Overheidsorganisatie | Waterschap Peel en Maasvallei |
---|---|
Officiële naam regeling | Besluit tot vaststelling van beleidsregels inzake de aanwijzing belastingplichtige in een keuzesituatie |
Citeertitel | Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën – belastingen |
Geen
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 29-3-2004
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Limburgs Dagblad en Dagblad De LImburger, 30-03-2004
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-03-2004 | 01-01-2004 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 29-03-2004 Limburgs Dagblad en Dagblad De LImburger, 30-03-2004 | onbekend |
De ambtenaar belast met de heffing van het Waterschapsbedrijf Limburg;
gelet op het bepaalde in de artikelen 3, 8 en 13 van de Verordening op de waterschapsomslagen 2004, artikel 3 van de Verordening verontreinigingsheffing 2004, alsmede artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 123 en 134 van de Waterschapswet;
B E S L U I T :
vast te stellen de beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie
1. Ter zake van genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak degene die het volle eigendom heeft.
2. Ter zake van genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak degene die het beperkt recht heeft.
3. Ter zake van genot krachtens ongelijke aandelen in volle eigendom, bezit of beperkt recht van een on-roerende zaak degene die het grootste aandeel in het volle eigendom of het beperkt recht heeft.
4. Ter zake van genot krachtens gelijke aandelen in eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak degene die het perceel bewoont.
5. Ter zake van genot krachtens gelijke aandelen in eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak bij meerdere bewoners van het perceel:
een natuurlijk persoon boven een rechtspersoon;
een meerderjarige;
een man boven een vrouw;
de oudste man waarbij, indien leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige aanwijst;
de oudste vrouw waarbij, indien leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige aanwijst.
6. Indien op basis van voorgaande regels geen belastingplichtige kan worden bepaald maar tevens in ande-re voorkomende situaties, is het mogelijk dat in afwijking van bovenvermelde regels, aanwijzing van de belastingplichtige plaatsvindt door de ambtenaar belast met de heffing.
1. Ter zake van genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak degene die het volle eigendom heeft.
2. Ter zake van genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak degene die het beperkt recht heeft.
3. Ter zake van genot krachtens ongelijke aandelen in volle eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak degene die het grootste aandeel in het volle eigendom of het beperkt recht heeft.
4. Ter zake van genot krachtens gelijke aandelen in eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak degene die in het beheersgebied woont of is gevestigd.
5. Ter zake van genot krachtens gelijke aandelen in eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak waarbij meerdere potentiële belastingplichtigen in het beheersgebied wonen of gevestigd zijn:
een natuurlijk persoon boven een rechtspersoon;
een meerderjarige;
een man boven een vrouw;
de oudste man waarbij, indien leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige aanwijst;
de oudste vrouw waarbij, indien leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige aanwijst.
Indien op basis van voorgaande regels geen belastingplichtige kan worden bepaald maar tevens in andere voorkomende situaties, is het mogelijk dat in afwijking van bovenvermelde regels, aanwijzing van de belas-tingplichtige plaatsvindt door de ambtenaar belast met de heffing.
1. De meerderjarige die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is vermeld en die tevens het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft van die onroerende zaak.
2. De meerderjarige die met betrekking tot het voorgaande belastingjaar de aanslag heeft gekregen.
3. De meerderjarige die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is vermeld.
4. De meerderjarige man boven de meerderjarige vrouw.
5. De oudste, meerderjarige man waarbij, indien de leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige aanwijst.
6. De oudste, meerderjarige vrouw waarbij, indien de leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige aanwijst.
7. Indien er geen meerderjarigen als zodanig in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens zijn vermeld, degene die feitelijk gebruiker is.
8. Indien op basis van voorgaande regels geen belastingplichtige kan worden bepaald maar tevens in andere voorkomende situaties, is het mogelijk dat in afwijking van bovenvermelde regels, aanwijzing van de belastingplichtige plaatsvindt door de ambtenaar belast met de heffing.
Inwerkingtreding en citeertitel
1. De beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dan na die van de bekendmaking, werken terug tot 1 januari 2004 en hebben betrekking op belastingaanslagen die worden opgelegd ter zake van belastbare feiten die zich met ingang van het jaar 2004 voordoen.
2. De beleidsregels, vastgesteld bij besluit van de ambtenaar belast met de heffiing van Waterschap Peel en Maasvallei van 10-12-1999 en vastgesteld bij besluit van de ambtenaar belast met de heffing van Waterschap Roer en Overmaas van 25-06-2001 en vastgesteld bij besluit van de ambtenaar belast met de heffing van het Zuiveringschap Limburg van 20-12-2000, blijven na intrekking van toepassing op aanslagen en betalingen die betrekking hebben op tijdvakken en tijdstippen die aanvangen onderscheidenlijk liggen vóór 1 januari 2004.
3. Dit besluit kan worden aangehaald als: Beleidsregels aanwijzen belastingplichtige 2004 Waterschapsbedrijff Limburg, Unit Waterschapsheffingen.
Roermond, 29 maart 2004
Hoofd Unit Waterschapsheffingen
W.C.G. Fiddelaers
Maart 2004 nr. 2004-001