Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Velt en Vecht

Besluit mandaat, volmacht en machtiging 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Velt en Vecht
Officiële naam regelingBesluit mandaat, volmacht en machtiging 2007
CiteertitelBesluit mandaat, volmacht en machtiging 2007
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: De zuidoosthoeker, 6-11-2007 Krant van Hoogeveen, 6-11-2007 De Toren, 7-11-2007

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Waterschapswet, 95
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 10:3, art. 10:12

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-11-200724-03-2010nieuwe regeling

25-09-2007

De zuidoosthoeker, 6-11-2007 Krant van Hoogeveen, 6-11-2007 De Toren, 7-11-2007

4441/SG/pd/2007

Tekst van de regeling

Inhoud

Begripsbepalingen
Artikel 1
  • Dit besluit verstaat onder:

  • a. mandaat: de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur besluiten als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht te nemen;

  • b. volmacht: de bevoegdheid om namens het dagelijks bestuur privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • c. machtiging: de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur andere hande-lingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten.

Algemene bepalingen
Artikel 2

De gemandateerde, gevolmachtigde en gemachtigde nemen bij het uitvoeren van het mandaat, de volmacht of de machtiging de instructies in acht die worden gegeven door het dagelijks bestuur.

Artikel 3

De gemandateerde, gevolmachtigde en gemachtigde rapporteren aan het dagelijks bestuur over de uitoefening van bevoegdheden op grond van dit besluit zoveel als dit, gelet op de aard en inhoud van de betreffende aangelegenheid waarvoor de bevoegdheid wordt uitgeoefend, noodzakelijk is.

Mandaat, volmacht en machtiging
Artikel 4
  • 1. Het dagelijks bestuur verleent mandaat in die zaken en aan die medewerkers van het waterschap die zijn weergegeven in de als bijlage 1 opgenomen mandateringslijst.

  • 2. In geval van afwezigheid van de in bijlage 1 weergegeven medewerkers wordt mandaat verleend aan de in de bijlage 1 weergegeven plaatsvervangers.

Artikel 5

Het dagelijks bestuur verleent volmacht in die zaken en aan die medewerkers van het waterschap die zijn weergegeven in de als bijlage 2 opgenomen volmachtlijst.

Artikel 6

Het dagelijks bestuur machtigt de hieronder weergegeven medewerkers van het waterschap tot vertegenwoordiging van zijn college ter hoorzitting of terechtzitting met betrekking tot bestuursrechtelijke procedures, in alle instanties zowel eisend als verwerend:

  • manager stafgroep - mr. drs. P. Donker - alle procedures

  • juridisch adviseur - mr. H.J Steen - alle procedures

  • personeelsconsulent - J. Heukers - Procedures inzake rechtspositionele besluiten/Procedures inzake beslissingen externe instanties werknemers-verzekeringen, loonbelasting zaken en overige werknemers-aangelegenheden

  • personeelsconsulent - T. Kruize - Procedures inzake rechtspositionele besluiten/Procedures inzake beslissingen externe instanties werknemers-verzekeringen, loonbelasting zaken en overige werknemers-aangelegenheden

  • HRM-adviseur - drs. M. Pots - Procedures inzake rechtspositionele besluiten/Procedures inzake beslissingen externe instanties werknemers-verzekeringen, loonbelasting zaken en overige werknemers-aangelegenheden

Artikel 7

Het dagelijks bestuur machtigt de secretaris-directeur, de sectordirecteuren en de afdelingsmanagers, ieder voor zich, voor het afdoen van aangelegenheden die behoren tot zijn werkterrein en die naar hun aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij behoren te worden afgedaan door het dagelijks bestuur.

Artikel 8

De gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde ondertekent het genomen besluit als volgt:

Hoogachtend,

namens het dagelijks bestuur van het waterschap Velt en Vecht,

(naam en functie van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde)

Instemming
Artikel 9

Het dagelijks bestuur stemt er mee in dat de dijkgraaf de hieronder weergegeven medewerkers machtigt tot vertegenwoordiging van het waterschap in civielrechte-lijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke procedures, in alle instanties zowel eisend als verwerend:

  • manager stafgroep - mr. drs. P. Donker - alle procedures

  • juridisch adviseur - mr. H.J Steen - alle procedures

  • personeelsconsulent - J. Heukers - Procedures inzake rechtspositionele besluiten/Procedures inzake beslissingen externe instanties werknemers-verzekeringen, loonbelasting zaken en overige werknemers-aangelegenheden

  • personeelsconsulent - T. Kruize - Procedures inzake rechtspositionele besluiten/Procedures inzake beslissingen externe instanties werknemers-verzekeringen, loonbelasting zaken en overige werknemers-aangelegenheden

  • HRM-adviseur - drs. M. Pots - Procedures inzake rechtspositionele besluiten/Procedures inzake beslissingen externe instanties werknemers-verzekeringen, loonbelasting zaken en overige werknemers-aangelegenheden

Artikel 10
  • 1. Het dagelijks bestuur stemt er mee in dat de dijkgraaf de medewerkers aan wie overeenkomstig artikel 7 volmacht is verleend machtigt tot vertegenwoordiging van het waterschap bij het gebruik van de volmacht.

  • 2. Het dagelijks bestuur stemt er mee in dat de dijkgraaf de medewerker grond-eigendommen machtigt tot het vertegenwoordigen van het waterschap bij het transport van notariële akten.

Slotbepalingen
Artikel 12

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging waterschap Velt en Vecht 2003, zoals is vastgesteld op 3 december 2003, met kenmerk 1360/SG/pd/2003, wordt ingetrokken.

Artikel 13

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking.

Artikel 14

Dit besluit wordt aangehaald als Besluit mandaat, volmacht en machtiging 2007.

Toelichting

Algemene toelichting

Dit besluit bevat een regeling over mandaat, volmacht en machtiging. In het dagelijks spraakgebruik wordt tussen deze drie zaken doorgaans geen onderscheid gemaakt. Toch is er juridisch gezien wel degelijk een onderscheid.

Mandaat

Onder mandaat wordt ingevolge artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) verstaan de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen.

Een besluit is ingevolge artikel 1:3 van de Awb een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Van een publiek-rechtelijke rechtshandeling is sprake indien een bestuursorgaan een bevoegdheid uitoefent van publiekrechtelijke aard. Een beslissing is van publiekrechtelijke aard indien zij is gebaseerd op een wettelijke voorschrift en strekt tot uitvoering van een wettelijke taak. Voorbeelden van publiekrechtelijke handelingen zijn het verlenen van vergunningen of ontheffingen, het nemen van dwangsombeschikkingen of beschikkingen bestuursdwang, het verlenen van subsidies, maar ook het vaststellen van verordeningen of beleidsregels.

Volmacht

Volmacht heeft betrekking op privaatrechtelijke rechtshandelingen. In het algemeen is bij privaatrechtelijke rechtshandelingen het Burgerlijk Wetboek (BW) van toepassing. Voorbeelden van privaatrechtelijke handelingen zijn het sluiten van een overeen-komst (contract), het transport van een notariële akte, het vestigen van een zakelijk recht, het aanbesteden van een werk, het kopen van een computer.

Bedacht moet worden dat het gaat om gevallen waarin het waterschap als (publiek-rechtelijke) rechtspersoon volgens het privaatrecht deelneemt aan het maatschap-pelijk verkeer, zoals ieder ander natuurlijke of rechtspersoon.

Voor het verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling is het nodig dat een persoon van vlees en bloed voor de rechtspersoon (een juridische fictie) optreedt. De gevolmachtigde handelt niet namens een bestuursorgaan (dagelijks bestuur), zoals bij mandaat, maar namens de (publiekrechtelijke) rechtspersoon waterschap Velt en Vecht.

Machtiging

De machtiging heeft betrekking op andere handelingen dan een publiekrechtelijke handelingen (een besluit) of een privaatrechtelijke rechtshandeling. Het betreft feitelijke handelingen niet gericht op enig rechtsgevolg. Voorbeelden zijn het opmaken en verzenden van schriftelijke stukken (correspondentie), het in ontvangst nemen of uitreiken van stukken, het deelnemen aan een overleg, het horen en het doen van mededelingen. Onder machtiging wordt ook verstaan de bevoegdheid tot vertegenwoordiging in rechte.

Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1

In dit artikel worden de begrippen mandaat, volmacht en machtiging omschreven. Voor de begrippen mandaat en volmacht is aangesloten bij de omschrijving in artikelen 10:1 Awb respectievelijk 3:60 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 2 en 3

Artikel 10:6, eerste lid, van de Awb maakt het mogelijk dat de mandaatgever aan de gemandateerde instructies geeft ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid. Van deze mogelijkheid is in dit besluit in bepaalde gevallen gebruik gemaakt. Daarnaast kan de mandaatgever ook aan de hand van later vastgestelde beleidsregels instructies geven.

Artikel 10:6, tweede lid, van de Awb bepaalt dat de gemandateerde aan de mandaat-gever op diens verzoek inlichtingen verschaft over de uitoefening van de bevoegd-heid. In artikel 3 is dit geregeld. Gelet op artikel 10:12 van de Awb is het boven-staande ook van toepassing op de verleende volmachten en machtigingen.

Artikel 4

Op grond van artikel 10:3 van de Awb kan een bestuursorgaan mandaat verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet.

De gevallen waarin het dagelijks bestuur mandaat verleent, zijn te vinden in de bij dit besluit behorende mandateringslijst (bijlage 1).

Het dagelijks bestuur blijft overigens bevoegd de gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen (artikel 10:7 Awb).

Rechtspositionele besluiten

Op grond van artikel 82 van de Waterschapswet regelt het algemeen bestuur de bezoldiging van de ambtenaren van het waterschap. Door het algemeen bestuur is de Sectorale Arbeidsvoorwaardenregeling Waterschapspersoneel (SAW) vastgesteld. In de SAW worden bevoegdheden met betrekking tot rechtspositionele besluiten gedele-geerd aan het dagelijks bestuur.

Aangezien binnen het waterschap besloten is een scheiding aan te brengen tussen het bestuurlijk segment en het ambtelijk segment, past het in het licht van die beslissing de bevoegdheid tot het nemen van rechtspositionele besluiten te mandateren aan de secretaris-directeur en de sectordirecteuren.

Verlenen, weigeren, wijzigen, intrekken of niet in behandeling nemen van vergunningen of ontheffingen

Op grond van verschillende wetten en verordeningen is het dagelijks bestuur bevoegd vergunningen en ontheffingen te verlenen. Daarnaast worden gedoogbeschikkingen afgegeven. Vanuit het oogpunt van doelmatigheid worden deze bevoegdheden gemandateerd aan de sectordirecteur Watersysteem & Waterzuivering.

Subsidies

Op grond van de bijdrageregelingen voor het rioleringsbeleid is het dagelijks bestuur bevoegd tot het verlenen van bijdragen. Op grond van de Bijdrageregelingen kan deze bevoegdheid worden gemandateerd. Van deze bevoegdheid is gebruik gemaakt.

De sectordirecteur Watersysteem & Waterzuivering is bevoegd tot het nemen van besluiten met betrekking tot het verlenen van bijdragen voor planvorming. Het verlenen van bijdragen voor concrete maatregelen blijft voorbehouden aan het dagelijks bestuur.

Besluiten ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling

Formeel gaat aan iedere privaatrechtelijke rechtshandeling een publiekrechtelijk (voorbereidings)besluit vooraf (denk aan artikel 8:3 van de Awb). In artikel 5 van dit besluit wordt volmacht verleend aan medewerkers van het waterschap tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen.

Door het verlenen van mandaat tot het nemen van het benodigde besluit ter voorbe-reiding van de privaatrechtelijke rechtshandeling, komen alle beslissingen in één hand te liggen, namelijk die van de betreffende medewerker.

Het mandaat is beperkt voor zover er in de exploitatiebegroting budget beschikbaar is. Ingeval van een investering wordt geen mandaat verleend. Het bestuur van het waterschap neemt dan een besluit tot het beschikbaar stellen van een krediet (zie ook de toelichting bij artikel 5).

Ondermandaat

Op grond van artikel 10:9 van de Awb kan de mandaatgever toestaan dat door de gemandateerde ondermandaat wordt verleend. In dit besluit is van die mogelijkheid gebruik gemaakt.

In geval van afwezigheid van de gemandateerde wordt ondermandaat verleend aan zijn plaatsvervanger, zoals weergegeven in bijlage 1. Vervanging vindt daarbij in horizontale zin plaats: bij afwezigheid van een sectordirecteur wordt ondermandaat verleend aan zijn collega-sectordirecteur.

Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat geen mandaat wordt verleend voor het nemen besluiten tot:

  • het vaststellen van beleidsregels;

  • bestuursrechtelijke sancties als het toepassen van bestuursdwang, het opleggen van een dwangsom of het intrekken van een vergunning, ontheffing of gedoog-beschikking vanwege het niet naleven van voorschriften;

  • het weigeren van vergunningen of ontheffingen.

Artikel 5

Op grond van artikel 3:60 van het BW kan het dagelijks bestuur de bevoegdheid tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen door middel van een volmacht aan een ander verlenen.

De gevallen waarin het dagelijks bestuur volmacht verleent, zijn te vinden in de bij dit besluit behorende volmachtlijst (bijlage 2).

De volmachtgever blijft bevoegd de gevolmachtigde bevoegdheid zelf uit te oefenen.

Met betrekking tot het gebruik van de volmacht voor het aangaan van financiële verplichtingen wordt in de Regeling organisatie van het financieel beheer aange-geven aan wie onder welke omstandigheden ondervolmacht (substitutie) kan worden verleend.

Financiële bevoegdheden

Met betrekking tot het beschikbare budget bij het aangaan van een financiële verplichting wordt een onderscheid gemaakt tussen exploitatie en investeringen.

Exploitatie

Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het voeren van het dagelijks beheer over de financiën en zaken die bij het waterschap in eigendom, beheer of onderhoud zijn, binnen het totaal van de begroting. Daarnaast is het dagelijks bestuur bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten betreffende het dagelijks beheer in het kader van de taken van het waterschap.

Met het vaststellen van de productbegroting is de budgethouder gerechtigd het exploitatiebudget te besteden. In dit besluit wordt mandaat (artikel 4) en volmacht verleend (artikel 5) voor respectievelijk het nemen van het besluit ter voorbereiding van de privaatrechtelijke rechtshandeling en het uitvoeren van de privaatrechtelijke rechtshandeling.

Investering

Voor die onderwerpen waarvoor het dagelijks bestuur niet bevoegd is tot het ver-richten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (dus niet zijnde het dagelijks beheer), is het algemeen bestuur bevoegd.

Voor investeringen is dan een aparte kredietaanvraag nodig. De bevoegdheden tot het verstrekken van kredieten voor investeringen zijn vastgelegd in het Delegatie-besluit 2004 en het onderhavige besluit. Is het krediet verstrekt, dan geldt weer dat, via de volmachtlijst en de Regeling organisatie van het financieel beheer, het ver-strekte krediet kan worden besteed door de budgethouder. Met het verlenen van het krediet wordt tegelijkertijd volmacht verleend voor het uitvoeren van de privaat-rechtelijke rechtshandeling. Het besluit ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling is onderdeel van het besluit tot het verlenen van het krediet.

Voor wat betreft de verdeling van bevoegdheden tot het verstrekken van kredieten is onderscheid gemaakt tussen investeringsbesluiten in het kader van de uitoefening van de (openbare) waterschapstaken en investeringsbesluiten in het kader van bedrijfsvoerende activiteiten.

Het algemeen bestuur heeft vervolgens aan het dagelijks bestuur de bevoegdheid gedelegeerd tot het nemen van:

  • investeringsbesluiten tot een bedrag van Þ 50.000 voor de uitoefening van de taken van het waterschap;

  • alle investeringsbesluiten te nemen in het kader van de bedrijfsvoerende activiteiten.

Het dagelijks bestuur stelt na het vaststellen van de productbegroting door het algemeen bestuur een investeringsbegroting vast voor de bedrijfsvoerende activiteiten. Op basis van deze investeringsbegroting is het dagelijks bestuur bevoegd tot het doen van af- en overschrijvingen van begrotingsbedragen binnen het totale budget van deze begroting en is iedere sectordirecteur voor wat betreft zijn sector afzonderlijk bevoegd tot het doen van af- en overschrijvingen van begrotingsbe-dragen binnen het totale budget van de in de investeringsbegroting aangegeven categorieën.

Artikel 6

Procedures voor de bestuursrechter hebben betrekking op besluiten (en aan besluiten gelijkgestelde rechtshandelingen) van bestuursorganen. Niet het waterschap, maar het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen is dan ook partij in een bestuurs­rechtelijke procedure. Dit betekent dat voor de vertegenwoordiging van het dagelijks bestuur ter terechtzitting een machtiging noodzakelijk is. In dit artikel draagt het dagelijks bestuur zijn vertegenwoordiging in bestuursrechtelijke procedures op aan een aantal medewerkers van het waterschap.

Artikel 7

In deze artikelen wordt machtiging verleend voor andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling.

In het algemene deel van de toelichting is reeds aangegeven wat onder deze andere handelingen moet worden verstaan. Het betreft met name het ondertekenen van correspondentie, niet zijnde besluiten.

Als voorbeelden van aangelegenheden waarvan de aard of de inhoud zich verzet tegen het gebruik van de volmacht moet worden gedacht aan beslissingen die belangrijke bestuurlijke en maatschappelijke gevolgen kunnen hebben en waarvan het duidelijk is dat het dagelijks bestuur hierover dient te beslissen.

Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat stukken gericht aan het algemeen bestuur altijd aan het algemeen bestuur worden voorgelegd met een advies over de wijze waarop de stukken worden afgedaan. Dit laatste betekent concreet dat voorgesteld kan worden dat het dagelijks bestuur de stukken namens het algemeen bestuur afdoet of dat in het advies een conceptantwoord wordt voorgesteld.

Artikel 8

Dit artikel schrijft voor hoe de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde uitgaande stukken ondertekent. Voor wat betreft het verlenen van mandaat wordt hierbij voldaan aan het gestelde in artikel 10:10 Awb.

Artikel 9 en 10

Artikel 95 van de Waterschapswet (Wsw) luidt: "De voorzitter vertegenwoordigt het waterschap in en buiten rechte. Hij kan met instemming van het dagelijks bestuur de vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon."

De vertegenwoordiging door de voorzitter, waarover het in artikel 95 van de Wsw gaat, heeft in eerste instantie betrekking op gevallen waarin het waterschap als (publiekrechtelijke) rechtspersoon privaatrechtelijke rechtshandelingen verricht. Ook het vertegenwoordigen van het waterschap in civielrechtelijke, bestuursrechtelijke of strafrechtelijke procedures (de ‘vertegenwoordiging in rechte') valt hieronder.

Bij dit laatste moet wel een onderscheid worden gemaakt tussen het bestuursorgaan dat bevoegd is namens het waterschap als rechtspersoon te beslissen dat een gerech-telijke procedure wordt aangegaan (artikel 86 van de Wsw) en de voorzitter die namens het waterschap optreedt. 

Artikel 95 van de Waterschapswet verleent de voorzitter niet de bevoegdheid om het algemeen of dagelijks bestuur van het waterschap te vertegenwoordigen in die gevallen waarin deze bestuursorganen als partij optreden in een bestuursrechtelijke procedure.

Het bestuursorgaan is dan zelf partij en machtigt zelf de personen die haar vertegen-woordigen (zie artikel 6).

In artikel 10 draagt de dijkgraaf de vertegenwoordiging van het waterschap in civiel­rechtelijke, bestuursrechtelijke of strafrechtelijke procedures, voor zover er geen sprake is van verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat of procureur, op aan een aantal medewerkers van het waterschap. Het dagelijks bestuur stemt tegelijkertijd in met deze machtiging.

De vertegenwoordigingsbevoegdheid van de voorzitter houdt niet in dat de voorzitter beslissingsbevoegd is inzake privaatrechtelijke rechtshandelingen. Het daartoe be­voegde bestuursorgaan neemt het besluit tot het verrichten van de privaatrechtelijke rechtshandeling (voorbereidingsbesluit) en de voorzitter geeft uitvoering aan dit besluit.

In artikel 4 is reeds mandaat verleend voor het nemen van het besluit ter voorbe­reiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling.

In artikel 5 zijn de volmachten verleend voor het uitvoeren van de privaatrechtelijke rechtshandeling. Artikel 11 vormt nu het sluitstuk. De dijkgraaf machtigt de gevol­machtigden tot vertegenwoordiging van het waterschap bij het uitoefenen van hun volmacht.

     Zie ook ABRS 8 juni 2000, Gst. 2000, 7124.