Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Groot Salland

Inspraakverordening Waterschap Groot Sallan

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Groot Salland
Officiële naam regelingInspraakverordening Waterschap Groot Sallan
CiteertitelInspraakverordening Waterschap Groot Salland
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Vervangt de Inspraakverordening van 3-1-2009

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 17-12-2009

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: De Stentor 21 december 2009

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Waterschapswet, art. 79

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201013-03-2011nieuwe regeling

17-12-2009

De Stentor 21 december 2009

sbj\2009-12488.mro
03-01-200901-01-2009nieuwe regeling

18-12-2008

De Stentor 2 januari 2009

SBJ\06A3219.DJO
12-12-200603-01-2009nieuwe regeling

23-11-2006

De Stentor 4 december 2006

SBJ\06A3219.DJO

Tekst van de regeling

Aanhef

HET ALGEMEEN BESTUUR VAN HET WATERSCHAP GROOT SALLAND

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van het Waterschap Groot Salland van 5 november 2009;

gelet op het bepaalde in artikel 79 van de Waterschapswet;

BESLUIT

vast te stellen de Inspraakverordening Waterschap Groot Salland

artikelen

Artikel 1  Begripsomschrijving      

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder inspraak verstaan: een door of namens het dagelijks bestuur geboden gelegenheid voor ingezetenen en belanghebbenden om hun zienswijze over te nemen besluiten van het waterschap naar voren te brengen.      

Artikel 2  Onderwerp van inspraak

  • 1. Inspraak wordt verleend ten aanzien van de door het algemeen bestuur van het Waterschap Groot Salland te nemen besluiten van algemene strekking, tenzij deze daarvoor naar hun aard of naar het belang niet in aanmerking komen.

  • 2. In ieder geval wordt inspraak verleend ten aanzien van:

    • a.

      besluiten tot handhaven dan wel aanpassen van waterstanden;

    • b.

      besluiten tot aanleg of verbetering van waterstaatswerken, tenzij het werken betreft waarvan naar het oordeel van het dagelijks bestuur niet in betekenende mate een wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie of van de hoogte van de te heffen watersysteemheffing of verontreinigingsheffing is te verwachten;

    • c.

      de legger, en;

    • d.

      subsidie-/bijdrageregelingen.

  • 3. Geen inspraak wordt verleend ten aanzien van:

    • a.

      belastingverordeningen, met uitzondering van de kostentoedelingsverordening van het Waterschap Groot Salland, en

    • b.

      beleidsregels, tenzij deze naar het oordeel van het dagelijks bestuur wel voor inspraak in aanmerking komen.

Artikel 3  Procedure

Inspraak wordt verleend door toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 4  Ter inzage legging

Een ontwerpbesluit wordt ter inzage gelegd in het waterschapshuis.

Artikel 5  Zienswijze

Het dagelijks bestuur stelt degenen die daarom in hun schriftelijke zienswijze hebben verzocht, in de gelegenheid hun zienswijze mondeling toe te lichten, tenzij hun verzoek kennelijk onredelijk is.

Artikel 6  Rapportage    

  • 1. In het voorstel aan het algemeen bestuur wordt melding gemaakt van de gehouden inspraakprocedure en de beschouwingen van het dagelijks bestuur over de naar  voren gebrachte zienswijzen.

  • 2. Het dagelijks bestuur brengt degenen die een zienswijze naar voren hebben gebracht terstond op de hoogte van het genomen besluit en van de wijze waarop de resultaten van de inspraak zijn verwerkt.

Artikel 7  Termijnenwet

De Algemene Termijnenwet is op termijnen, gesteld in deze verordening, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8  Intrekking

De Inspraakverordening Waterschap Groot Salland, vastgesteld op 23 november 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 9  Overgangsbepaling

De Inspraakverordening Waterschap Groot Salland vastgesteld op 23 november 2006 blijft van toepassing op ontwerpbesluiten die zijn genomen vóór inwer­kingtreding van deze verordening.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Inspraakverordening Waterschap Groot Salland.

Artikel 11 Inwerkintreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na de dag van bekendmaking.

toelichting

Toelichting bij de Inspraakverordening van het Waterschap Groot Salland

Algemeen

Artikel 79 van de Waterschapswet verplicht het algemeen bestuur van het waterschap tot het vaststellen van een inspraakverordening waarin regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van het beleid van dat bestuur worden betrokken. 

Het doel van de inspraak is tweeledig. Aan de ene kant wordt ingezetenen en belanghebbenden de mogelijk­heid geboden om hun mening over een ontwerpbesluit naar voren te  brengen. Aan de andere kant is het voor het waterschap een belangrijk hulpmiddel om op basis van een evenwichtige belangenafweging tot een besluit te komen.

Uit dit doel vloeit een aantal randvoorwaarden voor de inspraak voort.

Inspraak is slechts zinvol wanneer er voor het waterschapsbestuur een keuzemogelijkheid is. Indien het waterschap geen keuze heeft, hetgeen met name voor kan komen als het een gebonden besluit betreft dat voortvloeit uit een voorschrift van hoger gezag, kan het ook geen rekening houden met de meningen van ingezetenen en belanghebbenden.

Een ander belangrijk aspect is dat inspraak het best tot zijn recht komt indien het voorgenomen besluit c.q. de praktische consequenties van de verschillende keuzemogelijkheden zo concreet mogelijk zijn aangegeven. Dit betekent dat ambtelijke en bestuurlijke gedachtenvorming over het te nemen besluit moet hebben plaatsgevonden en dat eventuele keuzemogelijkheden voor de insprekers duidelijk zijn aangegeven.

In dit verband wordt overigens met nadruk opgemerkt, dat het in veel gevallen zinvol is om in een vroeg stadium, bijvoorbeeld in het kader van de ambtelijke voorbereiding, voorlichting te geven over het voorgenomen besluit dan wel om daarover overleg te voeren met de meest direct betrokken belanghebbenden. Op die manier kunnen ingezetenen en belanghebbenden immers al in een zeer vroeg stadium kennis nemen van voornemens van het waterschap, en met name door het aandragen van informatie er mede zorg voor dragen, dat het waterschap een ontwerpbesluit in de inspraak brengt dat op de juiste wijze inzicht geeft in de diverse aspecten van het ontwerpbesluit.

Voor bepaalde zaken is zowel besluitvorming nodig van het waterschap als van andere overheden. Te denken valt aan een dijkverbetering/-versterking of omvangrijke werken in het kader van de waterbeheersing. Hiervoor is vaak wijziging van het bestemmingsplan nodig. Indien voor beide besluiten inspraakprocedures moeten worden gehouden zou uit oogpunt van doelmatigheid gestreefd moeten worden naar coördinatie van die procedures. Daarbij kan gedacht worden aan gezamenlijke publicatie, gelijktijdige terinzagelegging, afspraken met betrekking tot de ingekomen reacties, gezamenlijke hoorzitting, enz.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1    

In het algemeen deel van de toelichting is het doel en het belang van de inspraak al aan de orde geweest. De verantwoordelijkheid voor de inspraak is gelegd bij het dagelijks bestuur, omdat het hierbij gaat om de uitvoering van een verordening en dat is een taak van het dagelijks bestuur.

Ingezetenen zijn degenen die hun werkelijke woonplaats in het gebied van het waterschap hebben (naar analogie van artikel 11 van de Waterschapswet).

Belanghebbenden zijn degenen wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken (artikel 1:2 Algemene wet bestuursrecht).

Artikel 2

Artikel 79 van de Waterschapswet verplicht het algemeen bestuur van het waterschap tot vaststelling van een inspraakverordening met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van het beleid van dit bestuur worden betrokken.

In artikel 2 van deze verordening worden de besluiten aangewezen, waarop de procedure van inspraak op grond van deze verordening van toepassing is. Dit houdt in dat indien op een bepaald besluit zowel de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (lees afdeling 3.4 van de algemene wet bestuursrecht) als deze verordening van toepassing is, beide regelingen aangehouden dienen te worden.

Besluiten van algemene strekking vallen onder de werking van de inspraakverordening, tenzij deze daarvoor naar hun aard of belang niet in aanmerking komen.

Bij besluiten tot handhaven dan wel aanpassen van waterstanden gaat het met name om peilbesluiten.

Bij besluiten die naar hun aard of strekking niet voor inspraak in aanmerking komen kan gedacht worden aan besluiten waarbij het bestuur geen keuzemogelijkheid heeft, zoals besluiten die rechtstreeks voortvloeien uit voor­schriften van hoger gezag. Verder kan men denken aan besluiten die uitsluitend interne werking voor het waterschap hebben (bijvoorbeeld reglementen van orde, regelingen met betrekking tot de rechtspositie van ambtenaren en de Archief- en documentatieverordening) en besluiten (bijvoorbeeld met betrekking tot de uitvoering van waterstaatswerken) van een zeer gering belang.

In lid 3 worden de belastingverordeningen uitgesloten. Het gaat om de volgende verordeningen: de verordening op de watersysteemheffing, gebaseerd op artikel 110 j° artikel 113, eerste lid en artikel 116 van de Waterschapswet; de verordening op de verontreinigingsheffing, gebaseerd op artikel 110 j°o. artikel 113, eerste lid van de Waterschapswet en artikel 7.2, tweede lid van de Waterwet en de rechtenverordening, gebaseerd op artikel 110 j° artikel 113, eerste lid en 115 van de Waterschapswet. 

Beleidsregels vallen ook niet onder deze verordening. Inspraak ziet op het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden, uit het oogpunt van zorgvuldig bestuur. Bij beleidsregels wordt aangegeven hoe het bestuursorgaan zijn bevoegdheid gaat uitoefenen. Bij het geven van beschikkingen kan het bestuursorgaan ten aanzien van een zorgvuldige motivering volstaan met het verwijzen naar de beleidsregel. Indien een beschikking wordt gegeven kan een belanghebbende daartegen bezwaar en beroep indienen. Het dagelijks bestuur kan echter besluiten ten aanzien van beleidsregels wel inspraak te verlenen, indien dit voor een evenwichtige belangenafweging gewenst wordt geacht.

Artikel 3

In dit artikel wordt conform artikel 79 Waterschapswet afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing verklaard. Daarbij gaat om de uniforme openbare voorbereidingsprocedure.

Artikel 6

Artikel 6, tweede lid ziet op de afsluiting van de inspraakprocedu­re richting degenen die een zienswijze naar voren hebben gebracht. Het is uiteraard van belang dat zij kennis kunnen nemen van de rapportage over de inspraak en van het besluit dat uiteindelijk door het algemeen bestuur is genomen. Overigens is het goed mogelijk, dat het algemeen bestuur bij zijn besluitvorming inspraakreacties in aanmerking neemt die voor het dagelijks bestuur geen aanleiding zijn geweest om het ontwerpbesluit te wijzigen.