Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Peel en Maasvallei

Verordening behandeling bezwaren Waterschap Peel en Maasvallei

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Peel en Maasvallei
Officiële naam regelingVerordening behandeling bezwaren Waterschap Peel en Maasvallei
CiteertitelVerordening behandeling bezwaren Waterschap Peel en Maasvallei, 2009-12-16
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is ingetrokken door de Verordening behandeling bezwaarschriften Waterschap Limburg 2017.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Website.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Waterschapswet,
  2. Algemene wet bestuursrecht,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2017nieuwe regeling

16-12-2009

Website.

Vergaderingnummer: 12, Agendapunt: A10

Tekst van de regeling

Aanhef

  Verordening behandeling bezwaren Waterschap Peel en Maasvallei.

Het algemeen bestuur van Waterschap Peel en Maasvallei besluit:

als volgt vast te stellen de Verordening behandeling bezwaren Waterschap Peel en Maasvallei 2009, onder het gelijktijdig intrekken van de Verordening bezwaren Waterschap Peel en Maasvallei, zoals deze is vastgesteld bij besluit van het algemeen bestuur van 30 maart 1994.

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. wet: de wet van 4 juni 1992 (Stbl. 1992, 315) hou¬dende alge¬mene re¬gels van bestuursrecht (Alge¬mene wet bestuursrecht);

b. bestuursorgaan: het algemeen bestuur, het dage¬lijks bestuur en de voorzitter van het waterschap ¬Peel en Maasvallei, ieder voor zo¬ver het hun be¬voegdheden betreft;

c. bezwaar: het gebruik maken van de ingevolge een wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid, om voorziening te vragen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen, met uitzondering van een besluit waarop de Algemene wet inzake rijksbelastingen van toepassing is; 

d.  bezwaarschrift: een schriftelijke uiting van bezwaar, ingediend tegen een door een bestuursorgaan genomen besluit;

e. commissie:  een commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de wet;

f.  voorzitter:  de voorzitter als bedoeld in artikel 3 van de verordening;

g. secretaris:  de secretaris als bedoeld in artikel 4 van de verordening.

Hoofdstuk 2: Behandeling van de bezwaarschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

1. Er is een commissie voor de voorbereiding van de beslissing op een bezwaarschrift.

2. De commissie is niet ondergeschikt aan een bestuursorgaan van het waterschap. De commissie maakt geen deel uit van en is niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee overige leden.

2. Het algemeen bestuur, op voordracht van het dagelijks bestuur, benoemt, schorst en ontslaat de voorzitter, de overige leden en twee plaatsvervangende leden.

3. Het dagelijks bestuur regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretariaat

Het secretariaat van de commissie berust bij de se¬creta¬ris van het waterschap of een door hem aan te wijzen ambtenaar.

Artikel 5 Vergoeding

1. De voorzitter en de overige leden van de commissie ontvangen per vergadering een vergoeding.

2. Het dagelijks bestuur stelt de hoogte van de vergoeding vast.

3. De voorzitter en de overige leden ontvangen een reiskostenvergoeding overeenkomstig de regeling voor de ambtenaren van het waterschap.

Artikel 6 Zittingsduur

1. De zittingsduur van de commissie is gelijk aan de zittingsduur van het algemeen bestuur van het waterschap en kan eenmaal verlengd worden met vier jaren.

2. De voorzitter en ieder ander lid van de commissie kan op ieder moment ontslag nemen door dit schriftelijk mee te delen aan het algemeen bestuur.

3. De aftredende voorzitter en het aftredende lid blijft zijn functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

1. Op het bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst vermeld.

2. Het bestuursorgaan stelt het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken zo spoedig mogelijk in handen van de commissie.

3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal advise¬ren.

Artikel 8 Overdracht bevoegdheden

De voorzitter oefent voor de toepassing van deze verordening de bevoegdheden uit zoals bedoeld in de wet betreffende de artikelen 2:1 tweede lid; 6:6, voor wat betreft het bepalen van een termijn tot verzuimherstel bij niet voldoen aan artikel 6:5 van de wet; 6:17; 7:4, tweede lid en 7:6 vierde lid.

Artikel 9 Inlichtingen en advies

1. De voorzitter kan als voorberei¬ding op het advies rechtstreeks inlichtingen en advies bij deskundigen inwinnen of doen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen daartoe in een zitting te verschijnen.

2. Als aan het inwinnen van advies kosten zijn verbonden, is daarvoor vooraf instemming van het dage¬lijks bestuur vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

1. De voorzitter bepaalt datum, tijd en plaats van de zit¬ting, waarin de belanghebbenden en het bestuursorgaan in de gele¬gen¬heid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

3. Als de voorzitter op grond van artikel 7:3 van de wet besluit van het horen af te zien meldt hij dit aan de belanghebbenden en het bestuursorgaan.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

1. De voorzitter deelt de belanghebbenden en het be¬stuursorgaan ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen.

2. Als een belanghebbende of het bestuursorgaan wijziging wenst van het tijdstip van de zitting, dan moet dit binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling, onder opgaaf van redenen worden verzocht aan de voorzitter.

3. De voorzitter deelt zijn beslissing op het verzoek schrifte¬lijk mee aan de belang¬hebbenden en het bestuursorgaan. Dit doet hij tenminste twee weken voor het tijdstip van de zitting.

4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijkingen toe te staan van de termijnen als bedoeld in dit artikel.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat naast de voorzitter minimaal twee leden van de commissie, aanwezig zijn.

Artikel 13 Integriteit

Een lid van de commissie neemt niet deel aan de behan¬deling van een bezwaarschrift als daarbij diens onpartijdigheid of onafhankelijkheid in het geding kan zijn.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

1. De zitting is openbaar.

2. De deuren worden gesloten als de voorzitter of een ander lid het nodig oor¬deelt of als een belanghebbende dit verzoekt.

3. De commissie beslist vervolgens of de zitting met gesloten deuren plaats vindt. Als gewichtige redenen aanwezig zijn, die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, besluit de commissie tot het houden van een zitting met gesloten deuren.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen onder vermelding van hun hoedanigheid.

2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

3. Als de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of als belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

5. De voorzitter en de secretaris ondertekenen het verslag.

Artikel 16 Nader onderzoek

1. Als na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verzoek van de overige leden een nader onderzoek doen.

2. De secretaris zendt een kopie van de informatie uit het nader onderzoek aan de leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden. Deze kunnen binnen een week na verzending de voorzitter schriftelijk verzoeken om een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zulk verzoek.

3. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen van deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het uit te brengen advies.

2. a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

b. Als de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

c. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, als die minderheid dat verlangt.

3. Het advies is een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift en is gemotiveerd.

4. De voorzitter en de secretaris ondertekenen het advies.

Artikel 18 Uitbrengen advies

1. De commissie brengt het advies uit aan het bestuursorgaan, zodanig dat dit orgaan tijdig een besluit op het bezwaarschrift kan nemen. Het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie maken daarvan deel uit.

2. Als naar het oordeel van de voorzitter de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10 van de wet ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Hoofdstuk 3: Slotbepalingen

Artikel 19 Overgangsbepaling

Voor een bezwaarschrift dat bij het bestuursorgaan is ontvangen voor de datum waarop deze verordening in werking is getreden, geldt dat dit wordt behandeld overeenkomstig de voor die datum geldende verordening.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening behandeling bezwaren Waterschap Peel en Maasvallei 2009.

Het algemeen bestuur neemt dit besluit op basis van de inhoud van het bijbehorende bestuursvoorstel.

Het algemeen bestuur neemt dit besluit op basis van de volgende overwegingen:

1. De geldende verordening stemt niet langer overeen met de bestuurlijke wens om een geheel onafhankelijke en onpartijdige commissie van advies te hebben, die niet ondergeschikt is aan een bestuursorgaan van het waterschap en geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van het waterschap.

2. De geldende verordening is in 1994 vastgesteld en noodzaakt inmiddels tot inhoudelijke en redactionele aanpassingen.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 16 december 2009.

de secretaris, de voorzitter,

mr. W.J.M. Evers  ir. H.A. van Alderwegen