Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Groot Salland

Tijdelijke subsidieverordening IBA's en rioolstelsels 2006-2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Groot Salland
Officiële naam regelingTijdelijke subsidieverordening IBA's en rioolstelsels 2006-2007
CiteertitelTijdelijke subsidieverordening IBA's en rioolstelsels 2006-2007
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën – belastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 28-7-2006

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: De Stentor, 28-07-2006

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Waterschapswet, art. 78 lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-07-200601-01-200631-12-2007nieuwe regeling

28-07-2006

De Stentor, 28-07-2006

Nr. SBJ/A7731.djo.

Tekst van de regeling

Aanhef

HET  ALGEMEEN  BESTUUR  VAN  HET  WATERSCHAP  GROOT  SALLAND;

gelezen de voorstellen van het dagelijks bestuur van het Waterschap Groot Salland van 9 januari 2006 en 10 juni 2006;

gelet op het bepaalde in artikel 78 lid 1 van de Waterschapswet;

B E S L U I T

vast te stellen de TIJDELIJKE  SUBSIDIEVERORDENING IBA's EN RIOOLSTELSELS 2006-2007.

Artikelen

Artikel 1  Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Begripsomschrijvingen
huishoudelijk afvalwater:afvalwater afkomstig van particuliere huishoudens en ander afvalwater dat naar zijn aard en samenstelling overeenkomt met ­afvalwater afkomstig van een particulier huishouden;
waterkwaliteitsbeheerder:het Waterschap Groot Salland;
het dagelijks bestuur:het dagelijks bestuur van het Waterschap Groot Salland;
IBA:                 individuele behandeling afvalwater; IBA is de verzamelnaam voor indivi­duele zuiveringssystemen, inclusief de verbeterde septic tank van 6 m3;
lozen:in oppervlaktewater brengen van huishoudelijk afvalwater met behulp van een werk met uitzondering van een werk dat op een ander werk is aange­sloten of op een andere wijze dan met behulp van een werk;
bestaand lozen:  lozen van huishoudelijk afvalwater dat al vóór 1 januari 2002 plaatsvond;
nieuw lozen:      lozen ­dat geen bestaand lozen is;
beperkt lozen:    lozen van 10 inwonerequivalenten of minder;
gecertificeerd:een IBA-systeem dat een certificaat heeft gekregen op basis van een Beoordelingsrichtlijn (BRL);
IBA klasse I:    verbeterde septic tank met een inhoud van 6 m3, gericht op de fysische verwijdering van zwevende stoffen en geringe afbraak van organisch materiaal (BZV), dan wel een systeem met een vergelijkbaar zuiverings­rendement;
IBA klasse II:   zuiveringssysteem gericht op fysische verwijdering van zwevende stof en biologische zuivering van organisch materiaal (BZV);
IBA klasse IIIa:          zuiveringssysteem gericht op fysische verwijdering van zwevende stof en biologische zuivering van organisch materiaal (BZV) en stikstof (N-to­taal);
IBA klasse IIIb:          zuiveringssysteem gericht op fysische verwijdering van zwevende stof en biologische zuivering van organisch materiaal (BZV) en stikstof (N-totaal) en fosfaat (P-totaal);
basisinspanning:saneringsinspanning door middel van een IBA klasse I;
zeer kwetsbaar oppervlaktewater:   wateren met de status "zeer kwetsbaar", zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart;
kwetsbaar oppervlaktewater:          wateren met de status "kwetsbaar", zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart;
niet kwetsbaar oppervlaktewater:wateren, die niet vallen onder het begrip "zeer kwetsbaar opper­vlaktewater" of "kwetsbaar oppervlaktewater";
CIW/CUWVO: Commissie Integraal Waterbeheer/Commissie Uitvoering Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren;
ontheffing zorgplicht:   door de provincie aan de gemeente verleende ontheffing van de plicht om riolering aan te leggen in het buitengebied. 
rioolstelsel:        stelsel van onder meer buizen of leidingen voor de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater van meerdere huishoudens.
Artikel 2  Maximaal eenmaal subsidie per woonruimte

Het dagelijks bestuur verleent ten aanzien van een woonruimte maximaal éénmaal een subsidie, waarbij bijdragen en/of subsidies van derden niet in mindering worden gebracht.

Artikel 3  Aanleg IBA
  • 1. Voor subsidie komen in aanmerking natuurlijke of rechtspersonen die hun lozing van huishoudelijk afvalwater opheffen door het aanleggen van een IBA, op een perceel waarvoor de gemeente ontheffing van de zorgplicht heeft.

  • 2. Om voor de in het eerste lid bedoelde subsidie in aanmerking te kunnen komen, moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      er is sprake van opheffing van beperkt lozen waarop het Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater van toepassing is;

    • b.

      de te treffen saneringsmaatregelen overstijgen de basisinspanning;

    • c.

      voor opheffing van een bestaande lozing in kwetsbaar oppervlaktewater wordt een IBA met minimaal klasse II aangelegd;

    • d.

      voor opheffing van een bestaande lozing in zeer kwetsbaar oppervlaktewater wordt een IBA met klasse IIIb aangelegd;

    • e.

      voor opheffing van een bestaande of nieuwe lozing in niet-kwetsbaar oppervlaktewater wordt een IBA met minimaal klasse III aangelegd;

    • f.

      de aan te brengen IBA is gecertificeerd;

    • g.

      g. ten aanzien van de IBA wordt een onderhoudscontract afgesloten.

  • 3. Ten aanzien van de bedragen voor de in de in de vorige leden bedoelde subsidie, is het volgende van toepassing:

    • a.

      De subsidiebedragen zijn afhankelijk van de status van het ontvangende oppervlaktewater en de te realiseren IBA-klasse.

    • b.

      Bij lozing op niet kwetsbaar oppervlaktewater via een IBA klasse IIIa of IIIb wordt € 450 subsidie verleend.

    • c.

      Bij lozing op kwetsbaar oppervlaktewater via een IBA klasse II wordt € 1.800 subsidie verleend.

    • d.

      Bij lozing op kwetsbaar oppervlaktewater via een IBA klasse IIIa of IIIb wordt € 2.300 subsidie verleend.

    • e.

      Bij lozing op zeer kwetsbaar oppervlaktewater via een IBA klasse IIIb wordt € 3.400 subsidie verleend.

  • 4. Het bedrag aan te verlenen subsidie bedraagt maximaal de aanlegkosten van de IBA.    

Artikel 4  Aansluiting op gemeentelijke riolering door particulieren
  • 1. Voor subsidie komen in aanmerking natuurlijke of rechtspersonen die hun lozing van huishoudelijk afvalwater opheffen door aan te sluiten op de gemeentelijke riolering, in de situatie dat de gemeente gebruik maakt van de ontheffing zorgplicht.

  • 2. Om voor de in het eerste lid bedoelde subsidie in aanmerking te kunnen komen, moet voldaan worden aan de voorwaarde dat er sprake is van opheffing van beperkt lozen.

  • 3. Ten aanzien van de bedragen voor de in de vorige leden bedoelde subsidie, is het volgende van toepassing:

    • a.

      De subsidiebedragen zijn afhankelijk van de status van het ontvangende oppervlaktewater.

    • b.

      Bij opheffing van een lozing op niet kwetsbaar oppervlaktewater wordt maximaal € 450 subsidie verleend.

    • c.

      Bij opheffing van een lozing op kwetsbaar oppervlaktewater wordt maximaal € 1.800 subsidie verleend.

    • d.

      Bij opheffing van een lozing op zeer kwetsbaar oppervlaktewater wordt maximaal € 3.400 subsidie verleend.

  • 4. Het bedrag aan te verlenen subsidie bedraagt maximaal de aanlegkosten voor de aansluiting op de gemeentelijke riolering.

Artikel 5  Aanleg rioolstelsel door particulieren
  • 1. Voor subsidie komen in aanmerking natuurlijke of rechtspersonen die een rioolstelsel aanleggen - en aansluiten op de gemeentelijke riolering - in een gebied waarvoor de gemeente ontheffing van de zorgplicht heeft en waarbij sprake is van opheffing van meerdere beperkte lozingen van huishoudelijke afvalwater.

  • 2. Om voor de in het eerste lid bedoelde subsidie in aanmerking te kunnen komen, moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      als gevolg van de aanleg van de riolering is er sprake van opheffing van beperkt lozen;

    • b.

      binnen het gebied waarin de in het eerste lid bedoelde lozingen worden opgeheven, worden ook de lozingen van huishoudelijk afvalwater in de bodem opgeheven;

    • c.

      voor het grondgebied waarin de subsidieaanvrager de lozingen opheft, heeft hij een plan van aanpak vastgesteld voor de sanering van alle niet gerioleerde percelen, waaruit onder meer blijkt hoe het in het eerste lid bedoelde rioolstelsel wordt aangesloten op de gemeentelijke riolering;

    • d.

      Waterschap Groot Salland is akkoord gegaan met het onder c. bedoelde plan van aanpak.

  • 3. Ten aanzien van de bedragen voor de in artikel 5 bedoelde subsidie, is het volgende van toepassing:

    • a.

      De subsidiebedragen zijn afhankelijk van de status van het ontvangende oppervlaktewater.

    • b.

      Bij opheffing van een lozing op niet kwetsbaar oppervlaktewater wordt maximaal € 1.500 subsidie verleend.

    • c.

      Bij opheffing van een lozing op kwetsbaar oppervlaktewater wordt maximaal € 1.800 subsidie verleend.

    • d.

      Bij opheffing van een lozing op zeer kwetsbaar oppervlaktewater wordt maximaal € 3.400 subsidie verleend.

  • 4. Het totaalbedrag aan te verlenen subsidie bedraagt maximaal de aanlegkosten van het rioolstelsel.

Artikel 6  Aanleg rioolstelsel door gemeenten
  • 1. Voor subsidie komen in aanmerking gemeenten die een rioolstelsel aanleggen in een gebied waarvoor zij ontheffing van de zorgplicht hebben.

  • 2. Om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen, moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      als gevolg van de aanleg van de riolering is er sprake van opheffing van beperkt lozen;

    • b.

      de gemeente zorgt ervoor dat in het in het eerste lid bedoelde gebied ook de lozingen van huishoudelijk afvalwater in de bodem worden opgeheven;

    • c.

      voor het grondgebied waarin de lozingen worden opgeheven heeft de gemeenteraad een plan van aanpak (Gemeentelijk Rioleringsplan, GRP) vastgesteld voor de sanering van alle niet gerioleerde percelen van de gemeente;

    • d.

      Waterschap Groot Salland is akkoord gegaan met het onder c. bedoelde plan van aanpak.

  • 3. Ten aanzien van de bedragen voor de in de vorige leden bedoelde subsidie, is het volgende van toepassing:

    • a.

      De subsidiebedragen zijn afhankelijk van de status van het ontvangende oppervlaktewater.

    • b.

      Bij opheffing van een lozing op niet kwetsbaar oppervlaktewater wordt maximaal € 1.500 subsidie verleend.

    • c.

      Bij opheffing van een lozing op kwetsbaar oppervlaktewater wordt maximaal € 1.800 subsidie verleend.

    • d.

      Bij opheffing van een lozing op zeer kwetsbaar oppervlaktewater wordt maximaal € 3.400. subsidie verleend.

  • 4. Het totaalbedrag aan te verlenen subsidie bedraagt maximaal de aanlegkosten van het rioolstelsel.

Artikel 7  Subsidieplafond

Het algemeen bestuur stelt het bedrag vast dat tot en met 31 december 2007 ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens artikel 6.

Artikel 8  De aanvraag
  • 1. Een aanvraag voor subsidieverlening wordt ingediend met gebruikmaking van een door het Waterschap Groot Salland vastgesteld aanvraagformulier.  

  • 2. Aanvragen dienen te worden gericht aan het dagelijks bestuur.

  • 3. Aanvragen moeten uiterlijk worden ingediend

    • a.

      voor subsidies krachtens artikel 3, 4 en 5 op 31 december 2006;

    • b.

      voor subsidies krachtens artikel 6 op 31 maart 2006.

  • 4. De aanvraag voor subsidie vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en het adres van de aanvrager;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de locatie van het (de) perceel/percelen waar de lozing vrijkomt.

  • 5. De aanvraag voor subsidie voor de aanleg van een IBA vermeldt tevens:

    • a.

      de klasse-aanduiding van het IBA-systeem en de certificatiebescheiden;

    • b.

      een tijdpad voor de realisatie van de IBA-voorziening;

    • c.

      een situatietekening van de oude lozingssituatie en de nieuwe lozingssituatie, waarop in ieder geval zijn aangegeven: de perceelsgrenzen, de gebouwen van waaruit wordt geloosd, de ligging van de IBA-voorziening en (eventueel) andere voor de lozingssituatie relevante zuiverings-voorzieningen, het lozingspunt van het effluent op het oppervlaktewater.

  • 6. De aanvraag voor subsidie voor de aanleg van een rioolstelsel vermeldt tevens:

    • a.

      Een tijdpad voor de aanleg van het rioolstelsel en de aansluiting daarvan op de (bestaande) gemeentelijke riolering of een werk van het waterschap.

    • b.

      Een situatietekening van de oude lozingssituatie en de nieuwe lozingssituatie, waarop in ieder geval zijn aangegeven: de perceelsgrenzen, de gebouwen van waaruit wordt geloosd, de ligging van het rioolstelsel en (eventueel) andere relevante gegevens.

Artikel 9  Beslissing op de aanvraag subsidieverlening
  • 1. Het dagelijks bestuur beslist binnen 8 weken  na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. De beschikking tot verlening  van de subsidie vermeldt het uit te keren subsidiebedrag.

Artikel 10 Subsidievaststelling
  • 1. Subsidievaststelling vindt plaats op verzoek van de subsidieontvanger.

  • 2. Subsidievaststelling vindt niet eerder plaats dan nadat het dagelijks bestuur heeft vastgesteld dat de juiste IBA-voorziening, dan wel het juiste rioolstelsel op de juiste wijze is aangelegd en de subsidieontvanger ten aanzien van een IBA een adequaat onderhoudscontract heeft afgesloten.

  • 3. Het in het vorige lid bedoelde verzoek kan mondeling of schriftelijk worden ingediend.

  • 4. De subsidieontvanger van een subsidie, als bedoeld in artikel 3, dient een kopie van het onderhoudscontract te overleggen.

Artikel 11 Verplichting van de subsidieontvanger
  • 1. De subsidieontvanger is verplicht binnen 12 maanden na de verzenddatum van de beschikking tot subsidieverlening de IBA dan wel het rioolstelsel aangelegd en in werking te hebben, met dien verstande dat, indien deze verzenddatum na 1 januari 2007 ligt, hij verplicht is uiterlijk op 31 december 2007 de IBA dan wel het rioolstelsel aangelegd en in werking te hebben.

  • 2. Degene die subsidie ontvangt voor een IBA is verplicht een onderhoudscontract ten aanzien van de IBA gedurende tien jaren in stand te houden.

  • 3. Het dagelijks bestuur is bevoegd in de beschikking verplichtingen aan de subsidieontvanger op te leggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie. 

Artikel 12 Betaling

Betaling van het vastgestelde subsidiebedrag vindt plaats binnen 4 weken na de subsidievaststelling.

Artikel 13 Inwerkingtreding, duur en overgangsrecht
  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking ervan en werkt terug tot 1 januari 2006.

  • 2. Deze verordening geldt tot en met 31 december 2007.

  • 3. Subsidieaanvragen, ingediend onder de werking van de Tijdelijke subsidieverordening IBA's en rioolstelsels 2004-2005 worden, voor zover daarop nog geen beschikking is genomen, behandeld als ware het aanvragen ingediend onder de werking van deze verordening".

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Tijdelijke subsidieverordening IBA's en rioolstelsels 2006-2007".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 20 juli 2006.

de secretaris,   de dijkgraaf,

ir. H.J. Schuurman  dr. S. Schaap

Toelichting

Algemeen

Het algemeen bestuur van het Waterschap Groot Salland heeft in het kader van de uitvoering van het Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater op 20 juli 2000 besloten om, afhankelijk van de functietoekenning van oppervlaktewater c.q. de te realiseren waterkwaliteitsdoelstelling, de aanleg van bepaalde IBA-plus systemen te stimuleren. Daar zijn twee motieven voor.

In de eerste plaats zijn  bestaande lozingen in de zeer kwetsbare en kwetsbare gebieden geconfronteerd met een aanscherping van de lozingseisen, na het van kracht worden van het Waterbeheersplan van het Waterschap Groot Salland 2002-2006. Daarnaast wordt een kwaliteitsslag beoogd voor de lozingen in de niet-kwetsbare gebieden, door de onverplichte aanleg van een IBA klasse 3. Het is reëel om in verband hiermee een financiële bijdrage (aan de lozer) beschikbaar te stellen.

Uitgangspunten van het te voeren saneringsbeleid van lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied zijn (algemeen bestuur 20 juli 2000):

1. De gemeente legt op doelmatige wijze (op basis van GRP en ontheffingscriteria van de provincie) riolering aan en het afvalwater wordt op een bestaande zuiveringsinrichting gezuiverd. Vervolgens wordt in overleg met de gemeente onderzocht of clustering van percelen (buiten het zorgplichtgebied) en de aanleg van minizuiveringen van het waterschap haalbaar is. Verwacht wordt dat ongeveer 2.000 percelen in het buitengebied op deze wijze zullen worden gesaneerd.

2. Sanering van de overige resterende lozingen (ongeveer 7.000, waarvan zo'n 4.700 op oppervlakte water) zal moeten gebeuren door de aanleg van IBA's.

Het wettelijke kader rond deze lozingen op oppervlaktewater is het Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater. Afhankelijk van de kwetsbaarheid van het aquatisch systeem zal een septic tank van 6 m3 (of gelijkwaardig) óf een IBA met een hoger zuiveringsrendement moeten worden aangelegd.

In deze gevallen zullen door de lozer maatregelen moeten worden getroffen.

Op 19 februari 2004 heeft het algemeen bestuur besloten om het subsidiebeleid voor de sanering van lozingen van huishoudelijk afvalwater aan te passen. De aanpassing houdt in dat gemeenten gestimuleerd worden om riolering aan te leggen op plaatsen in het buitengebied waar zij daartoe niet verplicht zijn in het kader van een door de provincie verleende ontheffing (op grond van het convenant "Sanering huishoudelijk afvalwaterlozingen buitengebied" van juli 1996). Hiervoor is een bedrag van  € 1.100.000 beschikbaar gesteld. In de vergadering van 16 september 2004 heeft het algemeen bestuur besloten dit bedrag te verhogen tot € 2.550.000. Dit bedrag is tevens aangemerkt als subsidieplafond. Op 1 juni 2006 is het subsidieplafond verhoogd tot € 3.100.000.

Ten aanzien van niet-kwetsbaar oppervlaktewater heeft het algemeen bestuur het volgende bepaald.

Waar aansluiting op de riolering niet haalbaar is, wordt bij nieuwe lozingen een septic tank met een inhoud van 6 m³ of een gelijkwaardige voorziening voorgeschreven. Dat geldt ook voor situaties waar rechtstreeks wordt geloosd in het oppervlaktewater.

In bestaande situaties wordt niet per definitie een septic tank van 6 m³ voorgeschreven. Waar al een voorziening aanwezig is, zoals een goed werkende septic tank of beerput, waardoor uitsluitend het zogenaamde zwarte afvalwater wordt geleid en het grijze water rechtstreeks wordt geloosd, kan bv. de bestaande voorziening worden gehandhaafd. Wel zullen aanvullende zuiveringstechnische maatregelen getroffen moeten worden waardoor een zelfde zuiveringsrendement wordt bereikt als met de septic tank van 6 m³. De aanvullende maatregelen kunnen bestaan uit aansluiting van het grijze water op de bestaande septic tank of beerput in combinatie met plaatsing van een extra put waarbij de totale verblijftijd van het afvalwater in beide gecompartimenteerde voorzieningen gelijk is aan de verblijftijd van het afvalwater in de septic tank van 6 m³ (acht dagen). Ook kan separate zuivering van het grijze afvalwater plaatsvinden.

Een andere optie is het lozen van het zwarte en grijze afvalwater via een bestaande gierkelder, mits deze waterdicht is en een zodanige inhoud heeft dat het afvalwater er tenminste een verblijftijd heeft van acht dagen. Onderzoek bij Groot Salland heeft aangetoond dat een gierkelder onder deze condities een zuiveringsrendement heeft, vergelijkbaar met een septic tank van 6 m³.

Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1

De indeling van de verschillende IBA systemen is overgenomen uit het CIW/CUWVO rapport "Individuele Behandeling Afvalwater; IBA-systemen" (1999),  waarbij de zuiveringsrendementen grondslag zijn voor de klasse indeling.

Kwetsbaar en zeer kwetsbaar oppervlaktewater is vrij globaal aangewezen in het Waterbeheersplan (WPB) 2002-2006 van het Waterschap Groot Salland. Concretere aanwijzing vindt plaats op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart.

Bij de basisinspanning wordt uitgegaan van een saneringsmaatregel waarbij een IBA klasse I wordt gerealiseerd. In de praktijk zal dit de Verbeterde Septic tank (VST) zijn, met een inhoud van 6 m3 , of een gelijkwaardig zuiveringssysteem.

Artikel 2
  • Het dagelijks bestuur verleent ten aanzien van een woonruimte maximaal éénmaal een subsidie, waarbij bijdragen en/of subsidies van derden niet in mindering worden gebracht.

  • Het eerste deel van deze bepaling wordt aan de hand van twee voorbeelden toegelicht.

  • 1. De gemeente legt in het buitengebied riolering aan in een deelgebied waarvoor zij een provinciale ontheffing heeft van de verplichting tot aanleg van riolering. Een woning komt op een afstand van 40 m of minder van de riolering te liggen en ten aanzien van deze woning is er in de riolering een aansluitpunt op de riolering aangebracht, waardoor lozen op oppervlaktewater verboden is op grond van het Lozingenbesluit huishoudelijk afvalwater en aansluiting op de riolering de meest voor de hand liggende oplossing is. In zo’n geval kan de gemeente voor subsidie in aanmerking komen.

  • 2. De gemeente legt in het buitengebied riolering aan in een deelgebied waarvoor zij een provinciale ontheffing heeft van de verplichting tot aanleg van riolering. Desondanks blijft een woning op een afstand van meer dan 40 m van de riolering liggen. De particulier sluit zijn woning toch aan op de riolering. In zo’n geval kan de particulier voor subsidie in aanmerking komen, op grond van artikel 4 van deze verordening, maar de gemeente niet.

Artikel 3

Dit artikel betreft de reikwijdte van de subsidieverordening ten aanzien van de aanleg van IBA's. De opheffing (door het aanleggen van een IBA) van de beperkte lozingen die onder het regiem van het Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater vallen, kan in aanmerking komen voor subsidie, als ook voldaan is aan de overige voorwaarden. Het gaat om percelen die in het kader van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) door de provincie zijn ontheven van de zorgplicht, vanwege de (hoge) kosten die gemoeid zijn met de aanleg van de gemeentelijke riolering en de aansluiting daarop van de percelen.

De subsidieverordening heeft geen betrekking op opheffing van lozingen van huishoudelijk afvalwater die onder een ander wettelijk regiem vallen (bijvoorbeeld in het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij of in het Lozingenbesluit Wvo glastuinbouw). Veelal betreft het hier bedrijfsafvalwater van huishoudelijk aard, al dan niet opgemengd met overig bedrijfsafvalwater. Deze lozingen zijn het directe gevolg van de bedrijfsvoering en in dat licht niet subsidiabel.

Alle lozingen die de 10 v.e. overstijgen, vallen buiten de subsidieverordening. Deze lozingen hebben veelal een bedrijfsmatig karakter (minicamping, horecagelegenheden, kazernes e.d.) en zijn daarom uitgezonderd.

De subsidie kan alleen worden toegekend aan een individuele lozer en wordt per woonruimte éénmalig verstrekt. Iedere particuliere lozer die heffingplichtig is, komt in aanmerking voor een subsidie. Voor het toepassen van de begrippen "woonruimte" en "heffingplichtig" wordt verwezen naar de Verordening op de verontreinigingsheffing van het Waterschap Groot Salland.

Er wordt uitsluitend een subsidie verleend voor gecertificeerde systemen. De certificatie kan alleen worden uitgevoerd door daarvoor bevoegde instellingen en/of instituten.

Om een goede waterkwaliteit te waarborgen en om de handhavingsinspanning met betrekking tot de lozing van afvalwater uit de IBA-systemen zo laag mogelijk te houden, is de aanleg van gecertificeerde IBA's met standaard een onderhoudscontract een voorwaarde voor de subsidietoekenning aan de lozer.

De subsidie wordt verstrekt aan degene die de IBA aanlegt en betaalt. In de meeste gevallen zal dit zijn de eigenaar/lozer.

De subsidieverordening voorziet wat betreft IBA's slechts in een tegemoetkoming in de meerkosten die moeten worden gemaakt boven de kosten van de basisinspanning (naar verwachting ongeveer

€ 2.724). De financiële tegemoetkoming is daarbij afhankelijk van de status van het ontvangende oppervlaktewater en de aangelegde voorziening zoals in de onderstaande tabel is weergegeven. De subsidie wordt onafhankelijk van overige bijdragen en subsidies verleend. Het staat de lozer dus vrij om naast de subsidie van het Waterschap Groot Salland ook uit andere financieringsbronnen te putten.

Tabel
niet kwetsbaarIBA IIIa; IBA IIIb € 450,=
kwetsbaarIBA II € 1.800,=
kwetsbaarIBA IIIa;  IBA IIIb € 2.300,=
zeer kwetsbaarIBA IIIb € 3.400,=
Artikel 4

Dit artikel is ingegeven door het feit dat er particulieren zijn die weliswaar niet verplicht zijn aan te sluiten op de gemeentelijke riolering, maar daar op eigen initiatief en voor eigen rekening toch voor kiezen, in plaats van lozing op een IBA.

De subsidie voor particulieren die niet verplicht zijn aan te sluiten op de gemeentelijke riolering, maar daar op eigen initiatief en voor eigen rekening toch voor kiezen, ontvangen een vergelijkbare subsidie:

Tabel
niet kwetsbaaraansluiting op riolering € 450,=
kwetsbaaraansluiting op riolering € 1.800,=
zeer kwetsbaaraansluiting op riolering € 3.400,=
Artikel 5

Dit artikel is opgenomen voor de situatie dat een particulier in eigen beheer in een ontheffinggebied een rioolstelsel met diverse aansluitingen realiseert. Dat kan bijvoorbeeld voorkomen op een landgoed.

De subsidiebedragen voor de aanleg van rioolstelsels, zoals bedoeld in de artikelen 5 en 6, zijn vergelijkbaar met artikel 4, met dien verstande dat vanwege de daarmee gemoeide kosten, bij sanering van een lozing op niet kwetsbaar water, € 1.500 aan subsidie wordt verleend.

Artikel 6

Door middel van aan de gemeenten te verstrekken subsidies worden zij gestimuleerd om riolering aan te leggen op plaatsen in het buitengebied waar zij dat niet verplicht zijn in het kader van een door de provincie verleende ontheffing (op grond van het convenant "Sanering huishoudelijk afvalwater-lozingen buitengebied" van juli 1996).   

Artikel 7

Wanneer het subsidieplafond bereikt is, wordt geen subsidie meer toegekend voor aanleg van rioolstelstels.  

Artikel 8

Dit artikel behandelt de aanvraag voor subsidie en de informatie, die moet worden overlegd om de aanvraag te kunnen beoordelen.

Op basis van de aanvraag zal het dagelijks bestuur beslissen over de vaststelling van het subsidiebedrag.

Artikel 9
  • In de Algemene wet bestuursrecht wordt onderscheid gemaakt tussen de subsidieverlening en de subsidievaststelling.

  • Artikel 4:29 Awb luidt als volgt:

  • Tenzij bij een wettelijk voorschrift anders is bepaald kan voorafgaand aan een subsidievaststelling een beschikking omtrent subsidieverlening worden gegeven, indien een aanvraag daartoe is ingediend voor de afloop van de activiteit of het tijdvak waarvoor de subsidie wordt gevraagd.

  • Lid 1

  • Deze termijn is gelijk aan een "redelijke" termijn volgens de Awb, vergelijk artikel 4: 13 Awb.

  • Indien de beschikking niet binnen acht weken na de aanvraag (de termijn van het eerste lid) genomen kan worden kan het bestuursorgaan een langere termijn vaststellen. Hij is echter verplicht de verlenging van de termijn aan de aanvrager mee te delen en de termijn zo kort mogelijk te houden. Dit staat met zoveel woorden in artikel 4:14 van de Awb.

  • Lid 2

  • Vergelijk het eerste lid van artikel 4:31 Awb. Dit luidt:

  • 1. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt het bedrag van de subsidie, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald.

Artikel 10

Dit artikel geeft aan hoe de vaststelling van de verleende subsidie zal plaatsvinden. De uitkering moet betaald zijn binnen 4 weken nadat het waterschap door middel van een veldcontrole heeft vastgesteld dat de riolering of IBA-voorziening op de juiste wijze is aangelegd en dat, in geval van een IBA, een adequaat onderhoudscontract is afgesloten. Het initiatief voor deze controle gaat uit van de lozer. De lozer dient immers een verzoek tot subsidievaststelling te doen.

In vaststellingsbeschikking wordt de voorwaarde vermeldt dat de subsidieontvanger zijn onderhoudscontract in stand moet houden. Dit is een ontbindende voorwaarde. Er is sprake van een rechtshandeling onder voorwaarde in de zijn van artikel 3:38 van het burgerlijk wetboek. Op grond van artikel 3:59 van het burgerlijk wetboek is artikel 3:38 van overeenkomstige toepassing op alle rechtshandelingen. Indien de voorwaarde intreedt kan het besluit tot subsidieverlening vernietigd worden.