Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Peel en Maasvallei

Waterschap Peel en Maasvallei 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Peel en Maasvallei
Officiële naam regelingWaterschap Peel en Maasvallei 2009
CiteertitelKeur waterschap Peel en Maasvallei 2009
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpmilieu – water

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Limburger editie Noord dagblad 2009-12-19 Limburger editie Midden dagblad 2009-12-19 Gelderlander dagblad 2009-12-19

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-200901-01-2018nieuwe regeling

16-12-2009

Limburger editie Noord dagblad 2009-12-19 Limburger editie Midden dagblad 2009-12-19 Gelderlander dagblad 2009-12-19

16122009-a6

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1        Begripsomschrijvingen

In deze Keur en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder:

a)     beëindiging van een grondwateronttrekking of infiltratie: als de vergunning is ingetrokken, de geldigheidsduur is verlopen, een melding van beëindiging van de onttrekking of infiltratie is ontvangen, de onttrekking door handhavend optreden is beëindigd of als de put is vervangen door een nieuwe put.

b)     bergingsgebied: een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en ook als bergingsgebied op de legger is opgenomen;

c)     beschermingszone: de gronden aan weerszijden van primaire, regionale en overige waterkeringen en dienende ter bescherming daarvan, die zich uitstrekken tot 20 meter uit de grens van de waterkering, tenzij uit de legger een andere afstand blijkt;

d)     beschermingszone primair oppervlaktewaterlichaam: de gronden aan weerszijden van primaire oppervlaktewaterlichamen dienende ter bescherming daarvan en die als zodanig op de legger zijn opgenomen;

e)     bestuur: het dagelijks bestuur van waterschap Peel en Maasvallei;

f)       bodemsanering: het verwijderen of ontgraven van verontreinigde grond;

g)     buitenbeschermingszone: de als zodanig in de legger aangeduide gronden aan weerszijden van de primaire waterkeringen, die zich uitstrekken vanaf 20 meter uit de grens van de waterkering tot 20 meter daarbuiten, tenzij uit de legger een andere afstand blijkt;

h)     bronbemaling: het onttrekken van grondwater ten behoeve van het in den droge uitvoeren van bouwactiviteiten of ontgravingen;

i)       grens van waterstaatswerk: de begrenzing zoals op de legger aangegeven;

j)       grondwater: water dat vrij onder het aardoppervlak voorkomt met de daarin aanwezige stoffen, voor zover het waterschap door de Wet met het beheer over dat grondwater is belast;

k)     grondwatersanering: het onttrekken van grondwater door middel van een onttrekkingsinrichting om de kwaliteit van grond of grondwater te verbeteren;

l)       infiltreren van water: water in de bodem brengen ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater;

m)   kernzone: de zone tussen de grens van de waterkering aan de rivierzijde en de grens van de waterkering aan de landzijde van de waterkering, zoals aangegeven in de legger;

n)     legger: als bedoeld in artikel 5.1 van de Wet of in artikel 78 tweede lid van de Waterschapswet;

o)     lozen: lozen en afvoeren van water uit een oppervlaktewaterlichaam al dan niet door middel van een lozingsvoorziening;

p)     maatwerkvoorschrift: voorschrift inhoudende:

1. een beschikking waarbij het bestuur aanvullende eisen stelt; dan wel

2. een ontheffing waarbij het bevoegd gezag de daarbij aangewezen bepalingen niet van toepassing verklaart al dan niet onder het stellen van beperkingen of voorwaarden;

voor zover de bevoegdheid tot het stellen van maatwerkvoorschriften in een algemene regel als bedoeld in artikel 4.2, lid 1 is opgenomen;

q)     meanderzone: gronden waarbinnen primaire oppervlaktewaterlichamen door natuurlijke verplaatsing hun bedding kunnen verleggen en die als zodanig zijn opgenomen in de legger;

r)      onttrekken: onttrekken en aanvoeren van water aan een oppervlaktewaterlichaam of van grondwater al dan niet door middel van een onttrekkingsinrichting;

s)     onttrekkingsinrichting: inrichting of werk, bestemd voor het onttrekken van grond- of oppervlaktewater;

t)      oppervlaktewaterlichaam: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende waterbodem, oevers en voor zover uitdrukkelijk aangewezen krachtens de Wet, drogere oevergebieden, alsmede flora en fauna;

u)     profiel van vrije ruimte: de ruimte ter weerszijden van en boven een waterstaatswerk die naar het oordeel van de beheerder nodig is voor toekomstige verbeteringen van een waterstaatswerk, een en ander zoals opgenomen in de legger;

v)      waterkering: kunstmatige hoogte, (gedeelten van) natuurlijke hoogten of hoge gronden met ondersteunende kunstwerken die een waterkerende of mede een waterkerende functie hebben;

w)    watersysteem: samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken en grondwaterlichamen;

x)     waterstaatswerk: oppervlaktewaterlichaam, meanderzone, bergingsgebied, waterkering, ondersteunend kunstwerk en bijbehorende onderhoudsstroken en beschermingszones, dat als zodanig in de legger is aangegeven, tenzij dat werk is vrijgesteld van de opneming in de legger als bedoeld in artikel 5.1 van de Wet, dan wel dat, als de vaststelling van de legger nog niet heeft plaatsgevonden, op de in artikel 6.2 bedoelde kaart is aangegeven;

y)     watervergunning: vergunning als bedoeld in de Wet;

z)     werken: alle door menselijk toedoen ontstane of te maken constructies met toebehoren;

aa) Wet: Waterwet.

Artikel 1.2      Hoofdelijke aansprakelijkheid

  • 1. De verplichtingen ingevolge deze Keur berusten op de eigenaar van gronden.

  • 2. Wanneer die gronden met een beperkt recht zijn bezwaard, dan wel krachtens persoonlijk recht in gebruik zijn gegeven, berusten de verplichtingen ingevolge deze Keur ook op de beperkt gerechtigden en in geval sprake is van een persoonlijk gebruiksrecht op de gebruikers.

  • 3. Voor de nakoming van de in deze Keur aan de eigenaar opgelegde verplichtingen is ieder van de in het tweede lid genoemde gerechtigden, alsmede de eigenaar hoofdelijk aansprakelijk.

Hoofdstuk 2 Ecologische kwaliteit van oppervlaktewaterlichamen

Artikel 2   Visplan

  • 1. De in het beheergebied van het waterschap functionerende Vis Beheer Organisaties overleggen aan het bestuur een visplan mede ten behoeve van de ecologische kwaliteit van de oppervlaktewaterlichamen, vermeld op de kaart, behorend bij deze Keur.

  • 2. Het visplan bevat de volgende onderdelen:

    • beschrijving huidige situatie en maatregelen ten aanzien van visuitzettingen, visonttrekkingen en de uitvoering van de visserij;

    • beschrijving ontwikkelingsvisie en maatregelen ten aanzien van visuitzettingen, visonttrekkingen en de uitvoering van de visserij;

    • beschrijving knelpunten;

    • beschrijving aanpak;

    • onderzoek.

  • 3. Het bestuur bepaalt de datum waarop het visplan voor het eerst is ingediend.

  • 4. Het visplan behoeft de goedkeuring van het bestuur. Het bestuur neemt hierover binnen vier weken na ontvangst van het visplan een besluit.

  • 5. Het is verboden de binnenvisserij uit te oefenen in de oppervlaktewaterlichamen, als bedoeld in het eerste lid, anders dan op basis van en in overeenstemming met het visplan.

Hoofdstuk 3 Beheer van Waterstaatswerken

Paragraaf 1 Gebodsbepalingen

Artikel 3.1        Afrasteringen
  • 1. De eigenaren van gronden gelegen aan waterstaatswerken die gebruikt worden voor het houden van dieren, zijn verplicht een voldoende kerende afrastering aan te brengen en te behouden buiten de grens van het waterstaatswerk.

  • 2. Het bestuur kan algemene regels stellen over afrasteringconstructies en wijze van plaatsing. Het bestuur kan daarbij waterstaatswerken aanwijzen waarvoor de verplichting opgenomen in lid 1 niet geldt.

Artikel 3.2        Coupures en sluizen

De eigenaren van in waterkeringen voorkomende coupures, sluizen en andere waterkerende werken kunnen door het bestuur verplicht worden deze terstond te sluiten.

Artikel 3.3        Stuwen

De eigenaren van stuwen beheren en bedienen de stuwen op de wijze als vermeld in de daartoe door het bestuur op te stellen algemene regels.

Paragraaf 2 Onderhoudsplichtigen van waterstaatswerken en kunstwerken

Artikel 3.4        Onderhoudsplicht
  • 1. Onderhoudsplichtig zijn diegenen, die in de legger tot het plegen van gewoon en of buitengewoon onderhoud aan waterstaatswerken zijn aangewezen.

  • 2. Onderhoudsplichtige van een kunstwerk, voor zover niet in de legger is aangegeven, is de houder van de vergunning. In overige gevallen de gebruiker van het kunstwerk.

Paragraaf 3 Onderhoud aan waterkeringen

Artikel 3.5        Gewoon onderhoud

De onderhoudsplichtigen dragen zorg voor een goede toestand van de waterkeringen door het bestrijden van schadelijk wild (met uitzondering van muskusratten), het herstellen van geringe beschadigingen en het in stand houden van begroeiingen en materialen, dienstig aan de waterkering.

Artikel 3.6        Buitengewoon onderhoud
  • 1. De onderhoudsplichtigen van waterkeringen zijn verplicht tot instandhouding daarvan overeenkomstig het in de legger bepaalde omtrent ligging, vorm, afmeting en constructie.

  • 2. Buitengewoon onderhoud mag niet worden uitgevoerd in de periode van 15 oktober tot 15 maart.

Artikel 3.7        Ondersteunende kunstwerken en werken aan waterkeringen
  • 1. De onderhoudsplichtigen van ondersteunende kunstwerken en / of  werken die in, op, aan of boven waterkeringen of de beschermingszone zijn aangebracht en (mede) een waterkerende functie hebben, zijn verplicht deze waterkerend te houden.

  • 2. Het bestuur kan algemene regels stellen over de in lid 1 opgenomen onderhoudsplicht.

Paragraaf 4 Onderhoud aan oppervlaktewaterlichamen

Artikel 3.8       
  • 1. De onderhoudsplichtigen van primaire oppervlaktewaterlichamen zijn verplicht tot het daaruit verwijderen van begroeiingen en afval, tot het in stand houden van die oppervlaktewaterlichamen overeenkomstig het in de legger bepaalde omtrent ligging, vorm, afmeting en constructie  en tot het onderhouden van begroeiingen, dienstig aan de waterhuishoudkundige functies die aan die oppervlaktewaterlichamen zijn toegekend.

  • 2. De onderhoudsplichtigen van secundaire oppervlaktewaterlichamen zijn verplicht het oppervlaktewaterlichaam zodanig te onderhouden dat het oppervlaktewater ter plaatse volledig aan haar functie kan voldoen.

Artikel 3.9         Ondersteunende kunstwerken en werken aan primaire oppervlaktewaterlichamen

De onderhoudsplichtigen van ondersteunende kunstwerken en/of werken die in, op , aan, onder of boven een primair oppervlaktewaterlichaam zijn aangebracht, zijn verplicht deze zodanig te onderhouden dat het kunstwerk en/of werk aan zijn functie ten behoeve van het watersysteem kan voldoen.

Hoofdstuk 4 Handelingen in het watersysteem

Paragraaf 1 Watervergunning en algemene regels voor het gebruik van waterstaatswerken

Artikel 4.1        Watervergunning waterstaatswerken, beschermingszones, buitenbeschermingszones en profiel van vrije ruimte
  • Het is verboden zonder vergunning van het bestuur

  • 1. andelingen te verrichten in, op, onder, boven of langs een zoals in de legger opgenomen waterstaatswerk, beschermingszone, buitenbeschermingszone en profiel van vrije ruimte, anders dan in overeenstemming met de functie..

  • 2. en bouwwerk aan te leggen, te hebben, te wijzigen of te verwijderen binnen 5 meter uit de insteek van het watervoerend deel van een zoals in de legger opgenomen primair oppervlaktewaterlichaam.

Artikel 4.2        Algemene regels
  • 1. Het bestuur kan voor het verrichten van handelingen als bedoeld in de artikelen 4.1, 4.5 en 4.6 algemene regels geven, welke mede kunnen inhouden het stellen van een maatwerkvoorschrift, een vrijstelling van de vergunningplicht, dan wel een algeheel verbod voor het verrichten van die handelingen.

  • 2. Bij regeling krachtens het voorgaande lid, kan, met inachtneming van het ter zake bepaalde in het Waterbesluit en de Waterregeling, de verplichting worden opgelegd handelingen te melden, metingen uit te voeren, gegevens te registreren en daarvan opgave te doen aan het bestuur.

Paragraaf 2 Algehele verboden, watervergunning, meld-, meet- en registratieplicht voor het af- en aanvoeren, het lozen op of onttrekken van water aan oppervlaktewaterlichamen en voor het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem      

Artikel 4.3        Algeheel verbod bij calamiteiten
  • 1. In geval van grote schaarste of overvloed aan water, aanmerkelijke verslechtering van de kwaliteit daarvan of bij het in ongerede raken van een waterstaatswerk, dan wel indien een zodanige omstandigheid dreigt te ontstaan, kan het bestuur zo nodig in afwijking van verleende vergunningen, algemene regels als bedoeld in artikel 4.2, of geldende peilbesluiten, verbieden:

    a.  water af te voeren naar en / of aan te voeren uit oppervlaktewaterlichamen;

    b.  water te lozen op of te ontrekken aan oppervlaktewaterlichamen;

    c.  grondwater te onttrekken of water te infiltreren.

  • 2. Zodra het bestuur handhaving van het verbod krachtens het eerste lid niet langer noodzakelijk acht, maakt het onverwijld de intrekking van het verbod bekend.

Artikel 4.4        Algeheel verbod onttrekken van water
  • 1. Het is verboden, anders dan ten behoeve van veedrenking en ter bestrijding van calamiteiten, water te onttrekken aan  of aan te voeren uit andere oppervlaktewaterlichamen dan opgenomen op de bij dit artikel behorende kaart.

  • 2. Het bestuur is bevoegd oppervlaktewaterlichamen toe te voegen en te verwijderen van de in lid 1 bedoelde kaart.

Artikel 4.5        Watervergunning lozen en onttrekken van water
  • Het is verboden zonder vergunning van het bestuur

  • 1. water te lozen in of af te voeren naar een oppervlaktewaterlichaam

  • 2. water te onttrekken aan of aan te voeren uit een oppervlaktewaterlichaam indien meer dan 10 m3 per uur kan worden onttrokken.

Artikel 4.6        Watervergunning onttrekken van grondwater en infiltreren van water in de bodem
  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het bestuur grondwater te onttrekken, met uitzondering van het onttrekken van grondwater:

    a. bij de ontwatering of afwatering van gronden;

    b. bij of ten behoeve van het opsporen of winnen van delfstoffen of aardwarmte in de zin van artikel 1 van de Mijnbouwwet, voorzover het onttrekken op een diepte van meer dan 500 meter beneden de oppervlakte van de aardbodem plaatsvindt.

  • 2. Het is verboden zonder vergunning van het bestuur water in de bodem te infiltreren.

Paragraaf 3 Vrijstelling, nadere vrijstellingen en zorgplicht

Artikel 4.7          Vrijstelling watervergunningplicht voor beheershandelingen

Geen vergunning krachtens artikel 4.1, 4.5 of 4.6 is vereist voor handelingen die plaats hebben door of in opdracht van het bestuur ten behoeve van de aan het waterschap op grond van artikel 2 Waterschapswet opgedragen taken.

Artikel 4.8          Zorgplicht
  • 1. Ieder die handelingen verricht of nalaat en die weet of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door die handelingen of het nalaten daarvan inbreuk kan worden gemaakt op door het waterschap in het kader van zijn beheer uitgevoerde maatregelen in het watersysteem, is verplicht alle maatregelen te treffen die redelijkerwijs van hem verwacht mogen worden, ten einde die inbreuk te voorkomen, dan wel indien daarvan reeds sprake is, al het mogelijke te doen om de gevolgen daarvan zoveel mogelijk ongedaan te maken. Indien de inbreuk het gevolg is van een ongewoon voorval, worden de maatregelen onverwijld genomen.

  • 2. Degene die handelingen verricht als bedoeld in het vorige lid en daarbij kennis neemt van een inbreuk die door die handelingen wordt veroorzaakt, meldt die inbreuk en de maatregelen die hij voornemens is te treffen of reeds heeft getroffen, zo spoedig mogelijk aan het de bestuur.

  • 3. Het bestuur kan aanwijzingen geven met betrekking tot de in het eerste en tweede lid bedoelde te treffen of reeds getroffen maatregelen.

Hoofdstuk 5 Toezicht en handhaving

Artikel 5.1        Aanwijzing toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde in of krachtens deze Keur zijn belast de daartoe door het bestuur aangewezen personen.

Artikel 5.2        Strafbepalingen

  • 1. Overtreding van de bepalingen van deze Keur en de daarop gebaseerde regelgeving wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete tot ten hoogste het bedrag van de tweede categorie als genoemd in artikel 23 Wetboek van strafrecht, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

  • 2. Indien ten tijde van het plegen van de in het eerste lid genoemde overtreding nog geen jaar is verlopen sedert een vroegere veroordeling van de overtreder wegens gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, kan hechtenis tot het dubbele van het gestelde maximum worden opgelegd.

Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 6.1        Vergunningen

  • 1. Een vergunning of ontheffing verleend vóór inwerkingtreding van deze Keur voor een ingevolge deze Keur vergunningplichtig handelen, wordt geacht ingevolge deze Keur te zijn verleend.

  • 2. Voor al hetgeen vóór de inwerkingtreding van deze Keur rechtmatig tot stand is gebracht, wordt geacht vergunning ingevolge deze Keur te zijn verleend, dan wel wordt geacht een melding als bedoeld in een algemene regel als bedoeld in artikel 4.2 van deze Keur te hebben gedaan.

Artikel 6.2        Keurkaart

  • 1. Voor waterstaatswerken waarvoor bij of krachtens artikel 5.1 van de Wet vaststelling van een legger is voorgeschreven, maar waarvoor vaststelling nog niet heeft plaatsgehad, worden de ligging en indien mogelijk vorm, afmetingen en constructie van de betrokken waterstaatswerken aangegeven op een kaart.

  • 2. De daarbij aangegeven grenzen bepalen de toepassing van de verbodsbepalingen bedoeld in deze Keur.

Artikel 6.3        Onderhoud aan waterstaatswerken

  • 1. Voor waterstaatswerken, waarvoor bij of krachtens artikel 78, tweede lid, Waterschapswet, bij provinciale verordening of bij waterschapsreglement het vaststellen van een legger is voorgeschreven, maar waarvoor vaststelling nog niet heeft plaatsgehad, is de onderhoudsplicht als volgt geregeld: 

    voor waterkeringen berust het gewoon onderhoud bij de eigenaren van de (gedeelten van) waterkeringen en het buitengewoon onderhoud bij het waterschap;

    voor waterkerende kunstwerken berust het gewoon en het buitengewoon onderhoud bij de eigenaar;

    voor oppervlaktewaterlichamen berust het onderhoud bij het waterschap, tenzij bij besluit of overeenkomst anders is bepaald.

  • 2. De onderhoudsplichtigen van waterstaatswerken zijn, in het geval bedoeld in het eerste lid, verplicht tot instandhouding van het waterstaatswerk overeenkomstig hun functie.

Artikel 6.4        Landinrichting

Indien een perceel in een landinrichtingsproject ligt, rust de onderhoudsverplichting vanaf het tijdstip waarop de kavel door de toekomstige gerechtigde in gebruik is genomen, op hem die volgens de boekhouding die het kadaster voor het landinrichtingsproject voert, als toekomstig eigenaar of genothebbende krachtens beperkt recht is aangemerkt.

Artikel 6.5        Inwerkingtreding

  • 1. Deze Keur treedt, met uitzondering van artikel 2 in werking op 22 december 2009.

  • 2. Artikel 2 treedt op een nadere door het bestuur te bepalen datum in werking.

  • 3. Op de in het eerste lid genoemde datum wordt de Keur Waterschap Peel en Maasvallei 2005, laatstelijk gewijzigd op 10 december 2008 ingetrokken.

Artikel 6.6         Citeertitel

Deze Keur wordt aangehaald als: Keur waterschap Peel en Maasvallei 2009.