Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Reest en Wieden

Verordening behandeling bezwaren van het waterschap Reest en Wieden 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Reest en Wieden
Officiële naam regelingVerordening behandeling bezwaren van het waterschap Reest en Wieden 2007
CiteertitelBezwarenverordening waterschap Reest en Wieden 2012
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpOVERHEID.modelverordeningenDomein

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum inwerkingtreding bij benadering.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Waterschapswet, art. 78, lid 1
  2. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-10-201201-01-2016art. 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, toelichting

25-09-2012

Onbekend.

7249 AB NdL
26-10-201010-12-2012art. 1, 2, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, toelichting

26-10-2010

Onbekend.

Onbekend.
01-07-200726-10-2010nieuwe regeling

26-06-2007

Onbekend.

4260B

Tekst van de regeling

Het Algemeen Bestuur van het waterschap Reest en Wieden;

- gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van het waterschap Reest en Wieden;

- gelet op de Algemene wet bestuursrecht en artikel 78, eerste lid, van de Waterschapswet;

B E S L U I T :     

vast te stellen de Bezwarenverordening waterschap Reest en Wieden 2012.

Verordening behandeling bezwaren Reest en Wieden 2012

Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. de wet : de Algemene wet bestuursrecht;

  • b. het bestuursorgaan : het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur of de voorzitter van het waterschap Reest en Wieden, of een andere persoon of een ander college met enig openbaar gezag bekleed, ieder voor zover het zijn of haar                   bevoegdheid betreft;

  • c. de commissie : een commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • d. ambtenaar : hij die door het bestuursorgaan in dienst van het waterschap is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn.

De Commissie

Artikel 2

Er is een commissie voor de voorbereiding van en advisering over de beslissingen op bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet met uitzondering van bezwaren, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen en bezwaren met betrekking tot de vastgestelde heffingsmaatstaf voor de omslagheffing.

Artikel 3

Het bestuursorgaan beslist op de bij hem ingediende bezwaren na advies van de commis­sie.

Artikel 4
  • 1. De commissie bestaat uit vier leden, onder wie de voorzitter, die door het Algemeen Bestuur benoemd, geschorst en ontslagen worden.

  • 2. De commissie is ter zitting als volgt samengesteld:

  • a. een voorzitter, die geen deel uitmaakt van de bestuurlijke en ambtelijke organisatie van het waterschap;

  • b. twee leden, die geen deel uitmaken van de bestuurlijk en ambtelijke organisatie van het waterschap.

  • 3. Er wordt ten minste één plaatsvervangend lid benoemd, op wie de voor de leden gegeven bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing is.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter en de wijze van vervanging van de overige leden.

Zittingsduur commissie

Artikel 5
  • 1. De commissie treedt af op de dag van het aftreden van het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur kan de zittingsduur van de commissie verlengen. De voorzitter of een lid van de commissie treedt in ieder geval af, zonder de mogelijkheid van verlenging, na een zittingsduur van twee termijnen van het Algemeen Bestuur.

  • 2. De leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij geven daarvan schriftelijk kennis aan het Algemeen Bestuur.

  • 3. Het Algemeen Bestuur voorziet zo spoedig mogelijk in ontstane vacatures.

  • 4. De leden van de commissie blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.

Secretariaat

Artikel 6

Het secretariaat van de commissie wordt gevoerd door een door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen ambtenaar. Het Dagelijks Bestuur wijst tevens een plaatsvervanger aan.

Bezwaarschrift

Artikel 7
  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bestuursorgaan stelt het bezwaarschrift met de daarbij overlegde stukken zo spoedig mogelijk in handen van de voorzitter van de commissie.

Verstrekking stukken aan de commissie

Artikel 8

Het bestuursorgaan is verplicht aan de commissie alle stukken over te leggen die betrek­king hebben op de zaak welke onderwerp is van het bezwaarschrift.

Herstellen verzuim

Artikel 9

De voorzitter van de commissie stelt de indiener van het bezwaarschrift een termijn waarbinnen deze een verzuim als bedoeld in artikel 6:6 van de wet kan herstellen.

Vooronderzoek

Artikel 10
  • 1. De voorzitter van de commissie draagt er zorg voor, dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling van het bezwaarschrift ter zitting van de commissie genoegzaam voor te bereiden. Hij is daarbij bevoegd inlichtingen en adviezen van deskundigen, al of niet ambtenaren van het waterschap zijnde, in te winnen. Indien aan het inwinnen van advies kosten zijn verbonden, is daarvoor vooraf machtiging van de secretaris-directeur van het waterschap vereist.

  • 2. De voorzitter van de commissie draagt er zorg voor, dat alle stukken die betrekking hebben op het bezwaarschrift worden gezonden aan de leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden.

Overdracht bevoegdheden

Artikel 11

De bevoegdheden ingevolge artikel 2:1, tweede lid en 7:6, vierde lid en 7:17 van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Plaats en tijdstip zitting

Artikel 12

De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de openbare hoorzitting waarin belanghebbenden en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

Uitnodiging zitting

Artikel 13
  • 1. De voorzitter van de commissie deelt belanghebbenden alsmede het bestuursorgaan ten minste drie weken voor de zitting van de commissie schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Indien een belanghebbende of het bestuursorgaan wijziging wenst van het tijdstip van de zitting, dient zulks binnen vier dagen na de verzending van de in het eerste lid bedoelde mededeling onder opgaaf van redenen te worden verzocht aan de voorzitter van de commissie.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de belanghebbenden en het bestuursorgaan medegedeeld.

  • 4. De commissie kan de deskundigen genoemd in artikel 10, eerste lid, en getuigen voor de zitting uitnodigen om zich te doen horen. Indien hieraan kosten zijn verbonden, is daarvoor vooraf machtiging van de secretaris-directeur van het waterschap vereist.

Openbaarheid hoorzitting

Artikel 14
  • 1. De hoorzittingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten, wanneer dat door een van de aanwezige leden van de commis­sie of een belanghebbende wordt verzocht of indien de voorzitter van de commissie het nodig acht.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen zich tegen open­baarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Quorum hoorzitting

Artikel 15

Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat ten minste twee leden van de commissie, waaronder de voorzitter van de commissie, aanwezig zijn.

Onpartijdigheid leden commissie

Artikel 16

De leden van de commissie nemen niet deel aan de voorbereiding van en beraadslaging over het advies inzake de beslissing op het bezwaar, indien bij hen sprake is van vooringe­nomenheid of persoonlijk belang bij de beslissing.

Verslaglegging van de zitting

Artikel 17
  • 1. Het verslag van de zitting, als bedoeld in artikel 7:7 van de wet, vermeldt de namen van de aanwezige belanghebbenden en de namen van de vertegenwoordigers van het bestuursorgaan, alsmede hun hoedanigheid. Het vermeldt voorts kort hetgeen tijdens de zitting is gezegd en voorgevallen.

  • 2. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk niet openbaar was, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, wordt dit in het verslag vermeld.

  • 3. Het verslag verwijst naar de tijdens de zitting overlegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 4. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en secretaris van de commissie.

Nader onderzoek

Artikel 18
  • 1. Indien na afloop van de zitting, doch voor het uitbrengen van advies, nader onderzoek wenselijk is, kan de voorzitter van de commissie uit eigen beweging of op verzoek van de commissie dit onderzoek houden. Verkregen informatie of adviezen worden in afschrift aan de leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 2. De leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie of adviezen, aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het houden van een nieuwe zitting. De commissie beslist op een dergelijk verzoek.

  • 3. Op een zitting als bedoeld in het voorgaande lid, zijn de bepalingen van deze verordening over de zitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Uitbrengen van advies

Artikel 19
  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar aan het bestuursorgaan uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Van minderheidsstandpunten wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel aan het bestuursorgaan omtrent de op het bezwaar te nemen beslissing.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Verdaging beslissing

Artikel 20

Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel 7:10 van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van advies door de commissie en het nemen van een beslissing op het bezwaar door het bestuursorgaan, verzoekt hij het bestuursorgaan tijdig de beslissing op het bezwaar te verdagen. Van de beslissing tot verdagen ontvangt de commissie een afschrift.

Kennisgeving beslissing bestuursorgaan

Artikel 21
  • 1. De commissie ontvangt een afschrift van de beslissing.

  • 2. In afwijking van het voorgaande lid kan volstaan worden met een kennisgeving van de beslissing, indien het bestuursorgaan het advies en het voorstel van de commis­sie ongewij­zigd heeft overgenomen.

Inwerkingtreding en titel

Artikel 22
  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de ‘Verordening behandeling bezwaren waterschap Reest en Wieden 2010'.

  • 3. De verordening kan worden aangehaald als ‘Bezwarenverordening waterschap Reest en Wieden 2012'.

Aldus vastgesteld door het Algemeen Bestuur van het waterschap Reest en Wieden in de openbare vergadering van 25 september 2012.

mr. A.K. Schuttinga,                                                                                                         M.M. Kool,

Secretaris-directeur                                                                    Dijkgraaf