| Overheidsorganisatie | Waterschap Velt en Vecht |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening vertrouwenscommissie benoeming dijkgraaf Velt en Vecht 2011 |
| Citeertitel | Verordening vertrouwenscommissie benoeming dijkgraaf Velt en Vecht 2011 |
| Vastgesteld door | algemeen bestuur |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp | bestuur – waterschappen |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 19-4-2011
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Niet van toepassing
Onbekend.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 20-04-2011 | 07-08-2014 | nieuwe regeling | 19-04-2011 Niet van toepassing | 1507/Bmo/pd/2011 |
1. De vertrouwenscommissie heeft tot taak te adviseren over de op te stellen aanbeveling inzake de benoeming van de dijkgraaf.
2. De vertrouwenscommissie voert daartoe gesprekken met kandidaten die in beginsel geschikt worden geacht voor de benoeming.
3. Bij de beoordeling van kandidaten laten de leden van de vertrouwenscommissie zich leiden door het competentieprofiel, zoals deze is vastgesteld door het algemeen bestuur.
1. De vertrouwenscommissie bestaat uit vijf leden. De samenstelling van de vertrouwenscommissie is als volgt:
twee leden uit de fracties: Water Natuurlijk, PvdA, CU, DOP;
twee leden uit de fracties: LTO, bedrijven, Werk aan water, VVD en Bosschap;
één lid uit de fractie: CDA.
2. De vertrouwenscommissie wijst uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.
3. De vertrouwenscommissie kent geen plaatsvervangende leden.
4. De vertrouwenscommissie kan gebruik maken van externe deskundige ondersteuning.
1. De vertrouwenscommissie wordt in haar werkzaamheden bijgestaan door de secretaris-directeur.
2. De secretaris-directeur is adviseur van de vertrouwenscommissie.
3. De secretaris-directeur draagt zorg voor de ambtelijke ondersteuning van de vertrouwenscommissie.
1. De vergaderingen van de vertrouwenscommissie zijn besloten.
2. De vertrouwenscommissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee leden dit noodzakelijk achten.
3. Van iedere vergadering wordt door de secretaris-directeur tenminste twee dagen tevoren aankondiging gedaan aan de leden van de vertrouwenscommissie.
4. De vertrouwenscommissie vergadert niet als niet ten minste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.
5. Besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen, waarbij ieder lid van de commissie één stem heeft. Indien de stemmen staken , is de stem van de voorzitter van de vertrouwenscommissie doorslaggevend.
6. Van de vergaderingen wordt een bondige weergave opgesteld, die niet openbaar wordt gemaakt.
1. De leden van de vertrouwenscommissie hebben geheimhoudingsplicht.
2. De vertrouwenscommissie legt in elke vergadering, met toepassing van artikel 37 van de Waterschapswet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken, de identiteit van kandidaten en het verhandelde ter vergadering.
3. De vertrouwenscommissie en haar leden verstrekken geen inzage in de stukken, noch informatie over de stukken, de identiteit van kandidaten, en over het verhandelde in haar vergadering, noch aan leden van het algemeen bestuur die geen zitting hebben in de vertrouwenscommissie, noch aan anderen
4. In de besloten vergadering van het algemeen bestuur, waarin over de aanbeveling wordt besloten, kan de aanbeveling worden toegelicht door de voorzitter van de vertrouwenscommissie.
5. Deze geheimhouding geldt zowel tijdens het bestaan van de vertrouwenscommissie als na de ontbinding van de vertrouwenscommissie.
6. De leden 2 tot en met 5 zijn van overeenkomstige toepassing op:
de persoon die de externe deskundige ondersteuning levert als bedoeld in artikel 2, lid 4;
de secretaris-directeur;
de ambtelijke ondersteuning bedoeld in artikel 3, lid 3.
1. De vertrouwenscommissie brengt over haar oordeel schriftelijk en vertrouwelijk verslag uit aan het algemeen bestuur. Dit verslag wordt voorzien van een conceptaanbeveling.
2. De vertrouwenscommissie streeft naar unanimiteit bij de besluitvorming.
3. Het gevoel van de minderheid wordt desgewenst in het verslag gemeld.
1. De vertrouwenscommissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgend op die waarop aan het algemeen bestuur is bekend gemaakt dat in de benoeming van de dijkgraaf is voorzien.
2. De voorzitter van de vertrouwenscommissie en de secretaris-directeur dragen er zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in het eerste lid alle archiefbescheiden die de commissie heeft opgemaakt onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als ‘geheim' worden overgebracht naar een krachtens de wet door het algemeen bestuur aangewezen archiefbewaarplaats.
3. Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid, sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.
4. De overlegde stukken van kandidaten worden onmiddellijk aan hen geretourneerd.
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de vertrouwenscommissie.
De Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming dijkgraaf Velt en Vecht, zoals vastgesteld op 22 maart 2005, met kenmerk 1354u/SG/pd/2005, wordt ingetrokken.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na haar vaststelling.
Dit besluit kan worden aangehaald als Verordening vertrouwenscommissie benoeming dijkgraaf Velt en Vecht 2011.