| Overheidsorganisatie | Waterschap Velt en Vecht |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Kwijtscheldingsregeling |
| Citeertitel | Kwijtscheldingsregeling waterschap Velt en Vecht |
| Vastgesteld door | algemeen bestuur |
| Onderwerp | financiën en economie |
| Eigen onderwerp | financiën – belastingen |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 5-1-2000
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: huis-aan-huis 05-01-2000
Waterschapswet, Waterschapswet, art. 144
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 14-01-2000 | 01-01-2000 | 01-01-2009 | nieuwe regeling | 05-01-2000 huis-aan-huis 05-01-2000 | 2000-0071a |
Geen kwijtschelding wordt verleend voor:
de verontreinigingsheffing voor bedrijfsruimten, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b, van de Verordening verontreinigingsheffing waterschap Velt en Vecht;
de omslagheffing ongebouwd, bedoeld in artikel 3 van de Omslagverordening waterschap Velt en Vecht;
de omslagheffing gebouwd, bedoeld in artikel 8 van de Omslagverordening waterschap Velt en Vecht;
de leges, bedoeld in artikel 1 van de Legesverordening waterschap Velt en Vecht.
Bij het verlenen van kwijtschelding voor de waterschapsbelastingen, bedoeld in artikel 14 van de Omslagverordening waterschap Velt en Vecht en artikel 3 van de Verordening verontreinigingsheffing waterschap Velt en Vecht worden voor de berekening van de kosten van bestaan de percentages, vermeld in artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, gesteld op 100.
Geen kwijtschelding wordt verleend voor reeds betaalde waterschapsbelastingen indien het verzoek, bedoeld in artikel, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 niet is ingediend binnen drie maanden nadat de laatste betaling heeft plaatsgevonden en de belastingschuldige heeft betaald onder omstandigheden die aanleiding zouden hebben gegeven tot kwijtschelding.
Wanneer inzake een verzoek om kwijtschelding de berekening leidt tot onvoldoende betalingscapaciteit, wordt de aanwezige betalingscapaciteit ponds-pondsgewijs verdeeld over de aanslagen verontreinigingsheffing en ingezetenenomslag, voorzover deze betrekking hebben op hetzelfde belastingjaar.
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van haar bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2000.
2. Deze regeling vindt toepassing op belastingaanslagen die zijn ontstaan op of na 1 januari 2000.
3. Deze regeling kan worden aangehaald als Kwijtscheldingsregeling waterschap Velt en Vecht.
Op grond van artikel 144, tweede lid, van de Waterschapswet wordt voor waterschapsbelastingen kwijtschelding verleend met toepassing van de krachtens artikel 26 Invorderingswet 1990 gestelde regels (Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990). Het algemeen bestuur kan binnen bepaalde grenzen afwijkende regels stellen die er toe leiden dat in het geheel geen dan wel gedeeltelijke kwijtschelding wordt verleend (artikel 144, derde lid, van de Waterschapswet) of dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend (artikel 144, vierde lid, van de Waterschapswet).
In artikel 1 worden de waterschapsbelastingen genoemd waarvoor in het geheel geen kwijtschelding wordt verleend.
Dit artikel leidt er toe dat in ruimere mate dan in de Uitvoeringsregeling is aangegeven kwijtschelding wordt verleend. Voorheen schreef de Uitvoeringsregeling dwingend de zogenaamde 90%-norm voor
(90% van de normuitkering die de belastingschuldige naar de maatstaven van het Bijstandsbesluit landelijke normering zou kunnen krijgen). Door wetswijziging mogen waterschappen uitgaan van een hoger bedrag voor kosten van bestaan: de zogenaamde 100%-norm.
Het stellen van een termijn voor indiening van kwijtscheldingsverzoeken met betrekking tot nog openstaande aanslagbedragen is sinds de wetswijziging vanaf 1 januari 1998 niet meer mogelijk.
Wel blijft gehanhaafd de regeling dat verzoeken om kwijtschelding van reeds betaalde belastingaanslagen moeten worden ingediend binnen drie maanden na de laatste (termijn)betaling.
Dit artikel houdt verband met de afstemming tussen de kwijtschelding van de ingezetenenomslag en de verontreinigingsheffing. In veel gevallen zal de belastingschuldige voor de ingezetenenomslag immers tevens een aanslag voor de verontreinigingsheffing ontvangen. Dit artikel regelt op welke wijze wordt gehandeld inzake de verdeling van de kwijtgescholden bedragen.
Dit artikel regelt de inwerkingtreding en citeertitel. De regeling is van toepassing op belastingschulden die zijn ontstaan op of na 1 januari 2000.