Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Vallei & Eem

Besluit vrijstellingen Keur Waterschap Vallei & Eem 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Vallei & Eem
Officiële naam regelingBesluit vrijstellingen Keur Waterschap Vallei & Eem 2009
CiteertitelBesluit vrijstellingen Keur Waterschap Vallei & Eem 2009
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpmilieu – water

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Dit besluit is ingetrokken

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Veluwepost 11-12-2009

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Keur Waterschap Vallei & Eem 2009 4.10

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-200901-01-2012nieuwe regeling

03-12-2009

Veluwe post 11-12-2009

135037

Tekst van de regeling

Waterschap Vallei & Eem

Besluit  tot het verlenen van vrijstellingen op grond van artikel 4.10, eerste lid van de Keur Waterschap Vallei & Eem 2009

Dijkgraaf en Heemraden van Waterschap Vallei & Eem;

Overwegende dat

-          uit het oogpunt van deregulering en efficiëntie het dagelijks bestuur bij algemene regels heeft bepaald dat voor een aantal activiteiten nabij waterstaatswerken, onder daarbij gestelde voorschriften, de verbodsbepalingen uit de keur geen toepassing vinden;

-          het vanwege de inwerkingtreding van de Waterwet en de daarop gebaseerde Keur Waterschap Vallei & Eem 2009 noodzakelijk is dat het bestaande besluit tot het verlenen van vrijstellingen wordt aangepast aan de terminologie en artikelnummering van de Waterwet en de Keur Waterschap Vallei & Eem 2009;

Gelet op artikel 4.10, eerste lid van de Keur Waterschap Vallei & Eem 2009;

B e s l u i t e n :

Het besluit tot het verlenen van vrijstellingen op grond van artikel 18, tweede lid van de Keur van Waterschap Vallei & Eem d.d. 10 april 2008 in te trekken en de volgende vrijstellingen vast te stellen:

Besluit vrijstellingen Keur Waterschap Vallei & Eem 2009

Artikel 1 – Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder

a  Grootschalige of structurele activiteit: activiteit die naar verwachting meer dan 100 bezoekers zal trekken respectievelijk minstens een keer per maand plaatsvindt;

b Schouwpad: onderhoudspad dat door middel van een afrastering is gescheiden van het overige deel van het perceel;

c Oeverbescherming: werk langs de kant van het land grenzend aan de watergang die de kant van het land beschermt tegen afkalving of afschuiving. Deze kan bestaan uit een beschoeiing maar ook uit

een natuurvriendelijke oever;

d Keur: de Keur Waterschap Vallei & Eem 2009;

e Dijklichaam: het grondlichaam van de dijk dat wordt begrensd door de binnenteen(lijn) en buitenteen(lijn) van de dijk, zoals in figuur 1 (bijlage 1) is aangegeven;

f  Invloedszone: tot de waterkering behorende gronden, die daadwerkelijk bijdragen aan het waarborgen van de stabiliteit, zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde van het dijklichaam, zoals in figuur 1 (bijlage 1) aangegeven;

g Invloedslijn: een lijn welke de invloedszone begrenst zoals in figuur 1 (bijlage 1) aangegeven. De locatie van de invloedslijn voor een specifiek dijkvak is of wordt vastgelegd in het beheersregister van de betreffende waterkering.

h Teen: onderrand van het dijklichaam aan de binnen- dan wel buitendijkse zijde van de dijk (de overgang van dijk naar maaiveld dan wel bodem van de watergang).

Artikel 2 – Vrijstellingen zone waterkering

1. De in artikel 4.1 van de keur genoemde verboden zijn niet van toepassing op

a. onderhoud aan verhardingen binnen de invloedslijnen, tenzij er bij de uitvoering van de werkzaamheden grondroeringen plaatsvinden en mits de werkzaamheden worden gemeld aan het bestuursorgaan;

b. onderhoud aan verhardingen buiten de invloedslijnen;

c. onderhoud aan wegbermen, tenzij er bij de uitvoering van de werkzaamheden grondroeringen plaatsvinden;

d. het aanbrengen en/of hebben van bestrating binnendijks en buiten het dijklichaam mits voor zover de werkzaamheden binnen de invloedslijnen plaatsvinden een goede aanaarding en inzaaiing plaatsvindt;

e. het aanbrengen en hebben van trappen buiten de invloedslijnen;

f. het aanbrengen en/of hebben van verkeersborden, hectometer- en reflectorpaaltjes, dijkpalen en afvalbakken;

g. het aanbrengen en/of hebben van dijkmeubilair niet zijnde verkeersborden, hectometer- en reflectorpaaltjes en afvalbakken buiten de invloedslijnen;

h. het aanbrengen en/of hebben van steigers buiten de invloedslijnen;

i. het aanbrengen en/of hebben van erfafscheidingen, niet zijnde beplantingen buiten de invloedslijnen;

j. het aanbrengen en/of hebben van afrasteringen buiten het dijklichaam;

k. het aanbrengen en/of hebben van beschoeiingen in de teen buiten de invloedslijnen;

l. het aanbrengen en/of hebben van verhardingen buiten de invloedslijnen;

m. het brengen en/of hebben van  stoffen, materialen, voorwerpen op andere dan daarvoor bestemde plaatsen buiten de invloedslijnen;

n. het brengen en/of hebben van huisdieren op andere dan daarvoor bestemde plaatsen buiten het dijklichaam;

o. het rijden met gemotoriseerde voertuigen buiten de verharde wegen ter uitvoering van werkzaamheden ten dienste waarvoor het te betreden perceel is bedoeld en/of ten behoeve van het   onderhoud mits de handeling wordt gemeld aan het bestuursorgaan;

p. het rijden met gemotoriseerde voertuigen buiten de verharde wegen ter uitvoering van onderhoudswerkzaamheden door of namens het waterschap;

q. het zich anders dan als rechthebbende, wandelaar of visser te bevinden overeenkomstig het gebruik waarvoor het te betreden pad is bedoeld, mits dit op een voor het publiek kenbare wijze is aangegeven;

r. het buiten verharde  wegen met rij- of voertuigen te rijden dan wel met lastdier te rijden of vee te drijven in het kader van het onderhoud van een waterstaatswerk door of namens het waterschap buiten het dijklichaam;

s. het toepassen van bemesting op andere wijze dan door het bestuursorgaan is bepaald, buiten het dijklichaam.

2. De melding als bedoeld in het eerste lid, sub a, dient minimaal twee maal vierentwintig uren voor dat de meldingsplichtige werkzaamheden danwel handelingen plaatsvinden schriftelijk te worden ingediend bij het bestuursorgaan.

Artikel 3 – Vrijstellingen watergangen

1. De in artikel 4.2 van de keur genoemde verboden zijn – tenzij het een watergang betreft met een natuurfunctie zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende natuurkaart - niet van toepassing op

a.       werkzaamheden in, op, onder en boven watergangen, bestaande uit verandering van het talud, mits in de nieuwe situatie het bovenwatertalud niet steiler is dan 1:1,5;

b.       het aanbrengen en/of hebben van een ondergrondse kabel en leiding die

1e  zich buiten 1 meter uit het profiel van de watergang uitgezonderd de eventueel aanwezige onderhoudsstrook (parallel aan of onder het water door) en minimaal 1 meter onder de vaste bodem bevindt;

2e  in aanvulling op het bepaalde in sub 1e: in het geval van kruisende niet op gelijke hoogte liggende leidingen, mits zich tussen de kruisende leidingen minimaal 0,3 meter bevindt;

3e  in aanvulling op het bepaalde in sub 1e: in het geval van kruisende op gelijke hoogte liggende leidingen, mits tussen de op gelijke hoogte liggende leidingen een kruisingsput is aangebracht.

c.   Het aanbrengen en/of hebben van een steiger en/of vlonder, mits

1e  deze aan de volgende maximale afmetingen voldoet:

Tabel
< 4 meter0 meter
4 tot 8 meter0,5 meter
> 8 meter1 meter

2e  deze door de eigenaar of gebruiker op eerste aanzegging door of namens het waterschap definitief dan wel tijdelijk wordt verwijderd inclusief ondergrondse delen. Het weer terugplaatsen dient door en voor rekening van de eigenaar of gebruiker te geschieden;

3e  er geen palen geplaatst worden in of op de waterbodem en aangrenzende grond tot en met 0,2 meter achter de beschoeiing, gezien vanaf het water;

4e  de onderkant van de constructie minimaal 0,5 meter boven het normaal waterpeil dan wel indien een zomer- en winterpeil wordt gehanteerd boven het zomerpeil, wordt aangelegd;

5e  deze niet aan de oeverbescherming (beschoeiing) wordt bevestigd;

6e  de onderhoudsplichtige van de watergang, niet zijnde het waterschap, schriftelijk instemt met de aanwezigheid van de steiger of vlonder, indien de eigenaar of gebruiker niet tevens de onderhoudsplichtige van de watergang is.

d.       Het aanbrengen en/of hebben van een zitkuil en/of terras, mits de functie van de oeverbescherming in stand wordt gehouden en op eerste aanzegging door of namens het waterschap definitief dan wel tijdelijk worden verwijderd. Het terugplaatsen dient door en voor rekening van de eigenaar of gebruiker te geschieden.

e.       Het aanbrengen en/of hebben van verkeersmeubilair, straatmeubilair en schakelkasten van nutsbedrijven.

f.         Het aanbrengen, hebben en/of verbreden van een dam met duiker in, op, onder en boven watergangen, mits

1e   deze zich bevindt in een niet in het stedelijk gebied gelegen tertiaire watergang;

2 e  dezeeen verkeersfunctie (overgang) heeft;

3 e  aan de perceelszijde, waar de dam met duiker wordt aangelegd, geen bestaande dam(men) met duiker aanwezig is/zijn, tenzij het de aanleg van een zogenaamde “vuile” uitrit betreft ten behoeve van agrarische bedrijven en de bestaande uitrit een “schone” uitrit is, danwel het de aanleg van een “schone” uitrit betreft en de bestaande uitrit een “vuile” uitrit is;

4e  deze voldoen aan de in de onderstaande tabel aangegeven maatvoeringen:

Tabel
Type duikerRond
lengte duikerMaximaal 10 meter
inwendige doorsnede duikerminimaal Ø 0,4 meter buiten polders minimaal Ø 0,5 meter in polders
binnenonderkant van de duikerSlootbodemhoogte

5e   de taluds van de dam met duiker niet steiler zijn dan 1:1,5 en zijn voorzien van taludbeschermende maatregelen ter voorkoming van verzakking en/ of uitspoeling van het talud;

6e   de duiker een zodanige lengte heeft, gerekend uit de onderkant van de duiker, dat de uiteindes tenminste 0,30 meter uit het talud steken;

7e   de uitmonding van de duiker aan beide zijden minimaal 10 meter verwijderd is van eventuele andere duikers, die al in de watergang aanwezig zijn;

8e   de duiker recht, dat wil zeggen zonder bochten, is/wordt aangelegd;

9e    de duiker gemaakt is van deugdelijk, glad en niet-uitlogend materiaal en voldoende sterk is om de druk te weerstaan, die veroorzaakt wordt door het gebruik van de dammen;

10e  aanwezige baggerspecie op de locatie van de te leggen dam met duiker inclusief vijf meter ter weerszijden ervan voorafgaand aan het leggen van de duiker volledig is verwijderd;

11e  de afzonderlijke duikerelementen naadloos op elkaar zijn aangesloten en - bij toepassing van betonnen elementen de naden zijn gedicht met een rubberring, voorzien van een KOMO keurmerk, en de elementen in elkaar zijn geperst met behulp van een trek- of drukapparaat;

12e  tijdens de uitvoering de water aan- en afvoer niet wordt belemmerd;

13e  deze wordt onderhouden door de eigenaar en eventuele herstelwerkzaamheden op eerste aanzegging door of namens Dijkgraaf en Heemraden van het waterschap worden uitgevoerd;

14e  de werkzaamheden worden gemeld aan het bestuur.

g.        Het verwijderen van een dam met duiker, mits de watergang op de locaties waar de dammen en duikers waren gelegen hetzelfde doorstromingsprofiel verkrijgt als ter weerszijden van de genoemde locaties.

h.       Het aanbrengen en/ of hebben van een beschoeiing in, op, onder en boven wateren, mits:

1e  deze wordt aangelegd in een tertiaire watergang;

2e  deze zijn gemaakt van deugdelijk en niet-uitlogend materiaal;

3e  de bovenzijde van de beschoeiing niet hoger is dan 0,3 meter ten opzichte van het zomer- of streefpeil in de watergang, waar de beschoeiing is/wordt geplaatst;

4e  deze op de waterlijn is geplaatst;

5e  deze zodanig is geconstrueerd dat onderuitzakken, vooroverhellen of opvriezen niet mogelijk is;

6e  deze zodanig is vormgegeven dat geen grond of andere materialen van achter de beschoeiing in de watergang kan spoelen;

7e  deze wordt onderhouden door de aanvrager en eventuele herstelwerkzaamheden op eerste aanzegging door of namens Dijkgraaf en Heemraden van het waterschap worden uitgevoerd;

8e  de werkzaamheden worden gemeld aan het bestuur.

i.         Het brengen en/of hebben van materialen en voorwerpen bestaande uit:

1e  vaartuigen, vlotten of vistuigen, mits deze op eerste aanzegging door of namens het waterschap worden verwijderd;

2e  erfafscheidingen, mits deze vrij staan van de oeverbescherming en op eerste aanzegging door of namens het waterschap definitief dan wel tijdelijk worden verwijderd. Het terugplaatsen dient door en voor rekening van de eigenaar of gebruiker te geschieden.

j.         Het hebben van huisdieren op een onderhoudsstrook niet zijnde een schouwpad.

k.       Het houden van een activiteit, niet zijnde een grootschalige en structurele activiteit tenzij er blijvende voorzieningen moeten worden aangelegd en mits de activiteit wordt gemeld aan het bestuur.

l.         Het drijven van vee in het kader van het onderhoud van een waterstaatswerk door of namens het waterschap.

2. De melding als bedoeld in het eerste lid, sub f, 14e, sub h: 8e en sub k, dient minimaal tien werkdagen voor dat de meldingsplichtige werkzaamheden of activiteiten plaatsvinden schriftelijk te worden ingediend bij het bestuur.

3. De in het tweede lid bedoelde melding wordt gedaan door het volledig invullen van het daarvoor bedoelde, bij het waterschap aan te vragen, meldingsformulier en het meezenden van de in het meldingsformulier genoemde bijlagen.

Artikel 4 – Vrijstellingen opgaande (hout)beplanting in zone watergang

1. Het in artikel 4.2, eerste lid sub c van de keur genoemde verbod is niet van toepassing op opgaande beplanting in en langs watergangen waarlangs op grond van de bij artikel 6.2 van de keur behorende kaart een natuurvriendelijke oever ligt.

2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is het in artikel 4.2, eerste lid sub c van de keur genoemde verbod niet van toepassing op opgaande (hout)beplanting niet zijnde hoogopgaande beplanting in en langs watergangen waarlangs op grond van de bij artikel 6.2 van de keur behorende kaart geen onderhoudsstrook ligt.

Artikel 5 – Vrijstellingen die zich bevinden in zone waterkering

Het in artikel 4.2, eerste lid sub f van de keur genoemde verbod is niet van toepassing op het

1e  varen met gemotoriseerde vaar– en voertuigen ter uitvoering van onderhoudswerkzaamheden door of namens het waterschap;

2e  varen met gemotoriseerde vaartuigen in de Arkervaart, de Eem, de grachten in de binnenstad van Amersfoort, de Heiligenbergerbeek stroomafwaarts vanaf stuw Dorrestein en de grachten van Vathorst;

3e  rijden met gemotoriseerde voertuigen op de verharde openbare wegen;

4e  rijden met gemotoriseerde voertuigen buiten de verharde wegen ter uitvoering van werkzaamheden ten dienste waarvoor het te betreden perceel is bedoeld;

5e  zich anders dan als rechthebbende, wandelaar, roeier, kanoër, schaatser en visser te bevinden overeenkomstig het gebruik waarvoor het te betreden pad is bedoeld, mits dit op een voor het publiek kenbare wijze is aangegeven;

6e  het zwemmen in watergangen waaraan op grond van het Waterbeheersplan Vallei & Eem 2010-2015 de functie zwemwater is toegekend.

Artikel 6 - Vergunningen

Indien op het moment van inwerkingtreding van dit besluit al een vergunning van kracht is op grond van de verbodsbepalingen uit de Keur, blijven de voorschriften verbonden aan die vergunning van kracht, tenzij met de bouw van het betreffende werk nog niet is aangevangen of het werk nog niet is afgerond.

Artikel 7 - Inwerkingtreding

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 22 december 2009.

2. Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit vrijstellingen Keur Waterschap Vallei & Eem 2009.

Aldus besloten op 3 december 2009,

Dijkgraaf,

Secretaris,

BIJLAGE 1 bij Besluit  tot het verlenen van vrijstellingen op grond van artikel 18, tweede lid van de Keur van Waterschap Vallei & Eem, 2e herziening

Figuur 1. Keurzones waterkering en indeling ten behoeve van het besluit tot het verlenen van vrijstellingen.