Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Groot Salland

Inspraakverordening Waterschap Groot Sallan

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Groot Salland
Officiële naam regelingInspraakverordening Waterschap Groot Sallan
CiteertitelInspraakverordening Waterschap Groot Salland
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Vervangt de Inspraakverordening van 23 januari 1997

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: De Stentor 4 december 2006

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Waterschapswet, art. 79

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-12-200603-01-2009nieuwe regeling

23-11-2006

De Stentor 4 december 2006

SBJ\06A3219.DJO

Tekst van de regeling

Aanhef

HET ALGEMEEN BESTUUR VAN HET WATERSCHAP GROOT SALLAND

 gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van het Waterschap Groot Salland van 27 juni 2006;

 gelet op het bepaalde in artikel 79 van de Waterschapswet;

BESLUIT

 vast te stellen de Inspraakverordening Waterschap Groot Salland.

Tekst verordening

Artikel 1  Begripsomschrijving      

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder belanghebbenden verstaan: ingezetenen en in het gebied van het Waterschap Groot Salland belanghebbende natuurlijke personen en rechtspersonen.

  • 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder inspraak verstaan: een door of namens het dagelijks bestuur geboden gelegenheid voor belanghebbenden om hun zienswijze omtrent te nemen besluiten van het waterschap kenbaar te maken.      

Artikel 2  Onderwerp van inspraak

  • 1. Inspraak wordt verleend ten aanzien van de door het algemeen bestuur van het Waterschap Groot Salland te nemen besluiten van algemene strekking, tenzij deze daarvoor naar hun aard of naar het belang niet in aanmerking komen.

  • 2. In ieder geval wordt inspraak verleend ten aanzien van:

  • a. besluiten tot handhaven dan wel aanpassen van waterstanden;

  • b. besluiten tot aanleg of verbetering van waterstaatswerken, tenzij het werken betreft waarvan naar het oordeel van het dagelijks bestuur niet in betekenende mate een wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie of van de hoogte van de te heffen omslagen of verontreinigingsheffing is te verwachten;

  • c. de legger, en;

  • d. subsidie-/bijdrageregelingen.

  • 3. Geen inspraak wordt verleend ten aanzien van:

  • a. belastingverordeningen, met uitzondering van de Omslagklassenverordening van het Waterschap Groot Salland 1997 en de Kostentoedelingsverordening van het Waterschap Groot Salland 2005, en

  • b. beleidsregels, tenzij deze naar het oordeel van het dagelijks bestuur wel voor inspraak in aanmerking komen

Artikel 3 Procedure

  • Ten behoeve van het verlenen van inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing

Artikel 4 Ter inzage legging

  • Een ontwerp-besluit wordt ter inzage gelegd in het waterschapshuis

Artikel 5  Zienswijze belanghebbende

  • Degenen die daarom in hun schriftelijke zienswijze hebben verzocht worden door het dagelijks bestuur in de gelegenheid gesteld hun zienswijze mondeling toe te lichten, tenzij hun verzoek kennelijk onredelijk is.

Artikel 6  Rapportage    

  • 1. In het voorstel aan het algemeen bestuur wordt melding gemaakt van de gehouden inspraakprocedure en de beschouwingen van het dagelijks bestuur over de in het kader daarvan ingekomen zienswijzen.

  • 2. Het dagelijks bestuur brengt degenen die een schriftelijke zienswijze hebben ingediend terstond op de hoogte van het genomen besluit en van de wijze waarop de resultaten van de inspraak zijn verwerkt.

Artikel 7  Termijnenwet

  • De Algemene Termijnenwet is op termijnen, gesteld in deze verordening, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8  Intrekking

  • De Inspraakverordening Waterschap Groot Salland vastgesteld op 23 januari 1997 wordt ingetrokken.

Artikel 9  Overgangsbepaling

  • De Inspraakverordening Waterschap Groot Salland vastgesteld op 23 januari 1997 blijft van toepassing op ontwerp-besluiten die zijn genomen vóór inwer­kingtreding van deze verordening.

Artikel 10 Citeertitel

  • Deze verordening kan worden aangehaald als Inspraakverordening Waterschap Groot Salland.

Artikel 11 Inwerkintreding

  •  Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na de dag van bekendmaking.   

  •  Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 23 november 2006.

  •  Het algemeen bestuur voornoemd,

  • voorzitter,                        secretaris,

Toelichting

Algemeen

Artikel 79 van de Waterschapswet verplicht de waterschappen tot het vaststellen van een inspraakverordening die van toepassing is op de door het algemeen bestuur te nemen besluiten.

Bij het opstellen van de inspraakverordening is zoveel mogelijk rekening gehouden met de bepalingen omtrent de voorbereiding van besluiten die zijn opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht.

Het doel van de inspraak is tweeledig. Aan de ene kant wordt belanghebbenden de mogelijk­heid geboden om hun mening over een ontwerp-besluit van het waterschapsbestuur kenbaar te maken. Aan de andere kant is het voor het waterschap een belangrijk hulpmiddel om op basis van een evenwichtige belangenafweging tot een besluit te komen.

Uit dit doel vloeit een aantal randvoorwaarden ten aanzien van de inspraak voort.

Inspraak is slechts zinvol wanneer er voor het waterschapsbestuur een keuzemogelijkheid is. Indien het waterschap geen keuze heeft, hetgeen met name voor kan komen als het een gebonden besluit betreft dat voortvloeit uit een voorschrift van hoger gezag, kan het ook geen rekening houden met de meningen van belanghebbenden. In deze situatie moet het hoger gezag inspraak verlenen ten aanzien van zijn voorschrift.

Een ander belangrijk aspect is dat inspraak het best tot zijn recht komt indien het voorgenomen besluit c.q. de praktische consequenties van de verschillende keuzemogelijkheden zo concreet mogelijk zijn aangegeven. Dit betekent dat ambtelijke en bestuurlijke gedachtenvorming over het te nemen besluit moet hebben plaatsgevonden en dat eventuele keuzemogelijkheden voor de insprekers duidelijk zijn aangegeven.

In dit verband zij overigens met nadruk op te merken, dat het in veel gevallen zinvol is om in een vroeg stadium, bijvoorbeeld in het kader van de ambtelijke voorbereiding, voorlichting te geven over het voorgenomen besluit dan wel om daarover overleg te voeren met de meest direct betrokken belanghebbenden. Op die manier kunnen belanghebbenden immers al in een zeer vroeg stadium kennis nemen van voornemens van het waterschap, en met name door het aandragen van informatie er mede zorg voor dragen, dat het waterschap een ontwerp-besluit in de inspraak brengt dat op de juiste wijze inzicht geeft in de diverse aspecten van het ontwerp-besluit.

Voor bepaalde zaken is zowel besluitvorming nodig van het waterschap als van andere overheden. Te denken valt aan een dijkverbetering/-versterking of omvangrijke waterbeheersingswerken. Hiervoor is vaak wijziging van het bestemmingsplan nodig. Indien voor beide besluiten inspraakprocedures moeten worden gehouden zou uit oogpunt van doelmatigheid gestreefd moeten worden naar coördinatie van die procedures. Daarbij kan gedacht worden aan gezamenlijke publicatie, gelijktijdige terinzagelegging, afspraken met betrekking tot de ingekomen reacties, gezamenlijke hoorzitting, enz.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1    

De omschrijving van de begrippen "belanghebbenden" en "inspraak" is ontleend aan artikel 79 van de Waterschapswet.

In het algemeen deel van de toelichting is het doel en het belang van de inspraak al aan de orde geweest. De verantwoordelijkheid voor de inspraak is gelegd bij het dagelijks bestuur, omdat het hierbij gaat om de uitvoering van een verordening en dat is een taak van het dagelijks bestuur.

Ingezetenen zijn volgens artikel 11 van de Waterschapswet degenen die hun werkelijke woonplaats in het gebied van het waterschap hebben.

Voor  het begrip "in het gebied van het waterschap belanghebbende natuurlijke personen en rechtspersonen" wordt aangesloten bij de algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2

Artikel 79 van de Waterschapswet verplicht het waterschap tot vaststelling van een inspraakverordening met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van door het bestuur te nemen besluiten worden betrokken.

In artikel 2 van deze verordening worden de besluiten aangewezen, waarop de procedure van inspraak op grond van deze verordening van toepassing is. Dit houdt in dat indien op een bepaald besluit zowel de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (lees afdeling 3.4 van de algemene wet bestuursrecht) en deze verordening van toepassing zijn, beide regelingen aangehouden dienen te worden.

Besluiten van algemene strekking vallen onder de werking van de inspraakverordening, tenzij deze daarvoor naar hun aard of belang niet in aanmerking komen.

In lid 2 worden onder a tot en met d de besluiten genoemd die op grond van artikel 79 van de Waterschapswet in ieder geval onder de werking van de Inspraakverordening vallen. Bij besluiten tot handhaven dan wel aanpassen van waterstanden gaat het met name om peilbesluiten.

Bij besluiten die naar hun aard of strekking niet voor inspraak in aanmerking komen kan gedacht worden aan besluiten waarbij het bestuur geen keuzemogelijkheid heeft, zoals besluiten die rechtstreeks voortvloeien uit voor­schriften van hoger gezag. Verder kan men denken aan besluiten die uitsluitend interne werking voor het waterschap hebben (bijvoorbeeld reglementen van orde, regelingen met betrekking tot de rechtspositie van ambtenaren en de Archief- en documentatieverordening) en besluiten (bijvoorbeeld met betrekking tot de uitvoering van waterstaatswerken) van een zeer gering belang.

In lid 3 worden de belastingverordeningen uitgesloten. Het gaat om de volgende verordeningen: de Verordening op de waterschapsomslagen Waterschap Groot Salland, gebaseerd op artikel 110 jo. artikel 113, eerste lid en artikel 116 van de Waterschapswet; de Verordening verontreinigingsheffing Waterschap Groot Salland, gebaseerd op artikel 110 jo. artikel 113, eerste lid van de Waterschapswet en artikel 18 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Rechtenverordening, gebaseerd op artikel 110 jo. artikel 113, eerste lid en 115 van de Waterschapswet. 

Beleidsregels vallen ook niet onder deze verordening. Inspraak ziet op het betrekken van een belanghebbende bij de totstandkoming van een (wettelijke) regeling, uit het oogpunt van zorgvuldig bestuur. Bij beleidsregels wordt aangegeven hoe het bestuursorgaan zijn bevoegdheid gaat uitoefenen. Bij het geven van beschikkingen kan het bestuursorgaan ten aanzien van een zorgvuldige motivering volstaan met het verwijzen naar de beleidsregel. Indien een beschikking wordt gegeven kan een belanghebbende daartegen bezwaar en beroep indienen. Het dagelijks bestuur kan echter besluiten ten aanzien van beleidsregels wel inspraak te verlenen, indien dit voor een evenwichtige belangenafweging gewenst wordt geacht.

Artikel 3

In dit artikel wordt de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing verklaard. Deze afdeling ziet op de uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Hiermee wordt voldaan aan de wens van deregulering en wetgevingskwaliteit, waarbij voor gevallen waarin er sprake is van samenloop van verschillende besluiten op basis van verschillende bijzondere wetten (in dit geval de Waterschapswet en de Awb) wordt gestreefd naar stroomlijning van besluitvormings- en rechtsbeschermingsprocedures.

Artikel 6

Artikel 6, tweede lid ziet op de afsluiting van de inspraakprocedu­re richting insprekers. Het is uiteraard van belang, dat degenen die een schriftelijke reactie hebben ingediend van deze rapportage en van het besluit dat uiteindelijk door het algemeen bestuur is genomen, kennis kunnen nemen. Overigens is het goed mogelijk, dat het algemeen bestuur bij zijn besluitvorming inspraakreacties in aanmerking neemt die voor het dagelijks bestuur geen aanleiding zijn geweest om het ontwerp-besluit te wijzigen.