Mandaat dagelijks bestuur

Aanhef

Het dagelijks bestuur van Waterschap Peel en Maasvallei

overwegende, dat het wenselijk is een aantai aan ons bestuur op grond van de Waterschapswet, tal van andere wettelijke regelingen en het Delegatie- en mandaatbesluit waterschap Peel en Maasvallei 2004 opgedragen respectievelijk overgedragen bevoegdheden aan de secretaris-directeur te mandateren overeenkomstig de volgende regeling;

gelet op de desbetreffende bepalingen van de Waterschapswet en de Algemene wet bestuursrecht

alsmede het Delegatie- en mandaatbesluit waterschap Peel en Maasvallei 2004 (AB d.d. 3 november 2004):

BESLUIT:

Inhoud

Artikel 1: mandaat

Aan de secretaris-directeur worden de volgende bevoegdheden gemandateerd:

I. Algemene bevoegdheden op het terrein van rechtspositie

Behoudens een disciplinaire maatregel en ontslagbesluit, anders dan op een ontslagverzoek van de werknemer, en behoudens de benoeming en ontslag van de adjunct-directeur, ieder individueel besluit - met uitzondering van de formele vaststelling van een rechtspositieregelingvoortvloeiend uit de toepassing van de Sectorale Arbeidsvoorwaarden Waterschappen, exclusief de beslissing op bezwaar.

II. Algemene bevoegdheden op het terrein van financien

1. Het verlenen van opdrachten voor de uitvoering van werken, de levering van producten dan wel de verlening van diensten, inclusief het aangaan van overeenkomsten.

2. Het - met inachtneming van Europese en nationale voorschriften - stellen van nadere algemene regels, die bij de aanbesteding en gunning van werken, leveringen en diensten in acht worden genomen.

3. Het af- en overschrijven van begrotingsbedragen binnen het waterschapsbudget op BBPbeleidsproductniveau mits dit niet leidt tot een overschrijding van genoemd budget.

4. Het aanwenden van een door het algemeen bestuur getroffen voorziening voor het doel waarvoorde voorziening beschikbaar is gesteld.

5. Het ter financiering van de publieke taak aangaan van geldleningen en het beleggen van overtollige geldmiddelen met inachtneming van de in het treasurystatuut gestelde regels.

6. Het overboeken van rekening-courantsaldi in het kader van het liquiditeitenbeheer.

7. Het vaststellen van tarieven (anders dan leges) voor diensten voor derden.

8. Het in rekening brengen van declaraties en andere lasten bij derden.

III. Overige algemene bevoegdheden

1. Het afwikkelen van een aansprakelijkstelling van derden, met inbegrip van de aansprakelijkstelling.

2. Het afwikkelen van een aansprakelijkstelling door derden.

3. Het beheer van de verzekeringsportefeuille van waterschap Peel en Maasvallei, met inbegrip van het aangaan van verzekeringen en het actualiseren van afgesloten verzekeringen op het punt van de dekking (verzekerde objecten, verzekerde waarde, verzekerde som).

4. Het afwikkelen van schade met vetzekeraars.

5. Het (doen) vertegenwoordigen van (bestuursorganen van) waterschap Peel en Maasvallei in civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en fiscale procedures.

6. Het weigeren van subsidieverlening indien de aanvraag om subsidie geen raakvlakken vertoont met doelstelling en taak van waterschap Peel en Maasvallei.

7. Het aanvragen, verlenen, vaststellen, intrekken en wijzigen van een subsidie alsook betaling en terugvordering van subsidie indien en voor zover in een specifieke begrotingspost is voorzien in subsidieverlening.

8. Het ondertekenen van brieven, rapporten, adviezen, analyseresultaten en overige bescheiden met vaktechnische inhoud die geen beleidsmatige en/of bestuurlijke betekenis hebben.

9. Het voeren van alle correspondence, die verband houdt met de bij of krachtens dit besluit gemandateerde bevoegdheden.

10. vervallen.

11. Het verwerven, ruilen, vervreemden of bezwaren van onroerende zaken nodig voor de normale bedrijfsvoering.

12. Het aangaan van overeenkomsten inzake het bezwaren van onroerende zaken, zowel van waterschap Peel en Maasvallei als van derden, met zakelijke rechten alsmede kwalitatieve rechten en verplichtingen.

13. Het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot het gebruik van gronden en met betrekking tot schade- en natschaderegelingen alsmede besluiten met betrekking tot verzoeken om nadeelcompensatie.

14. Het verlenen en weigeren van ontheffingen van voorwaarden in overeenkomsten krachtens welke zakelijke rechten zijn gevestigd.

15. Het verlenen en weigeren van toestemmingen voor het tijdelijk plaatsen, hebben en houden van objecten c.q. het uitvoeren van werken op terreinen, die eigendom zijn van waterschap Peel en Maasvallei.

16. De verpachting van grand.

17. Het verlenen van het genot van de jacht en visrechten.

18. Het besluiten tot het houden van openbare en onderhandse aanbestedingen ten behoeve van de uitvoering van projecten of onderdelen daarvan en het zonodig voorselecteren van gegadigden in dit verband.

19. Hetfungeren als opdrachtgever ten behoeve van de uitvoering van projecten ingevolge de RVOI, UAR, UAV en UAVTI en andere in de bouwpraktijk ter zake in het algemeen gehanteerde voorschriften en bepalingen.

20. Het aanvragen van voor de realisering van projecten benodigde vergunningen met bijbehorende bescheiden of het doen van meldingen in dit verband, inclusief het inbrengen van bedenkingen of zienswijzen tegen een ontwerpbesluit op een aanvraag.

21. Het innemen van en mededelen aan het bevoegd bestuursorgaan van standpunten in het kader van de voorbereiding van structuurplannen, (ontwerp)bestemmingsplannen, uitwerken van bestemmingsplannen en zogenaamde anticipatieprocedures, met uitzondering van bezwaar en beroep, onder de strikte voorwaarde dat dit niet van toepassing is voor het innemen van beleidsstandpunten of beleidswijzigingen.

22. Het innemen van standpunten ter bescherming van de eigendommen van waterschap Peel en Maasvallei in het kader van bestuursrechtelijke procedures, inclusief het indienen van bezwaar en beroep.

IV. Bevoegdheden op het terrein van onderhoud, beheer en toezicht

1. Het verkopen van overtollig materieel.

2. Vervallen.

V. Bevoegdheden op het gebied van nieuwe werken en veiligheid

vervallen.

VI. Bevoegdheden op het gebied van beleid, onderzoek en advies

Overeenkomstig het vigerend beleid aan derden verstrekken van watergerelateerde adviezen betreffende planologische voornemens en de uitvoering daarvan alsmede aangaande waterplannen.

VII. Bevoegdheden op het gebied van Middelen

1. Het verkopen van goederen afkomstig uit het kantoorgebouw te Venlo.

2. Het behandelen van klachten.

3. Het opstellen en verzenden van CBS-statistieken en andere historische (financiele) informatie aan daartoe bevoegde instellingen.

4. Het opstellen en verzenden van de EMU-rapportage.

5. Het opstellen en verzenden van de rapportage Europees aanbesteden.

VIII. Bevoegdheden op het gebied van belastingen.

Het doen van uitspraken in beroep betreffende kwijtscheldingsverzoeken ingezetenenomslag en verontreinigingsheffing.

IX. Bevoegdheden op het gebied van vergunningen en handhaving

A1 Directe lozinqen als bedoeld in artikel 6.2 Waterwet

1. Het zorgdragen voor de voorbereiding van de besluitvorming als bedoeld in de Waterwet, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet milieubeheer in het kader van het verlenen, het weigeren, het (ambtshalve) wijzigen en het intrekken van vergunningen als bedoeld in artikel 6.2 van de Waterwet voor het brengen van stoffen in een oppervlaktewaterlichaam en het met behulp van een werk brengen van stoffen op een zuiveringstechnisch werk;

2. Het besluit tot het verlenen, het weigeren en het (ambtshalve) wijzigen van vergunningen als bedoeld in artikel 6.2 van de Waterwet voor het brengen van stoffen in een oppervlaktewaterlichaam en het met behulp van een werk brengen van stoffen op een zuiveringstechnisch werk;

3. Het besluit tot het intrekken van vergunningen als bedoeld in artikel 6.2 van de Waterwet voor het brengen van stoffen in een oppervlaktewaterlichaam en het met behulp van een werk brengen van stoffen op een zuiveringstechnisch werk;

4. Het behandelen van een verzoek om voorlopige voorziening respectievelijk de behandeling van een beroep bij de bestuursrechter als bedoeld in hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht tegen de besluiten als hiervoor bedoeld onder 2 en 3;

5. De leden 1 tot en met 4 zijn van overeenkomstige toepassing bij het verlenen, weigeren, het (ambtshalve) wijzigen en het intrekken van gedoogbesluiten;

6. De leden 1 tot en met 3 en 5 zijn niet van toepassing indien het besluit betrekking heeft op een lozing van effluent door een door het Waterschapsbedrijf Limburg beheerde rioolwaterzuiveringsinstallatie.

A2 Milieu-effectrapportage

1. Het voorbereiden van de besluitvorming in die situaties, waarin het dagelijks bestuur van het waterschap op grond van hoofdstuk 7 Wet milieubeheer en het besluit milieu-effectrapportage bevoegd gezag is omdat (mede) een vergunning vereist is krachtens artikel 6.2 van de Waterwet;

2. Het nemen van besluiten in die situaties, waarin het dagelijks bestuur van het waterschap op grond van hoofdstuk 7 Wet milieubeheer en het besluit milieu-effectrapportage bevoegd gezag is omdat (mede) een vergunning vereist is krachtens artikel 6.2 van de Waterwet, met uitzondering van_het adviseren inzake de inhoud van het milieu-effectrapport;

3. Lid 2 is niet van toepassing indien het besluit betrekking heeft op een lozing van effluent door een door het Waterschapsbedrijf Limburg beheerde rioolwaterzuiveringsinstallatie.

A3 Veraunninqvoorschriften

1. Het voorbereiden van besluitvorming betreffende goedkeuring en dergelijke voor zover dit op grond van de Watervergunning is voorgeschreven;

2. Het goedkeuren en dergelijke voor zover dit op grond van de Watervergunning is voorgeschreven;

3. De behandeling van een bezwaar tegen het onder 2. vermelde besluit, exclusief de beslissing op bezwaar;

4. Het behandelen van een verzoek om voorlopige voorziening tegen het onder 2 of 3 vermelde besluit respectievelijk de behandeling van een beroep tegen het onder 3 vermelde besluit;

5. Lid 2 is niet van toepassing indien het besluit betrekking heeft op een lozing van effluent door een door het Waterschapsbedrijf Limburg beheerde rioolwaterzuiveringsinstallatie.

A4 Verstrekken advies indirecte lozinqen

Het verstrekken van een advies aan het bevoegd gezag in het kader van een vergunning als bedoeld in artikel 8.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer voor zover het betreft een indirecte lozing (arrtikel 2.26 van de Wabo).

BO Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)

1. Het behandelen van een melding als bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;

2. Het zorgdragen voor de voorbereiding van de besluitvorming als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht betreffende het al dan niet op verzoek nemen van een besluit tot het stellen van

3. Het behandelen van een verzoek tot het nemen van een besluit ter zake een maatregel waarmee tenminste een gelijkwaardig niveau van bescherming van het milieu wordt bereikt, als bedoeld in artikel 1.8 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;

4. De behandeling van een bezwaar tegen het onder 2 of 3 vermelde besluit exclusief de beslissing op bezwaar;

. De behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening tegen het onder 2 of 3 vermelde besluit respectieveiijk de behandeling van een beroep tegen het onder 4 vermelde besluit;

B1 Besluit Glastuinbouw

1. Het behandelen van een melding als bedoeld in het Besluit Glastuinbouw;

2. Het zorgdragen voor de voorbereiding van de besluitvorming als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht betreffende de beslissing over de juistheid van het gekozen middel en het stellen van respectieveiijk het wijzigen of intrekken van nadere eisen als bedoeld in het Besluit Glastuinbouw;

3. Het nemen van de beslissing over de juistheid van het gekozen middel als bedoeld in het Besluit Glastuinbouw;

4. Het stellen van respectieveiijk het wijzigen of intrekken van nadere eisen als bedoeld in het Besluit Glastuinbouw;

5. De behandeling van een bezwaar tegen het onder 3 of 4 vermelde besluit exclusief de beslissing op bezwaar;

6. De behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening tegen het onder 3-5 vermelde besluit respectieveiijk de behandeling van een beroep tegen het onder 5 vermelde besluit;

B2 Besluit lozen buiten inrichtingen

1. Het behandelen van een melding als bedoeld in het Besluit lozen buiten inrichtingen.

2. Het zorgdragen voor de voorbereiding van de besluitvorming als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht betreffende het al dan niet op verzoek nemen van een besluit tot het stellen van een maatwerkvoorschrift als bedoeld in het Besluit lozen buiten inrichtingen.

3. Het behandelen van een verzoek tot het nemen van een besluit ter zake een maatregel waarmee tenminste een gelijkwaardig niveau van bescherming van het milieu wordt bereikt. als bedoeld in artikel 1.7 van het Besluit lozen buiten inrichtingen.

4. De behandeling van een bezwaar tegen het onder 2 of 3 vermelde besluit exclusief de beslissing op bezwaar.

5. De behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening tegen het onder 2 of 3 vermelde besluit respectieveiijk de behandeling van een beroep tegen het onder 4 vermelde besluit.

B3 Besluit bodemkwaliteit

1. Het behandelen van een aanvraag als bedoeld in artikel 8 van het Besluit bodemkwaliteit;

2. Het besluit tot het verlenen, het weigeren en het (ambtshalve) wijzigen van het gedoogbesluit als bedoeld in artikel 8 van het Besluit bodemkwaliteit;

3. De behandeling van een bezwaar tegen het onder 2 vermelde besluit exclusief de beslissing op bezwaar;

4. De behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening tegen het onder 2 en 3 vermelde besluit respectieveiijk de behandeling van een beroep tegen het onder 3 vermelde besluit;

B4 Lozingenbesluit Wvo huishoudeliik afvalwater1

1. Het behandelen van een melding als bedoeld in het Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater;

2. Het zorgdragen voor de voorbereiding van de besluitvorming als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht betreffende het stellen van respectieveiijk het wijzigen of intrekken van nadere eisen als bedoeld in het Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater;

3. Het stellen van respectieveiijk het wijzigen of intrekken van nadere eisen als bedoeld in het Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater;

4. De behandeling van een bezwaar tegen het onder 3 vermelde besluit exclusief de beslissing op bezwaar;

5. De behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening tegen het onder 3 en 4 vermelde besluit respectieveiijk de behandeling van een beroep tegen het onder 4 vermelde besluit;

B4a Besluit lozing afvalwater huishoudens

1. Het behandelen van een melding als bedoeld in het Besluit lozing afvalwater huishoudens;

2. Het zorgdragen voor de voorbereiding van de besluitvorming als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht betreffende het al dan niet op verzoek nemen van een besluit tot het stellen van een maatwerkvoorschrift als bedoeld in het Besluit lozing afvalwater huishoudens;

3. Het behandelen van een verzoek tot het nemen van een besluit ter zake een maatregel waarmee tenminste een gelijkwaardig niveau van bescherming van het milieu wordt bereikt, als bedoeld in artikel 5 van het Besluit lozing afvalwater huishoudens;

4. De behandeling van een bezwaar tegen het onder 2 of 3 vermelde besluit exclusief de beslissing op bezwaar;

5. De behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening tegen het onder 2 of 3 vermelde besluit respectieveiijk de behandeling van een beroep tegen het onder 4 vermelde besluit;

B5 Lozingenbesluit open teelt en veehouderij

1. Het behandelen van een melding als bedoeld in het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij;

2. Het beoordelen van toepassing andere middelen als bedoeld in Lozingenbesluit open teelt en veehouderij;

3. Het zorgdragen voor de voorbereiding van de besluitvorming als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht betreffende het stellen van respectieveiijk het wijzigen of intrekken van nadere eisen respectieveiijk het voorschrijven van maatregelen als bedoeld in het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij;

4. Het stellen van respectieveiijk het wijzigen of intrekken van nadere eisen als bedoeld in het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij;

5. Het voorschrijven van maatregelen als bedoeld in het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij;

6. De behandeling van een bezwaar tegen het onder 4 of 5 vermelde besluit exclusief de beslissing op bezwaar;

7. De behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening tegen het onder 4 -6 vermelde besluit respectieveiijk de behandeling van een beroep tegen het onder 6 vermelde besluit;

C1 Verounning Waterschapskeur

1. Het zorgdragen voor de voorbereiding van de besluitvorming als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht en de Keur van waterschap Peel en Maasvallei in het kader van het verlenen, het weigeren, het (ambtshalve) wijzigen en het intrekken van vergunningen op grand van hoofdstuk 4 van de Keur van waterschap Peel en Maasvallei;

2. Het besluit tot het verlenen, het weigeren, het (ambtshalve) wijzigen en het intrekken van vergunningen op grand van hoofdstuk 4 van de Keur van waterschap Peel en Maasvallei;

3. De behandeling van een bezwaar tegen het onder 2 vermelde besluit exclusief de beslissing op bezwaar;

4. Het behandelen van een verzoek om voorlopige voorziening tegen het onder 2 en 3 vermelde besluit respectieveiijk de behandeling van een beroep tegen het onder 3 vermelde besluit;

5. De leden 1 tot en met 4 zijn van overeenkomstige toepassing bij het verlenen, weigeren, het (ambtshalve) wijzigen en het intrekken van gedoogbesluiten en maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.2 van de Keur;

C2 Meldingen als bedoeld in de Waterschapskeur

Het behandelen van meldingen waarvoor op grond van de Waterschapskeur algemene regels zijn gesteld.

C3 Vaststellen en wiizigen meldingsformulieren Waterschapskeur

Het vaststellen en wijzigen van meldingsformulieren behorende bij de op basis van artikel 4.2 van de Waterschapskeur vastgestelde algemene regels.

D Beheer orondwaterreoister (door GS gemandateerde taak)

Beheer van het Owl-register en het register meldingen;

E. Wijziging leqger

1. Het zorgdragen voor de voorbereiding van de besluitvorming als bedoeld in de Waterwet, de Waterschapswet en de Algemene wet bestuursrecht in het kader van het wijzigen van de leggerals bedoeld in artikel 5.1 Waterwet en artikel 78 Waterschapswet;

2. Het besluit tot het wijzigen van de legger als bedoeld in artikel 5.1 Waterwet en artikel 78 Waterschapswet;

3. Het behandelen van een verzoek om voorlopige voorziening tegen het onder 2 genoemde besluit respectievelijk een beroep tegen het onder 2 genoemde besluit.

F. Wet Hygiene en veiligheid badinrichtinqen en zwemgelegenheden (gedeleqeerde taak)

1. Het vaststellen van een formulier ten behoeve van een kennisgeving van het voornemen een badinrichting op te richten, te wijzigen of uit te breiden en het behandelen van de kennisgeving (artikel 10 Wet Hygiene en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden);

2. Het bijhouden van een lijst van de badinrichtingen in oppervlaktewater en van de andere plaatsen waar door een aanmerkelijk aantai personen in oppervlaktewater pleegt te worden gezwommen en het overleggen van de op deze lijst voorkomende gegevens aan de minister VROM en de minister V&W respectievelijk Gedeputeerde Staten van Limburg (10b, lid 1 WHVBZ);

3. Het aanwijzen van zwemlocaties en het op de hoogte stellen van de minister van VROM en V&W hiervan (10b, lid 2 WHVBZ);

4. Het jaarlijks bekend maken van de hoedanigheid van het water (artikel 10c WHVBZ);

5. Het jaarlijks instellen van een onderzoek naar de veiligheid bij het zwemmen (artikel 10d WHVBZ);

6. Het doen van een verzoek aan de minister VROM om de termijn te verlengen (artikel 11 WHVBZ);

7. Het verstrekken van inlichtingen over de uitvoering of de handhaving van het bij of krachtens de wet bepaalde aan de inspecteur van de volksgezondheid (artikel 25 WHVBZ);

8. Het zorgdragen voor de voorbereiding van de besluitvorming als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht en de Wet hygiene en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden;

9. Het nemen van een besluit tot het verlenen van een ontheffing (artikel 5 WHVBZ) respectievelijk het geven van nadere voorschriften (artikel 7 WHVBZ) aan de houder van een zweminrichting en het verrichten van nader onderzoek door de houder van een zweminrichting (artikel 36 e.v. BHVBZ);

10. Het beslissen op een verzoek van de inspecteur als bedoeld in artikel 8 en 12 van de Wet hygiene en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden;

11. Het nemen van het besluit om de houder van de inrichting te gelasten deze te sluiten respectievelijk de opheffing van de last onderscheidenlijk het instellen/intrekken van een zwemverbod (artikel 11/11a WHVBZ), exclusief het (door de waterschapsvoorzitter) nemen van dit besluit ingeval voor de gezondheid of de veiligheid van de bezoekers onmiddellijk gevaardreigt;

12. Het aanzeggen aan rechthebbenden om het aanbrengen van tekens te gedogen (artikel 24 WHVBZ);

13. Het behandelen van een bezwaar tegen de onder 9,10 (gedeeltelijk) en 12 (gedeeltelijk) vermelde besluiten exclusief de beslissing op bezwaar;

14. Het behandelen van administratief beroep bij de minister VROM tegen de onder 10 (gedeeltelijk), 11 (inclusief het door de waterschapsvoorzitter nemen van dit besluit ingeval voor de gezondheid of de veiligheid van de bezoekers onmiddellijk gevaar dreigt) en 12 (gedeeltelijk) vermelde besluiten;

15. Het behandelen van een verzoek om voorlopige voorziening tegen het onder 9-14 vermelde besluiten respectievelijk de behandeling van een beroep tegen de onder 13 en 14 vermelde besluiten.

G1. Bestuursrechtelijke handhavinq Waterwet/Wet milieubeheer

1. De bestuursrechtelijke handhaving van het bij of krachtens de Waterwet en van het bij of krachtens titel 12.1 van de Wet milieubeheer bepaalde met betrekking tot het brengen van stoffen in oppervlaktewater; inclusief het verzamelen en registreren van gegevens en de behandeling van klachten, die betrekking hebben op de naleving van het bij of krachtens de wet bepaalde;

2. Het aanwijzen van ambtenaren belast met toezicht op de naleving als bedoeld in artikel 8.3 van de Waterwet juncto artikel 18.4, derde lid, Wet milieubeheer;

G2. Bestuursrechtelijke handhavinq Wet milieubeheer

1. De bestuursrechtelijke handhaving van de artikelen 1.1a en 10.1 Wet milieubeheer;

2. De bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 10.2 en 10.54 Wet milieubeheer;

3. Het aanwijzen van ambtenaren belast met toezicht op de naleving als bedoeld in artikel 18.4, derde lid, Wet milieubeheer;

G3. Toezicht op de naleving Waterschapskeur

1. Het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Waterschapskeur bepaalde en in samenhang hiermee de bestuursrechtelijke handhaving;

2. Het aanwijzen van ambtenaren belast met toezicht op de naleving;

G4. Toezicht op de naleving WHVBZ (voor zover oedeleqeerd)

1. Het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de WHVBZ bepaalde en in samenhang hiermee de bestuursrechtelijke handhaving;

2. Het aanwijzen van ambtenaren belast met toezicht op de naleving;

G5. Toezicht OP de naleving Wet gewasbescherminosmiddelen en biociden

1. Het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en in samenhang hiermee de bestuursrechtelijke handhaving;

2. Het aanwijzen van ambtenaren belast met het toezicht op de naleving;

G6.Last onder bestuursdwang

1. Het zorgdragen voor de voorbereiding van de besluitvorming als bedoeld in artikel 5:24 en 5:31 van de Algemene wet bestuursrecht betreffende de beslissing tot het opleggen van een last onder (spoedeisende) bestuursdwang;

2. De beslissing tot het afzien van het opleggen van een aanqekondiqde last onder bestuursdwang (afloopbericht):

3. De beslissing tot het opleggen van een last onder (spoedeisende) bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:24 en 5:31 van de Algemene wet bestuursrecht, tenzij de beslissing betrekking heeft op een lozing van effluent door een door het Waterschapsbedrijf Limburg beheerde rioolwaterzuiveringsinstallatie;

4. Het op verzoek zorgdragen voor de voorbereiding van de besluitvorming als bedoeld in artikel 5:31 a van de Algemene wet bestuursrecht betreffende de beslissing tot het toepassen van (spoedeisende) bestuursdwang;

5. De beslissing tot het op verzoek toepassen van (spoedeisende) bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:31a van de Algemene wet bestuursrecht, tenzij de beslissing betrekking heeft op een lozing van effluent door een door het Waterschapsbedrijf Limburg beheerde rioolwaterzuiveringsinstallatie;

6. De beslissing tot het vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten als bedoeld in artikel 5:25, lid 6 van de Algemene wet bestuursrecht;

7. De beslissing tot het vaststellen van de betalingsverplichting als bedoeld in artikel 4:86 van de Algemene wet bestuursrecht;

8. De behandeling van een bezwaar tegen de onder,g_en£tot en metj/lvermelde besluiten exclusief de beslissing op bezwaar;

9. De behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening tegen de onder^en^tot en met Xvermelde besluiten respectieveiijk de behandeling van een beroep tegen het qnderjB. vermelde besluit;

10. Het feitelijk toepassen van bestuursdwang;

11. Het aanmanen van de overtreder die in verzuim is als bedoeld in artikel 4:112 van de Algemene wet bestuursrecht;

12. Het invorderen van de kosten bij dwangbevel;

13. Het voeren van verweer indien verzet is aangetekend tegen het dwangbevel, exclusief het besluit tot het voeren van verweer door het daartoe bevoegde bestuursorgaan van het waterschap;

14. De tenuitvoerlegging van het dwangbevel;

G7.Last onder dwanqsom

1. Het zorgdragen voor de voorbereiding van de besluitvorming als bedoeld in artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht betreffende de beslissing tot het opleggen van een last onder dwangsom;

2. De beslissing tot het afzien van het opleggen van een aanqekondiqde last onder dwanqsom (afloopbericht);

3. De beslissing tot het opleggen van een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht, tenzij de beslissing betrekking heeft op een lozing van effluent door een door het Waterschapsbedrijf Limburg beheerde rioolwaterzuiveringsinstallatie;

4. Het zorgdragen voor de voorbereiding van de besluitvorming als bedoeld in artikel 5:34, lid 1 en 2 van de Algemene wet bestuursrecht betreffende het opheffen van de last onder dwangsom, het opschorten van de looptijd en het verminderen van de dwangsom wegens blijvende of tijdelijke gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid van de overtreder om aan zijn verplichtingen te voldoen, danwel het ambtshalve besluiten tot intrekking van de last onder dwangsom;

5. De beslissing tot het opheffen van de last onder dwangsom, het opschorten van de looptijd en het verminderen van de dwangsom wegens blijvende of tijdelijke gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid van de overtreder om aan zijn verplichtingen te voldoen als bedoeld in artikel 5:34, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht, tenzij de beslissing betrekking heeft op een lozing van effluent door een door het Waterschapsbedrijf Limburg beheerde rioolwaterzuiveringsinstallatie;;

6. De beslissing tot intrekking van de last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:34, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht, dan wel het ambtshalve besluiten tot intrekking van de last onder dwangsom;

7. Het zorgdragen voor de voorbereiding van de besluitvorming tot invordering van de dwangsom als bedoeld in artikel 5:37, lid 1 en 2 van de Algemene wet bestuursrecht;

8. De beslissing tot invordering van de dwangsom als bedoeld in artikel 5:37, lid 1 en 2 van de Algemene wet bestuursrecht;

9. De behandeling van een bezwaar tegen de onder.,3. 5,,6 en 8 vermeldebesluiten exclusief {verwijderd: 2,4,5 en 7 de beslissing op bezwaar;

10. De behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening tegen de onder.3, 5, 6 en 8 {verwijderd: 2,4,5 en 7 vermelde besluiten respectieveiijk de behandeling van een beroep tegen het onder Ji. {verwijderd: 8 vermelde besluit; ^

11. Het aanmanen van de overtreder die in verzuim is als bedoeld in artikel 4:112 van de Algemene wet bestuursrecht;

12. Het invorderen van de kosten bij dwangbevel;

13. Het voeren van verweer indien verzet is aangetekend tegen het dwangbevel, exclusief het besluit tot het voeren van verweer door het daartoe bevoegde bestuursorgaan van het waterschap;

14. De tenuitvoerlegging van het dwangbevel;

H. Wet openbaarheid van bestuur

1. Het nemen van een beslissing betreffende een verzoek op grand van de Wet openbaarheid van bestuur, inclusief de eventuele beslissing tot verdaging;

2. De behandeling van een bezwaar tegen het onder 1. vermelde besluit exclusief de beslissing op bezwaar;

3. Het behandelen van een verzoek om voorlopige voorziening tegen het onder 1 of 2 vermelde besluit respectievelijk de behandeling van een beroep tegen het onder 2 vermelde besluit.

I1. Voorbereiding van de besluitvorming

De bevoegdheid tot voorbereiding van de besluitvorming omvat - voor zover de ruimte daartoe wordt geboden door de wettelijke regeling(en) die op de voorbereiding van de besluitvorming van toepassing is (zijn)- mede:

1. het verlangen van een schriftelijke machtiging van een gemachtigde;

2. het weigeren van bijstand of vertegenwoordiging door een persoon tegen wie ernstige bezwaren bestaan;

3. het uitvoeren van de doorzendverplichting;

4. het stellen van een termijn waarbinnen een het advies van een adviseur wordt verwacht;

5. het bepalen van de procedure voor de voorbereiding van besluiten;

6. het bepalen dat ook door anderen dan door belanghebbenden de gelegenheid moet worden geboden hun zienswijze naar keuze schriftelijk of mondeling naar voren te brengen;

7. het verlengen van de beslistermijn;

8. het vaststellen van een formulier voor het indienen van aanvragen;

9. het nemen van het besluit een onvolledige aanvraag niet te behandelen;

10. het afwijzen van een aanvraag wanneer geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden worden vermeld onder verwijzing naar de eerder afwijzende beschikking;

11. het afzien van het horen bij de voorbereiding van een beslissing;

12. het uitvoeren van de coordinatieregeling Waterwet en Wet milieubeheer;

13. de aanwijzing van het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 6.17 van de Waterwet (samenloop)

14. het vertrouwelijk behandelen van gegevens;

I2. Behandelen van bezwaar

Onverminderd het bepaalde in artikel 1 onder III sub 5 omvat de bevoegdheid tot het behandelen van de bezwaarschriften mede:

1. het verdagen van de beslissing op bezwaar;

2. het ter advisering overleggen van het bezwaar aan de Awb-commissie;

3. het verstrekken van inlichtingen aan de Awb-commissie;

4. het uitbrengen van een verweerschrift aan de Awb-commissie;

5. het vertegenwoordigen van het bestuur tijdens de zitting van de Awb-commissie, inclusief het aanwijzen van een vertegenwoordiger;

I3. Behandelen van yerzoeken om yoorlopioe voorzie

Onverminderd het bepaaide in artikel 1 onder III sub 5 omvat de bevoegdheid tot het behandelen van verzoeken om voorlopige voorziening/beroep mede:

1. het overleggen van stukken aan de rechter;

2. het verstrekken van inlichtingen aan de rechter;

3. het uitbrengen van een verweerschrift aan de rechter;

4. het vertegenwoordigen van het bestuur tijdens de zitting van de rechter, inclusief het aanwijzen van een vertegenwoordiger.

Artikel 2: voorwaarden

1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder mandaat: afdoenings- en ondertekeningsmandaat, tenzij uitdrukkelijk anders is weergegeven.

2. Het mandaat wordt geacht niet te zijn verleend indien:

• •

  door de uitoefening van het mandaat vastgestelde budgetten zouden worden overschreden;

• •

  de uitoefening van het mandaat voor de organisatie onwenselijke financiele gevolgen heeft of zou kunnen hebben;

• •

  de gemandateerde een persoonlijk belang heeft bij het desbetreffende besluit.

3. Van de (sub)gemandateerde bevoegdheden mag slechts gebruik worden gemaakt overeenkomstig vastgesteld of kennelijk gevolgd beleid.

4. De door of namens de mandaatgever gegeven of te geven instructies voor een rechtmatige uitvoering dienen te worden gevolgd.

5. Van de (sub)gemandateerde bevoegdheden wordt periodiek verantwoording afgelegd aan de mandaatgever.

6. De secretaris-directeur kan de aan hem gemandateerde bevoegdheden geheel of ten dele mandateren aan de adjunct-directeur en de afdelingshoofden, inclusief de bevoegdheid tot ondermandaat.

7. Er wordt een register bijgehouden van alle op basis van dit besluit verleende submandaten.

8. Bij afwezigheid van de secretaris-directeur worden diens gemandateerde bevoegdheden uitgeoefend doorde adjunct-directeur.

9. De stukken, die op grond van deze regeling worden afgedaan en ondertekend, dienen te worden gesteld op briefpapier van waterschap Peel en Maasvallei.

10. De stukken, die op grond van deze regeling worden afgedaan en ondertekend, vermelden aan het slot: een blijk van mandaat, de functieaanduiding van de gemandateerde alsmede de handtekening en naam van de gemandateerde.

Artikel 3: geldigheidsduur en inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking.

Aldus besloten in de vergadering van voornoemd bestuur d.d. 20 september 2011

de secretaris,                               de voorzitter,

mr. W.J.M. Evers                          mr. A.M.G. Gresel