| Overheidsorganisatie | Waterschap Velt en Vecht |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Bezoldigingsverordening Velt en Vecht |
| Citeertitel | Bezoldigingsverordening Velt en Vecht |
| Vastgesteld door | algemeen bestuur |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp | bestuur – waterschappen |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 3-2-2009
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: De Zuidoosthoeker, 24-02-2009 Krant van Hoogeveen, 24-02-2009 De Toren, 25-02-2009
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 04-03-2009 | 08-01-2009 | 07-08-2014 | nieuwe regeling | 03-02-2009 De Zuidoosthoeker, 24-02-2009 Krant van Hoogeveen, 24-02-2009 De Toren, 25-02-2009 | 0319u/SG/hs/2009 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Waterschapsbesluit: Besluit van 29 november 2007 houdende regels met betrekking tot waterschappen, Stb. 497;
waterschap: waterschap Velt en Vecht;
lid van het algemeen bestuur: lid van het algemeen bestuur van het water-schap Velt en Vecht, dat niet tevens lid is van het dagelijks bestuur;
lid van het dagelijks bestuur: lid van het dagelijks bestuur van het waterschap Velt en Vecht, dat niet tevens voorzitter is van het waterschap;
dijkgraaf: de voorzitter van het waterschap Velt en Vecht.
Leden van het algemeen bestuur ontvangen een vergoeding zoals bedoeld in artikel 3.2 van het Waterschapsbesluit.
Leden van het dagelijks bestuur ontvangen een bezoldiging van 50% van het maximum van de salarisschaal voor wethouders in gemeenten met 60.001 tot en met 100.000 inwoners als bedoeld in artikel 3, eerste lid van het Rechtspositie-besluit wethouders.
1. De dijkgraaf ontvangt de bezoldiging zoals bedoeld in artikel 3.24 van het Waterschapsbesluit.
2. De dijkgraaf ontvangt een ambtstoelage van 6,25% van de schaal zoals bedoeld in artikel 3.26 van het Waterschapsbesluit.
De uitbetaling van de vergoedingen en bezoldiging vindt plaats in maandelijkse termijnen.
1. Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 8 januari 2009.
2. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Bezoldigingsverordening Velt en Vecht’.
De Waterschapswet is onlangs ingrijpend gewijzigd in het kader van de modernisering van het waterschapsbestel. De nieuwe Waterschapswet kent ook een nieuwe uitvoeringsregeling: het Waterschapsbesluit. De rechtspositie van waterschapsbestuurders vind haar grondslag in de Waterschapswet en is nader uitgewerkt in dit Waterschapsbesluit, per 8 januari 2008.
Met ingang van 8 januari 2009 zijn de regels met betrekking tot de bezoldiging gewijzigd. Deze veranderingen zijn het resultaat van de arbeidsvoorwaarden-gesprekken tussen de vertegenwoordigers van de voorzitters en leden van de algemene en dagelijkse besturen van de waterschappen met het ministerie van Verkeer en Waterstaat in oktober 2007. Tijdens die gesprekken zijn er afspraken gemaakt over een nieuwe systematiek van bezoldiging van waterschapsbestuur-ders. De nieuwe systematiek is flexibeler en sluit meer aan bij de systematiek die geldt voor gemeentebestuurders.
Deze verordening legt expliciet vast waar de leden van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de dijkgraaf recht op hebben.
De begrippen ‘lid van het algemeen bestuur' en ‘lid van het dagelijks bestuur' zijn ontleend aan artikel 3.1 van het Waterschapsbesluit.
Met betrekking tot het toekennen van de vergoeding aan de leden van het algemeen bestuur heeft de wetgever ervoor gekozen aansluiting te zoeken bij de vergoeding die gemeenteraadsleden ontvangen.
Voor het bepalen van de hoogte van de vergoeding is in artikel 3.2 van het Waterschapsbesluit aansluiting gezocht bij de vergoeding die gemeenteraads-leden ontvangen. De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op de vergoeding voor raadsleden in de gemeenteklasse 12 (60.001-80.000 inwoners). Dat komt neer op een bedrag van € 402,53. Ingevolge het Waterschapsbesluit wordt de vergoeding jaarlijks aangepast op de wijze zoals ook de vergoedingen voor raadsleden worden aangepast.
Artikel 3.11 van het Waterschapsbesluit legt vast dat de bezoldiging van een individueel lid van het dagelijks bestuur wordt vastgesteld op 50% van de salarisschaal voor wethouders in gemeenten met 60.001 tot en met 100.000 inwoners. Dat komt neer op een bedrag van € 3.487,84.
Het percentage van 50% betreft de tijdsbestedingsfactor in vergelijking met de tijdbesteding van een wethouder. Om flexibiliteit in het dagelijks bestuur te kunnen bewerkstelligen met betrekking tot de indeling en verdeling van porte-feuilles, is bepaald dat de totale bezoldiging van het dagelijks bestuur niet meer mag zijn dan 500% van het bedrag van € 3.487,84.
Ingevolge het Waterschapsbesluit wordt de vergoeding jaarlijks aangepast op de wijze zoals ook de vergoedingen voor wethouders worden aangepast.
Dit artikel regelt de bezoldiging en het recht op de ambtstoelage van de dijk-graaf. Het algemeen bestuur kan volgens artikel 3.26 van het Waterschapsbesluit bepalen dat aan de dijkgraaf een toelage kan worden toegekend voor de kosten die de dijkgraaf in verband met de uitoefening van het ambt maakt. De maximale ambtstoelage is gesteld op 6,25% van het maximum van schaal 18 behorende bij het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren (BBRA).
Besluit van 29 november 2007 houdende regels met betrekking tot waterschappen, Stb. 497