Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Veluwe

Subsidieverordening blauwe diensten Waterschap Veluwe 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Veluwe
Officiële naam regelingSubsidieverordening blauwe diensten Waterschap Veluwe 2011
CiteertitelSubsidieverordening blauwe diensten Waterschap Veluwe 2011
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 2-3-2011

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: website veluwe.nl

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-09-201101-07-2014nieuwe regeling

02-03-2011

website veluwe.nl

-

Tekst van de regeling

Subsidieverordening blauwe diensten Waterschap Veluwe 2011

Subsidieverordening blauwe diensten Waterschap Veluwe 2011

Het algemeen bestuur van Waterschap Veluwe;

gelezen het voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden;

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 59 en 78 van de Waterschapswet;

besluit vast te stellen: Subsidieverordening blauwe diensten Waterschap Veluwe 2011.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. Bestuur: het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Veluwe;

  • b. Waterschap: Waterschap Veluwe;

  • c. Wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 1.2 Bevoegdheid bestuur

Het bestuur is bevoegd tot verstrekking van subsidie en kan slechts subsidie verstrekken indien daaraan ingevolge artikel 1.6, derde lid, vastgestelde nadere regels aan ten grondslag liggen.

Artikel 1.3 Subsidieplafond

Het bestuur stelt per activiteit, bedoeld in artikel 1.6, derde lid, het bedrag vast dat ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op grond van deze verordening. Dit bedrag geldt als subsidieplafond, bedoeld in artikel 4:22 van de wet.

Artikel 1.4 Verdeling subsidiegelden

De verdeling van de subsidiegelden vindt plaats in volgorde van ontvangst van de aanvragen. Alleen volledig ingediende aanvragen worden in deze volgorde opgenomen.

Artikel 1.5 Subsidieverstrekking

Subsidie wordt verstrekt aan de aanvrager.

Artikel 1.6 Subsidiedoeleinden

  • 1. De subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten, die naar het oordeel van het bestuur:

  • a. bijdragen aan het beheer van het watersysteem of de taken van het waterschap;

  • b. gericht zijn op bescherming en verbetering van de chemische en ecologische waterkwaliteit, vergroting van de bergings- en afvoercapaciteit van het watersysteem of beheer van eigendommen van het waterschap en

  • c. niet reeds wettelijk verplicht zijn voor de aanvrager.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt voor:

  • a. beheeractiviteiten voor maximaal zes jaren of een veelvoud van zes jaren of

  • b. voor eenmalige inrichtingsactiviteiten.

  • 3. Het bestuur stelt regels vast over welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen, over de voorwaarden en verplichtingen waaraan deze activiteiten moeten voldoen en over de hoogte van de subsidie.

HOOFDSTUK 2 DE AANVRAAG, BESLISSING EN BETALING

Artikel 2.1 De aanvraag

  • 1. Het bestuur kan regels stellen inzake de data waarop aanvragen om subsidie uiterlijk moeten zijn ingediend.

  • 2. Indien voor dezelfde activiteiten tevens een andere vorm van subsidie of anderszins een bijdrage wordt ontvangen, deelt de aanvrager dat mee in de aanvraag.

  • 3. Het bestuur beslist binnen acht weken na ontvangst op de aanvraag. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste tien weken worden verdaagd.

Artikel 2.2 Periodieke aanspraak

Het tijdvak dat wordt vermeld in beschikkingen tot verlening van subsidie in de vorm van een periodieke aanspraak op financiële middelen, bedoeld in artikel 4:32 van de wet, is zes jaar of een veelvoud van zes jaar.

Artikel 2.3 Andere subsidies/bijdragen

Indien er naast de subsidie van het waterschap een andere vorm van subsidie of anderszins een bijdrage wordt ontvangen, wordt deze in mindering gebracht op de in totaal door het bestuur te verstrekken subsidie.

HOOFDSTUK 3 OVERIGE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 3.1 Verplichtingen ontvanger subsidie en controle

  • 1. De aanvrager voert de activiteiten uit zoals opgenomen in de door het bestuur vastgestelde subsidiebeschikking.

  • 2. Het bestuur kan regels opstellen over controle op de gesubsidieerde activiteiten door het waterschap.

Artikel 3.2 Intrekking en wijziging van de subsidiebeschikking

Het bestuur kan de beschikking tot subsidievaststelling intrekken of wijzigen indien:

  • a. activiteiten niet conform de subsidiebeschikking worden uitgevoerd;

  • b. conservatoir beslag is gelegd op het vermogen of deel van het vermogen van de subsidieontvanger;

  • c. aan de subsidieontvanger surseance van betaling is verleend;

  • d. de subsidieontvanger in staat van faillissement is verklaard.

Artikel 3.3 Hardheidsclausule

  • 1. Indien een strikte toepassing van deze regeling zou leiden tot een beslissing die onmiskenbaar als onredelijk moet worden aangemerkt, kan het bestuur in bijzondere gevallen van deze verordening afwijken.

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het bestuur.

Artikel 3.4 Verantwoording

Het in artikel 4:24 van de wet bedoelde verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk, wordt ten minste eenmaal in de vijf jaren door het bestuur aan het algemeen bestuur aangeboden.

Artikel 3.5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking van deze verordening.

Artikel 3.6 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Subsidieverordening blauwe diensten Waterschap Veluwe 2011.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van Waterschap Veluwe op 2 maart 2011.

Ir. G. Verwolf                                                                                    Ing. P. Spaan

dijkgraaf                                                                                            secretaris-directeur

Nadere regels subsidies blauwe diensten Waterschap Veluwe 2011

Nadere regels subsidies blauwe diensten Waterschap Veluwe 2011

Vastgesteld op 22 juni 2011 en gewijzigd op 12 juni 2012.

Het college van dijkgraaf en heemraden van waterschap Veluwe;

gelet op het bepaalde in de Subsidieverordening Blauwe Diensten Waterschap Veluwe 2011;

besluit vast te stellen: Nadere regels subsidies blauwe diensten Waterschap Veluwe 2011.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a. Aanvrager:

  • 1. een natuurlijk persoon of rechtspersoon, niet zijnde een overheid, die eigenaar of gebruiker is van percelen in het beheergebied van het waterschap, of

  • 2. een natuurlijk persoon of rechtspersoon, niet zijnde een overheid, die van eigenaren of gebruikers van percelen in het beheergebied van het waterschap toestemming heeft subsidie aan te vragen op basis van deze nadere regels.

  • b. Bestuur: het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Veluwe.

Artikel 1.2 Subsidieplafond

  • 1. Voor verstrekking van subsidies voor verwerking van maaisel op basis van deze nadere regels is ten hoogste € 3.570,- inclusief BTW beschikbaar. Voor verstrekking van subsidies voor aanleg en inrichting natuurlijke en natuurvriendelijke oevers op basis van deze nadere regels is ten hoogste € 139.301,- inclusief BTW beschikbaar. Voor verstrekking van subsidies voor onderhoud natuurlijke en natuurvriendelijke oever op basis van deze nadere regels is ten hoogste € 13.709,- inclusief BTW beschikbaar. Voor verstrekking van subsidies voor bufferranden Waterkwaliteit op basis van deze nadere regels is ten hoogste € 36.652 ,- inclusief BTW beschikbaar.

  • 2. De subsidie voor de onderhoudswerkzaamheden worden jaarlijks uitgekeerd. De betaling vindt plaats nadat de activiteit heeft plaats gevonden. De eenmalige subsidie voor aanleg en inrichting van natuurlijke en natuurvriendelijke oevers, wordt na goedkeuring van de aanleg en inrichting uitgekeerd.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEVERSTREKKINGEN

Artikel 2.1 Verwerking van maaisel

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het ruimen van maaisel, dat vrijkomt uit A - wateren of van onderhoudspaden in eigendom en beheer bij het waterschap. Hiermee wordt niet bedoeld het ontvangen van maaisel zoals opgenomen in de keur van het waterschap.

  • 2. Subsidie kan worden verstrekt met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. Het water of onderhoudspad is gelegen in een gebied dat is aangegeven in bijlage 1 bij deze nadere regels;

  • b. Het maaisel is door de aanvrager niet eerst ontvangen van een derde;

  • c. De wateren of onderhoudspaden hebben een minimale aangesloten lengte van 1000 meter;

  • d. Bij het verspreiden, afvoeren en verwerken van maaisel dient het maaisel schoon en onverdacht te zijn;

  • e. Verwerking van het maaisel dient plaats te vinden binnen een straal van 1000 meter van de plaats waar het maaisel is vrijgekomen;

  • f. Het maaisel van het onderhoudspad en het slootmaaisel wordt tussen 2 en 7 dagen na maaien afgevoerd;

  • g. De hoeveelheid maaisel staat uit oogpunt van een goede landbouwpraktijk in evenwichtige verhouding tot het oppervlak van het ontvangende perceel;

  • h. Aanwezig zwerfvuil wordt door de aanvrager verwijderd.

  • 3. De hoogte van de subsidie voor de verwerking van maaisel, bedoeld in het eerste lid, wordt bepaald op grond van de kostentabel, zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze nadere regels.

  • 4. Het bestuur kan in de subsidiebeschikking verdere voorwaarden en verplichtingen vaststellen waaraan de aanvrager moet voldoen.

Artikel 2.2 Bufferranden waterkwaliteit

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het onderhouden van randen van graslanden en akkerbouwpercelen, direct grenzend aan watervoerende A - wateren met aanvullende waterkwaliteitsdoelstellingen. Onder direct aangrenzend wordt verstaan dat het teelbare en bemestbare perceel loopt tot maximaal 1,50 meter gerekend vanaf de insteek van het water.

  • 2. Subsidie kan worden verstrekt met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. De rand is gelegen in een gebied dat is aangegeven in bijlage 1 bij deze nadere regels;

  • b. De rand is geen teelt- en mestvrije zone als bedoeld in de artikelen 13, 14 en 16 van het Lozingsbesluit open teelt en veehouderij;

  • c. De rand is niet gelegen op een primaire waterkering;

  • d. De rand bestaat niet uit een kavelpad, permanent koepad of kopakker;

  • e. De rand is 4 tot 5 meter breed gerekend vanaf het begin van de teelt- en bemestbare zone van het perceel. De lengte bedraagt minimaal 50 meter.

  • f. Indien de rand op voormalig akkerbouwgrond wordt omgezet in grasland geldt het volgende. De benodigde bewerkingen en het inzaaien van een grasmengsel worden in het eerste jaar van deelname, vóór 1 mei van het betreffende jaar uitgevoerd.

  • g. Bufferranden langs graslandpercelen mogen worden beweid of minimaal 1 keer per jaar worden gemaaid. Bufferranden langs akkerbouwpercelen worden de eerste 3 jaar minimaal 2 keer per jaar gemaaid;

  • h. Indien voor het beheer van de rand kan worden volstaan met 1 maaibeurt, dient dit plaats te vinden in de periode 15 juli tot 15 augustus;

  • i. Het maaisel van de bufferrand en het slootmaaisel worden tussen 2 en 7 dagen na het maaien afgevoerd;

  • j. Bemesten van de bufferrand is niet toegestaan; begrazing is wel toegestaan;

  • k. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op de bufferrand is alleen na overleg met - en goedkeuring van het waterschap toegestaan;

  • l. De rand kan, zoals nu ook het geval is, gebruikt worden voor onderhoud van de watergang en te behoeve van de bereikbaarheid van de gewassen op de aangrenzende percelen.

  • 3. De hoogte van de subsidie voor het onderhouden van bufferranden waterkwaliteit, bedoeld in het eerste lid, wordt bepaald op grond van de kostentabel, zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze nadere regels.

  • 4. Het bestuur kan in de subsidiebeschikking verdere voorwaarden en verplichtingen vaststellen waaraan de aanvrager moet voldoen.

Artikel 2.3 Aanleg en inrichting van natuurlijke en natuurvriendelijke oevers

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de aanleg en inrichting van natuurlijke en natuurvriendelijke oevers langs watervoerende A - wateren, alsmede voor legeskosten in verband met de benodigde vergunningen.

  • 2. Subsidie kan worden verstrekt met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. De oever is gelegen in een gebied dat is aangegeven in bijlage 1 bij deze nadere regels;

  • b. In het gebied waarin de oever is gelegen is nog niet voldaan aan de doelstellingen voor de hoeveelheid aan te leggen natuurlijke dan wel natuurvriendelijke oevers, zoals is opgenomen in het Waterbeheersplan van het waterschap;

  • c. De oever is niet gelegen op een primaire waterkering (inclusief beschermingszone);

  • d. De oever bestaat niet uit een kavelpad, permanent koepad of kopakker;

  • e. De aanleg en inrichting van de oever past binnen de regelgeving van - en voldoet aan de eisen van het waterschap en andere overheden;

  • f. De aaneengesloten lengte voor een natuurlijke oever is minimaal 200 meter (enkelzijdig). De beschikbare breedte voor de natuurlijke oever bedraagt minimaal 2 meter en maximaal 10 meter.

  • g. De aaneengesloten oppervlakte voor een natuurvriendelijke oever is minimaal 500 vierkante meter (m2). De breedte van een natuurvriendelijke oever bedraagt minimaal 3 meter en maximaal 10 meter.

  • h. Aanleg en inrichting moet plaats vinden in een periode die aansluit bij de Flora en Faunawet;

  • i. Voorafgaand aan de aanleg en inrichting dient een watervergunning te zijn afgegeven alsmede de benodigde vergunningen van overige organisaties en overheden.

  • 3. De hoogte van de subsidie voor de aanleg en inrichting van natuurlijke en natuurvriendelijke oevers, bedoeld in het eerste lid, wordt bepaald op grond van de kostentabel, zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze nadere regels.

  • 4. Het bestuur kan in de subsidiebeschikking verdere voorwaarden en verplichtingen vaststellen waaraan de aanvrager moet voldoen.

Artikel 2.4 Onderhoud van natuurlijke en natuurvriendelijke oevers

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het onderhouden van de vegetatie op het drogeprofiel van natuurlijke en natuurvriendelijke oevers langs watervoerende A - wateren.

  • 2. Subsidie kan worden verstrekt met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. De oever is gelegen in een gebied dat is aangegeven in bijlage 1 bij deze nadere regels;

  • b. De oever is niet gelegen op een primaire waterkering;

  • c. De aaneengesloten lengte voor een natuurlijke oever is minimaal 200 meter (enkelzijdig). De beschikbare breedte voor de natuurlijke oever bedraagt minimaal 2 meter en maximaal 10 meter;

  • d. De aaneengesloten oppervlakte voor een natuurvriendelijke oever in minimaal 500 vierkante meter (m2). De breedte van een natuurvriendelijke oever bedraagt minimaal 3 meter en maximaal 10 meter;

  • e. In de eerste 3 jaren wordt de oever verschraald en minimaal 2 keer per jaar gemaaid (of beweid). In de jaren daarna kan volstaan worden met een maaifrequentie van 1 keer per jaar (bijlage 3);

  • f. Het onderhoud moet plaatsvinden in de periode tussen 15 juli en 1 oktober. Indien 1 keer per jaar wordt gemaaid, is de periode tussen 15 juli en 1 augustus.

  • g. Het maaisel van de oever en het slootmaaisel wordt tussen 2 en 7 dagen na het maaien afgevoerd;

  • h. Bemesten van de natuurlijke en natuurvriendelijke oevers is niet toegestaan. Extensieve beweiding is op sommige typen oever wel toegestaan (zie bijlage 3);

  • i. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op de oever is alleen na overleg met - en goedkeuring van het waterschap toegestaan;

  • 3. De hoogte van de subsidie voor het onderhouden van natuurlijke en natuurvriendelijke oevers, bedoeld in het eerste lid, wordt bepaald op grond van de kostentabel, zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze nadere regels.

  • 4. Het bestuur kan in de subsidiebeschikking verdere voorwaarden en verplichtingen vaststellen waaraan de aanvrager moet voldoen.

HOOFDSTUK 3 OVERIGE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 3.1 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking ervan en zullen gelden tot en met 31 december 2012.

Artikel 3.2 Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Nadere regels subsidies blauwe diensten Waterschap Veluwe 2011.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van dijkgraaf en heemraden van ...

Ir. G. Verwolf                                                                                    Ing. P. Spaan

dijkgraaf                                                                                            secretaris-directeur

Bijlagen

  • 1. Kaart gebieden subsidies blauwe diensten Waterschap Veluwe

  • 2. Kostentabel

  • 3. Toelichting onderhoudsmethode natuurlijke en natuurvriendelijke oevers

Bijlage 1: Toepassingsgebieden Blauwe Diensten Waterschap Veluwe

Verwerking van maaisel

Bufferranden Waterkwaliteit

Aanleg en inrichting van natuurlijke en natuurvriendelijke oevers

Onderhoud van natuurlijke en natuurvriendelijke oevers

Bijlage 2: Kostentabellen

Verwerking van maaisel

Vergoedingen

Pakket

frequentie

€ / m2

Verspreiden wallenfrees

   

Verspreiden maaisel pad 4 meter mbv wallenfrees op aanliggend land

per keer

€ 0,02

Verspreiden maaisel pad 2 meter mbv wallenfrees op aanliggend land

per keer

€ 0,02

     

Verspreiden klepelmaaier met afvoerband

   

Verspreiden maaisel pad 4 meter mbv klepelmaaier op aanliggend land

per keer

€ 0,01

Verspreiden maaisel pad 2 meter mbv klepelmaaier op aanliggend land

per keer

€ 0,01

     

Afvoeren en direct verspreiden

   

Afvoer maaisel van onderhoudspad en direct verspreiden < 1 km

per keer

€ 0,05

     

Afvoeren en verspreiden via depot

   

Afvoer maaisel van onderhoudspad < 1 km

per keer

€ 0,04

Opladen maaisel bij depot + verspreiden < 1 km

per keer

€ 0,03

     

Omzetten maaisel van pad naar perceel

   

Verplaatsen maaisel naar aanliggend perceel, inclusief raster

per keer

€ 0,94

Verplaatsen maaisel naar aanliggend perceel, exclusief raster

per keer

€ 0,005

Bufferranden Waterkwaliteit

Vergoedingen

 

Pakket

vergoeding

eenheid

 

bufferrand akker - aanlegvergoeding

€ 0,06

€ / m2

 

bufferrand akker - beheervergoeding, inclusief opbrengstderving

€ 0,17

€ / m2

       

Bufferrand gras

   
 

Pakket

vergoeding

eenheid

 

Bufferrand gras - beheervergoeding, inclusief opbrengstderving

€ 0,08

€ / m2

       

Ruimen maaisel van bufferrand

   
 

Pakket

vergoeding

eenheid

 

ruimen maaisel van bufferrand

€ 0,01

€ / m2

Aanleg en inrichting van natuurvriendelijke en natuurlijke oevers

Vergoedingen

Onderhoud van natuurvriendelijke en natuurlijke oevers

Het onderhoud van de NVO "terras" , "Steilrand" en "Helling" zijn vergelijkbaar en in onderstaand overzicht weergegeven.

Bijlage 3: Onderhoud natuurlijke en natuurvriendelijke oevers

Maaimethode natuurlijke oevers

Het onderhoud van de droge oever wordt op een natuurvriendelijke methode uitgevoerd. De natuurlijke oevers worden gemaaid of beweid. Het maaisel wordt van de oevers verwijderd en afgevoerd.

Tabel 1. Gewenst beheer voor natuurlijke oevers met als streefbeeld schraal grasland

maaien

Eerste 3 jaar

15-6 tot 15-10

2 x per jaar

Maaibalk, cyclomaaier

3-5 dagen

ja

10

Vervolgens

15-6 tot  15-8

1 x per jaar

Maaibalk, cyclomaaier

3-5 dagen

ja

10

N.B. Bij nat schraal grasland ballonbanden gebruiken. 

Beweiding van de oever is ook mogelijk mits de beweidingsdichtheid beperkt blijft. Indien de beweidingsdichtheid groter is dan aangegeven in tabel 2 is een afrastering wenselijk. De voorkeur gaat uit naar beweiding van de oever in combinatie met het aangrenzend perceel.

Tabel 2. Gewenst beheer voor natuurvriendelijke oevers met als streefbeeld structuurrijk grasland

beweiden

15-6  tot

 15-10

2 per hectare

1  per hectare

Ja rond poelen

Nee bij watergangen

15-6 tot

15-10

Drukbeweiding

Afhankelijk van situatie

Koeien of schapen

In overleg met waterschap

Ja rond poelen

Nee bij watergangen

Houtopstand

Alleen indien de hydrologische randvoorwaarden en/of de veiligheid (bijvoorbeeld: omvallende bomen langs een wandelpad) in het geding komen mag met toestemming van het waterschap de houtopstand op de oevers verwijderd worden.

Maaimethode natuurvriendelijke oevers

Per groep is aangeven op welke manier dit moet plaatsvinden.

Het beheer en onderhoud is afhankelijk van het streefbeeld, dat reeds voor de verschillende typen oevers is gedefinieerd.  In de tabellen 1 t/m 4 is per  vegetatietype het  gewenste beheer en onderhoud weergegeven.

Tabel 1. Gewenst beheer voor natuurvriendelijke oevers met als streefbeeld schraal grasland

maaien

Eerste 3 jaar

15-6 tot 15-10

2 x per jaar

Maaibalk, cyclomaaier

3-5 dagen

ja

10

15-7 tot 15-8

1 x per jaar

Maaibalk, cyclomaaier

3-5 dagen

ja

10

N.B. Bij nat schraal grasland ballonbanden gebruiken. 

Tabel 2. Gewenst beheer voor natuurvriendelijke oevers met als streefbeeld structuurrijk grasland

beweiden

15-6 tot    15-10

2 per hectare

1 per hectare

Ja (rond poelen, watergangen)

15-6 tot    15-10

Drukbeweiding

Afhankelijk van situatie

Koeien of schapen

In overleg met waterschap

Ja rond poelen

Nee bij watergangen

Tabel 3. Gewenst beheer voor natuurvriendelijke oevers met als streefbeeld Riet

maaien

1-10  tot 15-3

1 x per 3 jaar

Maaikorf

ja

20

Tabel 4. Gewenst beheer voor natuurvriendelijke oevers met als streefbeeld struweel

kappen

1-10  tot 15-3

1 x per 5 jaar

Kettingzaag

2

20