Overheidsorganisatie | Waterschap Peel en Maasvallei |
---|---|
Officiële naam regeling | Algemene regel beheer en bediening stuwen derden |
Citeertitel | Algemene regel beheer en bediening stuwen |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu – water |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Regionale dagbladen 2 november 2011.
Onbekend.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-11-2011 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 03-11-2011 Regionale dagbladen 2 november 2011. | 2011.14851 | |
22-12-2009 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 16-12-2009 Limburger editie Noord dagblad 2009-12-19 Limburger ediitie Midden dagblad 2009-12-19 Gelderlander dagblad 2009-12-19 | 09122009 db a4 |
In artikel 3.3 van de Keur is opgenomen dat de eigenaren van stuwen de stuwen beheren en bedienen op de wijze als vermeld in de daartoe door het bestuur op te stellen algemene regels.
Deze algemene regel is van toepassing op de stuwen die door het waterschap zijn geplaatst en waarvan beheer en bediening niet bij het waterschap berust. Het betreft met name de stuwen die in de haarvaten van het watersysteem zijn geplaatst met het oog op waterconservering in het kader van de projecten "Optimaal Waterbeheer in de Landbouw" en "Stuwende Kracht" en die eigendom van de grondeigenaar zijn.
In het kader van de projecten "Optimaal Waterbeheer in de Landbouw" en "Stuwende Kracht" zijn door het waterschap, in overleg met betrokken grondeigenaren, stuwtjes geplaatst in de haarvaten van het watersysteem. Met de stuwtjes wordt een bijdrage geleverd aan waterconservering en verdrogingsbestrijding. Het onderhoud is schriftelijk vastgelegd, zodanig dat het dagelijks onderhoud berust bij de gebruiker en het buitengewoon onderhoud berust bij het waterschap. Deze algemene regel voorziet in voorschriften gericht op het beheer en de bediening van de stuwtjes.
1. De stuwen worden, met inachtneming van voorwaarde 5, ten minste ingesteld op het winterpeil zoals onder 2 en op het zomerpeil zoals onder 3 in deze algemene regel bepaald.
2. De winterpeilen zijn voor grasland 80 cm, voor bouwland en tuinbouw 100 cm en voor diep wortelende gewassen 120 cm beneden maaiveld.
3. De zomerpeilen zijn voor grasland 30 cm, voor bouwland 50 cm, voor tuinbouw 80 cm en voor diep wortelende gewassen 100 cm beneden maaiveld.
4. Voor de instelling van de stuwpeilen is de drooglegging ten opzichte van het 10% laagste maaiveld van het perceel met het meest kritieke gewas binnen het beïnvloedingsgebied van de stuw maatgevend.
5. Het bestuur kan afkondigen wanneer het zomerpeil of winterpeil ingesteld wordt.
6. De neerwaartse aanpassing van het stuwpeil geschiedt met maximaal 20 cm per etmaal.
7. Van de voorgaande voorschriften kan, onder meer ingeval van acute dreiging van inundatie, ingeval van verzadiging van de bovengrond of bij verwachting van veel neerslag, op aangeven van het bestuur worden afgeweken. De instructies van het bestuur dienen daarbij te worden opgevolgd.