene regels bouwwerken Harderwijk die op 1 juli 2006 zijn vastgesteld worden overgenomen in onderliggende algemene regel. Steigers of vlonders zijn vanuit waterhuishoudkundig oogpunt relatief eenvoudig en veel voorkomende werken in wateren die niet altijd tot een negatief effect op het watersysteem hoeven te leiden. Dit is o.a. afhankelijk van de breedte van het water waarin de steiger of vlonder wordt geplaatst, de peilfluctuaties en wijze van onderhoud. Bij het vaststellen van de wateren waarvoor de algemene regels gaan gelden wordt gekeken naar het effect van de steiger of vlonder op het watersysteem. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels. Het is wel van belang dat de ligging van de steiger/vlonder bij het waterschap bekend is. Ook is het van belang op de hoogte te zijn van de werkzaamheden. Er is dan ook een meldingsplicht opgenomen.De op de bijlage 2 aangegeven wateren bepalen de reikwijdte van de algemene regels. Met het in werking treden van deze algemene regels komen de ‘Algemene regels bouwwerken Harderwijk'  te vervallen.]
Noot
5[Toelichting: KaderVerbodsbepaling Op grond van artikel 4.1 tweede lid onder a van de Keur Waterschap Veluwe 2009 is het verboden om zonder vergunning van het bestuur gebruik te maken van de kernzone en beschermingszone van een water door, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder werken te plaatsen of te behouden.Begripsbepaling Een duiker valt onder het begrip werken.Toepassingsgebied Het betreft het vervangen van duikers in A-wateren niet zijnde water waaraan bijzondere waarden zijn toegekend of opgeleide wateren. Onder bijzondere waarden wordt verstaan waarden van met name natuur, landschap en cultuurhistorie, zoals Rijk, provincie, waterschap of gemeenten die aan een bepaald water/gebied hebben toegekend. Raakvlakken met ander beleid -Motivering van de algemene regelHet vervangen van duikers brengt geen wijziging in de waterhuishouding met zich indien de ligging, afmeting en constructie van de duiker niet wijzigt. Het is wel van belang dat het waterschap op de hoogte is van de werkzaamheden. Er geldt dan ook een meldingsplicht.Het leggen van duikers in wateren waaraan bijzondere waarden zijn toegekend kan (door veranderende inzichten) onwenselijk zijn. Bij deze wateren is het van belang geacht om hier een toetsing door middel van vergunningverlening te laten bestaan. Het vervangen van duikers in opgeleide wateren kan risico's met zich meebrengen waardoor het ook hier van belang wordt geacht om een toetsing door middel van vergunningverlening te laten bestaan.]