Overheidsorganisatie | Waterschap Veluwe |
---|---|
Officiële naam regeling | Kostentoedelingsverordening Waterschap Veluwe |
Citeertitel | Kostentoedelingsverordening |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën – belastingen |
Vervangt de Kostentoedelingsverordening Waterschap Veluwe 2000. Vindt voor het eerst toepassing op het belastingjaar 2003.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Stentor, 19-12-2002
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-12-2002 | 01-01-2004 | nieuwe regeling | 27-11-2002 Stentor, 19-12-2002 | Onbekend |
Besluit tot vaststelling van de Kostentoedelingsverordening Waterschap Veluwe 2003
Het algemeen bestuur van Waterschap Veluwe;
op voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden d.d. 23 oktober 2002
overwegende dat het noodzakelijk is een verordening te hebben waarin, zoveel mogelijk naar onderscheid van de taken waterkeringszorg en oppervlaktewaterkwantiteitsbeheer van het waterschap, voor elk van de categorieën van belanghebbenden die in het bestuur van het waterschap zijn vertegenwoordigd, de toedeling van het kostendeel is opgenomen;
overwegende dat de Kostentoedelingsverordening Waterschap Veluwe 2000, vastgesteld op
13 oktober 1999, geen representatief beeld meer geeft van de verhouding tussen de verschillende belangen die het waterschap behartigt;
gelet op artikel 119 van de Waterschapswet (Stb. 1991, 444), alsmede artikel 51 van het Algemeen Reglement voor Waterschap Veluwe;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening (Kostentoedelingsverordening Waterschap Veluwe 2003):
Deze verordening verstaat onder:
waterschap: Waterschap Veluwe;
kosten: kosten zoals opgenomen in de begroting naar kostendragers van het waterschap en welke gedekt worden met behulp van omslagen;
zakelijk gerechtigden ongebouwd: degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken;
zakelijk gerechtigden gebouwd: degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van gebouwde onroerende zaken;
ingezetenen: degenen die hun werkelijke woonplaats hebben in het gebied van het waterschap.
Het gebied van het waterschap is het gebied, zoals omschreven in artikel 1 van het Algemeen reglement voor Waterschap Veluwe.
De kosten van heffing en invordering van de waterschapsbelastingen, alsmede de kosten van de verkiezingen van het algemeen bestuur, worden rechtstreeks toegerekend aan de categorieën ingezetenen, zakelijk gerechtigden gebouwd, zakelijk gerechtigden ongebouwd, naar rato van deze voor elk van de genoemde te maken kosten, en verdisconteerd in de percentages genoemd in de artikelen 4 en 5.
De kosten voor de waterkeringszorg worden als volgt toegedeeld:
42% aan de ingezetenen;
45% aan de zakelijk gerechtigden gebouwd;
13% aan de zakelijk gerechtigden ongebouwd.
De kosten voor het oppervlaktewaterkwantiteitsbeheer worden als volgt toegedeeld:
24% aan de ingezetenen;
42% aan de zakelijk gerechtigden gebouwd;
34% aan de zakelijk gerechtigden ongebouwd.
niet of nauwelijks afhankelijk;
in geringe mate afhankelijk;
in aanmerkelijke mate afhankelijk;
in sterke mate afhankelijk.
Indien er niet of nauwelijks sprake is van afhankelijkheid zullen de ingezetenen wat betreft het oppervlaktewaterkwantiteitsbeheer niet in het bestuur vertegenwoordigd zijn (en dus geen kostenaandeel !). In de andere situaties beweegt het kostenaandeel van de ingezetenen zich tussen de 15 en 30% en wel als volgt:
1. De ‘Kostentoedelingsverordening Waterschap Veluwe 2000’ wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastingjaren waarover waterschapsomslagen worden geheven met inachtneming van het bepaalde in die verordeningen.
2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgende op die van haar bekendmaking.
3. Deze verordening vindt voor het eerst toepassing op het belastingjaar 2003 dat aanvangt op 1 januari 2003.
Deze verordening kan aangehaald worden als ‘Kostentoedelingsverordening Waterschap Veluwe 2003’.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 27 november 2002,
voorzitter,
secretaris,
Het Waterschap Veluwe wordt steeds sterker beïnvloed door maatschappelijke ontwikkelingen zoals de tendens naar een multifunctionele benadering. Deze benadering komt ook naar voren in bijvoorbeeld de adviezen van de Commissie Waterbeheer 21ste eeuw en de reconstructiewetgeving. De belangen voor wonen, werken en recreëren alsmede de gewenst ecologische toekomstwaarden zijn daarbij richtinggevend.
Door deze ontwikkeling nemen de lasten voor ongebouwd ten opzichte van gebouwd toe. Dit terwijl alle inwoners van het beheersgebied belang hebben bij een goed watersysteembeheer. Daarnaast is er in toenemende mate sprake van aandacht voor het beheer van het landelijk gebied voor de stedelijke bevolking.
Gezien de mate en de snelheid waarin de beschreven maatschappelijke ontwikkelingen zich voordoen wenst het waterschap een actualisering van het kostentoedelingsonderzoek. Aan Arcadis Heidemij Advies is daarom gevraagd om de bestaande verordening herijken en te actualiseren. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in het rapport ‘Actualisatie kostentoedeling Waterschap Veluwe 2002’. Op grond van deze resultaten heeft Waterschap Veluwe besloten de Kostentoedelingsverordening Waterschap Veluwe 2000 te herzien.
De Waterschapswet biedt provinciale staten de mogelijkheid om bij reglement waterschappen op te richten en aan die waterschappen taken van waterstaatkundige aard op te dragen.
Op grond van artikel 1 van het Reglement voor Waterschap Veluwe (vastgesteld door provinciale staten van Gelderland en Overijssel) zijn de taken van het waterschap:
Waterkeringszorg;
Oppervlaktewaterkwantiteitsbeheer;
Oppervlaktewaterkwaliteitsbeheer.
Voor dekking van de kosten uit de taken waterkeringszorg en oppervlaktewaterkwantiteitsbeheer wordt omslag (= waterschapsbelasting) geheven. Deze kostentoedelingsverordening is alleen van belang voor deze twee taken.
Voor de taak oppervlaktewaterkwaliteitsbeheer wordt verontreinigingsheffing geheven. De basis van die heffing is de door de provincies vast te stellen Verordening Waterkwaliteitsbeheer en de door het algemeen bestuur van het waterschap vast te stellen verordening verontreinigingsheffing op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo).
Voor kostentoedeling is van belang de in de Waterschapswet geformaliseerde trits belang-betaling-zeggenschap. Degenen die belang hebben bij de uitoefening van taken door het waterschap, moeten daarvoor waterschapsbelasting betalen (omslag), maar hebben ook zeggenschap in het bestuur. Hoe de zeggenschap verder is uitgewerkt in actief en passief kiesrecht en in ontvangen samenstelling van bestuursorganen valt na te lezen in het door provinciale staten vastgestelde reglement en het kiesreglement voor Waterschap Veluwe. In het Algemeen reglement voor Waterschap Veluwe zijn als belanghebbende categorieën voor de taken waterkeringszorg en oppervlaktewaterkwantiteitsbeheer aangewezen:
de ingezetenen, onder wie worden verstaan degenen die hun werkelijke woonplaats hebben in het gebied van het waterschap;
de zakelijk gerechtigden tot gebouwde onroerende zaken;
de zakelijk gerechtigden tot ongebouwde onroerende zaken.
Het algemeen bestuur van het waterschap moet op grond van artikel 119 van de Waterschapswet ten behoeve van de omslagheffing een zogenaamde kostentoedelingsverordening vaststellen. In deze verordening is voor genoemde waterschapstaken het kostenaandeel van de categorieën belanghebbenden opgenomen. Bij kostentoedeling wordt rekening gehouden met de aard en de omvang van het belang van elke afzonderlijke categorie bij de onderscheiden taken.
De kostentoedelingsverordening moet worden goedgekeurd door Gedeputeerde Staten en dient ten minste eenmaal per vijf jaar te worden herzien. Provinciale staten hebben in het reglement voor Waterschap Veluwe (artikel 51) uitgangspunten gesteld, waarmee het waterschap bij de kostentoedeling rekening moet houden. De uitgangspunten luiden als volgt:
het kostenaandeel van de ingezetenen bij de waterkeringszorg moet worden gebaseerd op de bevolkingsdichtheid van het gebied;
de niet aan de ingezetenen toegedeelde kosten van de waterkeringszorg worden aan de categorieën gebouwd en ongebouwd toegedeeld, rekening houdend met de totale waarde in het economische verkeer van de gebouwde en ongebouwde onroerende zaken in het gebied;
het kostenaandeel van de ingezetenen bij het oppervlaktewaterkwantiteitsbeheer moet worden gebaseerd op de mate waarin deze categorie voor haar functioneren in het gebied van het waterschap afhankelijk is van de waterstaatkundige verzorging door het waterschap;
de niet aan de ingezetenen toegedeelde kosten van het oppervlaktewaterkwantiteitsbeheer worden aan de categorieën gebouwd en ongebouwd toegedeeld, rekening houdend met het belang van die categorieën bij het niveau van de door het waterschap getroffen voorzieningen en de door die categorie veroorzaakte kosten van het waterschap.
Bij het opstellen van deze kostentoedelingsverordening is rekening gehouden met deze uitgangspunten.
De Kostentoedelingsverordening vormt tezamen met de Omslagverordening (artikel 110 van de Waterschapswet en de Omslagklassenverordening (artikel 120, vijfde lid van de Waterschapswet) de basis voor de omslagheffing. De Omslagverordening regelt de belastingplicht, de belastingobjecten, de heffingsmaatstaven, tarieven en de wijze van heffing en invordering. De kostentoedelingsverordening geeft per taak en per categorie van belanghebbenden het totale aandeel in de kosten, die door omslagheffing worden verhaald. Verschillen in aard en omvang van het belang binnen bepaalde belangencategorieën (uitgezonderd de ingezetenen) kunnen worden ondervangen door het instellen van zogenaamde omslagklassen. Deze omslagklassen worden vastgelegd in de omslagklassenverordening. Dit resulteert in correcties op de heffingsmaatstaf binnen een categorie belanghebbenden. Zonder omslagklassen is er op basis van de kostentoedeling een gelijke doorbelasting van de kosten binnen de gehele categorie.
Het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen hebben in 1989 het “Rapport inzake de kostentoedeling” uitgebracht, het rapport van de commissie Havelaar. In dit rapport wordt per waterschapstaak een methode van kostentoedeling gegeven. Er wordt onderscheid gemaakt tussen algemene taakbelangen en specifieke taakbelangen.
De algemene taakbelangen zijn gericht op het kunnen wonen, werken en recreëren in de leefruimte en het leefmilieu, die worden geschapen en in stand gehouden door de waterstaatkundige conditionering van de bodem. De ingezetenen (zie artikel 1) zijn de representanten van de algemene taakbelangen.
De specifieke taakbelangen zijn gericht op de waterstaatkundige verzorging van de bodem als zodanig. De eigenaren van onroerende zaken (zowel ongebouwd als gebouwd) zijn de representanten van de specifieke taakbelangen.
Het in het rapport van de commissie Havelaar beschreven kostentoedelingsproces is als volgt:
stap 1: Toedeling van de kosten over de representanten van de algemene en specifieke taakbelangen.
stap 2: Binnen de specifieke taakbelangen bepaling van de kostenaandelen gebouwd en ongebouwd.
De verdeling van de kosten per taak vindt plaats op basis van een percentage per categorie belanghebbenden. Om dit percentage te bepalen is onderzoek vereist. Dat onderzoek is in opdracht van het waterschap uitgevoerd, waarbij de methode uit het rapport van de commissie Havelaar is gevolgd. De resultaten zijn vastgelegd in het rapport ‘Actualisatie kostentoedeling Waterschap Veluwe 2002 ’. Het rapport maakt deel uit van deze toelichting op de Kostentoedelingsverordening.
De kostentoedeling heeft betrekking op de kosten die met behulp van de omslag gedekt moeten worden. Uit de begroting kan worden afgelezen om welke kosten het hierbij gaat.
In de Comptabiliteitsvoorschriften Waterschappen (Stb. 1991, 702) is bepaald dat de kostendragers in de begroting gelijk dienen te zijn aan de reglementair aan het waterschap opgedragen taken.
Dit betekent dat de inrichting van de begroting is afgestemd op de bij de kostentoedeling te onderscheiden taken. Door toepassing van de percentages van de kostentoedeling op de kosten die per kostendrager/reglementaire taak met behulp van de omslag gedekt moeten worden, ligt vast welk omslagbedrag elke categorie in totaal moet opbrengen.
De algemene bestuurs- en apparaatskosten zijn in de begroting verdeeld over de onderscheiden kostendragers/taken.
De Waterschapswet bepaalt in artikel 119, zesde lid, dat bij de kostentoedeling de aard en omvang van het belang dat iedere afzonderlijke categorie bij de taakuitoefening heeft, per taak in aanmerking moet worden genomen. Het begrip belang wordt hierbij ruim geïnterpreteerd. Uiteraard gaat het hierbij voor de specifieke taakbelangen om het belang van degenen die hun onroerende zaken in een gebied hebben dat gebaat is bij de waterschapsvoorzieningen. Daarnaast betreft het ook het belang dat het waterschap voorzieningen treft tot opheffing van waterstaatkundige bezwaren voortvloeiende uit de vrije afstroming van hoger gelegen gebieden op lager gelegen gebieden en de kwel die de hoger gelegen gebieden veroorzaken. Voor de algemene taakbelangen geldt een ruimere interpretatie van het begrip belang. Namelijk de mogelijkheid die de ingezetenen hebben om zich vrijelijk in het gebied van het waterschap te kunnen begeven dankzij de waterstaatkundige conditionering van de bodem en de bescherming tegen overstroming door het waterschap.
De kostentoedeling heeft -zoals hiervoor al is aangegeven- alleen betrekking op de waterkeringstaak en de oppervlaktewaterkwantiteitstaak. In de toelichting per artikel wordt hier nader op ingegaan.
Het gebied van Waterschap Veluwe is vastgelegd in het Algemeen reglement voor Waterschap Veluwe. Dit gebied geldt voor zowel de waterkeringszorg als het oppervlaktewaterkwantiteitsbeheer.
In de aanhef van deze verordening wordt verwezen naar de Waterschapswet en het door de provincie vastgestelde Algemeen reglement voor Waterschap Veluwe. In artikel 119 van de Waterschapswet is de verplichting tot het opstellen van een kostentoedelingsverordening opgenomen. In het provinciale reglement zijn de gebiedsomschrijving (artikel 1), de categorieën van belanghebbenden die in het algemeen bestuur zijn vertegenwoordigd (artikel 5) en de uitgangspunten voor de kostentoedeling (artikel 51) opgenomen.