Overheidsorganisatie | Waterschap Vallei & Eem |
---|---|
Officiële naam regeling | Inspraakverordening waterschap Vallei & Eem |
Citeertitel | Inspraakverordening Waterschap Vallei & Eem |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur – waterschappen |
De bijlage bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Inspraakverordening is gewijzigd met ingang van 1-1-2010
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 27-11-2008
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: AD/Amersfoortse Courant 10-12-2008
Onbekend.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 20-03-2013 | Bijlage | 27-11-2008 AD/Amersfoortse Courant 10-12-2008 | 2008/6375 | |
13-12-2008 | 20-03-2013 | artikel 8 | 01-12-2005 AD/Amersfoortse Courant, 10-12-2008 | Onbekend. | |
15-07-2004 | 20-03-2013 | artikel 3 | 01-07-2004 Amersfoortse Courant, 13-07-2004 | Onbekend. | |
15-01-1997 | 01-01-1997 | 20-03-2013 | nieuwe regeling | 06-01-1997 Gelders Dagblad, 11-01-1997 | 21/1997-07.76 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
het waterschap: het waterschap Vallei & Eem;
het algemeen bestuur: het algemeen bestuur van het waterschap;
het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het waterschap;
de voorzitter: de voorzitter van het waterschap;
inspraak: een door of namens het dagelijks geboden gelegenheid voor ingezetenen en belanghebbenden om hun zienswijze omtrent te nemen besluiten van het waterschap kenbaar te maken.
1. Onverminderd het bepaalde bij wet, algemene maatregel van bestuur of provinciale verordening vallen onder de werking van de onderhavige verordening de door het algemeen bestuur te nemen besluiten van algemene strekking, tenzij deze daarvoor naar hun aard of naar hun belang niet in aanmerking komen.
2. In de bij dit besluit behorende bijlage wordt aangegeven welke ontwerp-besluiten op grond van het eerste lid in ieder geval onder de werking van de onderhavige verordening vallen.
3. Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.
Een ontwerp-besluit wordt voor een ieder gedurende zes weken ter inzage gelegd op het kantoor van het waterschap en is in te zien op de internetsite van het waterschap.
1. Het dagelijks bestuur maakt de terinzagelegging tijdig bekend in de daarvoor in aanmerking komende dag-, week- of huis-aan-huisbladen.
2. De bekendmaking, bedoeld in het eerste lid omvat in ieder geval:
een samenvatting van het ontwerp-besluit;
de plaats en tijdstippen waarop het ontwerp-besluit ter inzage ligt;
de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 hun zienswijze over het te nemen besluit kenbaar kunnen maken.
Ingezetenen en belanghebbenden kunnen gedurende de in artikel 3 bedoelde termijn hun zienswijze omtrent het ontwerp schriftelijk of mondeling kenbaar maken aan het dagelijks bestuur.
Ingezetenen en belanghebbenden, die in hun zienswijze daarom hebben verzocht worden door het dagelijks bestuur in de gelegenheid gesteld hun zienswijze mondeling toe te lichten, tenzij een dergelijk verzoek kennelijk onredelijk is.
1. In het voorstel aan het algemeen bestuur wordt melding gemaakt van de gehouden
inspraakprocedure en de beschouwingen van het dagelijks bestuur over de in het kader daarvan ingekomen reacties.
2. Het voorstel en het dienaangaande vastgestelde besluit van het algemeen bestuur wordt toegezonden aan een ieder die van de inspraakprocedure gebruik heeft gemaakt.
(VERVALLEN)
De Inspraakverordening van het waterschap Noord-Veluwe, de Inspraakverordening van het waterschap Gelderse Vallei en Eem en de Inspraakverordening van het Zuiveringschap Veluwe zijn vervallen op 1 januari 1997.
De verordening treedt in werking met ingang van 15 januari 1997 en werkt terug tot en met 1 januari 1997.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Inspraakverordening waterschap Vallei & Eem".
Behoort bij besluit algemeen bestuur Waterschap Vallei & Eem van 27 november 2008.
Onder de werking van deze verordening vallen in ieder geval de ontwerp-besluiten inzake:
de Kostentoedelingsverordening Watersysteembeheer
de Verordening op de watersysteemheffing
de Verordening zuiveringsheffing
de Verordening verontreinigingsheffing
de Keur
de legger van onderhoudsplichtigen
het peilbesluit
het waterbeheersplan
de aanleg of verbetering van waterstaatswerken en zuiveringstechnische werken, voorzover deze betrekking hebben op werken waarvan in betekenende mate een wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie of de hoogte van de te heffen omslagen, zuiveringsheffing of verontreinigingsheffing is te verwachten
ALGEMEEN
Artikel 79 van de Waterschapswet verplicht de waterschappen tot het vaststellen van een inspraakverordening die van toepassing is op de door het algemeen bestuur te nemen besluiten. De algemene inspraakverordening moet worden beschouwd als een aanvulling op inspraakregelingen die zijn opgenomen in formele wetten, algemene maatregelen van bestuur of provinciale verordeningen. Als voorbeelden daarvan kan worden gewezen op de inspraakprocedures die zijn geregeld in de Wet op de waterhuishouding en de Wet Milieubeheer. Ook kent de Waterschapswet bijvoorbeeld een eigen inspraakregeling voor de begroting van het waterschap. De Inspraakverordening waterschap Vallei en Eem is in 2005 aangepast aan de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Deze wet schuift de twee voorbereidingsprocedures van de Algemene Wet bestuursrecht ineen. Dit doel kan worden bereikt door de Inspraakprocedure in het stramien te laten lopen van de voorbereidingsprocedure van de Awb. Daartoe is afdeling 3.4 Awb van overeenkomstige toepassing verklaard.
Het doel van de inspraak is tweeledig. Aan de ene kant wordt belanghebbenden de mogelijkheid geboden om hun mening omtrent een ontwerp-besluit van het waterschapsbestuur kenbaar te maken. Aan de andere kant is het voor het waterschap een belangrijk hulpmiddel om op basis van een evenwichtige belangenafweging tot een besluit te komen.
Uit dit doel vloeit een aantal randvoorwaarden ten aanzien van de inspraak voort. Inspraak is slechts zinvol wanneer er voor het waterschapsbestuur een keuzemogelijkheid is. Indien het waterschap geen keuze heeft, hetgeen met name kan voorkomen indien het een gebonden besluit betreft dat voortvloeit uit een voorschrift van hoger gezag, kan het ook geen rekening houden met de meningen van belanghebbenden. In deze situatie moet het hoger gezag inspraak verlenen ten aanzien van zijn voorschrift.
Een tweede belangrijk aspect in dit verband is dat inspraak het beste tot zijn recht komt indien het beleidsvoornemen c.q. de praktische consequenties van de verschillende keuzemogelijkheden zo concreet mogelijk aangegeven zijn. Dit betekent dat de ambtelijke en bestuurlijke gedachtenvorming omtrent het te nemen besluit moet hebben plaatsgevonden en dat eventuele keuzemogelijkheden voor de insprekers duidelijk zijn aangegeven.
In dit verband zij overigens met nadruk op te merken dat het in veel gevallen zinvol is om in een vroeger stadium, bijvoorbeeld in het kader van de ambtelijke voorbereiding, voorlichting te geven omtrent het beleidsvoornemen c.q. om daarover overleg te voeren met de meest direct betrokken belanghebbenden. Op die wijze kunnen belanghebbenden immers al in een zeer vroeg stadium kennis nemen van voornemens van het waterschap, en met name door het aandragen van informatie er mede zorg voor dragen dat het waterschap een ontwerp-besluit in de inspraak brengt dat op juiste wijze inzicht geeft in de diverse aspecten van het ontwerp-besluit.
Verder wordt nog gewezen op het gegeven dat voor bepaalde projecten zowel besluitvorming door het waterschap als door andere overheden nodig is (bijvoorbeeld een dijkversterking in combinatie met een bestemmingsplanwijziging). Indien voor meerdere besluiten inspraakprocedures moeten worden gehouden zou met het oog op de doelmatigheid gestreefd moeten worden naar coördinatie
van die procedures. Daarbij kan worden gedacht aan gelijktijdige terinzagelegging, gezamenlijke publikatie, afspraken met betrekking tot de ingekomen reacties, gezamenlijke hoorzitting etc.
Artikel 79 van de Waterschapswet is in 2005 aangepast aan de uniforme voorbereidingsprocedure van de Algemene Wet bestuursrecht. De wijziging houdt in dat niet meer is voorgeschreven welke besluiten ter inspraak gebracht moeten worden. Ook het beklagrecht wordt niet meer verplicht gesteld.
Behoort bij besluit algemeen bestuur Waterschap Vallei & Eem van 27 november 2008.
Bijlage bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Inspraakverordening Waterschap Vallei & Eem
Onder de werking van deze verordening vallen in ieder geval de ontwerp-besluiten inzake:
a. de Kostentoedelingsverordening Watersysteembeheer
b. de Verordening op de watersysteemheffing
c. de Verordening zuiveringsheffing
d. de Verordening verontreinigingsheffing
e. de Keur
f. de legger van onderhoudsplichtigen
g. het peilbesluit
h het waterbeheersplan
i. de aanleg of verbetering van waterstaatswerken en zuiveringstechnische werken, voorzover deze betrekking hebben op werken waarvan in betekenende mate een wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie of de hoogte van de te heffen omslagen, zuiveringsheffing of verontreinigingsheffing is te verwachten