Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Reest en Wieden

Mandaatbesluit plus mandateringslijst waterschap Reest en Wieden 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Reest en Wieden
Officiële naam regelingMandaatbesluit plus mandateringslijst waterschap Reest en Wieden 2009
CiteertitelMandaatbesluit en mandateringslijst waterschap Reest en Wieden 2009
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Mandaatbesluit plus mandateringslijst waterschap Reest en Wieden 2008.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Waterschapswet, art. 77
  2. Waterschapswet, art. 83
  3. Algemene wet bestuursrecht, titel 10.1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-04-200909-11-2011nieuwe regeling

20-04-2009

Onbekend.

WM/MBZ/NdL/5218

Tekst van de regeling

MANDAATBESLUIT PLUS MANDATERINGSLIJST WATERSCHAP REEST EN WIEDEN 2009

Het Dagelijks Bestuur van het waterschap Reest en Wieden;

- overwegende dat het ter bevordering van een doelmatige en adequate behandeling en afdoening van zaken nodig en wenselijk is een aantal bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur te mandateren aan de ambtelijke organisatie en

- gelet op de artikelen 77 en 83 van de Waterschapswet en titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T

I.      Vast te stellen het Mandaatbesluit plus mandateringslijst waterschap Reest en Wieden 2009.

II.     Vast te stellen dat de navolgende algemene uitgangspunten bij de uitoefening van de bevoegdheden op grond van het mandaatbesluit in acht worden genomen.

Mandaatbesluit 2009

Artikel 1 Begripsbepaling:

1.      Mandaat: het in naam van het bevoegde bestuursorgaan nemen van publiekrechtelijke besluiten.

2.      Gemandateerde: degene aan wie het mandaat is verleend.

3.      Mandaatgever: het bestuursorgaan dat mandaat verleent.

4.      Mandateringslijst: de bij dit besluit behorende lijst waarin bevoegdheden worden gemandateerd.

5.      Ondermandaat: de bevoegdheid van een mandataris om het mandaat aan een derde over te dragen.

Artikel 2

Gemandateerd zijn de bevoegdheden zoals genoemd in de bijgevoegde Mandateringslijst. Uitgangspunt hierbij is dat de bevoegdheden niet beleidsgevoelig zijn.

Ondermandaat is mogelijk voor zover dat als zodanig in de mandateringslijst is opgenomen.

Artikel 3

Het mandaat geldt niet voor:

1.    besluiten die een bestuurlijke afweging eisen, te weten beleidsgevoelige besluiten;

2.    beslissingen op bezwaar- en beroepsschriften, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

Artikel 4

De bevoegdheden worden gegeven op de volgende niveaus: dijkgraaf, portefeuillehouder, secretaris-directeur, sector­hoofd en afdelingshoofd.

Artikel 5

In de mandateringslijst die als bijlage bij dit besluit is opgenomen, zijn aanvul­lende voorschriften en richtlijnen opgenomen.

Artikel 6

Iedere gemandateerde is verantwoordelijk voor een integrale totstandkoming van een besluit. Bij twijfel over de uit te oefenen gemandateerde bevoegdheid, overlegt hij met de mandaatgever.

Artikel 7

Bij afwezigheid van de gemandateerde en indien zijn aanwezigheid niet kan worden afgewacht, worden zijn bevoegdheden uitgeoefend door zijn plaatsvervanger. Indien tevens deze plaatsvervanger afwezig is, worden de bevoegdheden uitgeoefend door de naasthogere leidinggevende van de gemandateerde.

Artikel 8 

Naast het bepaalde in het ‘Mandaatbesluit plus mandateringslijst waterschap Reest en Wieden 2009’, dient bij de uitoefening van een bevoegdheid waarbij financiële handelingen worden aangegaan dan wel afgewikkeld, tevens te worden gehandeld overeenkomstig:

-          de Controleverordening waterschap Reest en Wieden;

-          de Verorde­ning beleids- en verantwoordingsfunctie waterschap Reest en Wieden;

-          de Regeling budgethouderschap waterschap Reest en Wieden 2009.

Artikel 9

Wanneer iemand een bevoegdheid gemandateerd heeft gekregen op grond van de Mandateringslijst, is hij tevens bevoegd hiermee verband houdende stukken te ondertekenen. De ondertekening is dan als volgt:

                                                                                                         (Hoogachtend,)

                                                                                                         namens het Dagelijks Bestuur,

                                                                                                         (naam),

                                                                                                         (functie)

III.    Dat dit besluit in werking treedt op de dag na vaststelling.

IV.    Dat het ‘Mandaatbesluit plus mandateringslijst waterschap Reest en Wieden 2008’, vastgesteld door het Dagelijks Bestuur op 15 december 2008, wordt gewijzigd.

V.   Dat dit besluit wordt aangehaald als: ‘Mandaatbesluit plus mandateringslijst waterschap Reest en Wieden 2009’.

Aldus vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van het waterschap Reest en Wieden in de vergadering van 20 april 2009.  

mr. A.K. Schuttinga,                                                                           M.M. Kool,

secretaris-directeur                                                                             dijkgraaf

Mandateringslijst 2009

Mandateringslijst waterschap Reest en Wieden 2009

BEVOEGDHEDEN PORTEFEUILLEHOUDER WATERSCHAPSEIGENDOMMEN / STRATEGISCH GRONDBELEID

BEVOEGDHEDEN PORTEFEUILLEHOUDER WATERSCHAPSEIGENDOMMEN / STRATEGISCH GRONDBELEID

1.

het (ver)kopen van grond tot een bedrag van

€ 100.000,00 en het (ver)kopen van gebouwen tot een bedrag van € 50.000,00;

In het Delegatiebesluit heeft het Algemeen Bestuur de volgende bevoegdheid aan het Dagelijks Bestuur gemandateerd:

‘het (ver)kopen van grond tot een bedrag van € 100.000,00 en daarnaast het (ver)kopen, (ver-)huren, ruilen of bezwaren van roerende en onroerende zaken vermo­gensrechten en persoonlijke rechten tot een bedrag van € 50.000,00. Hieronder wordt ook begrepen het aangaan, wijzigen en beëindigen van pacht-, jacht- en visrechtovereenkomsten en de verkoop van rietgewas, waarbij geen grens wordt gesteld ten aanzien van een bedrag;’ (zie voor dit laatste hierna bij punt 13).

Deze bevoegdheid wordt dus niet in zijn geheel gemandateerd aan de portefeuillehouder Strategisch grondbeleid. Deze laatste is bevoegdheid tot (ver)koop van grond en gebouwen. Voor nadere informatie wordt verwezen naar het besluit van het Algemeen Bestuur van 25 november 2008 (nummer WS/WPR/BB/5055).

Zie ook punt 37: Naast de portefeuillehouder is ook het afdelingshoofd Realiseren en Meten bevoegd.

Het spreekt vanzelf dat rekening moet worden gehouden met de Budgethoudersregeling waterschap Reest en Wieden en dat alleen verplichtingen kunnen worden aangegaan zover het budget reikt. Naar aanleiding van het Delegatiebesluit waterschap Reest en Wieden 2009 rapporteert de portefeuillehouder ten aanzien van de uitvoering van deze bevoegdheid aan het Dagelijks Bestuur. Het Dagelijks Bestuur dient op grond van artikel III, sub a in de burap aan het Algemeen Bestuur te rapporteren.

 

2.

het aankopen van grond en gebouwen, mits gelegitimeerd in het Aankoopstrategieplan, tot een bedrag van

€ 1.000.000,00 (grond) respectievelijk

€ 500.000,00 (gebouwen);

Conform het besluit van het Algemeen Bestuur van 25 november 2008 met nummer WS/WPR/BB/5055 wordt ten behoeve van strategische grondaankoop een Aankoopstrategieplan opgesteld. Alleen wanneer een besluit tot aankoop van grond of gebouwen wordt gelegitimeerd door het Aankoopstrategieplan, dan is de portefeuillehouder waterschapseigendommen / strategisch grondbeleid, zoveel mogelijk na raadpleging van het Dagelijks Bestuur,  bevoegd tot aankoop te besluiten.

Het spreekt vanzelf dat rekening moet worden gehouden met de Budgethoudersregeling waterschap Reest en Wieden en dat alleen verplichtingen kunnen worden aangegaan zover het budget reikt. Naar aanleiding van het Delegatiebesluit waterschap Reest en Wieden 2009 rapporteert de portefeuillehouder ten aanzien van de uitvoering van deze bevoegdheid aan het Dagelijks Bestuur. Het Dagelijks Bestuur dient op grond van artikel III, sub a in de burap aan het Algemeen Bestuur te rapporteren.

 

BEVOEGDHEDEN SECRETARIS-DIRECTEUR

BEVOEGDHEDEN SECRETARIS-DIRECTEUR

3

Het aanstellen en ontslaan (al dan niet op eigen verzoek) van medewerkers.

Artikel 2.1.1.SAW luidt: ‘De aanstelling geschiedt door het Dagelijks Bestuur, tenzij bij of krachtens wet of besluit van het Algemeen Bestuur anders is bepaald’. Artikel ’8.1.1.SAW luidt vervolgens: ‘Ontslag wordt verleend door het bestuursorgaan dat bevoegd is tot aanstelling in de betrekking, laatstelijk door de ambtenaar vervuld’.

De bevoegdheid geldt voor alle medewerkers. Ten aanzien van sectorhoofden zal in de regeling ‘Werving en selectie’ nadrukkelijk worden aangegeven op welke wijze leden van het Dagelijks Bestuur hierbij betrokken zullen worden.

 

4

Het besluiten ten aanzien van beloning en bezoldiging.

Dit gebeurt steeds na overleg met het afdelingshoofd P&O.

De SAW geeft regels over beloning en bezoldiging: er bestaat geen aparte ‘Bezoldigingsverordening’ meer. Wel heeft het Dagelijks Bestuur nadere uitvoeringsregels gesteld in zogenaamde lokale regelingen, bijvoorbeeld de ‘Regeling toekennen persoonlijke toelage’.

 

5

Het besluiten op een verzoek om declaratie reiskosten woon- werkverkeer en dienstreizen.

Voor zover het verzoeken betreft van de sectorhoofden, het afdelingshoofd P&O en overige medewerkers die rechtstreeks onder de secretaris-directeur vallen.

De SAW kent bepalingen voor tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer en dienstreizen. Het Dagelijks Bestuur heeft vervolgens de ‘Regeling tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer’ en de ‘Regeling vergoeding dienstreizen’ vastgesteld. Het is steeds de direct leidinggevende die beslist op een declaratieverzoek. Medewerkers die rechtstreeks onder de secretaris-directeur vallen zijn ook de concern-controller en medewerker planning en control.

 

6

Het besluiten ten aanzien van het opleggen van disciplinaire maatregelen en straffen aan medewerkers.

De regels ten aanzien van het opleggen van disciplinaire maatregelen en straffen zijn neergelegd in hoofdstuk 7 van de SAW.

 

7

Het besluiten tot schorsing van medewerkers.

Naast de schorsing als disciplinaire maatregel, zoals omschreven in hoofdstuk 7 SAW, zijn er regels gesteld omtrent schorsing in hoofdstuk 8 SAW.

 

8

Het aangaan van overeenkomsten betreffende het dagelijks beheer in het kader van de taken van het waterschap.

Hier kan gedacht  worden aan het aanschaffen van producten, het inhuren van een derde voor het verrichten van

(onderhouds-)werkzaamheden, het inschakelen van een adviesbureau, het aangaan van onderhoudscontracten etc. Hier zal een offerte of opdrachtbrief voor getekend moeten worden. Hier geldt dat degene die bevoegd is de opdracht te verstrekken (budgethouderschap), ook bevoegd is de opdrachtbrief te tekenen. Deze tekeningsbevoegdheid wordt gemandateerd van het Dagelijks Bestuur via de secretaris-directeur naar betreffende budgethouder; dat kunnen dus de sectorhoofden en afdelingshoofden zijn.

 

BEVOEGDHEDEN SECTORHOOFDEN

BEVOEGDHEDEN SECTORHOOFDEN

9

Het besluiten op een verzoek om declaratie reiskosten woon-werkverkeer en dienstreizen.

Voor zover het verzoeken betreft van de eigen afdelingshoofden, de sectorassistent en eventuele overige medewerkers die rechtstreeks onder het sectorhoofd vallen. Zie verder ook de opmerkingen bij nummer 5.

 

10

Het aangaan van overeenkomsten betreffende het dagelijks beheer in het kader van de taken van het waterschap.

Hier kan gedacht  worden aan het aanschaffen van producten, het inhuren van een derde voor het verrichten van

(onderhouds-)werkzaamheden, het inschakelen van een adviesbureau, het aangaan van onderhoudscontracten etc. Hier zal een offerte of opdrachtbrief voor getekend moeten worden. Hier geldt dat degene die bevoegd is de opdracht te verstrekken (budgethouderschap), ook bevoegd is de opdrachtbrief te tekenen. Deze tekeningsbevoegdheid wordt gemandateerd van het Dagelijks Bestuur via de secretaris-directeur naar betreffende budgethouder; dat kunnen dus de sectorhoofden en afdelingshoofden zijn.

 

BEVOEGDHEDEN SECTORHOOFD WATERKETEN EN MIDDELEN

BEVOEGDHEDEN SECTORHOOFD WATERKETEN EN MIDDELEN

11

Het besluiten op een verzoek om declaratie reiskosten woon-werkverkeer en dienstreizen.

Voor zover het verzoeken betreft van de secretaris-directeur. Zie verder ook de opmerkingen bij nummer 5

 

12

Het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van de belasting.

Een dergelijk besluit ontheft de ambtenaar belast met de invordering van verplichtingen tot het doen van verdere pogingen tot invordering. Zie ook artikel 144 Waterschapswet.

 

13

Het aangaan, wijzigen of beëindigen van pacht-, jacht- en visrechtovereenkomsten en de verkoop van rietgewas.

Hier geldt geen maximum in hoogte van het bedrag of de oppervlakte. Verder wordt verwezen naar de uitgangspunten van de Notitie Grondzaken en de Notitie Verhuur jacht- en visrechten.

 

BEVOEGDHEDEN AFDELINGSHOOFDEN

BEVOEGDHEDEN AFDELINGSHOOFDEN

14

Het toepassen van bestuursdwang en het opleggen van een dwangsom.

Handhaving (het verzamelbegrip) bestaat uit:

a.    toezicht;

b.    opsporing;

c.    feitelijke handhaving door toepassen bestuursdwang en opleggen dwangsom.

Ad a. Toezichthouders kennen bevoegdheden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 5.2 Awb) als het gaat om toezicht op naleving keur, waterschapsreglement, provinciale verordeningen etc.

Ad b. BOA’s kennen hun bevoegdheden op grond van de Wet Economische Delicten (WED) als het gaat om opsporing strafbare feiten in kader Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren en Wet op de Waterhuishouding; denk aan bevoegdheden als het stilleggen van een onderneming en het ontzeggen van bepaalde bevoegdheden (bijv. bij vergunning verleend).

Ad c. Deze bevoegdheden dienen bij wettelijk voorschrift te zijn bepaald: voor handhaving Wvo is dat art. 18.6 Wet Milieubeheer; voor alle andere wetten, verordeningen, reglementen etc. is dat op grond van art. 61 ev. Waterschapswet.

Toezichthouders (a) en Buitengewoon Opsporingsambtenaren/BOA’s (b) worden aangewezen door het Dagelijks Bestuur (= attributie); hiermee vallen deze bevoegdheden buiten deze regeling.

Vervolgens kun je onderscheid maken tussen:

I:    reguliere handhaving;

II:   handhaving in spoedeisende gevallen.

Ad I. De bevoegdheid ligt nu bij het afdelingshoofd binnen wiens verantwoordelijkheid de overtreding zich voordoet. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen zaken die betrekking hebben op de onderhoudsplicht en alle overige zaken.

Ad II. De Waterschapswet (artikelen 61 en 96) kent hier in spoedeisende gevallen bevoegdheden toe aan de dijkgraaf omdat het spoedeisende karakter maakt dat het bestuur hiervoor niet eerst bij elkaar geroepen kan worden. Omdat de bevoegdheid tot toepassen bestuursdwang en opleggen dwangsom nu gemandateerd is aan het afdelingshoofd, is er geen reden meer om onderscheid te blijven maken tussen reguliere en spoedeisende handhaving. In beide gevallen is het een bevoegdheid van het afdelingshoofd, waarbij de afdeling Bestuurszaken desgewenst ondersteuning biedt.

NB. Het besluit tot toepassen bestuursdwang is een bevoegdheid van het afdelingshoofd, dat wil zeggen het afdelingshoofd binnen wiens afdeling de verantwoordelijkheid valt tot handhaving van de overtreding. Wel kunnen ambtenaren belast worden met de uitvoering van bestuursdwang, denk aan het (laten) verwijderen van een illegale steiger. Dit hoeft hier niet geregeld te worden. Wanneer de situatie vereist dat er onmiddellijk moet worden opgetreden, kan de formele besluitvorming achteraf (door het afdelingshoofd) plaatsvinden.

 
         
BEVOEGDHEDEN AFDELINGSHOOFDEN

15

Het aangaan van overeenkomsten betreffende het dagelijks beheer in het kader van de taken van het waterschap.

Hier kan gedacht  worden aan het aanschaffen van producten, het inhuren van een derde voor het verrichten van (onderhouds-)werkzaamheden, het inschakelen van een adviesbureau, het aangaan van onderhoudscontracten etc. Hier zal een offerte of opdrachtbrief voor getekend moeten worden. Hier geldt dat degene die bevoegd is de opdracht te verstrekken (budgethouderschap), ook bevoegd is de opdrachtbrief te tekenen. Deze tekeningsbevoegdheid wordt gemandateerd van het Dagelijks Bestuur via de secretaris-directeur naar betreffende budgethouder; dat kunnen dus de sectorhoofden en afdelingshoofden zijn.

Ondermandaat is mogelijk, wanneer dit wordt verleend dient dit te worden doorgegeven aan Bestuurszaken (juridisch cluster).

De gemandateerde kan ondermandaat verlenen aan ondergeschikten tot een bedrag van € 100.000,00.

16

Het verstrekken van opdrachten aan derden tot het uitvoeren van werken, diensten en leveringen, het buitengerechtelijk vernietigen van opdrachten op grond van bedreiging, bedrog, misbruik en dwaling en de correspondentie m.b.t. opdrachten.

Het afdelingshoofd dat ook budgethouder is, is bevoegd. De correspondentie m.b.t. het vernietigen van opdrachten, dient mede door de afdeling Bestuurszaken (juridisch cluster) te worden opgesteld. Hierbij dient het aanbestedingsbeleid van Reest en Wieden in acht te worden genomen. De budgethouder is bevoegd tot besluiten over goedkeuren van meerwerk binnen een verleende opdracht.

De gemandateer-de kan ondermandaat verlenen aan ondergeschikten tot een bedrag van € 100.000,00.

17

Het houden van een aanbesteding.

De budgethouder is bevoegd tot het houden van een aanbesteding. De aanbesteding dient in overeenstemming te zijn met het aanbestedingsbeleid van Reest en Wieden.

 

18

Het optreden als opdrachtgever in het kader van leveringen, dienstverlening en het uitvoeren van werken.

Hierbij dient het aanbestedingsbeleid van waterschap Reest en Wieden in acht te worden genomen.

 

19

Het optreden als opdrachtgever in het kader van leveringen, dienstverlening en het uitvoeren van werken.

   

20

Het aanvragen van vergunningen.

Dit is een algemene bepaling; het betreffende afdelingshoofd is bevoegd een vergunning aan te vragen (bijvoorbeeld in het kader van de uitvoering van werken).

 

21

Het besluiten op een verzoek om declaratie reiskosten woon-werk-verkeer en dienstreizen. 

Voor zover het verzoeken betreft van de medewerkers van de afdeling. Op verzoeken van een onderhoudsmedewerker wordt beslist door de opzichter. Zie ook de opmerkingen bij nummer 5.

 
BEVOEGDHEDEN AFDELINGSHOOFDEN

22

Het verlenen, weigeren, wijzigen of intrekken van een vergunning of ontheffing en het nemen van een gedoogbeschikking in het kader van de Scheepvaartverkeerswet, Aansluitverordening, de Keur en de Wet Verontreiniging oppervlaktewateren.

Deze bevoegdheid geldt niet als het gaat om beleidsmatig en/of strategisch relevante vergunningen, ontheffingen en gedoogbeschikkingen; dan blijft het Dagelijks Bestuur bevoegd. Het betreffende afdelingshoofd maakt zelf deze afweging.

Waterschap Reest en Wieden heeft o.a. vaarwegbeheer als reglementaire taak: het nemen van beheersmaatregelen om vaarwegen bevaarbaar te houden (bijv. art 2 Scheepvaartverkeerswet: plaatsen van verkeerstekens). De Aansluitverordening bepaalt dat het Dageljks Bestuur bevoegd is een aansluitvergunning te verlenen. De Keur (artikel 6.1) kent de vergunningsbevoegdheid toe aan het Dagelijks Bestuur. Artikel 3 lid 2 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren kent de vergunningsbevoegdheid toe aan de besturen van de waterschappen.

 

23

Het verlenen, weigeren, wijzigen of intrekken van een  beregeningsvergunning op grond van de Wet op de waterhuishouding en de provinciale waterhuis-houdingverordeningen.

Deze bevoegdheid geldt niet als het gaat om beleidsmatig en/of strategisch relevante vergunningen, ontheffingen en gedoogbeschikkingen; dan blijft het Dagelijks Bestuur bevoegd. Het betreffende afdelingshoofd maakt zelf deze afweging.

 

24

Het verlenen, weigeren, wijzigen of intrekken van een vergunning en het in ontvangst nemen van een melding op grond van de Grondwaterwet voor zover via de daarop gebaseerde provinciale verordeningen aan het Dagelijks Bestuur gedelegeerd. De uitvoering van de in deze verordeningen opgenomen algemene regels.

Deze bevoegdheid geldt niet als het gaat om beleidsmatig en/of strategisch relevante vergunningen, ontheffingen en gedoogbeschikkingen; dan blijft het Dagelijks Bestuur bevoegd. Het betreffende afdelingshoofd maakt zelf deze afweging.

De Grondwaterwet regelt het onttrekken van grondwater en het kunstmatig infiltreren van water in de bodem. Het is verboden dit te doen zonder een vergunning. De vergunningsaanvraag zal ter inzage worden gelegd. Gedeputeerde Staten hebben per 1 januari 2007 het operationeel deel van het grondwaterbeheer overgedragen aan het Dagelijks Bestuur. Dit bekent dat het Dagelijks Bestuur bevoegd is tot:

-          vergunningverlening voor alle grondwateronttrekkingen met uitzondering van de onttrekkingen ten behoeve van

.         drinkwaterwinningen;

.         industriële onttrekkingen > 150.000 m³/jaar; en

.         onttrekkingen ten behoeve van koude/warmteopslag;

-          de uitvoering van algemene regels;

-          de bijbehorende handhaving;

-          het heffen van leges;

-          afhandelen van bezwaar- en beroepschriften.

 
BEVOEGDHEDEN AFDELINGSHOOFDEN

25

Het ondertekenen van een verklaring van overeenstemming.

De bevoegdheid tot ondertekening van een verklaring van overeenstemming gericht op CE-markering van machines. Ondermandaat is mogelijk, indien dit verleend wordt dient dit te worden doorgegeven aan de afdeling Bestuurszaken (juridisch cluster).

De gemandateerde kan ondermandaat verlenen aan ondergeschikten.

26

Het aanvragen van een subsidie

Denk hierbij aan alle handelingen in het kader van een subsidieaanvraag:  het ondertekenen van de subsidieaanvraag, de aanvraag van een voorschot, het uitvoeren van de rapportageverplichting, het verzoek om subsidievaststelling en het intrekken van een subsidieaanvraag.

 

BEVOEGDHEDEN AFDELINGSHOOFD BESTUURSZAKEN

BEVOEGDHEDEN AFDELINGSHOOFD BESTUURSZAKEN

27

Het nemen van een verdagingbesluit bij de beslissing op een bezwaar- of beroepschrift.

Zie ook de artikelen 7:10 en 7:24 van de Algemene wet bestuursrecht: deze artikelen schrijven voor dat het Dagelijks Bestuur in beginsel binnen 6 (resp. 16) weken een beslissing op een bezwaarschrift (resp. beroepschrift) neemt. Deze termijn kan nu door het afdelingshoofd Bestuurszaken met 4 weken verdaagd (verlengd) worden.

 

28

Het voeren van rechtsgedingen.

De Waterschapswet geeft aan (artikel 86) dat de beslissingsbevoegdheid tot ‘het voeren van rechtsgedingen’ valt onder de algemene bevoegdheid van het Algemeen Bestuur tot ‘regeling en bestuur’. Het is een bevoegdheid die aan het Dagelijks Bestuur gemandateerd kan worden. In het Delegatiebesluit delegeert het Algemeen Bestuur deze bevoegdheid aan het Dagelijks Bestuur. Vervolgens mandateert het Dagelijks Bestuur dit aan het afdelingshoofd Bestuurszaken.

Wat kan zoal worden verstaan onder ‘het voeren van rechtsgedingen’?

-          besluiten tot het al dan niet voeren van rechtsgedingen (waaronder het indienen van bedenkingen, bezwaar- en beroepschriften); zowel bestuurs- als civielrechtelijk en inclusief een kort geding of voorlopige voorziening;

-          besluiten tot het voeren van verweer in rechtsgedingen;

-          de hiermee samenhangende bevoegdheden zoals het bieden van de mogelijkheid om verzuim te herstellen (zie artikel 6:6 Algemene wet bestuursrecht), het inschakelen van een deskundige/getuige, het stuiten van een verjaring, het (laten) leggen van beslag, het voegen in strafzaken etc.

Onder ‘het voeren van rechtsgedingen’ valt niet ‘het beslissen op bezwaar- en beroepschriften’: dit blijft een bevoegdheid van het Dagelijks Bestuur (m.u.v. belastingzaken), zie ook artikel 10:3, derde lid, Algemene wet bestuursrecht.

 

29

Het besluiten op een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.

De Wet openbaarheid van bestuur biedt derden de mogelijkheid om inzage in documenten over bestuurlijke aangelegenheden te krijgen. Het bestuursorgaan beslist op dergelijke verzoeken. Hier is deze bevoegdheid, ongeacht de afdeling waar het verzoek binnenkomt, gemandateerd aan het afdelingshoofd Bestuurszaken. Zo worden alle verzoeken centraal behandeld en beoordeeld. Er vindt (indien nodig) overleg plaats met de betreffende afdeling waar de gevraagde informatie vandaan moet komen.

 

30

Het besluiten op een algemeen subsidieverzoek tot het maximale subsidiebedrag.

Bij de uitoefening van deze bevoegdheid dient rekening te worden gehouden met het vastgestelde subsidiebeleid.

Waterschap Reest en Wieden kent een Algemene Subsidieverordening. Deze subsidieverzoeken worden aangemerkt als ‘algemeen’. Het is efficiënter om de standaard algemene subsidieverzoeken niet meer via het Dagelijks Bestuur te laten gaan. Onder standaard wordt verstaan die verzoeken die eenvoudig getoetst kunnen worden aan de criteria van de Algemene Subsidieverordening en die het maximale per gebeurtenis te subsidiëren bedrag, zoals genoemd in de ‘Beleidsregels Subsidieverlening’, niet te boven gaat.

 

BEVOEGDHEDEN AFDELINGSHOOFD FINANCIËN

BEVOEGDHEDEN AFDELINGSHOOFD FINANCIËN

31

Het voeren van het dagelijks beheer over de financiën.

Het Reglement van waterschap Reest en Wieden bepaalt dat het Dagelijks Bestuur bevoegd is het dagelijks beheer over de financiën te voeren. Deze bevoegdheid is gemandateerd aan het afdelingshoofd Financiën. Denk hierbij bijvoorbeeld aan:

-        uitzetten/(her-)beleggen van tijdelijk beschikbaar kasgeld;

-        ondertekenen van betalingsopdrachten;

-        het treffen van invorderingsmaatregelen;

-        het doen van aangifte omzetbelasting;

-        saldobevestigingen van geldgevers en leveranciers/aannemers.

Het aangaan van geldleningen blijft nadrukkelijk een bevoegdheid van het Dagelijks Bestuur. Ook ‘een besluit tot concentratie van fiscale werkzaamheden als in artikel 124, tweede lid Waterschapswet’, blijft een bevoegdheid van het Dagelijks Bestuur.

 

BEVOEGDHEDEN AFDELINGHOOFD FACILITAIRE ZAKEN

BEVOEGDHEDEN AFDELINGHOOFD FACILITAIRE ZAKEN

32

Het besluiten tot het inrichten en in stand houden van een archiefbewaarplaats.

Waterschap Reest en Wieden kent (ingevolge de Archiefwet 1995 en het Archiefbesluit 1995) een Archiefverordening. Artikel 3 kent de algemene bepaling dat ‘het Dagelijks Bestuur zorg draagt voor het inrichten en in stand houden van een archiefbewaarplaats, alsmede van voldoende en doelmatige archiefruimten’.

Hieronder kan worden verstaan:

-    het besluit tot uitleen, inbewaringgeving en inbewaringneming van archiefstukken;

-    het besluit tot de vernietiging van stukken;

-    het besluit tot het overdragen van archiefstukken naar een andere bewaarplaats.

 

BEVOEGDHEDEN AFDELINGSHOOFD BELEID KENNIS EN ADVIES

BEVOEGDHEDEN AFDELINGSHOOFD BELEID KENNIS EN ADVIES

33

Het reageren op vergunningsaanvragen op grond van de Grondwaterwet en de Ontgrondingenwet.

Deze bevoegdheid geldt niet als het gaat om beleidsmatig en/of strategisch relevante vergunningsaanvragen; dan blijft het Dagelijks Bestuur bevoegd. Het afdelingshoofd maakt zelf deze afweging.

De Grondwaterwet regelt het onttrekken van grondwater en het kunstmatig infiltreren van water in de bodem. Het is verboden dit te doen zonder vergunning van Gedeputeerde Staten. De vergunningsaanvraag zal ter inzage worden gelegd. Gedeputeerde Staten kan het waterschap bij de aanvraag betrekken, bijvoorbeeld door haar reactie vragen op de aanvraag.

De Ontgrondingenwet bepaalt dat ‘indien een bij Gedeputeerde Staten ingediende aanvraag voor een vergunning betrekking heeft op een ontgronding waarbij naar hun oordeel vrijwel uitsluitend huishoudelijke belangen van een waterschap zijn betrokken, zij deze ter beslissing in handen van dat bestuur kunnen leggen’.

 

34

Het reageren op ruimtelijke plannen.

De watertoets moet worden gedaan bij bestemmingsplannen, streekplannen, structuurplannen, infrastructuurplannen, reconstructie-, landinrichting- en ontgrondingenplannen; ook als het gaat om vrijstellingen. Zolang dit binnen de kaders van het Waterbeheerplan past en niet beleidsgevoelig is, is de bevoegdheid aan het betreffende afdelingshoofd gemandateerd. Het afdelingshoofd tekent deze brieven ook.

 

35

Het voeren van rechtsgedingen.

Hier wordt verwezen naar de opmerkingen bij nummer 28.

 

36

Het reageren op gemeentelijke rioleringsplannen.

De Wet milieubeheer schrijft voor dat de gemeente bij de voorbereiding van het rioleringsplan ook het waterschap betrekt. Zolang dit binnen de kaders van het Waterbeheerplan is en niet beleidsgevoelig is, is de bevoegdheid aan het betreffende afdelingshoofd gemandateerd. Het uitgangspunt is het bewaken van de oppervlaktewaterkwaliteit.

 

BEVOEGDHEDEN AFDELINGSHOOFD REALISEREN EN METEN

BEVOEGDHEDEN AFDELINGSHOOFD REALISEREN EN METEN

37

Het kopen, (ver)huren, ruilen of bezwaren van roerende en onroerende zaken, vermogenrechten en persoonlijke rechten tot een bedrag van € 50.000,-

In het Delegatiebesluit heeft het Algemeen Bestuur de volgende bevoegdheid aan het Dagelijks Bestuur gemandateerd:

‘het aankopen van grond tot een bedrag van € 100.000,- en daarnaast het (ver)kopen, (ver)-huren, ruilen of bezwaren van roerende en onroerende zaken vermo­gensrechten en persoonlijke rechten tot een bedrag van € 50.000,00. Hieronder wordt ook begrepen het aangaan, wijzigen en beëindigen van pacht-, jacht- en visrechtovereenkomsten en de verkoop van rietgewas, waarbij geen grens wordt gesteld ten aanzien van een bedrag;’ (zie voor dit laatste zie punt 13).

Denk hierbij bijvoorbeeld ook aan het invullen van een Grondgebruikersverklaring wanneer iemand grond van het waterschap gebruikt voor beweiding of bemesting. Verder wordt verwezen naar de uitgangspunten van de Notitie Grondzaken.

 

BEVOEGDHEDEN AFDELINGHOOFD PERSONEEL & ORGANISATIE

BEVOEGDHEDEN AFDELINGHOOFD PERSONEEL & ORGANISATIE

38

Het besluiten op een verzoek om vergoeding van schade aan kleding, uitrusting en motorrijtuig.

De SAW bepaalt dat het Dagelijks Bestuur beslist op een verzoek tot vergoeding bij schade aan een motorvoertuig. Het MT heeft, ook als het gaat om schade aan kleding en uitrusting, nadere regels vastgesteld. De bevoegdheid om te beslissen op dergelijke verzoeken wordt, uiteraard voorzover vallen binnen de nadere regels, gemandateerd aan het afdelingshoofd P&O.

 

39

Het besluiten op een verzoek inzake de Studiefaciliteitenregeling.

Hier wordt verwezen naar de Studiefaciliteitenregeling van de SAW. Het afdelingshoofd P&O overlegt met de directleidinggevende van de verzoeker. Het vaststellen van een Opleidingsplan en het bijbehorende budget blijft een bevoegdheid van het Dagelijks Bestuur.

 

40

Het nemen van een besluit ten aanzien van arbeidsvoorwaarden.

Deze bevoegdheid geldt voor zover dit niet al elders is geregeld en voor zover het past binnen bestaande lokale regelingen en afzonderlijke besluiten.

In deze mandateringslijst worden op diverse plaatsen al bevoegdheden genoemd die betrekking hebben op de rechtspositie (denk aan aanstelling, bezoldiging etc.). Breder dan ‘rechtspositieregelingen’ is het begrip ‘arbeidsvoorwaarden’. Deze bepaling fungeert als een vangnet.

 

BEVOEGDHEDEN AFDELINGSHOOFD INFRASTRUCTUUR EN WATERKETEN

BEVOEGDHEDEN AFDELINGSHOOFD INFRASTRUCTUUR EN WATERKETEN

41

Het reageren op basis rioleringsplannen.

Deze bevoegdheid richt zich op het vaststellen van de afnameverplichting van gemeenten voor het lozen op zuiveringstechnische werken en de effecten op de oppervlaktewaterkwaliteit.