Overheidsorganisatie | Waterschap Peel en Maasvallei |
---|---|
Officiële naam regeling | Beleidsregel oppervlaktewaterlichamen: Instellen algeheel onttrekkingsverbod uit oppervlaktewaterlichamen |
Citeertitel | Beleidsregel oppervlaktewaterlichamen: Instellen algeheel onttrekkingsverbod uit oppervlaktewaterlichamen |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu – water |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Website van het Waterschap Peel en Maasvallei op 13 juni 2012
Onbekend.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-06-2012 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 22-06-2012 Website van het Waterschap Peel en Maasvallei op 13 juni 2012 | 2012.10976 |
In artikel 4.3 van de Keur is de bevoegdheid opgenomen dat het bestuur in geval van grote waterschaarste of in geval van dreiging van zo'n situatie, over kan gaan tot het verbieden van onttrekkingen aan oppervlaktewater, zo nodig in afwijking van verleende vergunningen of algemene regels.
In het Calamiteitenbestrijdingsplan Droogte, vastgesteld op 5 juni 2012, is opgenomen dat tot het instellen van een algeheel onttrekkingsverbod uit oppervlaktewaterlichamen kan worden overgegaan indien de basisafvoer in 8 of meer van de 16 geselecteerde hoofdbeken (referentiebeken) lager is dan de basisafvoer. Het Calamiteitenbestrijdingsplan bevat de organisatie en fasering in termen van calamiteitenbestrijding, zulks met het oog op het zoveel mogelijk beperken van overlast en schade als gevolg van het watertekort.
Deze beleidsregel bevat een weging van de verschillende belangen die aan de orde zijn in een situatie van (dreigend) watertekort. De nummering in onderstaande tabel geeft de rangorde van belangrijkheid aan.
Vertrekpunt is de in het Waterbesluit opgenomen verdringingsreeks (artikel 2.1 Waterbesluit):
Artikel 2.2 Waterbesluit biedt de provincie de bevoegdheid nadere regels vast te stellen over de verdeling binnen de categorieën III en IV. Er kunnen geen wijzigingen worden aangebracht tussen de categorieën.
In het Provinciaal Waterplan Limburg 2010-2015 is onderstaande regionale verdringingsreeks voor oppervlaktewateren in Limburg opgenomen. Deze is te beschouwen als de nadere invulling als bedoeld in artikel 2.2 Waterbesluit.
I | II | III | IV |
veiligheid en voorkomen onomkeerbare schade | nutsvoorziening | kleinschalig hoogwaardig gebruik | overige behoeften |
1. stabiliteit waterke-ringen d.m.v. peilhandhaving 2. bescherming Peel restanten d.m.v. peilhand-having buffer-zones | 3. drinkwater-voorziening 4. energie-voorziening | 5. tijdelijke beregening kapitaalintensieve gewassen 6. proceswater industrie | 7. aquatische ecologie en waterkwaliteit: - minimaal debiet in beken met hoge ecologische waarde - bestrijding botulisme en blauwalgen i.v.m. ernstige risico's volksgezondheid - minimaal debiet vistrappen (tijdens vistrek) 8. andere belangen: - scheepvaart (incl.recreatievaart) - landbouw - landnatuur (voorzover geen onomkeerbare schade) - koelwater industrie - doorspoelen stadsvijvers - overige aquatische natuur- natuurwaarden |
In de fasering, zoals opgenomen in het Calamiteitenbestrijdingsplan Verdroging, wordt een algeheel onttrekkingsverbod ingesteld wanneer de afvoer van 8 of meer (referentie)beken lager is dan de basisafvoer. Het onttrekkingsverbod geldt dan voor alle oppervlaktewaterlichamen, tenzij één van de hieronder vermelde uitzonderingssituaties van toepassing is.
Uitzonderingen op algeheel onttrekkingsverbod
Het algeheel onttrekkingsverbod geldt niet voor de volgende uitzonderingen (limitatief):
1. Het verbod geldt niet voor de volgende (delen van) oppervlaktewaterlichamen (voldoende water):
* Niers
* Swalm
* Heukelomsebeek: het gedeelte gelegen tussen de Maas en de stuw aan de Zeedijk
* Eckeltsebeek: het gedeelte gelegen tussen de Maas en de Spitsbrug
* Neerbeek: het gedeelte gelegen tussen de Maas en Winkelmolenstuw
* Oostrumsche Beek: het gedeelte gelegen tussen de Maas en de watermolen aan de St. Wilbertsweg te Geysteren
* Boschmolenplas.
2. Het verbod geldt niet voor onttrekking ten behoeve van veedrenking middels een
weidepomp, mits niet mechanisch aangedreven.
3. Het verbod geldt niet voor onttrekkingen uit een oppervlaktewaterlichaam ten behoeve
van de volgende kapitaalintensieve teelten in verband met beschadiging van de planten
en/of vruchten ten gevolge van gebruik van grondwater en of ten gevolge van
zonverbranding:
* bedrijfsmatige fruitteelt
* bedrijfsmatige groenteteelt
* bedrijfsmatige bloemen- en plantenteelt
* bedrijfsmatige bomenteelt
Toelichting
Gebruik van grondwater kan schade veroorzaken aan bepaalde kapitaalintensieve teelten als gevolg van bijv. ijzerafzetting op de planten en\of vruchten. De felle zon kan tot verbrandingsschade in de fruitteelt leiden. Indien betrokkene beschikt over een ontijzeringsinstallatie is gebruik van grondwater geen probleem en is uitzondering op het ingestelde verbod niet mogelijk.
Voorbeelden van gewassen/teelten die niet als kapitaalintensief worden aangemerkt zijn:
* grasland (incl. graszoden)
* maïs
* suikerbieten
* aardappelen
* granen.
Deze gewassen en teelten kunnen zonder problemen met grondwater worden beregend. Een uitzondering op het onttrekkingsverbod is hiervoor dan ook niet nodig.
Het besluit tot het instellen van het algeheel onttrekkingsverbod wordt genomen door het dagelijks bestuur.
Het besluit wordt krachtens het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, bekend gemaakt via het plaatsen van een bekendmaking in de regionale dagbladen. Daarnaast wordt de bekendmaking alsmede een nieuwsbericht op de internetsite van het waterschap (http://www.wpm.nl/) geplaatst en wordt via persberichten in de regionale nieuwsmedia (kranten, radio en televisie) aandacht gevraagd voor de instelling van het onttrekkingsverbod.
Voorts worden alle vergunninghouders en degenen die een melding op grond van de algemene regel oppervlaktewaterlichamen "Onttrekken van water" hebben ingediend persoonlijk via een brief op de hoogte gebracht van het besluit. Toezending van de brief is geen bekendmaking als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht, maar moet worden beschouwd als extra service.
Het besluit kan, indien tijdige bijeenroeping van het dagelijks bestuur niet mogelijk is, worden genomen door de voorzitter op grond van artikel 96 van de Waterschapswet (noodbevoegdheid). De voorzitter brengt het op grond van artikel 96 Waterschapswet genomen besluit onverwijld ter kennis aan het dagelijks bestuur en aan Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg.
Tegen het besluit tot het instellen van een algeheel onttrekkingsverbod staat geen bezwaar en beroep open. Artikel 8:2 aanhef en sub a van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit tot vaststelling van een beleidsregel.
Op basis van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht moet worden gehandeld in overeenstemming met de beleidsregel. Dit leidt uitzondering in het geval dat onverkort hanteren van de beleidsregel voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Het moet dan gaan om situaties die bij het opstellen van de beleidsregel niet zijn voorzien. Of toepassing aan deze inherente afwijkingsclausule gegeven moet worden dient per concreet geval beoordeeld te worden.
Indien een droogteperiode en de daardoor ontstane waterschaarste van zodanige omvang is dat verdere beperkingen of maatregelen genomen moeten worden met het oog op de hiervoor opgenomen rangorde, dan is het bestuur bevoegd van deze beleidsregel af te wijken en verdere beperkingen of maatregelen te nemen. Het bestuur draagt zorg voor bekendmaking van het ontstaan van deze situatie.Voorts wordt via de communicatie omtrent het onttrekkingsverbod een beroep gedaan op de onderlinge solidariteit van bedrijven die uit dezelfde oppervlaktewaterlichamen onttrekken.
Afbouw en intrekking van het ingestelde algeheel onttrekkingsverbod vindt plaats conform de in het Calamiteitenbestrijdingsplan Droogte opgenomen fasering. De afbouw en intrekking wordt via de internetsite van het waterschap en de regionale media (kranten) bekend gemaakt. In deze fase wordt geen brief naar alle vergunninghouders en degenen die een melding op grond van de algemene regel hebben verzonden.