Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Groot Salland

Subsidieverordening Watererfgoed Waterschap Groot Salland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Groot Salland
Officiële naam regelingSubsidieverordening Watererfgoed Waterschap Groot Salland
CiteertitelSubsidieverordening Watererfgoed Waterschap Groot Salland
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 29-4-2010

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: De Stentor 10 mei 2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Waterschapswet, 78 lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-201012-01-2016nieuwe regeling

29-04-2010

De Stentor 10 mei 2010

SBJ\2009-12483.aw

Tekst van de regeling

Aanhef

SBJ\2009-12483.AW                                                                              

HET BESTUUR VAN HET WATERSCHAP GROOT SALLAND

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 10 december 2009

gelet op artikel 78 lid 1 van Waterschapswet;

overwegende dat:

-        op 18 december 2008 het Rapport " Zorg voor watererfgoed Waterschap Groot Salland" is vastgesteld;

-        het Waterschap Groot Salland zorgvuldig wil omgaan met het watererfgoed in haar werkgebied om zo cultuurhistorisch erfgoed dat het "verhaal" van het

         waterschap vertelt, niet verloren te laten gaan.;

-        het waterschap hiermee een zorgvuldige invulling wil geven aan een maatschappelijke verantwoordelijkheid die verder reikt dan alleen de zorg voor

         droge voeten en schoon oppervlaktewater;

BESLUIT

vast te stellen de Subsidieverordening Watererfgoed van het Waterschap Groot Salland.

Hoofdstuk 1

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 - Begripsbepalingen

  • Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. waterschap: het Waterschap Groot Salland;

  • b. het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het Waterschap Groot Salland;

  • c. het rapport: het rapport Zorg voor watererfgoed Waterschap Groot Salland zoals dat op 18 december 2008 is vastgesteld;

  • d. watererfgoedelement: cultuurhistorisch watererfgoed gelegen binnen het werkgebied van het Waterschap Groot Salland ;

  • e. de wet: de Algemene Wet bestuursrecht;

  • f. de aanvraag: de subsidieaanvraag.

Artikel 2 – Bevoegdheid

  • Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het verstrekken van subsidie als bedoeld in deze verordening.

Artikel 3 - Toepassingsbereik

  • 1. Deze verordening ziet slechts toe op de watererfgoedelementen die volgens het rapport in de categorie "kans" vallen.

  • 2. De watererfgoedelementen, zoals in lid 1 omschreven, kunnen in aanmerking komen voor subsidiëring op grond van deze verordening. De volgende criteria, genoemd in het rapport, zijn daarbij onder meer, maar niet uitsluitend, van belang:

    • a.

      het element heeft (cultuurhistorische) waarde;

    • b.

      meerdere partijen investeren mee;

    • c.

      het waterschap kan zich ermee profileren;

    • d.

      subsidiëring levert goodwill op voor het waterschap.

Artikel 4 – Subsidieplafond

  • 1. Het Waterschap Groot Salland stelt per kalenderjaar een bedrag van € 40.000 vast voor cofinanciering aan watererfgoedprojecten van derden.

  • 2. De subsidie bedraagt maximaal € 20.000,- per subsidieontvanger per kalenderjaar.

  • 3. De verdeling van de subsidiegelden vindt plaats in de volgorde van ontvangst van de aanvragen. Alleen volledig ingediende subsidieaanvragen worden in de hierboven genoemde volgorde opgenomen.

  • 4. Het dagelijks bestuur is bevoegd beleidsregels op te stellen voor het beschikken op subsidieaanvragen op grond van deze verordening.

Hoofdstuk 2

HOOFDSTUK 2 - DE AANVRAAG

Artikel 5 - Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor subsidieverlening dient gemotiveerd en onderbouwd te worden ingediend bij het dagelijks bestuur van het Waterschap.

  • 2. Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend tenminste dertien weken voordat met de uitvoering van de activiteiten een begin wordt gemaakt, tenzij het dagelijks bestuur een andere termijn heeft aangegeven. Het dagelijks bestuur kan besluiten aanvragen die buiten de in de vorige volzin bedoelde termijn zijn ingediend, niet te behandelen.

  • 3. De aanvrager dient voor de subsidieaanvraag het aanvraagformulier volledig in te vullen dat voor deze verordening is vastgesteld. Daarnaast dient de aanvrager de hierna genoemde onderwerpen sub a tot en met c te benoemen en waarnodig te motiveren.

    • a.

      het watererfgoedelement waarop de activiteiten zijn gericht;

    • b.

      een beschrijving van de aard en omvang van de beoogde activiteiten met betrekking tot het watererfgoedelement.

    • c.

      een begroting van de aan die activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven van de aanvrager voorzien van een toelichting.

  • 4. Indien voor hetzelfde watererfgoedelement tevens subsidie is of zal worden aangevraagd en/of ontvangen bij een of meer andere bestuursorganen, doet de aanvrager daarvan mededeling in de aanvraag.

Artikel 6 – Wijzigen aanvraag

  • Indien zich wijzigingen voordoen ten opzichte van de ingediende aanvraag, dienen deze wijzigingen binnen een maand schriftelijk aan het waterschap te worden gemeld.

Artikel 7 – Aanvrager

  • 1. Subsidieverstrekking vindt plaats aan rechtspersonen. Rechtspersonen met een op het maken van winst gerichte doelstelling komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 2. Subsidie wordt niet verstrekt aan rechtspersonen waarvan het doel of de werkzaamheid in strijd is met fundamentele rechtsbeginselen.

Hoofdstuk 3

HOOFDSTUK 3 - DE BESLISSING OP DE AANVRAAG

Artikel 8 – Beslissing op de aanvraag tot subsidieverlening

  • 1. Het dagelijks bestuur zendt de aanvrager zo spoedig mogelijk na ontvangst van de subsidieaanvraag een ontvangstbevestiging, met daarin vermeld de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Het dagelijks bestuur beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste acht weken worden verdaagd.

  • 3. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt het uit te keren subsidiebedrag, een omschrijving van de activiteiten en aanvullende voorwaarden waarvoor subsidie wordt verleend.

Artikel 9 – Verzoek subsidievaststelling

  • 1. Subsidievaststelling vindt plaats op verzoek van de subsidieontvanger.

  • 2. De subsidieontvanger dient binnen zes maanden na afloop van de activiteiten of uitvoering van werkzaamheden een aanvraag tot vaststelling van subsidie in, tenzij het dagelijks bestuur bij de verlening een andere termijn heeft aangegeven.

  • 3. De aanvraag gaat vergezeld van een financieel verslag en een activiteitenverslag. Het activiteitenverslag beschrijft de aard en omvang van de activiteiten of werkzaamheden waarvoor subsidie werd verleend en bevat een vergelijking tussen de nagestreefde en gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de verschillen.

  • 4. Subsidievaststelling vindt niet eerder plaats dan nadat het dagelijks bestuur heeft vastgesteld dat de in de aanvraag genoemde werkzaamheden volledig zijn uitgevoerd.

  • 5. Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven waarin een bedrag is vermeld waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, wordt zij vastgesteld op basis van de werkelijke kosten en baten van de activiteiten waarvoor zij is verleend met inachtneming van genoemd maximum.

Artikel 10 – Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. Het dagelijks bestuur kan de subsidieontvanger andere verplichtingen opleggen dan bedoeld in artikel 4:37 van de wet, die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 2. De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie, dat de voor subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen, alsmede de betalingen en de ontvangsten kunnen worden nagegaan door of namens het dagelijks bestuur.

  • 3. De subsidieontvanger verleent aan het dagelijks bestuur, dan wel aan de door dit bestuur aangewezen ambtenaren of deskundigen, inzage in de administratie indien dit naar het oordeel van het dagelijks bestuur nodig is voor de beoordeling van de besteding van de verstrekte subsidie.

Artikel 11 – Intrekking en wijziging

  • 1. Het dagelijks bestuur kan, in aanvulling op de wet, de beschikking tot subsidieverlening intrekken of wijzigen indien met de activiteiten waarvoor subsidie is verleend geen begin is gemaakt uiterlijk zes maanden na verstrekking van de subsidie.

  • 2. Het dagelijks bestuur trekt in ieder geval de beschikking tot subsidieverlening in, indien er binnen drie jaar na het verlenen van deze beschikking geen verzoek tot subsidievaststelling is ingediend.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan op verzoek ontheffing verlenen van de in het eerste en tweede lid vermelde termijn.

Artikel 12 – Controle en betaling

  • 1. Betaling van het vastgestelde subsidiebedrag vindt plaats binnen zes weken na de subsidievaststelling.

  • 2. De betaling vindt niet in termijnen plaats.

  • 3. Het dagelijks bestuur verleent geen voorschotten op verleende subsidies.

Hoofdstuk 4

HOOFDSTUK 4 - OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 13 - Hardheidsclausule

  • 1. Het dagelijks bestuur kan van deze verordening afwijken, indien de toepassing in een individueel geval leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 14 - Inwerkingtreding en duur

  • Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2010.

Artikel 15 - Citeertitel

  • Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening Watererfgoed Waterschap Groot Salland’.

Toelichting

TOELICHTING BIJ SUBSIDIEVERORDENING WATERERFGOED WATERSCHAP GROOT SALLAND

Algemeen

Op 18 december 2008 is het rapport "Zorg voor watererfgoed Waterschap Groot Salland" verschenen. Uit een inventarisatie is gebleken dat het waterschap Groot Salland bijna 100 watererfgoedelementen in haar werkgebied heeft liggen. Het waterschap wil hier zorgvuldig mee omgaan.

De erfgoedelementen zijn onderverdeeld in vijf categorieën. Erfgoedelementen in de categorie kans kunnen op grond van genoemd rapport, vanwege hun hoge waarde en goede kansen voor profilering van het waterschap, in aanmerking komen voor subsidiëring. Ingevolge art. 4:23 AwB dient een subsidie op grond van een wettelijk voorschrift (in dit geval een verordening) te worden verstrekt. De onderhavige verordening voorziet dan ook in de wettelijke basis voor subsidieverstrekking voor de categorie kans.

De AwB verplicht het bestuur tot een periodieke evaluatie van en rapportage over de doeltreffendheid en effecten van de op een wettelijk voorschrift berustende subsidies. Deze periodieke evaluatie dient minimaal één keer in de vijf jaar te worden uitgevoerd.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

De bevoegdheid tot subsidieverstrekking komt volgens de waterschapswet toe aan het algemeen bestuur. Deze bepaling regelt de bevoegdheidsoverdracht van het algemeen bestuur aan het dagelijks bestuur.  

Artikel 4

Lid 3

De verordening gaat uit van het systeem "wie het eerst komt…." en "op=op". Bij het waterschap worden het hele jaar door subsidieverzoeken ingediend. Hierdoor is het niet mogelijk een prioriteitsvolgorde naar aard of soort in de subsidieverzoeken aan te brengen.

Artikel 8

In het kader van de rechtszekerheid dient het dagelijks bestuur in het verleningsbesluit de criteria voor het daadwerkelijk ontvangen van de subsidie helder en duidelijk te formuleren. Bijvoorbeeld, de einddatum van het project en welke werkzaamheden zijn afgerond.

Artikel 9

Lid 5

Uitgangspunt is dat subsidies die tot een bepaald maximum zijn verleend, altijd worden vastgesteld op basis van de werkelijke kosten. Aan de betreffende activiteit verbonden inkomsten worden dus, ook als daarmee in de aanvraag of de verlening niet uitdrukkelijk rekening is gehouden, in principe altijd afgetrokken.

Is subsidie niet tot een bepaald maximum verleend, dan zijn de mogelijkheden tot vaststelling van de subsidie op een lager bedrag dan het verleende bedrag beperkt. Art. 4:46 AwB somt limitatief op onder welke omstandigheden vaststelling op een lager bedrag mogelijk is. Daartoe behoort niet de situatie dat de subsidieontvanger de activiteit heeft gerealiseerd tegen lagere kosten en/of met een hogere opbrengst dan begroot. Het verschil tussen het batig saldo van de activiteit en de verleende subsidie kan in dat geval niet worden teruggehaald. Bij niet tot een maximum verleende subsidies is het dan ook belangrijk dat de aanvraag met bijbehorende stukken nauwkeurig wordt getoetst.

Artikel 10

Lid 1

De wet somt in art. 4:37 AwB een aantal verplichtingen op die in de vorm van een voorschrift aan de subsidiebeschikking kunnen worden verbonden, bijvoorbeeld publiciteitsvoorschriften. In dit lid wordt – op de voet van art. 4:38 AwB – geregeld dat ook andere dan de opgesomde verplichtingen aan de subsidie kunnen worden verbonden. Voorwaarde is wel dat de verplichtingen moeten strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.