Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Velt en Vecht

Verordening behandeling klachten 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Velt en Vecht
Officiële naam regelingVerordening behandeling klachten 2006
CiteertitelVerordening behandeling klachten 2006
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerprecht – bezwaar en klachten

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 5-9-2006

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: De Zuidoosthoeker, 10-10-2006 Krant van Hoogeveen, 10-10-2006 De Toren 11-1-2006

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 9:2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-08-201407-08-2014intrekking

02-07-2014

Waterschapsblad, 2014, 5048

WVS - B2014/u187
11-10-200607-08-2014nieuwe regeling

05-09-2006

De Zuidoosthoeker, 10-10-2006 Krant van Hoogeveen, 10-10-2006 De Toren 11-1-2006

4399/SG/pd/2006

Tekst van de regeling

Inhoud

Begripsbepalingen

Artikel 1
  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. bestuursorgaan: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur of de voorzitter van het waterschap;

  • b. gedraging:

    • 1.

      het in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of rechts-persoon handelen of nalaten te handelen door een bestuursorgaan;

    • 2.

      een gedraging van een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuurs-orgaan;

  • c. klacht: een mondelinge of schriftelijke uiting van ongenoegen over een gedraging;

  • d. klachtencommissie: de tweede kamer van de commissie, genoemd in artikel 2 van de Verordening behandeling bezwaren waterschap Velt en Vecht;

  • e. wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Klaagschrift

Artikel 2
  • 1. Het indienen van een klacht kan door een ieder zowel mondeling als schriftelijk gebeuren.

  • 2. Indien een klager bij het indienen van een mondelinge klacht daarom verzoekt, wordt de mondelinge klacht door de klachtencoördinator op schrift gesteld. De klager ontvangt een afschrift van het klaagschrift.

  • 3. Een schriftelijk klaagschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:

    • a.

      de naam en het adres van de klager,

    • b.

      de dagtekening en

    • c.

      een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht zich richt.

  • 4. Artikel 6:5, derde lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing.

Ontvangstbevestiging

Artikel 3

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een klaagschrift schriftelijk en vermeldt daarbij informatie over de te volgen procedure.

Ontvankelijkheid

Artikel 4
  • 1. Een klacht behoeft niet in behandeling te worden genomen indien zij betrekking heeft op een gedraging:

    • a.

      waarover reeds eerder een klacht is ingediend die met inachtneming van deze klachtenverordening is afgehandeld;

    • b.

      die langer dan een jaar voor indiening van de klacht heeft plaatsgevonden;

    • c.

      waartegen door de klager bezwaar gemaakt had kunnen worden;

    • d.

      waartegen door de klager beroep kan of kon worden ingesteld;

    • e.

      die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechterlijke instantie dan een administratieve rechter onderworpen is, dan wel onderworpen is geweest of,

    • f.

      zolang terzake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uit-maakt van de  opsporing of vervolging van een strafbaar feit en terzake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is.

  • 2. De klager is niet ontvankelijk in zijn klacht:

    • a.

      indien de aangelegenheid behoort tot het algemeen beleid van het waterschap;

    • b.

      wanneer de klacht een algemeen verbindend voorschrift betreft;

    • c.

      de klacht anoniem is ingediend;

    • d.

      het belang van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is;

    • e.

      het klaagschrift niet voldoet aan de vereisten, genoemd in artikel 2, tweede lid;

  • 3. Van het niet in behandeling nemen van de klacht wordt de klager uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk in kennis gesteld. Voor zover van toepassing, wordt de klager op de hoogte gesteld van de nog openstaande proceduremogelijkheden.

Klachtencoördinator

Artikel 5
  • Het dagelijks bestuur wijst een klachtencoördinator aan die belast is met:

  • a. het ontvangen en selecteren van klachten,

  • b. het bewaken van de klachtenprocedure en

  • c. het uitvoeren van algemene secretariële werkzaamheden inzake ingediende klachten.

Tegemoetkoming

Artikel 6

Zodra de klager mondeling of schriftelijk aangeeft dat naar tevredenheid aan zijn klacht tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot het verder behandelen van de klacht.

Voorprocedure

Artikel 7
  • 1. De klachtencoördinator wint terstond informatie over de klacht in bij het betrokken bestuursorgaan mede ter bepaling van de te volgen procedure.

  • 2. De klachtencoördinator beoordeelt of direct naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet kan worden gekomen.

  • 3. Indien het tweede lid van toepassing is, wordt het bestuursorgaan gedurende twee weken, na ontvangst van het klaagschrift, in de gelegenheid gesteld om naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet te komen.

Klachtencommissie

Artikel 8
  • 1. Er is een klachtencommissie.

  • 2. De klachtencommissie is belast met de behandeling van en advisering over klachten, waarop artikel 7, tweede lid, niet van toepassing is, dan wel op grond van artikel 7, derde lid, niet naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet is gekomen.

Artikel 9
  • 1. Het bestuursorgaan en de klager verstrekken de klachtencommissie alle inlich-tingen die voor het klaagschrift nodig zijn, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verstrekken.

  • 2. De klachtencommissie kan gedurende een onderzoek de klager en het bestuurs-orgaan voorstellen doen teneinde onderling tot een oplossing van de klacht te komen.

  • 3. De klachtencommissie stelt de klager en het bestuursorgaan op wiens gedraging het klaagschrift betrekking heeft in de gelegenheid al dan niet in tegenwoordig-heid van elkaar te worden gehoord.

  • 4. De klachtencommissie stelt een rapport van bevindingen op voor het bestuurs-orgaan, vergezeld van een advies en eventuele aanbevelingen. Het rapport bevat het verslag van het horen.

Artikel 10
  • 1. Het bestuursorgaan stelt de klager en degene op wiens gedraging het klaagschrift betrekking heeft, schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de beslissing op het klaagschrift alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

  • 2. Indien de beslissing van het bestuursorgaan afwijkt van het advies van de klachtencommissie, wordt in de beslissing de reden voor die afwijking vermeld.

  • 3. Het bestuursorgaan maakt bij de kennisgeving van de beslissing op het klaag-schrift melding van de mogelijkheid voor de klager om die beslissing binnen een jaar voor te leggen aan de Nationale ombudsman.

Termijn

Artikel 11
  • 1. In het geval artikel 8 van toepassing is, handelt het bestuursorgaan de klacht af binnen tien weken na ontvangst van het klaagschrift.

  • 2. Het bestuursorgaan kan de afhandeling voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene opwiens gedraging de klacht betrekking heeft.

Klachtenregistratie en publicatie

Artikel 12

De klachtcoördinator draagt zorg voor een behoorlijke registratie van de klachten-afhandeling alsmede voor een rapportage aan het dagelijks bestuur daarvan en de publicatie van de rapportage.

Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 13
  • 1. Het Besluit behandeling klachten, zoals vastgesteld op 8 oktober 2002, kenmerk 3861u/BM/pd/2002, wordt ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening behandeling klachten 2006. 

Toelichting

Op grond van artikel 9:1, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft een ieder het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan van het waterschap zich in een bepaalde aangelegenheid heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan. Onder een ieder moeten natuurlijke personen, rechtspersonen en andere entiteiten zoals bijvoorbeeld een ondernemingsraad worden verstaan. Ook ambtenaren kunnen een klacht indienen tegen hun werkgever.

Bestuursorganen hebben vervolgens de algemene verplichting om zorg te dragen voor een behoorlijke klachtbehandeling (artikel 9:2 Awb).

Het afdoen van klachten is primair een verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan zelf (intern klachtrecht). Indien een klager niet tevreden is over de wijze van afhan­deling of het resultaat, kan hij een klacht indienen bij de Nationale ombudsman (extern klachtrecht). Een klager is verplicht om voorafgaand aan het verzoek om een onderzoek van de Nationale ombudsman eerst een klacht bij het bestuursorgaan in te dienen. Het interne klachtrecht gaat voor het externe klachtrecht.

De interne behandeling van klachten is in beginsel vormvrij. In de Awb is een aantal randvoorwaarden opgenomen waaraan de klachtenbehandeling moet voldoen, zoals de plicht tot het versturen van een ontvangstbevestiging, de hoorplicht, de afhande-lingstermijn en de registratie van klachten.

Artikel 1

  • b. Een gedraging van een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan. Meestal zal het gaan om ambtenaren die in hiërarchische ondergeschiktheid aan het bestuursorgaan werken, maar ook arbeidscontractanten kunnen werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan.

  • c. Het begrip klacht heeft in het dagelijks spraakgebruik een ruimere betekenis dan de wetgever heeft bedoeld. Het is van belang een onderscheid te maken tussen een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Awb (officiële klachtenprocedure) en wat een ingeland doorgaans aanduidt als een klacht. Een brief of melding (ver-zoek) waarin onvrede wordt geuit over een feitelijke situatie, bijvoorbeeld een melding van wateroverlast, is in eerste instantie een normaal verzoek en geen klacht. Er is pas sprake van een klacht als de ingeland ontevreden is over de behandeling van zijn verzoek. Tevens geldt dat een klacht betrekking moet hebben op de wijze waarop het bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens de klager of een ander heeft gedragen. Algemene klachten over beleid dan wel beleidsuitvoering in het algemeen hebben geen betrekking op een bepaalde aangelegenheid, terwijl ook het feit dat de klacht een gedraging jegens iemand moet inhouden, betekent dat meer algemene wensen over het optreden of het beleid van het bestuursorgaan buiten het bereik van deze verordening vallen.

  • d. De behandeling van en advisering over een klaagschrift wordt opgedragen aan de kamer voor overige aangelegenheden, zoals genoemd in de Verordening behandeling bezwaren waterschap Velt en Vecht.

Artikel 4

  • 1. Het betreft een limitatieve opsomming van gronden waarop besloten kan worden (facultatief) om een klacht niet in behandeling te nemen.

    • c.

      Het is niet de bedoeling dat de klachtenprocedure oneigenlijk wordt gebruikt door na het verstrijken van de termijn voor het indienen van een bezwaar-schrift nog een klaagschrift in te dienen. Om deze reden biedt onderdeel c de mogelijkheid om de klacht niet in behandeling te nemen als deze wordt ingediend na afloop van de bezwaartermijn.

    • d.

      Indien de klacht gaat over het niet tijdig beslissen moet de klacht wél in behandeling worden genomen, ook al staat tegen het niet tijdig beslissen beroep open (Nationale ombudsman, 6 november 2002, JB 2003/63).

  • 2. In de hier opgesomde gevallen is een klacht niet ontvankelijk en wordt dus niet in behandeling genomen.

Artikel 6

Overeenkomstig artikel 9:5 van de Awb kan de klaagschriftprocedure worden beëin-digd indien het bestuursorgaan naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet is gekomen.

Artikel 7

Onmiddellijke actie door het betreffende bestuursorgaan naar aanleiding van een klacht is vaak de beste klachtenbehandeling. Voor zowel mondelinge als schriftelijke klachten geldt dat de wetgever bewust ruimte heeft gelaten om deze klachten op informele wijze af te doen, mits dat geschiedt naar tevredenheid van de klager. Blijkt de klager tevreden met de informele afdoening, dan is de klacht daarmee afgedaan. Ook in een wat verder stadium van de procedure is het altijd mogelijk om tot een informele oplossing te komen, mits de klager hiermee genoegen neemt. De formele weg hoeft vanaf dat moment niet meer bewandeld te worden. Het verdient aan-beveling de burger wel te wijzen op het feit dat hij recht heeft op een volledige behandeling van zijn klacht indien hij dit wenst.

Artikel 8

Op grond van artikel 9:14 van de Awb kan een persoon of een commissie belast worden met de behandeling van en advisering over klachten.

De behandeling van en advisering over klaagschriften wordt bij deze verordening toegekend aan de kamer voor overige aangelegenheden, zoals genoemd in de Verordening behandeling bezwaren waterschap Velt en Vecht.

Artikel 9

In beginsel dienen de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft te worden gehoord. Van horen kan worden afgezien indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord of indien de klacht kennelijk ongegrond is. De bevoegdheid om te beslissen of van het horen kan worden afgezien, is op grond van artikel 9:15, derde lid, van de Awb opgedragen aan de klachtencommissie.

Het uitgangspunt van hoor en wederhoor, door de Nationale ombudsman aangemerkt als een beginsel van behoorlijke klachtbehandeling en inhoudende dat beide partijen op elkaars standpunt moeten kunnen reageren, is niet expliciet in artikel 9:10 van de Awb (hoorplicht) vastgelegd. Het bestuursorgaan kan, anders dan in de bezwaar-schriftenprocedure, geheel zelf bepalen of het gewenst is dat de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft in elkaars aanwezigheid worden gehoord.

Uitdrukkelijk wordt aan de klachtencommissie de bevoegdheid opgedragen om te oordelen of de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft in elkaars aanwezigheid worden gehoord.