Overheidsorganisatie | Waterschap Peel en Maasvallei |
---|---|
Officiële naam regeling | Beleidsregels toepassing tabel afvalwatercoëfficiënten Waterschapsbedrijf Limburg, Unit Waterschapsheffingen |
Citeertitel | Beleidsregels toepassing tabel afvalwatercoëfficiënten Waterschapsbedrijf Limburg, Unit Waterschapsheffingen, 2006-07-01 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën – belastingen |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: periodiek de Trompetter, 29 december 2004
Wet verontreiniging oppervlaktewateren,
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2005 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 28-12-2004 periodiek de Trompetter, 29 december 2004 | - |
De ambtenaar belast met de heffing van het Waterschapsbedrijf Limburg;
gelet op het bepaalde in het artikel 22 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en het Besluit vervuilingswaarde
ingenomen water (Stbl. 2000, 534);
B E S L U I T :
vast te stellen de beleidsregels voor de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten in de verontreinigingsheffing
In dit besluit wordt verstaan onder:
de Wvo: de Wet verontreiniging oppervlaktewateren;
tabel: tabel als genoemd in artikel 22 van de Wvo;
de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water: de vervuilingswaarde als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van de Wvo;
ambtenaar belast met de heffing: ambtenaar als bedoeld in artikel 123, derde lid, onderdeel b, van de Waterschapswet;
het Besluit: Besluit vervuilingswaarde ingenomen water.
1. De belastingplichtige dient op grond van artikel 22, eerste lid, Wvo aannemelijk te maken dat de vervuilingswaarde aan de hand van de tabel kan worden bepaald. Hiertoe dient een constante relatie tussen de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water en de hoeveelheid ingenomen water te worden aangetoond.
2. Een relatie als bedoeld in het eerste lid wordt geacht aanwezig te zijn indien over een periode van 3 jaren de gemiddelde vervuilingswaarde per m³ ingenomen water van elk jaar afzonderlijk niet meer dan 25% afwijkt van de gemiddelde vervuilingswaarde over die gehele periode.
1. Indien de belastingplichtige aantoont dat een deel van de hoeveelheid ingenomen water is gebruikt als niet verontreinigd koelwater, kan de belastingplichtige dit deel verdisconteren in de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water die op basis van artikel 2 van het Besluit is bepaald.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op vier– en vijfsterrenhotels volgens de Benelux– classificatie.
3. Indien de belastingplichtige aantoont dat een deel van de hoeveelheid ingenomen water, niet zijnde koelwater als bedoeld in het eerste lid, niet is geloosd of niet is verontreinigd, kan de belastingplichtige dit deel verdisconteren in de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water die op basis van artikel 2 van het Besluit is bepaald.
4. Het derde lid is uitsluitend van toepassing op bedrijfsruimten of onderdelen daarvan die behoren tot de in de tabel van artikel 2 van het Besluit bedoelde categorie van niet vermelde bedrijfsruimten of onderdelen van bedrijfsruimten.
5. In geval het deel van de hoeveelheid ingenomen water, als bedoeld in het eerste, respectievelijk derde lid, kan worden onderscheiden als een afzonderlijk te meten deelstroom, kan in afwijking van de genoemde leden deze deelstroom op aanvraag worden aangemerkt als een afzonderlijk bedrijfsonderdeel.
6. De belastingplichtige dient de exacte hoeveelheid van het koelwater als bedoeld in het eerste lid, en van het niet geloosd of niet verontreinigd water als bedoeld in het derde lid, aan te tonen aan de hand van watermeters of duidelijk onderbouwde en controleerbare berekeningen.
7. Verdiscontering als bedoeld onder het eerste en derde lid vindt plaats aan de hand van gegevens over het waterverbruik over een periode van drie jaren aan de hand van de volgende formule:
a - b
_____ x c
a
a = totale hoeveelheid ingenomen water
b = totale hoeveelheid niet geloosd ingenomen water, niet verontreinigd afvalwater, niet verontreinigd koelwater
c = vervuilingswaarde per m³ als vermeld in artikel 2 van het Besluit
1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 01-01-2005, en hebben betrekking op belastingaanslagen die worden opgelegd op basis van de tabel terzake van belastbare feiten die zich met ingang van 1 januari 2005 voordoen/hebben voorgedaan;
2. Dit besluit kan worden aangehaald als: Beleidsregels toepassing tabel afvalwatercoëfficiënten Waterschapsbedrijf Limburg, Unit Waterschapsheffingen.
Roermond, datum 28-12-2004
Hoofd Unit Waterschapsheffingen
W.C.G. Fiddelaers